Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
No.317
h. i
wan een ander kerkgenootschap der regeering
tot aohaadiag van haren plicht aanrekent
Keiier Wilhelm kan daarentegen aijae tevre
denheid uitdrukken dat hy een wet heeft
ouder* ~ waardoor wellicht hot beginsel der
t van den Staat boven de Kerk iets heeft
?uw, m*ar waardoor vooriien is ia den
onidbaren toestand, dat vele katholieke gemeenten
mi geestelijken waren verstoken. Geen hinderpaal
ii er nu meer tegen de vervulling der plaatien,
Indien althans de geestelijkheid de ontevredenheid
niet kunstmatig wil gaande houden, op gevaar
dat deie tich keere terat haar zelve.
j De verbittering der derioale party, die als po
litieke part)} ia de grieven der bevolking kracht
vond, geeft zich lucht in hare bladen, welker
dikwerf grove uitingen aanleiding geven tot «ene
polemiek zonder eind, vervelend vooral wijl de
onderhandelingen tussehen Pruisen «n het
Vatitaau alt|jd boven de hoofden der parlementaire
partijen an der dagbladpers worden gevoerd.
Overzicht der Per*.
ONZE BLADEN.
De tomkommertyd nadert en de rubriek: hoofd
artikelen geraakt daardoor bij de meeste onzer
bladen op den achtergrond. Slechts enkele on
derwerpen wekten een oogenblik de algemeene
aandacht.
Vooreent het besluit van het ministerie om
het ontwerp tot regeling van den kinderarbeid in
te trekken, een besluit, try spoedig gevolgd op
fiet seer ongunstig verslag door de Tweede Ka
mer uitgebracht.
.Het Vaderland, de Mddelb. C t., het
Volks*jod, orgaan van Volksonderwijs, de Zuff. CL
Betuigden om str^d hun leedwezen over het van de
* «u raken van dit zoo belangrijk ontwerp. De
huid daarvan moet, naar zf allen aantoonden,
ifdiakelijk worden geweten aan het Kamer
verslag, een verslag waarin. het beginsel van 't
«ntwerp ook van liberale «ode, vrtf scherp is
bejftredea. fiet Baagsche Dagbl. en De IJfd waren
daarentegen met de intrekking Keer ingenomen.
Een ander punt 't welk tot eenige meer
algeiheene opmerkingen leidde, was de stemming
jtopr het lidmaatschap der Eerste Kamer in
3e Statenvergadering te Utrecht. Moeteen lid der
provinciale staten] zich van stemming onthouden,
Wanneer een «ajner aanverwanten tot den derden
fcraad ingesloten ? in casu een zwager?in
herStemming, komt. t Oordeel luidt verschillend. De
gemeentestem en het Vad, »(jn Tan oordeel dat
art. 73 Prov. "Wet dnideiyk spreekt en het
meOestemmen verbiedt, de N. St. het W«g. Weettol.
en de Tffd zijn een tegenovergesteld gevoelen
toegedaan en achten art. 73 bier niet van toe
passing, maar eenvoudig de Art. 78?81 der Prov.
wét. De leden der Staten zouden anders bekort
worden in de rechten hun bij de Grondwet ver
leend.
Do Arnh. Gt. maakte naar aanleiding der
betooeming van de hh. van Lijnden en Heydenryck tot
leden van de a Baad van btate de opmerking dut
het ministerie, zelf slecht ter been, zich door mid
del van twee krukken ? de anti revolutionnaire
en de katholieke paity ? in beweging tracht
te houden.
De Tijd zon, gesteld de benoeming had wer
kelijk ten doel een anti-revolntionnair en een
katholiek in den Raad van State te brengen,
daarin niets bevreemdend» zien.
l Het Vaderland behandelde onder het hoofd
?Recht of willekeur?" de vraag of een gemeente
recht beeft op vergoeding van 90 pCt. waar het
geldt onkosten bij vergelijkende examens of liever,
want de quaeatie zelf wordt bijzaak door de
jongtte bes:hflcking, of het aangaat dat de minister
bij eenvoudige beschikking aan een gemeente kan
ontnemen wat haar wettig toekomt.
N-inr aanleiding van een artikel van dr.
BronsTel l over de houding dei anti-revolutiouairen] bij
de jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer?in
wolk artikel het samenwerken met Rome streng
we.'d afgekeurd ? schreef mr. Dr. Savornin
Lobman een artikel in de Standaard ter toelichting
en verdediging van die houding. De T$d voegde
aan deze polemiek eenige kantteekeningen tóe.
Verder werd in de Prov. Gron. Gt. de* liberale
party nogmaals in ?Een spiegel" haar zonden
voorgehouden, bepleitte het JT. v. d. Dag de
Landbouwbelangen, besprak het Rolt. N.ll. het
nieuwe wetsontwerp op het notariaat, deed de
Hollandsche Afrikaan neen warm beroep op de
Hollandsche pen en op alle Nederlanders die in
de Toekomst der Zuid-Afrikaanse!» republiek
gelooven", behandelde de Hoornsche Ct. het econo
mische vraaiwtuk ?Arbeid en Loon" en "schreef
de Farm. Cl. een artikel onder het hoofdje:
?Niet wetten maar menschen." ?"
De Gemeenteraads-verkiezingen gaven wel, aan-^
leiding tot velerlei beschouwing, omar de gele»,
geilheid is nog niet daar om den algêmeenen in
druk op te maken. .
HET AMSTERDAMSCI1 TOONEEL.
Blonde EU.
Dit > [beroemd] oorspronkelijk drama" in
6 talereelen, van de hand des Heeren W. N.
Peypêrs, is Woensdag U. door het Nederl.
Tooneel voor 'teerst bier ter stede uitge
voerd. Het stuk had reeds eenige bekendheid
verkregen door de gunstige bespreking, die
aan de vertooning m Rotterdam te beurt
viel en door de artikelen in dit Weekblad er
voor en er tegen geplaatst. Vandaar wellicht
o. a. de stampvolle zalen, die de drie eerste
voorstellingen bier in de Plantaadje kwamen
toejuichen. Een huldebetoon, m. i. even wei
nig gewettigd als welke zij 'tslecbts vergoe
lijkende beschouwing over dit drama ook. r
De beer Peypêrs toch beert zich in deze
op nieuw slechts een vervaardiger van
draraatiek-pasteiijens beloond. »Neem", 'dus moet,
bet hem uit zijn kookboek tegenklinken,»'één
besten braven ouden visscber, één
flinken jongen dito, één verdorren
vjsscher, één door en door
sinokkel-kapitein, één jongen ondei
smokkelaar en een paar bejaarde vi«vu<»^«r
vrouwen. Heng deze elemèritenTdoor één, igp,
, ._ , doe dit huw^n me't d$n
laaute, doe door den smokkejjgr dfen.
tein omkoopen tot jnpord VBJB den ffi,
jongen echtgenoot. Maak, dat de moocd in
? werkelykheid met plaats heeft,
moteer den vjsscher en laat
den waan komen, dat hy over
Iaat haar, k jpldnooa door
dreven, don meer dan. ooit
gen emoKtdaar huwen. Te
bruiloft van dit
«?tt
plotseling te-rugkeeren om ztyn gemalin op
te vorderen. Voeg er dan nog een tooneel
aan toe, waarin de smokkelaar komt to
sterven, de boosaardige kapitein gevankelijk
wordt heengevoerd en de brave menschen
wéér gelukkig by elkaar zyn, en zie, uw
pasteden is voltooid. Begiet het nu met de
pikante saus der decoratiön, requisieten en
kostumen, van echt Ilollandsch, waar
vaderlandsch allooi, warm de korst op het
melodrama-vuur der begeleidende
senlinr.enteele orchest-deunen, van omvallend huisraad,
der mes- en pistoolverwondingen, der kleine
lieve kinderen, naïf optredend, en der
rechtsambtenaren in dreigende houding. Snij
deze pastei in zes nagenoeg gelijke deelen,
en zie: de verteriogsorgonen dei' grage schare,
om dezen tyd van 't jaar geprikkeld door de
soep der voorgediende draken en possen, zal
uw pasleitjen met een onverhoopt gemak ver
orberen."
De Heer Peypêrs heeft, met blijkbaar wel
gevallen en >hetzelve" voortdurend gelijk
geveode, naar de taal van zijn kookboek ge
hoord. De woorden eener stijf gekorueiie
en bont geboezelaai'de deerne heek Kil voor
Muzonklanken gehouden en ons zoodoende
een hoeveelheid der meest aüeJaagsche too
neeltoeslandeo.zonder smaak of gevoel
aan-oengeregen, als toonecldichl aangeboden.
Hoofdzakelijk uit de taal, die een dra
maturg zijn schepselen in den mond legt,
blijkt onraiddelijk de mate zijner kracht
en de aard van zijn talent. De gobaren,
de gelaatsuitdrukkingen en do standen
zijn grootendeels het werk des uklcurs en
hem dus te danken of te wijten, ipaar het
woord, dat hy spreekt, komt geheel voor
rekening van den schrijver. Het woord is
alles. Naarmate het meer past in en har
monischer klinkt uit den mond van het in
dividu, dat de schrijver ons bedoelde af te
schilderen, naar die mate zal zijn verdienste
grooter, de macht zijner verbeelding om
waarl(jk leven, levende wezens voort te bren
gen, duidelijker blijken. Hun taal is voor den
toehoorder de eenige weg, waarlangs hij met
hart en geest, met de kern namelijk der we*
zeng, die hem een gantsclien avond zullen
bezighouden, in kennis wordt gesteld. En
nu is ongelukkig de taal, die wij in Blonde
El» vernemen, van de onnoozelsto en meest
subjectieve sport. Wij huoren namelijk
de personaadjes des Heeren Peypers zich
uiten op eene wijze, als die de eerste de
beste parterre-bezoeker bij lieden van dit
gehalte in deze omstandigheden veronder
stellen zou, dus niet, hetgeen zoo wezen moest:
de woorden door den kunstenaar in eene
lang door hem bestudeerde
visschersomgeviog opgevangen en door zijn phantazie ver
rijkt. Daar mets van. De groolvader-visscher
zucht b.v. bovenhet wiegjen van zijn kleinkind:
D de zee zal wel wederom je werkplaats worden
en de windje muziek." De geruïneerde
moeclervisschersvrouw roept tot haar zoontjen:
>neen, ik ben1 niet arm, jij bent mijn rijk
dom." Volzinnen, waar de natuur meer
gehiiel en al voor de ordinairste conventie heeft
plaats gemaakt, zijn bezwaarlijk uit te vinden.
