Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTÉEbAMlïER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nö.
Zou dit waar zijn? Neen! ik ben er
ker van! Niemand uwer Is zoo hardvoch
tig om hare zusters zelf geen rost te gun
nen, als niets haar belet zich die te
ver»eh«fien. Niemand!
Doch dan ook is de bewering een leugen,
'dut op uw wensch de stoelen achter de toon
bank, worden geweerd en zelfs de laden en
deurtjes worden weggenomen om elke gele
genheid te ontnemen aan het bedienend per
soneel om te gaan zitten.
ijijne stem alleen is niet krachtig genoeg
en "mist trouwers allen invloed, doch gij zelf,
dames der hoofdstad van ons land, hebt er
belang bij, dien leugen te bestrijden, omdat
z§verspreid wordt ten uwen laste.
In Engeland heeft de wereld der elegantie
en der aristocratie het begrepen; . aan
zienlijk is het a'antal dames daar te lande,
die zich hebben vereenigd om niet te koopen
in winkels waar de bedienden geene gelegen
heid hebben om te gaan zitten.
Denzelfden weg zou ook hier kunnen
Wórden bewandeld; maar och! het duurt al
licht langen tijd, voordat enkele
toongeefsters zich hebben vereenigd tot zulk een
verbond; in dien tusschentijd hebben andere
onderwerpen de aandacht en het medelijden
van velen afgeleid van dit punt en boven
dien velen, die recht gaarne zouden willen
meewerken, wenschen juist dit pad niet in
te slaan.
- ' Er bestaat een ander, mijns inziens, een
beter middel, ook al uit Engeland afkom
stig, op. uitgebreide schaal en bij talrijke ge
legenheden toegepast in Amerika.
Eene volksstemming, een soort van ple
bisciet.
De voorstanders van een bepaald plan,
yan eenig nieuw denkbeeld, dat zij verlan
gen te verwezenlijken en waarover zij het
gezamenlijk eens zijn, hoe verschillend ove
rigens hun verklaring of maatschappelijke
positie ook mogen zijn, tooien zich met een
Kleine medaille, een gekleurd koord of een
lintje om zich onderling te verstaan en hun
aantal te leeren kennen.
Op zulk een manier kunnen ook de da
mes aan de magazijnhouders en winkeliers
van Amsterdam gemakkelijk te kennen ge
ven, dat het volstrekt niet met haar wen
schen overeenkomt om de winkeljuffers twaalf
uren per dag op de been te houden.
Laat elke dame, die haar inkoopen doet
een klein blauw lintje aan mantel of japon
vastknoopen; zonder een enkel woord, met
wien ook, te verspillen, kan zij daardoor
haar afkeuring te kennen geven.
Al moge de beteekenis van het blauwe
lintje den eersten dag sommigen firma's ont
gaan; de dagbladpers en het winkelper
soneel zelf zullen wel zorgen dat zij niet
lang verborgen blijft voor belanghebbenden.
Meer dan waarschijnlijk zullen slechts en
kele weken voorbijgaan of de zitplaatsen
zullen achter de toonbank verschijnen; in
Engeland is het zoo gegaan en de firma's,
die haar voordeel goed begrijpen zullen ook
hier te lande niet achterwege blijven. Vooral
omdat er gevaar bestaat, dat de namen zul
len worden bekend gemaakt van hen, die
mochten blijk geven zich zoo weinig te be
kommeren om de wenschen van het publiek.
De enquête heeft geleerd hoe de veront
waardiging een enkele maal kan losbarsten ;
elk doe er zijn voordeel mede.
Dr. B.
Naar aanleiding van het bovenstaande,
meent de redactie de aandacht te mogen
vestigen op eene uitvinding, waarvoor onlangs
uren lang in zijn bedje zonder den slaap te
kunnen vatten. Hoe hij ook onder de dekens
wegdook en de oogen stijf gesloten hield,
steeds vervolgde hem de gedachte: »vijf en
veertig francs, zoo in eens te betalen, wat
een geld!" Want hij had de waarde van het
geld wel leeren kennen, al boodschappen
doende; de boter inslaande bij een half
pond tegelijk, suiker, koffie, alles bij minst
mogelijke hoeveelheden, omdat er contant
betaald moest worden. Hoe zulk een bedrag
bij elkaar te krijgen ? Ja, de piano
verkoopen, maar kon dat, mocht dat? Vanmid
dag had hij het maar zoo dadelijk goedge
vonden: door de piano weg te doen waren
ze geholpen en voor eenigen tijd uit den nood
.... Ja, van middag! maar nu, bij rijper na
denken begreep hij niet, hoe hij er ook maar
n enkel oogenblik toe had kunnen komen,
van het oude dierbare stuk te scheiden. Mooi
was het zeker niet. Met zijn verweerde
kast, zijn gele toetsen, zijn kleur- en
glanslooze kandelaars, zijn gebarsten lessenaars,
zag het er treurig genoeg uit; maar welk een
goed, beproefd vriend was het al tijd voor zijn
moeder en hemzelf geweest! Hoeveel herin
neringen waren binnen die oude kast beslo
ten, die zich nu vereenigden om
metonweerstaanbaren drang zich door het deksel een
uitweg te banen.