Toch heerschle er in het 1* bedrijf,
waarin het huwelijksfeest van den eersten
echtgenoot wordt vertoond, een min of
meer volgehouden opgewekte dorper-toon
en wordt er in het 2', dat het huiselijk
geluk der jonge echtelieden zal schilderen, een
schijn van waarheid en natuur aangetroffen,
die niet te vermoeden geven tot hoever zich
gedurende de vier volgende tafereelen de
misgreep des Heeren Peypêrs uit zou strek
ken. Maar hel derde tafereel, de omkooping
van den .kapitein, het afscheidsgekus en
dekrui'wagenljènsder smokkelaars, is zóó zwaar op de
hand, het vierde, waarin men te zien krijgt,
hoe Blonde -£h besluit Koenrctad te trouwen
is zóó vervelend en de orchest-muziek daarbij
zóó zeer op haar plaats, het vijlde bedrijf,
als Wi'Um Krant,ier bruiloft van zijn eigen
vrouw met KomraaA Plak, komt binnenstor
men, zóó gapend banaal, het zesde eindelijk,'
Daarin het revolverschot plaats vindt,
Koen'raad gedood en de kapitein gearresteerd wordt,
dermate mét de haren er bij gesleept en
hoog onbeduidend, dal men wel de auteur
van Eli Butakow of de vervolging der joden
in Eutïand en van andere nare zomerstukken
moet zijn, om de stoutheid te hebben zoo
iets voor de oogeu van ons vriendelijk pu
bliek te brengen.
? De auteur van Blonde Els is iemand
dié over geen droppel echt kunstenaarsbloed
te beschikken zal gliebben, ook al wordt hij
honderd jaar, al heelt hij nog zooveel
tooueelstukken gelezen en nog zooveel wat men
>tooneelrouüne" pleegt te noemen lot zijn
beschikking.
? De Heer Peypêrs heeft ongetwijreld een
goed hart, maar van hem, die zich als
tooneeldichler opwerpt wordt een groot geëischt.
De Heer Peypêrs telt builen kijf medelijden,
wrevel, blijdschap, grappigheid, eenig rechts
gevoel, zelfs ook droefheid onder de kleine
aandoeningen, waardoor beurtelings zijn
bin.nenste' in beweging wordt gebracht, doch van
hejoaT die zich vermeet de heilige tribune der
kunst te betreden, wordt iets anders gevraagd.
Deze is de dichter, deze is't, die zingt onder
k. Als, hij weent over de ellende der
-,en, dan'schijnt ons dat de wind, die.
dó^mdstemnyg door de pynwoudenk'ceunt,
en gs hl),haat,' als z^n verontwaardiging
lQ|bj^t, ggn djmdert het in ons oor en'
iksemt het aan/de, kim, zynvglimlach is een
'~~ rio JWcBle kleuren en zijn scha
akt ons tegen als het gillen van'.
schare sater*. HjJ. is^roöt in alles. Zift,
wjerk is geen Kl^f^s voor zijn tydgenoten,
"'r 28 de zijnen'
11 zich,
en |al slecht maakt, en dus geen van allen
mousclien, die tweemaal in één stuk veld
wachters woningon in'beklag doet nemen, die
driemaal in één stuk een verbolgen echt
genoot op z()n medeminnaar doet toevliegon
en die zich 6in klein geestigheidljan veroor
looft, hetgeen bestaat in een DuiUchen straat
muzikant, die zegt te heelen Waaner ron
der Nibelungen, waaruit een aanwezig
visscher verstaat: »wachter van Scheven!ngen."
En waaro
morst, waai
schrijver tr.
een gewoo
komt en ve
Omdat de k
burg v. Lie
van, omdat
van verval
erkennen
reeds een
elke gelege
theorien en
gaan, ncdr
de praktijk
te leggon.
mille auteur
Aam., 31
HET
Er zijn
ring dat d
algemeen, Ie
wat de nadi
breken der
in het vori;
Men mo(
of althans
bestaan var
wier naam
roem als tt
personen kt
de omstand
lerkundige
begaafdheid
teraire toon
stelling slee
DuideUjki
verschil in
tooneelislen
Hollandsche
De teek
ontwikkelio
en liefde v<
onafscheide!
De zorg,
stukkenrol
onmiskenba
acht, om ir
geschikte r
net slagen
spelers, om
grond te s
door zijn r
dan de set
ze inkt
ver'ott
tooneellen en over
icelspe!, dat
en gemaakt?
de schouw*
aar de tempel
een tijdperk
ramatick, het
i dat verval
j is, en wyi
grepen, om
>ns ter harte
dan wanneer
o ten uilvoer
ieux que cent
T. Dcyssel.
DÉOJi
oor de
bewepelers. in het
de lieden zijn;
van het
ontbeschaving, is
ingewezen.
bewezen niet,
zoeken in het
de individuen,
tor bijna hun
t. Tegenover
illen; en alleen
r Fransche
letorden, die aan
lerlandsche
lii, is voor onze
un.
letten op het
e menigte der
omen, met hél
tenschappelijke
m yan eerbied
eenigd, immers
goeden smaak.
lijk de classieke
oont die blij ken
zich te goed
oort een
onderer streven heeft
doel. Geen'der
i op den
voortonie verstoort,
cht te bedeelen,
1. Ook de tekst
ideld, die lieden
erkt.
Willekeu?ngen, op eigen
voor
waanwijslen uitgekreten.
storend ingrijpt
wordt met
van letterki K
rige veranc
houtje aan .
heid, zoo i
Wat voo
in het spel ook van den bestgezinden acteïir,
behoort op het Fransche tooneel lot de hooge
uitzonderingen: een verkeerde, gemeenlijk
boersche opvatting eener gansche rol van
eenig klassiek werk, of allhans een averrechtsch
begrip van een min of meer belangrijk gedeelte.
Zeer zekor] kornt het beslaan van uitvoerige
en nauwkeurige overleveringen omtrent de
beschouwing der meeste antieke stukken
den Franschen tooneelkunstenaars duchtig te
stade; maar lot hel waardeeren dier traditien
behoort geen geringe male van oordeelskrocht.
Zoo diep is de achting voor de overgeleverde
opvattingen bij deze lieden geworteld, dat
elke afwijking er van, die eenig
omwenteJingsgezinde acteur zich mocht willen
veroorlooven, door zijne kameraden zeer spoedig
zou worden onderdrukt; althans geen ver
andering in de oude-manier wordt geduld,
die niel in hooge male proelhoudënd is ge
bleken. Enkelele gevallen van zoodanige
zeldzaamheden zijn bekend en de wijziging,
door eenig begaafd en gelukkig kunstenaar
voorgesteld, heeft men op hare beurt in de
traditie een plaats gegund.
Zeer nauw met de algemeene literaire ont
wikkeling, hangt samen de geoefendheid der
uiterlijke middelen, die men bij de Fransche
tooneelspelers aantreft
Houden zij bekendheid met de letteren
voor een der schoonste sieraden en tegelijker
tijd voor een onmisbare bezitting van den
acteur, niet minder noodig achten zij een
hooge mate van vertrouwdheid met andere
onderdeelen zijner opvoeding.
Hiertoe rekenen zij een grondige kennis
tan de praktijk der voordracht, steunende
op bespiegeling over de beginselen en oefe
ning (der lichamelijke middelen. Want
aan de twee bestanddeelen der tooneelmatige
voordracht verleenen zij gelijke oplettendheid;
aan het verstandelijke eu aan net stoffelijke
element. Meesterschap over het eerste on
derstelt een zuiver gehoor voor den
maatSng in proza en poëzie; een scherpe
onrscheiding tusschen klemtoon en bijstel
ling;" de twee eischen die, op hunne beurt,
de gronden zijn van het zeggen.
' Nog" behoort lot het verstandelijke deel
der voordracht een fijn gevoel voor de
beteekenis van het gebaar, dat alteen door
strenge theoretische studie is te verkregen.
ligt tweede element, het stoffelijke, bgjtaat
uit eea' volkomen beschikking over 4e orr
ganen: een^gélïal, waarvan men de'trekken
heeft geleerd wstre>t^ondervVorp;en te zijn
aan den wil van den kunstenaar, instaat tot
elke soöit en mate van uitdrukking; vervol
gens een'stejn, dio eveneens aan'har en meester ^
"""" ~~~ ~| "*1>
? .»?
pehoorzoauit met gelijke juistheid, en die ten
cénemalo vrij is van elk natuurlijk of toe
vallig góbrek; eindelijk een lichaam, dat
wederom nauwkeurig de bedoelingen van den
acteur vertolkt, bevalligheid aan kracht paart,
en voor geen inspanning terugdeinst.
Dit, wat betreft de voordracht, waarop elk
Fransen tooueelspeler zich min of meer ijverig
toelegt, en al wonder begaafd moet zyn, om
de nudeelen eener gebrekkig» studie te doen
over 't hoold zien.
> liet spreekt vooris van zelf, dat enkele
schitterende verschijningen van door de hoog
ste goden gezusle stervelingen, die uit de
werkplaats of zelfs van de straat jtentooneele
gevlogen, de kenners en de leeken verbijste
rend, geëindigd zijn met zich zelf te doen
aannemen, ondanks de fouten eener onvolle
dige voorbereiding. Dit onderscheid maakt
een vak van kunst met elk ander beroep,
dat sommige uitverkoren gemoederen de
wereld verbazen door de rijpheid hunner
voortbrengselen, die man niet inden knop heeft
gezien; gelijk een wonderboom die m één
nacht ontkiemt, bladen en bloesems schiet
en op het altaar van den rijzenden dag de
schoonste vruchten offurL
Schier onverklaarbare voorbeelden van snelle
ontwikkeling heeft ook de geschiedenis van
de toonoelspeelkunst te boek gesteld. Echter
zeker niet met het doel hare mededeeliogen
te doen strekken tot grond voor het
wan.begrip, da.t wie langzamer ontwikkeling zij
ner talenten ondervond, moest wanhoopen
hen ooit ten volle gerijpt (e zullen zien, en
dat alleen een plotseling ontwaken van slui
meren de gaven, dien gaven den stempel van
echtheid zou schenken. Op andere bladzijden
wordt daarentegen getuigd van de bijna even
onverklaarbare vorderingen, die geduldige
oefening een schijnbaar hopeloos onvermogen
deed afleggen.
Is do ervaring dorhalve rijk aan proeven
van den verst uiteenloopenden aard, zoodat
het trekken van besluiten ongeraden mag
heeten; uit de ervaring-zelve niet minder
onomstootelijk dan uit de bespiegeling blijkt,
dat de groote menigte der tooneelspelers
evenmin eene opleiding kan [ontbeeren als
elk ander kunstenaar.
latusschen heeft men ten onzent deze
overweging eerst vrij onlangs voelen op
rijzen ; en nog vindt men onder de vrienden
en beoefenaars der dramatische kunst
achtenswaardige personen, die bij'zichzelf dit ver
schijnsel nog niet beleefden.
Dat de opleiding tot predikant, tramkoetsier,
majoor van de schutterij, bankier, grutter
? dat elke bevordering van den mensch tot
nuttig lid der maatschappij een hoeveelheid
moeite en toewijding vergt, onafhankelijk
van de eischen door die bevordering gesteld,
zal niemand in de verzoeking komen te
ontkennen.
Met het beroep van tooneelspeler schijnen
sommigen een uitzondering te willen maken,
dié voor dat beroep niet eervol is.
'De intiemere kennismaking met een gezel
schap, '. waarvan byha geen der leden zich
aan natuurlijke begaafdheid boven het middel
matige ; verhief, en~> waarbij dus de invloed
der school zich dubbel krachtig deed gelden,
moge"énkelen'hunner bekeerd hebben tot de
eenvoudige waafhe'den in deze artikelen
betoogd. F. v. d. Goes.
WILHELM JORDAN'S ?NIBELUNGE."
De levendige belangstelling, waarmede de dicht
werken ' van den ge vierden Duitachen episcben
vestigen, nu'eene nieuwe uitgave en wel de llde
is verschenen van het eerste lied van het ?Dubbel
epos" (volksuitgave). Reeds in November 1875,
schrijft het Nieuws van den Dat; naar aanleiding
van dit gedicht van Jordan, door hem zelf hier
ter stede voorgedragen, het volgende: ?De
allitorearende verzen maken, zooals ze door J. worden
voorgedragen een zeer muzikalen, liefelyken in
druk! 't Is op zich zelf reeds een genot naar die
verzen, die nu eens statig rollen, dan weer liefelnk
yloüien, te luisteren. Klaar wat de Bard verteld
is daarby zoo interessant, wordt zoo naïef en
eenvoudig, maar tegeUJk zoo aanschouwelijk voor
gesteld; de détails zUn zoo fijn en keurig uitge
werkt en over 't geheel ligt zulk een, waas van
frischheid, dat men geheel onder den indriik ge
raakt en zich verplaatst waant in dien schoonen,
ouden tyd. Wij gelooven dan ook dat de voor
dracht van het Nibelungeü Epos de verwachting
niet heeft teleurgesteld, en dat de beer Hohr,
zelf een verdienstelijk dichter, niet te veel zeide,
toen by den heer J. uit naam van alle aanwezigen
dankte voor de genotvolle avonden en heul de
verzekering gaf, dat, als hy na kostere u of
langeren tijd hier weuscbte tern? te komen, h(j met
opon armen zon worden ontvangen.
liet ia hier niet de bedoeling, ook zelfs maar
oppervlakkig iets omtrent den inhoud van het
epos te vertellen, te meer daar deze over bokead
is. Slechts een paar korte opmerkingen omtrent
de ?Nibelunge" naar aanleiding van E. Zabels
literarische schets van Jordan.
In 't kort zest Zabel het volgende: De dichter
heeft ongeveer twintig jaar (by is uu 64 jaar oud)
gebruikt, ter volbrenging van de taak, om den
geheelen omvang der germaansche sageukring,
naar onze diepere opvatting tot een epos om te
werken. De vruchten van dezen arbeid vinden wij
in de beide epische gedichten .Sigfrid-Sager'
(2 deelen 1868) en ?Uildebrant's Hcimkohr"
(2 deelen 1874).
Door deze werken is bet Jordan gelakt, ons
van de schoonheid der oude germaansche goden
wereld te overtuigen. Kou men in het begin van
het jaar 60 oog vragen: ?Wat hebben wij aan
een Bigfrid?" 200 is ons, nu duidelijk geworden,
dat deze figuur de dichterlu'ke vorm is, waarin
de geest van ons volk ay'üö meest Ideale Voor
stelling van heldenmoed en mannelyke schoonheid
heeft gegoten. Hedon ten dage, nu wij in Wil
helm Jordan den epischen, in Richard Wagner
den muzikaal-dramatischen dichter der Duitsohe
Sage bezitten, heeft dit duizendjarig verleden voor
ons nieuw leven gekregen,
Het is onmogelijk zien het ontzettende noodlot
in de weergegeven Sage geschilderd voor den
geest te stellen, zonder aan deze beide mannen
te denken. Beider scheppingen dateeren ongeveer
van den zelfden tijd, en tóch is het niet te her
wijzen dat de esne dichter den anderen bezield
heeft, net vermoeden dat dit wel het geval ge
weest j», is toch zeer begrijpelijk, want, ofschoon
er geen samenhang tussonen de beide werken
bestaat, zoo is het zeer merkwaardig dat beide
.dicut»rs?nog verder, danhet ?Nibelungelied" zelf
Ja
8
teruggaan 'en de verdere vormen der Sage ?
plegen, dat ze beiden oen strengen vorm voor biï_
wet k kiezen (de schrij ver een dubbelepos, de com
ponist een ttitogie met voorspel) en dat ie eind»!
lijk het rijm hebben opgegeven, en den oud-ger»
maanscbeu vorm der altiteratie hebben gebruikt,
Hoe groot intusschen de gelijkenis tussohenJordan'i
en Wagner'* werk ook sy, tooh bestaat er bf
beide dichters verschil van opvatting. De dra»
maturg brengt ons in een wereld van geweldig*
hartstochten, in welke wij eerst langzamerhand
thuis raken, en bekommert cich «eer weinig on»
de hedendaagsohe begrippen van Bedetykneid;
maar n|j roert de teederste snaren aan van het
gevoel, zooals zich dat oorspronkelijk in de
mensoheHJke natuur openbaart, en bereikt door de
voorstelling van beide elementen een hoog*
trap van kunst.
De dichter daarentegen toetst de oude Sag*
aan ooae moderne moraal; hy poiyst de ruw*
kanten van het oorspronkelijk gedicht, en neemt
het schoone in de. menscbelgke natuur tot richt
snoer. De hartstochten worden bij hemmleid
en getemperd door het verstand, iets dat Wagner
niet kent. De wilde liefdesscène bvb. tusschen.
Signmnd en Siglinde in de eerste aote der
Wallküre is voor Jordan even weinig aantrekkelijk
als voor Wagner de ongezochte homerische een
voud in de beschrijving van ?Sigfrid's rit" en
diens afscheid van den Kwakken zoon vanBrunhild*
in .Sijffrid sage."
Jördan's kunst is niet alleen in de studeer.
kamer ontstaan, maar se is direct uit het volk
geput voor 't welk hQ dichtte. Voor hem is het
geschreven gedicht alleen niet voldoende; lüj wfl
dat men het ook in zyn volle kracht hoore. Eerf
lied verlangt eene melodie om tot zijn volle recht
te geraken; een drama is dood, wanneer het niet
op het tooneel vertolkt wordt; zoo wil Jordan^
dat een epos niet alleen gelezen, maar ook voor
gedragen worde en daarom is hij zelf gedurende
meer aan twintig jaren de vertolker geweest van
zijne eigen scheppingen. Bij heeft ia nagenoeg
een paar honderd steden in de oude en nieuwe
wereld lezingen gehouden, en beeft overal én'
vóór zijn voordracht, én voor zijn gedicht, de
grootste sympathie ondervonden. Daarbij draagt'
ttj zijn gedicht uit het hoofd voor, en dat betee^
kent iets, wanneer men weet, dat het dubbele
epos 48 gezangen van ieder 700 verzen bevat;
te zamen 38600 verzen. Het is geen overdrijving
Jordan's ?Sigfrii sage" en Hildebrant's ?HeiiS
kehr" onder de schoonste heldendichten te rekenen
die de literatuur kent, want in beide vereenigt
zich de dichtende verbeeldingskracht van net
volk met de wflsgeerige opvatting van kunst w
onzen tgd.
Het gedicht Leeft het voorrecht in een naïeve.
scheppmgsperiode van het volk te zijn ontstaan,
en neemt men het onsamenhagende in aanmerking
dat zich in de moderne beschrijvende literatuur}
en voornamelijk in den roman openbaart, dan
aarzelt men niet den strengen vormen, waarmede1
de dichter zijn stof behandelt, den hoogstên lof
toe te zwaaien. . t
J. toont dat hU den grooten omvang van
stof volkomen beheerscht, door de wjjie
de verschillende gezangen door hem zon i
deeld. Elke sage is een op zich zélf staand
dendicht, maar door hun inoigen sameuhtiur
vormen z\j te zamon een geheel, en wel een geheel
van hooger waarde.
Ware het bier de plaats enkele episoden te
noemen, die de bijzonderen aandacht verdienen,
dan zonde het zyn: ?de ontmoeting van Siegfrid
en Brunhilde in Sigfrid-Sage; de rit door dé
vlammen, Sigfrid's aanzoek om Krimhilde, Sigfrid'a
dood, enz. In het tweede deel: de verschijning
van Hildebrant aan het hof van Jornumrek.'
Etzel's aanzoek om Krimhilde, Örtlieb's en
Krimhilde's dood enz.
Het zal den lezer niet moelelijk vallen nog mee
plaatsen te ontdekken die door pracht;' ' "?'"
rin^ uitmunten, 's' Dichters natuur"11
z^n ware kabmetstnkjes.
Bovendien munt Jordan uit in de kunst om
op karakteristieke wijze personen of toestanden
te schilderen, zonder te vervallen in een dorre
opsomming hunner eigenaardigheden; dtafftoor
geeft Jordan in zijne voorstelling den wezenlijken
mensch terug, en bewijst daardoor, dat hy !de
natuur heeft geraadpleegd, en Goethe's voor
schrift heeft gevolgd: ?ureift nur hinein iri's
volle Menschenlebenl"
Dat ten slotte Jordan de wetten van het hel
dendicht grondig heeft moeten bestudeeren om
zijne ^Nibelunge in dezen voorbeeldigen vorm te
kunnen weergeven, ia duidelijk; en hierin is o|j
te rade moeten gaan by alle volken der o*ndhei£
Dat dit das ook werkelijk het geval is geweest,
blijkt uit zjjne geschriften: ?Das Kunstgesetz
Homer's und die Êhapsodik" (1869) en ?Epische
Briefe" (1876). Geen wonder dan ook dat hu
met bijzondere voorliefde zijne aandacht wijdde
aan de beido groote gezapgèh/dio ons het grootste
volk der oudheid, do Grieken, hebben nagelaten,
en zelfs zoo ver ging eene "nieuw.o vertaling van
.Odyssee1' (1876) en ?Ilias" (1881) het licht te
doen ziun.
Dat Jordan zich ala dichter niet alleen aan het
epos hiold, ia begrijpelijk voor een wijsgeerig"
gevormden geest als hy. Behalve zyn
?Üennur.gos" verscheen eene verzameling gedichten, ondel;
den titel ^Andachten" (1877) en ?Die Erfullung
des ühristeuthams" (1879), eene philosóphischè
beschouwing overj bet bestaan van een God en de
onfterfelykheid in verband met offze moderne
wetenschappelyke kennis. Alleen werpen al de&
werken geen nieuw licht op hem. Er is een
bepaald oogpunt, waaruit men hem moet b»;
schouwen; zijne kracht heeft zich zoo sterk in
ééne richting geopenbaard, dat men deze inoèjj
voleen om een zuiver beeld van den'schrijve^
te krijgen.
Hy is en blijft degone dia de heldensage in
eeu nieuw kleed heeft gestoken, waardoor deze
in vele opzichten een kunstwerk van den eersten
rang is geworden. U\j ia de instaudhouder der
onde nationale dichtkunst, door zijn zangen,
opwekkend tot dia mannelijke deugden, die
hnre hoogste uitdrukking vinden in ware
vaderlanosliefde.
CflT BELGIË.
xxvni.
Een ?valsttik" voor da
VUmlngen. TeatoonittUin»
gon. Öounod'8 pïtronttt ts
Autvrurpen. Honri yilll;
Jan Breyiel.
' België is terecht trotsch pp eon aantal politische
vrijheden. Des to onbegrijpelijker ii bet dat hot
grootste geJeelto der bevolking zich den druk
Iaat welgevallen. die op het gebruik der natuurlijke,
der nederlandsche, der vlaamschc taal, zelfs in de
vloamsche provincitini wordt uitgeoefeud. Zeldzaam
gebeart het dat in onze kamers vraagstukken
voorkomen, tot wier oplossing do twea partijen
de handen inéén slaan, doch wordt er van de
rechten der vlaamsche taal gesproken, dan is het
of eene huivering vau afgrijzen zich over de rijen
der afgevaardigden verbreidt. Uier en daar
waagt slechts een enkele moedige
volksvertcgoriwoordincr het woord op te nemen voor het aller
eenvoudigste, het elementairste der volksrechten
? en komt het tot eone steïmning ten voordeel»
daarvan, zoo is het dikwerfde angst, bij de
eer»tvolgende verkiezing door een vlaamsch d;sti iet
in den steek gelaten, en niet herkozen te wo^deïï,
wat «ene (afgeperfte) raeerdérHeid van atemmen,
ten gunfte van één eSlïvoudig recht, teweeg breogt
Na de aanneming eener wet van gezegden aard
zien wij dan ook alras dat alle middelen worden
aangewend om te beletten datzy in 't leven trede.
Men heeft dit b{j de wet op de rechtbanken
Ondervonden;men ««t het dagelijkgdoor de
ontNo. 317
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
wijking der wet op liet eebiuik van t nedcr'audsch
In btstuunzalwa \ uien besmeurt dit thans opnieuw,
:,, de wet va» 10 Juni op het gebruik der talon
hil 't middelbaar onderwijs moot toegepast worden.
Het Vvlksbelanx", een zeer vrQsinuig blad, wat
??«fluks te Gent verschoot, vermeldt het
volMnde, bijna ongelooflijke l«it. Op bevel van den
Sinister van ondetw(j« heeft de heer F. Malcbuir,
itndieprefcot van hot athenoeum te Antwerpen,
un de ouders der leerlingen van den sehool een
brief gericht, waarin bun in het fransen wordt
«edegedeeld dat genoemde wet vaststelt:
lo. dat in de aihenseums van de Vhamscho
deelen des lands de Vlaanwche taal door middel
rtn 't Vlasmscb sal worden onderwesen (!).
Zo. dat ook de engeUobe en duftscne talen
aoor middel van 't Vlaamsch zullen worden geleerd,
totdat de leerlingen genoeg gevorderd »fln om
togolsoh en duitsch te verstaan.
3o. dat minstens noff twee andere vakken, te
beginnen met 1836, in 't vlaamsch sullen worden
voorgedragen, en dat
4o. de kuntttermen der natuurlijke wetenschap
pen enz. te gelijk in 't vlaamsch eu in t fransch
moeten onderwezen worden.
Ooi deze reden worden (NB!) de ouders
ingenoeiuden omzendbrief veraocht tich er over uit
te spreken: of zy wenschen dat de nieuwe wet
in haar geheel op 't ath«naeum van An'werpen
word» toegepast, of elj wellicht liever alleen een
gedeelte daarvan zit-n aangewend en of «U hunne
iinderen door de toepassing er vau mogelijk niet
naar andere scholen zullen zerdeu?
?Welnu", zoo schrijft het liberale blad, ?wij
icggcu het rond uit: hoe innig wij dnn ook
o» de dubbelzinnige ain«pelingen van zekere
leden van Kamer en Senaat gedurende d»
debatten over de Wet van Juni 1.1. overtuigd
varen dat men tot slinksche middelen zijne
toetluclit nomen zou, ten einde ons, Vlamingen, in
de daad het recht te ontvreemden, dat zij ons,
op wettelijken grond, in theorie, zoo gü wilt, niut
hadden durven weigeren, toch hadden w\j niet
kannen denken, dat man eens zoo weinig eerbied
aan den dag zou leggen voor 'a lands wetten,
ren zyne toevlucht te rietnon tot.... hoe zal ik het
heeten..- tot een dorgelijken valstrik."
\Yat zou men zeggen van eenen minister die
tich wendt tot het volk met de vraag: ?Bevalt
a de wet die den tarief verhoogt? Bevalt u de
wet die 20,000 soldaten moor vraagt ? Bevalt, u
de wet, dien, duizend en en duizenden iiroletariürs,
TM een burgerrecht blijft onterven? Zoo gjj
.neen" zegt, welnu dan zullen wij dio wet....
blauw blauw laten...." dit grenst aan het be
lachelijke. Met recht zegt ?Het Volksbelang"
dat het eene speculatie op onkunde on voor
oordeel is. 't Is te hopen dat de komkommertijd
de ouders te slaperig maakt; om op dergelijke
strikvragen te antwoorden. Indien de regeeting
om aene of andere reden besluit de wet «iet door
te zetten, konden de eerstvolgende verkiezingen
haar wel eens dwingen nog verder te gaan op de
baan der proqressisUn dan z» het tot heden moest
doen. De katholieke scholen naasten z cli niut dn
rechtvaardigheid der vrijheid van taal te erkennen;
het ministerie en de waalache an vlaamsche
franschkiljons hebben dus van deze zijde omtrent dit
vraagstuk geen tegenstand te vreezen.
Qp bet gebied van kunst en letteren verscheen
in de afgeloopen week weinig nieuws wat den
lezer belang zal inboezemen. Ik heb gezworen
geen woora meer van öliaverfkunst to spreknn,
vóór de opening der driejaariyksche tentoonstel'
ling t8 Gent, anders sou ik u verhalen van de
schilderdoeken te Namen, to Kortrijk, te Spa «n
elders bijeengebracht en gedurende korten tyd
vertoond. Gaarne erkennen wij den toenemonden
jjwr, welke alhier voor plastische kunst zoowel
ab op muzikaal gebied beslaat; betrekkelijk dit
kitste heersoht echter op dit oogenblik ook vol
komen stilte.
Te Antwerpen heeft zich ondertusschen eene
nicuwo maatschappij novormd, welke met die van
St. Cocilia te Amsterdam te vergeleken is. Ten
minste is het doel daarvan het stichten of uit
breiden eener kas ter ondersteuning van behoef
tige muzikale kunstenaars. Evenwel zullen hier
waarschijnlijk niet uitsluitend instrumentale wer
ken worden uitgevoerd, en van den anderen kant
zal er Wagner niet uitgesloten zijn. want ten
eerste is, merkwaardiger wijze, Charles Gounod
daarvan de patroon en ten tweede is F. Benoit
daarvan de directeur.
Eenige leden der besturen van de ?Societc de
musiuue" en de ?Sociötó d' harmonie" behooren.
tot de commissie, zoodat de goede verstandhou
ding met andere muziekgezeXachappen gewaar
borgd schijnt. .
H:er te Brussel zal in 't begin van 't volgend
operaieizoen ?Henri VIII" van Saint-Saëns wor
de» opgevoerd, een werk wat in Frankrijk door
(lü critieK in 't algemeen zeer goed is opgenomen.
Do» 10 Juli 1.1. is alhier do jaarlvjksche kermis
lieg-mr.en .'met een wedstrijd in't boogschieten,
siiiilevaren,. muziek van 't korps spnitgastcn,
illuitnatiu on verlichting van den gtadstoren door
' 'i vuur, enz. Volksfeesten vorme,n een
?.. deel vnn 'tbelgischo leven. Geen land
waar men die beter weet op touw te zetten. Voor
?'? kei-mi* tooit ».ich ook de burger met zijne
kloeding.
T^o jury tor beoordeelinff van den wedstrijd
'o<,r het monument van Jan Breydel en Pieter
j dn Coninr, die onze lezers, zoo niet uit de
gefchieJctiis zelve, dan toch nit Conscience's mees
terwerk ?Ue Leeuw vau Vlaanderen" kennen
licct't zich over do ontwerpen uitgesproken. Do
'cr-te prijs is toegekend aan de hoeren Paul do
Vi;iiL-, beeldhouwer te Brussel en Louis
Delacenenio boawkans'enaar te Bru^e. De tweede
p, ijs i i behaald door de heeren. U. Pickery,
beeldliouwer te Urugge en J. Naert, bonwkunstenaar
tu lirussel. De derde prijs is door dezelfde
heeicn behaald en do vierde pry'3 door Boucquet te
Ardoye. .
Hot plan bestaat dit gedenkstuk te Brugge op
; « richten on de onthuUing in 1881 te doen plaats
hebben t-:r gelegenheid van een taaicongres.
Uiuuel, 18 Juli 1883. M. A.
UIT PASIJ3.
Parijs, 17 Juli.
Set Nationale Feest. ? De graden ca»
geestdrift. ? De Hongaren te Jtorfft. ?
aij Victor Bugo. ? Theater: de
gratisvoorstellingen. ? 17e nieuwe toeken.
Alles treedt op den achtergrond voor bet
nationale fe/est van 14 Juli, dat, terwijl ik dezen
schrijf, nog niet geëindigd is. Niet dat er sedert
don Men nienwe plechtigheden of nieuwe illumi
naties hebben plaatsgehad, maar te Parijs honden
4e vreugde en de vermaken niet met een gegeven
uur op: de feeststemming duurtvoortbreidtzich
. steeds nit en gemakt niet ten einde* De
ParyzeJaar behoort voor alles tot bet lat|}nsohe ras;
hij bemint lawaai, optochten, bonte tooneelen,
M wor.lt die nooit moede, en daar het dagelüksch
jeveu hier zeer drukkend is, daar de arbeid van
lederen dag ongehoord zwaar is in deze schijnbaar
zoo icbitterende hoofdstad, zoo socbt ieder zoo
lang mogelijk het vermaak te verlengen ? want
Wat is dit anders don de vergetelheid? ?
alvo'ens weder tot het werk terug te keeren, want
dit ii de zorg.
Ik moet hier b ij roeden dat verschillende
omj >tandigheden d«ie verlenging' van het nationale
itcit bijzonder begunstigd hebben. Vooreerst viel
''e 14e Juli op een Zaterdag; o schande men zette
het ? font op Zondag voort en, daar voor de ar»
beidenbevotking de Maandag ook een Zondag i*,
«reeg men U zamen drie feestdagen, noch »e*r
noch minder. Voeg hierbij de hoop op mooi wéér
na do onweder* en slagiegens van c*en I4en en
den I6tn, een hoop die honderdduizenden perionen
tot boden t«Parp deed blijven en gij zul! kunnen
begrepen dat de 17e nof evenseer als de eerste
dag aer feestviering genoten wordt
De rMationmv're bladen hebben verteld d» er
«een geestdrift meer was, dat het geloof in de
HepubhVk afnam, dat men in één woord aan het
begin vu het einde was. Gelooft er geen woord
van! Ik zal niet beweren dat do geestdrift aoo
uitbundig was ala in 1680 toen men voor bet
eerst den 14 Juli feestelijk herdacht; maar de
snaren kunnen niet altijd even sterk gespannen nn.
Zelfs de vurigste liefde heeft haar gedaante
veranderingen, en hoe diep geworteld >e ook sa,
na vier jaren is de gloed minder dan in de wit
tebroodsweken. Dit moge zyn cooals het wil,
in elk geval is de inwijding vau het reusachtige
beeld der Republiek, waarvan ik n reeds de be
schrijving gegeven heb ? prachtig geweest. De
Parijzanaars met hun gezond verstand hebben
weder eens bewezen dat zyde wanorde verachten.
De weinige onjjelnkkigen, die getracht hebben
een zwarte vlag te plaatsen op het steenen voet
stuk van het beeld, werden byna in stukken
gescheurd.
Het defileeren der echoolbataitlons, de hoop van
Frankrijk, is prachtig geweest: onze kinderen
gewennen zich als mannen aan de wapenoefeoing.
Men moet zo zien met den ransel op den rug en
het (teweer op schouder, kranig voortmaroheerende
op het geroffel van den trom: men ion zweren
dat het oudgedienden waren.
Ik treed bier niet in de bijzonderheden van het
feest dat in elke wy'k op eigenaardige manier
gevierd wordt, maar toch moet ik nog even mel
ding maken van de geestdrift op het Trocadero
en de daar aanwezige memchenmassa, een
schouwspel dat al wat men zich daarvan kan voor
stellen overtrof.
Onder de toeschouwers van het feest van 14
Juli bevonden zich ook 150 Hongaren, waaronder
44 dames, allen beoefenaars van kunsten en let
teren, en onder leiding vau den senator Polseky,
ouH-ministor van Kossuth, thans directeur der
Pesther musea.
Deze delegatie is op elke wijze geëerd, want er
bestaat jrroote sympathie, ja zelfs een groote ge
lijkenis (ondnnks net verschil van ras) tusschen
da twee volken. Banketten, voorstellingen in de
Opara en in het Théatre Francais, gereserveerde
plaatsen by de revue to Longcharaps, op' het
Trocadero en nog by verschillende andere gele
genheden, al deze eerbe\vtizinRen hebben hen
verrukt. Ik heb de eer gehad met den heer Louis
Ulbach en «xiiiige letterkundigen, hen naar Victar
Hu«o te vergezellen. Ge kunt u geen voorstelling
«aken van het aandoenlijke van deze ontmoeting.
De hesr Polszky vergeleek den maestro roet
Dante en do grootste dichters in het algetneon.
Victor Uugo was zeer ontroerd eo wesnde; ver
volgens sprak hy mét zyn schoone, ernstige stem
in ccuige weiniiïo woorden den lof uit der Hon
garen, die evenals ele Franschen zoo dikwijls voor
de vrijheid gestreden hebben. ? Heden verlaat
de delegatie Ponjs; w^j betreuren naar vertrek
en '/.ij zal ons betreuren.
De theaters zyn de Hen Jnli eenigszini uit hun
verdooving ontwaakt. Do gratiwoörstcllingen der
gesubsidieerde; Schouwburgen hebban het groot
ste «icces verworven. Gjj kunt n niet verbeelden
boezeer dio werklieden, die lieden uit de volks
klasse, die kleine burgers, die den gebeden avond
queue maken, om gratis naar de Opera of nonr
tig gedurende de guhcela voorstelling. Zoodra
echter do Sfarseillaise of Ie dtant du départ
wordt; nangeheven roepen zy luide ?leve de Re
publiek", stampen met de voeten en klimmen op
de banken: 't is een alleraardigst schouwspel!?
Verder is er geen tooneelnieuws. Noch de
schrijvers, noch de acteurs, noch <tc directeuren,
hebben veel moeite of kosten over voor de
myriaden provincialen en vreemdelingen dio de
boofdstad ó verstroomen. Want alle ware
Paryzcnnars zijn naar buiten of naar de zeebadrn, en
de Normaudischo stranden pralen niet alle ac
trices eu alle chnnteuscs die m de mode zyn.
Onder de nieuwe boeken die men meeneemt
naar buiten of naar zee, wil ik allereerst een
studie over Pnrysclie zcdeu vnn Jules Claretie
noemen (verschenen bij Doi tu). Novis is een
type van een dame der denii-monde, die sich
beweegt te midden van soms onwaarschijnlijke
maar altijd amusante intriges. Allo wisselvallig
heden van het Pai'ijscho loven, van de ?Ris de
Paris" tot aan do covrectioneelo gevangenisstraf
worden hier met een levendig en behendig
pcncecl geschilderd.
Verder verschenen (bij Ollendprff) la Die en
culotte van ïhéocritt, een militaire schrijver die
vrooiyk z|jn vertelling ten einde brengt en VoilA
l'plai&ir mesdames door een vrouw van talent, dio
zich I'nniül Darc teckent: déze korte verhalen zijn
vrooiyk en pikant, *oms wel eens wat daitel,
boe wel pp de slotnormaal nimmer iets aan te
merken is.
Ten plotte noem ik nog les Sfèlancholies d'ttn
joyettx (by Cbarnvny) dóór Armand Silyestre, den
bekenden keuripfeu dichter, dio ons in dit deel
kleine dramatische en dichterlijke- studies geeft
S. A. van Raap & Zonen.
Daar stond zij en staarde peizonsmoede voor
zich uit als docht zü aan do zonnige eu schuonc
dagen van M el eer; ook aan haar liad de tand des
tijfis geknaagd, zy was verweerd en vuil gewor
den en het grootste deel harer schoonheid was
verloren gegaan; ? zij, die, in allerluchti"st ge
waad gedost, eertnds een vorstelyken lusthof
(ot sieraad verstrekte stond thum treurig on
eenzaam en met de noodige duimen stof bcuckt,
hare gevallen grootheid, te midden van eeu
amalgama der meest niteenloopeude koopwaren,
te overdenken.
Natuurlijk spreek ik van oen beeld, waarde
lezer; van een wit marmeren vrouwenbeeld, dat
ontelbare jaren geleden, in een of anderen tuin
moet geprakt hebben en heel wat kozende
.paartje! In de stralen der maan zag dartelen eu
heel wat klappende kusjes in de groene bos
schages hoorde weerklinken; ?Angchaco" stond
op het voetstuk gegrift dat tevens den naam van
een Italiaanschen meester als makr-r vermeldde en
ik dacht al soezende: «wat drommel juffrouw,
hóe kom JQ hier verzeild en hoe is het mogePk
dat je. na eene groote rol op het wereldtooneel
te hebben gespeeld, het nu zoover in de gevallen
grootheid hebt gebracht dat je niet enkel .?voor
oud" te koop staat, maar zelfs geen kooperknnt
Tinden?"
Wellicht hebt gij. mijn lezer, deParijsche cata
comben bezocht of by den Keizer van China
gedejeuneerd, misschien hebt ge met Lassaigne
of Godard.de wol ken doorkliefd of met de Eskimo's
seebs und sechzig gespeeld; zeer waarscbynlyk
hebt ge, ? althans naar uwe meening, ? al het
merkwaardige wat in Amsterdam te zien WAS,
afgekeken, maar ik beUtjfel hard of ge immer
?Angeliane" zaagt en een kykje naamt tn de uit
gestrekte en onriense m»R»zijuen, waarover haar
eigenaar bevel voert.
flat is die overtuiging welke er mij toe brengt
om u te vertellen, wat ik dezer dagen heb aan
schouwd toen ik een kruistocht maakte door het
labyrintb van zolders en kelders, erven en lood
sen die gezamenlijk de magazijnen der firma S. A.
van Jiiap ft Zonen alhier, uitmaken.
Wanneer «mand mij verteld had dat de ther
mometer van Fabrenheit zevenhonderd graden
aanwees, dan sonde ik het wdlwht geloofd hebben
totn ik, bogend en blaaead, 4e eene trap voor
en de andere trap ua opkloiterde, ttar van
verbasiug orer hetgeen m§o» oogen aanschouwden,
daar Ut alles wat in de wereld maar te koop kan
worden aangeboden «endracht'g byeen aagt: het
leek mö daa ook volstrekt ntet var wonderlijk toe
on, toen ik door een ga»Ue tuurde, een zolder
vol met levende kippen te «aa, welke arme ver
volgden onzer dagen kakeland door elkander
scharrelden en wonderlijker klonk mij op de vraag:
.verkoopt a die ook al ?" bet antwoord van m«n
geleider: ?Neen, die mesten wij vet en peuzelen
ze op."
Men denke tüch, om een voorbeeld te noemen,
een reusachtigen solder, geheel gevuld met win
kelopstanden en winkelbenoodigdfieden; de apothe
ker, de tapper, de drogist, de grutter, de
koekbakker, de tabaks-handelaar, of welk vakman
ook, die een zaak wil opzetten, vindt hier alles
naar zvjn gading: vrjzels, flenchen, potten, doos
jes, vaten, kranen, ketels, snejfpotten, koek, trom
mel», weegschalen, oewichteu. tabonretten,
gaskrouen, lampen, klokken, gordijnen en al wat men
zich maar denken kan, het,staat hier bijeen en
in een omtnezien kan men riob a> la minnte
in rijn standje letten. Legio van winkelkaiten
en toonbanken van allo grootten, kleuren en for
maten van de onaansienljjkste tot de frsaisec, en
met marmer en lofwerk versierde toe, staan
ereneens kont en klaar en wachten slechts op koopers;
het geheel maakte zoozeer den indruk opmudat
alles en alles goed en deugdebjk bnelkander was,
dat ik de trommels, flessehen, potten en doozen
opende en er in vlunrde, overtuigd er tnreonsen
bitterkoekjes, rbad. rhei en ol. men'th, pip, rappe
en Jcrnttabak in te vinden, terwijl ik tevens vroeg
of ik ook de sorteering bordjes met het opschrift
?vergunning eens mocht zien."
liet «oude niet mogelyk zyn eene juiste opgave
te doen van hetgeen af deeling voor aftleeling
bevat, want men geraakt in de war en is einde
lijk geneigd om een reusachtigen waterketel, die
voor eene water- en vuarnering dienst moet doen
voor een strijkijzer te honden en een dommekracht
met een kotnemolen van het nieuwe systeem to
verwarren, als eensklaps eene wijze les u weder
tot bezinning hrengr, wanneer ge hoort hoe een
onderwetsche koffiemolen slechts zeven of acht
gulden kost en met een jaar guarantie verkocht
wordt, terwijl een nieuwerwetse!» van de kleinste
soort met zeven en dertig eu een halven gulden
moet betaald worden en er van guarautie geen
sprake is; ?onze papa's waren toch maar suliédc
lui'1, deukt gij, ?tot in de draaierij toe" en go
verhaaat u over het teit dat twee zou heterogene
zaken als eene marmeren iafiVouw eu een
koflicmuleü u lesseu van leveoswiishoid inw enten.
Wannee'r men zich zouia verbeelde ;i euxel met
rommel en oud goed to doen te hebben, zoude
men zich sterk vergissen, want een Croot. zoo
«iet het grootste ueei vnn '*-, geen <le masiwyneu
dea heeren Jfrtflj' vult, is soliutuniicuw; ? na
tuurlijk echter tteft mou ook ecuru-kte ua oude,
ja zeffn zeer onae zaxen nau en un<i<!r iceer ook
meubelen, huisraad, tuimjereedschan ais anderszins,
wurvau sommige btukKeu weilicllt een kwart ot'
h:ilvs «enw. j» weiiicüt een geiieclc eeuw, oud
'ïio avond U gev'illen en 10
lg«zollig!woonveria de lamu ontstoken; een juugdig cclitpaar zit.
liac-i '.n hana DVJ net knappend vuur dur schouw
eu Huis tart zacht, opdat het jonge leven, dat in
g ndsche wieg rustig ligt te slapen, niet gestoord
worde: de trinwe hond is evenuens in kalme rust
t'edortVcsJil on Mechts het tikken der oude
huisitlok vevetor.Tt de stilte die in de kamerhcerscht;
gewis spreken de luidjes user de toekomst van
h u ti kiud, z\j bespreken hou zij het zulien op
voeden en leiden ou vrat sy er van maken zullrn,
ja, zij kompn er toe om het reed» groot te
wensuhen en daardoor een zorg niind-r ucliter den
rug te htibben; z(j uiten don wcnsob de aarde
niet te zullen verlaten alvorens hun kind gebor
gen te zien, en.... thans ziju zij reeds sedert jaren
van het wereldtoooeel verdwenen, en ook hun
kiud heeft geleefd en is gestorven en z.j ziju
allen tot stof en asch geworden, ? niaar hior,
zie hier is de tafel waaraan zij zaten, de klok
die voor hen tikte; daar staat de wieg waarin
het kindje diep en iu gindschen hoek de lamp,
die het beschreven familic-toonecltje verlichtteen
wellicht kunt go zelt'a den getrouwen houd in
opgezetten staat, terug vindeu.
l)e na-neot' bekijkt met nieuwsgierige blikken
dio overblijfselen uit een vroeger tijdvak, ronder
ei' over te denken we'k een vrcesclyk ernstige
les zij aan (menschelijken waan en aan de ijdel
heid geven en dat, over tal van jaren eengeheel
nieuw geslacht, op zijn hemt, naar deü
prullenwinkel /al turen dien wjj eenmaal ons aanLche
eigendom noemden.
?Ecu mooi uitzicht, niet waar?" Ik schrikte
uit mijn gesoes op e u keek door een geopend luik
naar buiten; wij stond?n op de zevende verdieping
van een kolossaal pand eti een doel der
Amsiulstad lag als 't waro aan onze voeten; <lo daken
vuii het Volk»palei_s t-n 't Ameriwn-Hötel glins
terden in het zonlicht, do torens verhieven zich
slank omhoog; hef vooken dei1 schoorsteenen ver
kondigde dat do tflcl van het mid.lngmaal naderde;
overal h-ierschto leven eu beweging; locomotieven
en stoombooten floten, trainwugeiM bcldeu, en
bet werd mij zonderling te moede bü de gedachte
dat binueu eeu eeuw al dat geraas, getier en
gcwuel veroorzaakt zal worden door ecu gansch
ander geslacht, tltt v:m het thans levende weinig
andere heriüncringste«kcns zal overhebben dan.....
ouden rommel! .
Hoe mul orn zoo ernstig te worden
byhetnantehouwen van allerlei lovt-nloozq voorwerpen: weg
met die duis'ere gcdacliten en vervolgeu wij
i
Uopsa! bijna waren wü over eea steek-wasen
gevalleu, dio met zooveel pretentie vooruit ge
schoven staat, dat wij onwillekeurig vragen of
er iets bijzonders mede aan de hand is, en hooran
dan hoc do iirma liaan, tonn voor het terrein der
tentoonstelling honderdon dier karretjes bcuoodigd
waven, binnen veertien da^on lijdshetgewensehte
aantal kunt en klaar afleverde en onwillekeurig
valt ons oog dan mcteeii op eon aantal bakkers.
knrrcn in staat vnn wording tn in coinpleeten
toestand, dio er niet enkel practisch en netjes
uitzien, maar ook het voordeel hebben van
goedkoop te zijn.
Eo. zoo dwalen we al verder en verder en zien
oud en nieu>f, gering f-n nanz.eniyk, in bonte
meogeling dooreen gust rooi J: we aan^chuuwen
spoorwegra Is en kaaamessen, kachels
entulbandvormen/brandkasten on boterspuiten, velbcipèdes
en kerkklokken, slagersliijlen en marmcrplatcn,
koperen meelpotten voor pofferfjcskraoien en
druktynen en onwillekeurig roept men uit: «wat
ij hier niet?" waarop pou Socrates kop, die in
een hoekje staat, ons schijnt te antwoorden: ?ik
heli altyd beweerd dat wij menschen niets wisten,
en waf, bij Kaap niet te vinden ii, dat w e o t ik
heelemaal nier, *'
TegciijkwtijJ komt mij hier ecnc historie voor
den geest, dio ik den l'-xer niet mag onthouden,
op het gevaar af dat de hoeren Ump dani^boos
zullen worden, hetgeen ik ccliter, bij de groote
wolwillondheid, waarvan zü mij blijken gaven,
niet verwacht.
Een paar heeren hadden een bezoek aan de
magazijnen der firraa gebracht enrekipitulo. r Jeu,
tehuis gekomen, wat zij ülzoo gczim hadden,
waarl>y do eon bewcurde dat hijtocli weliuts wist
wat er niet jn voorraad WAS; ?wat dan?" vroeg
de ander; ?een doodkist!" repliceerde de vriend;
.ik wil er om wedden dat d» er ook te vinden
u," luiddo bet wedcr-antwoord eo de beide heeren
giugen eene betrekkelijk hooae weddeoxchap aan
en stapten opnieuw naar de nrauj Ifcip ten
«nde httt pleit te beslechten.
De oudste chef der firma had nauwelijks van
het geval gehoord of htf wenkte een onderge
schikte en «elde: ?Breng i» d* heeren eens «aar
pakhuis nummer vier, lijfden solder, daar staan
eestirn doodkiiten en kunnen ag er op hun ge
mak eea uitzoeken; R«a*ffd gedaan; de vrienden
gingen mede, sagen het feit en maakten dat afj
wegkwamen, daar itf bet gelicht der 16 lugubere
meubelstukken niet al te vermakelijk vonden;
de weddenschap weid betaald en.... eerst
geruimen tijd later bemerkten «4 dat tij gefopt
waren geworden en dat de beer Raap een grap
met ben bad gemaakt, dur men hen ia plaats
van doodkisten bakkerstroggsn had laten alen.
In een uitgebreid onderstuk letrt men op al
lereenvoudigste wgze eene bedrage kennen tot
hetgeen «r in een groote stad ala Amsterdam
alzoo dag in dag uit voorvalt; daar toch ziet men
een reusachtige massa glasseherven byeen die
netjes gesorteerd z\jn in vensterglas, wit en ge
kleurd glas; naar mijne lotken-opinie was daar
bet product van jaren lange brekerij aanwezig en
ik hoorde met een soort van ontzetting dat er
slechts een drie of viertal weken noodig «yn. om
een dergelijk kwantum bijeen te kragen dat alsdan
onmiddellijk naar de glasf abrieken wordt verzonden,
opdat er plaatsruimte voor nieuwen voorraad zU;
wanneer men bedenkt dat de firma Raap met de
eenige opkoopiter van glasscherven in Amsterdam
is dan komt men tot de slotsom dat er ontzag
lijk veel moet gebroken worden en er jaarlykr
enorme kapitalen iu het artikel glas moeten wor
den omgezet, zoodat ik er wel eens over zjudc
willen gaan denken om met de heeren Qebroederf
Zahn en anderen te gaan concnrreeren.
Eene tweede merkwaardigheid is het artikel
oud lood; ik heb voor een' vi-y breeden en diepen
kelder gestaan dio letterlijk 100 seer met dat j
metaal was opgepropt, dat er enkel eene kleine
ruimte was om de kelderdeur gelegenheid te geven
zich vrijeiyk te bewegen; verder was echter het
geheele veibhjf ééne compacte lood-massa, waarin
men zich noch naar voren, noch naar achteren
en niet been of weder kon verplaatsen; de hemel
weet waar si dat lood vandaan komt, maar ik
houd mij aan het woord van Socrates en verklaar
er niets van te weten en nieU van te begrijpen.
Na al het geschrevene kan men zich tocg nog
slechts eeii nauw begiip vormen van hetgeen ia
de uitgestrekte magazijnen van S. A. Raap & Zonen
te zien ii, want OOK landbouw en veeteelt, scheep
vaart, nijverheid en fabriekswezen vindt er al
wat op o!k» eigenaardig terrein gevraagd kan
worden, tevwijl bovendien verscheidene werkplaat
sen steeds in volle beweging zijn om nieuwe
voorraden te scheppen of oude en gebruikte
artikelen te vervormen en te repareeren,
«preekt van znlf dat er nu en dan zonderlinge
Ii^tiuden voorkomen eu zoo zag ik
byvoorbeeid e«ne vélocinède die tot driemaal* toe was
vei-Kocbt en «retlêr ingekocht en welbehagelijk
op het oude plekje stond, waar zij bet blijkbaar
zuo goed vond, dat zy er telkens vol heimwee
wener uaar terug verlangde; ? ik zag eeu oud
opstaiierjc uit etc apothekers- of
drogistenwinuoi dat waarschijnlijk meer dan zeventig jaren
OD eene en dezelfde plaats had geatain «n reeds
tiiüeus het leven van den grootvader vau den
teneuwooraigen eigenaar aanwezig was; ? hoog
in UI-Q hoek, op eene half verteorde plank stond
in eene schuur, die mot pannen gedekt Was, maar
vrijelijk wind eu regen toegaug verleende, een
gipsen of-marmeren beeldje d*t zoo oud en ver
weerd was, dat ik met geen mogelijkheid kon
nagaan vrat het mo,-st voorstellen en dat even
zeer sedert menscheu-heugeuis niet van zijn plaats
was geweest ea dat men, uit een soort van piëteit,
steeds stilletjes laat «taan. A^
Dan nog zag ilc een paar kloine
koperui*b*nonnen die, merkwoardigerwijza, eenmaal uiteen
hoop oud ijzei' te voorscbiji kwamen en vermoe
delijk éeue groote waarde vertegenwoordigen;
het zyu bijaouder fraaie en gave exemplaren,
van geel koper vervaardigd en dragen beiden
het jaa.tal 1610; jammer genoeg zij i de wapens
die er zich op bevinden, door den tyd zoo zeer
uitgesleteu dat men ze niet meer kan ontcijferen,
't geen niet wegneemt dat de beide kanonnen
eeue prachtige aanwinst voor de verzameling van
eeu liefhebber van antiquiteiten zouden zijn, die
by de firma Raap taveua tal van ouderwetsche
acuifpotten (waar-ouder zeer waarschijnlijk voor
werpen van echt Dclftsch aardewerk) en
vermoedelijfc vele andere curiositeiten kan te zien krijgen.
Welk een tal van boeken, bescheiden en
papel'erassea moet in zulk eene znak niet aanwezig'
zijo, om alles behooriyk uit elkander te houden!
is men geneigd uit te roepen en men slaat de
handen ineen, wanneer men nu nog het
allerwonderlijksto van alles te hooreu krijgt, namelijk
dat men zich in dczo opvatting vergist, daar
slechts datgene op papier wordt gezet wat er
oiiomatootclijk op moet staan; voor de rest heeft
de heer Van Kaap alles in bet hoofd en zijn zoon
en medewerker schijnt die eigenaardigheid met j
veel succes van zon vader te ïeeven. j
Naar men weet had de liomeinsche Keizer
Iluilri.inv. zulk eene goede memorie, dat hij al
zijue soldaten bij name kende en toch moet deze
imperator het in herinneriugsgave treurig afleggen
bij den heet' Van Raap die, om eene bekende
enr-:ekwüze te gebruiken, een gehangen als een
yzcren pot beeft en onmiddellijk en zonder ua
te ilenlo-n, de juiste plekken zal aanwijzen waar
de verschillende duizenden artikelen, die hij in
voorraad lieeft, liggen, waar zij vandaau z'\jn ge
komen en wat-, «ij'moeten kosten. Ik maak trij
sterk dat op de vraag tot den heer v. R. ge
richt: ..wat, ligt er op u w pakhnis zus of zoo, op
den .derdon zolder, in dez»n of dien hoek, onder
den grooten hoop marineren steenen die zich daar
bevindt V" hij onmiddclijk zal antwoorden: ?een
uithangbord" en dat by onderzoek zal blijken
dn t het antwoord juist is.
? Eeuwig jammer » het dat aan onze tegenwoor
dige scholen geen cursus in mnemotcchniek of
geheugenleer wordt gegeven, want ik weet wel
wie in dat geval tot docent ia dit belangryke vak
zoude worden benoemd; naar het my voorkomt.
ware het laag niet overbodig, wanneer de jeugd
onzer dagen, dio oogenschijmijk zeer geleerd is,
maar voor vele dingen eea garnaten-brein blijkt
to bezitten, nu en dan eens een grondig lesje
reedi de gedachte aan eene likwidatle er va», to
eeme absurdiUit; wij hopen dan ook maar dat kit
ge-bvebt Va» WWkng,£* op 4* hou?
awktdea scepter aal voeren, dfen hél reeds,
durende ongeveer eene eraw awaaide,dat h*ti
omzet aal uen vermeerderen, aoodat de
vaste werkUeden die tba» w dienst u?
werk nut. meer af kunne* w aanvulling vers*.
achen tn de verbindingen met het bnitenland dis)
«eb thani reeds niet enkel tot Europa maar ook
^?ommige gedeelten van ander* wereUdeelea
uitstrekken, ateede uitgebreider mogen worden.
.Er tduet mij daar te binnen dit de firma
«Mhzelve wnojweert «Is: .S. A. VAM Raap m
*«»«? h*ttdel ia nieuw* en ond*
metalen" en dat ik haast geen enkel woord
over metalen gesprake» heb, maar ik troost m|
met de gedachte, dat lelft het kleinste M»> ïd
kunnen oegrijpeB dat btj een huis dat over M
weder slechts contant handelt en WM> enorm veel
omzet, heel wat «utaal door de vinger» aal gat*.
zoodat ik mij vaa d* taak ontslagen reken! «et
op het papier eene «xonraie o» delfttofe^k
gebied te maken.
Boerha-ve moet eens gezegd hebben: ?de nacht
wacht* kennen alle huizen van buiten, maar ii
weten niet wat in het inwendige geschiedt, ëfi
het gaat ons doctoren precies ïeUelfde" en ik
zoudeer wel aan willen toevoegen: ?de bewoner*
eener groote stad meenen volmaakt goed te weteal
wat er in haar gebeurt en omgaat, maar zien hl
den regel slechts oppervlakkige zaken en dringen
zelden of nooit tot de mysteriën eener dernlük*
ve»t* door"
Hot aanschouwen van een chaos, gelijk ik dien
met vluchtige trekken trachtte te schetsen, kas
er veel toe bijdragen om er in door te dringen.
Aqnarins. >
tyd
geworpen.
Wie aan het spreekwoord hecht, ?dat do morgen
stond goud iu den mond heeft' wandele eens
omstreeks zeven uur uaar de Houtmarkt en hy
zal, vooral des maandag», verbaasd staan over
hst woelig leven dat zich in de nabijheid der
berjrplaatien van Van Raap voordoet; een groot
aantnl korren, met de mcetfuiteenloopende zaken
beladen, zoodat men aan den versregel denkt:
?Allea durch einander ,
?Wie Mauiendreck und Honender,"
itaat op aflading en weging te wachten en teder
wordt op zijn beart geholpen en er heenoht
alg»heole gelijkheid zoowel voor den man, die
hondordon guldens woaMo aanbrengt, ali voor den
morgen-ster die een stuk glas of een koperen
ipijker voor de somma van één cent wil inruilen;
's avonds half acht worden echter alle magazijnen
en bergplaatsen onverbiddelijk gesloten en niemand
wordt meer te woord gestaan. Zoodat ik zelfs
geloof dat wanneer Zijne Majesteit ome geëer
biedigde Koning zoude komen, de Heer Van Raap
alloreerbiedigit zoude raggen: ?Sire, ik ben een
uwer gttrottwste onderdaoe» «n ik bs>b goed en
bloed voor uwe Majesteit veit, maar om naar na
half acht te verknopen «t^dt qetjnüae instel
lingen en principes, ik kon en mag het niet doen,
en, Sire, ik doe het ook niet{'
Üet al wel niet gezegd behoeven te worden
dat eene «aak, al» de büsiliinllpe, on» zo»
te zeggen voor de eeuwigheid berslend is, want
?IEMAND EN NIEMAND"?
?NO-BODÏ AND SOJIE-BODY.*
De tooneelscbrjjver Nomsz heeft het in zjjsi
leven zóó kwaad gehad, dat. het ter wille van
zyn nagedachtenis oyna plicht is op een enkel
feit te wijzen, waarin zijn naam als auteur be*
trokken was en Kunstig uitkwam. In 1768 nant
bij het op voor ?lemant en Niemant" van Isaao
Vos, een geestig blijspel, dat zich sedert 1645 op
het tooneel had staande gehouden. Het was eea
zinnetpal yan satirische strekking, gegrond op eea
woordspeling, en viel dus volkomen in den smaak
van onze vooronders in de 17e eenw. DatNomn
weigerde aan het verzoek der regenten van den
Schouwburg te voldoem om het oorspronkelijk
stuk min of meer te moderniseeren, getuigt mede
van zijn goed inzicht; of hu er de man voor was
om een geheel nieuw stuk op dezelfde woord
speling te bouwen, is een andere vraag, ook 0
beleefde zijn einspd een tweeden druk.
De heer J. A. Worp heeft in het Tijdschrift van
de Maatschappij der Nederlandscue Letterkand*
(3e jaarg., 1ste afl,) een uitvoerige studie ovfr Isaao
Vos geleverd en wijdt daarin eenige bladzijden aaa
dit geestige en populaire zinuespel uit de zeven*,
tiende eeuw. De vergelijking van het Hollandse!»
stuk met het Duitsche: ?Eine scltöne lustige Co*
moedia ron Iemand ttnd Niemand." voorko- .
mende in de verzameling JSnglische Comediilt
und Tragedien van 1620, lag daarbij voor da
hand. De heer Worp vervolgt daarna aldus:
?Men kan do overeenkomst tussouen het stok
«ap VpJ W\_A^ r>nif«nlifl hnwflrVing ^p driC V*ü«
tchillonde wijten verklaren. Vos kan de ?Nobodf
and Somebody" door Engelsche tooaeelspelert
hebben tien spelen. Of bij kan den bundel
der Dnitscbe bewerkiugen, de Englische Come»
dien Jtnd Traqeaiên, in 1620 en 1624 uitgekomen»
hebben gekend. Hiervoor pleit in zeker opzicht,
dat één der klachten uit denzelfden bundel over
eenkomt met een ttukje van Vos. Of wel Vos
kan het zinnespel direct aan het Engelsche ori
gineel ontleend hebben, iu welk geval misschien
een ander het voor hem hoeft vertaald, daar wil
op den titel lozen: ?Gertimt door Izaao de Vos. ,
Onbekendheid met het Engel-che stuk maakt het
my onmogelijk met zekerheid te bepalen op welke
wjjze Vos aan de stof voor ziju lemant en Niemant
is gekomen. Waarschijnlijk schijnt het mij echter, ?
dat by bet Engelsche stuk heeft gekend.1'
Daar het Engelsohe stuk ?Jfobody and S<me±
body' in mijn bezit is, kan ik den schrijver omtrent
den oorsprong van bet Hollandsche stuk inlich
ten. Reeds een oppervlakkige vergelijking met
het oorspronkelijke doet zien, dat de Hollandsche
auteur hei Engelsche etnk niet gekend heeft,
maar bij een vrij zelfstandige bewerking van het
Dnitsche blijspel geleverd heeft, welk blijspel
weder aan het Engelscb was ontleend. De tweede
tissing van den heer Worp komt dus met da
waarheid overeen: de Ilollandscho dichter heeft
den bundel der Dnitsche bewerkingen, de
«ifnp'iSfJie Contedien und Tragedien" van het jaar
IG20 gekend en daaraan z^jn zinnespel ?lemant
en Niemant" ontleend.
Met verwijzing naar de studie van den heer .
Worp in het tijdschrift der maatschappij
zooomtrent den inhoud als de overeenkomst van heb
Hollandsche stuk met het Dnitsche, deel ik bier
nog- eenige byzonderheden omtrent het origineel
en de bewerking rcedft. In de eerste plaats acht
ik het van belang op te merken, dat do Holland»
ache dichter in zekeren zin een oorspronkelijk
blijspel heeft geleverd en, wel verre van een ver
taling te geven, het grond-denkbeeld geheel zelf
standig heeft opgevat en Uitgewerkt. Het Doitsck
door hem gevolgd, heeft hem alleen de vermake
lijke satire van ?Iemand en Niemand" geleverd}
door de weglating dus van het zoogenaamd ?histo
risch" gedeelte heeft hy een goed, afrerond geheel
op het tooneel gebracht «n aldus een blijspel gedicht
van een bepaald karakter, waardoor ue satirische
strekking, en de eenheid van opvatting streng be
waard, met scherpe trekken in Eet oog valt. Ook d*
andere verwikkeling die tnsschen de tooneelen van
.Iemand en Niemand" doorloopt, is geheel van
?s dichten eigen vinding. De drost, die Niemand
te gast vraagt, is getrouwd met eene jonge
vrouw, juffrouw Dienwertje, die een lekeren
Lodewök veel aardiger vindt dan haar man, welke)
verhouding tot nog al barre tooneeltje» aanleiding;
Reeft, gefijk de heer Worp meedeelt; in heb
f ? *l BJ "T . ^1* * ji s rn-.^ J. _ j...'J1
stak Nobody and Somebody is daarvan
geen spoor te vinden. Ia dia zelfstandige op
vatting van het voorbeeld ligt een niet gering*
verdienste van den Hollandi enen blijspel-dichter*
De volle titel van het Engelsche stuk luidt
aldus:
NO-BOBT 1HD SoHt-BODT.
With A* tntt OhronicJe Bittork ofElydure;
who «at fortuMiety Utree tevtral time»
crouiud Xtog of Engtond.
Tke true eopy thtreof, as tt kat» oeen aaea oy
the Queeny MsueetiM Servants,
Printed for ton» TrvndU, and art to bet<M
at hit stop in Barbicen, at the mgne of
De nihond is in bet kort al* volgt: AreU*
galloes, koning van BrittaniS, is een wispelturig
in heersobanchfig vorrsjU Hij vergrijpt «ch aan
de bezittingen en zelfs aan de vrouwen sijne»
onderdanen en beantwoordt iedere omerkin van
. j
:. l!
V
? * v
ïtden edelen staatsman nit >(jn omgeving, Lord
Lornwell, meteen barsob: ?Wij willen heten daarue»
uit t" Genoemde Corawell verewiigt.sich met ander*
beterffexhide Lords , en het besluit wordt Eenooen
«m den konin» te onttronen en tifa deogdoamea
broeder Elydnra in «ijn plaats te verheffen.
Wet weigert Elydure de kroon aan te nemen ten
koete van itin broeder, naar ten ahrtta geeft W
vooral op aandrang van «ftn eertucWigo genatin