Het stond Jacques nog levendig voor den
geest, hoe verbaasd hij als kleine jongen ge
weest was, toen hij eens. terwijl de stemmer
in zijn tegenwoordigheid het instrument uit
elkaar nam, met de hand op de snaren ge
slagen had. Die welluidende trillingen in die
geheimzinnige kast hadden hem getroffen tot
m' het diepst zijner ziel. Zoo ver zijn herin
neringen reikten, was die piano steeds nauw
venbonden geweest met zijn leven, tot zelfs met
in Engeland patent is genomen. De hierbij
gevoegde teekening, naar een der Engelsche
bladen, zal duidelijker spreken dan eene
uitvoerige beschrijving.
?W
m
Misschien zou door toepassing van het hier
aangeduide middel aan het bezwaar van Dr.
B., dat blijkens de verslagen der Enquête
commissie ook door Dr. Aletta Jakobs wordt
gedeeld, worden tegemoet gekomen.
Van over de Grenzen.
De Fransche Kamer heeft, voor het
Paaschreces, hare begrootingscommissie benoemd.
Daarbij is voor het eerst de scrutin de liste
toegepast. Vroeger werden namelijk door elk
der 11 afdeelingen 3 leden gekozen- thans
heeft elk der partijen eene candidatenlijst op
gemaakt, en over deze lijsten is in het plenum
gestemd. Als reden voor deze verandering
werd opgegeven, dat de financieele speciali
teiten in de verschillende afdeelingen zeer
ongelijk verdeeld waren, zoodat enkele af
deelingen hun drietal wel uit minder bevoeg
den moesten samenstellen, terwijl andere onder
een half dozijn geroepenen slechts drie uit
verkorenen mochten aanwijzen. Doch het heeft
allen schijn, dat het eigenlijke motief voor
deze wijziging moet worden gezocht in de
poging om de rechterzijde geheel uit te sluiten.
Immers, terwijl de leden der rechterzijde in
verhoudingtothunne getalsterkte,door negen leden
vertegenwoordigd moesten zijn, hadden de drie
republikeinsche groepen (extreme gauche,
gauche radicale, Union des gauches) uitge
maakt dat slechts vier leden van de tegen
partij in de commissie zitting mochten hebben.
De rechterzijde weigerde dien aalmoes; zij
stelde en stemde voor de negen candidaten,
die haar toekwamen, doch natuurlijk te
vereefs. De zoogenaamde onafhankelijke
repulikeinen hadden ter elfder ure nog eene lijst
opgemaakt, die echter voor geen hunner bin
dend was.
Het resultaat van al dit gehaspel was, dat
bij de eerste stemming slechts zeven leden
definitief werden verkozen, en dat er nog een
tweede en een derde stemming noodig was,
om het drie-en-dertigtal te completeeren. Naast
financieele grootheden van naam hebben zeer
onbeduidende personen zitting gekregen. De
extreme gauche en de gauche radicale zijn elk
door 8 leden vertegenwoordigd; de Union des
oauches door 13 leden, terwijl de »onaf
hankelijken" 4 plaatsen verkregen. Deze laatsten zul
len dus, met hun bescheiden aantal, den door
slag kunnen geven, wanneer, zooals gewoon
lijk, de beide eerstgenoemde groepen hét
met de Union des gauches, dat is met de oude
opportunisten, oneens zijn. Voorloopig echter
heerscht in de commissie de meeste eensge
zindheid, waar het geldt, de financieele
plannen van den minister Dauphin te bestrij
den. Deze bestrijding draagt intusscheii een
volkomen negatief karakter, daar de com
missie tot nu toe geen andere plannen tot
herstel van het evenwicht aan de hand heeft
gedaan. Toch is het in Frankrijk gebruikelijk,
dat de budget-commissie van haar recht tot
initiatief zóó ruim gebruik maakt, dat de
begrooting zelve hoogstens in het licht ver
zijn geringste indrukken. De tonen begeleid
den ze, vulden ze aan, verduidelijkten of ver
scherpten ze. Deze tude deed hem denken aan
een ernstige ziekte, met de eindelooze nachten
gedurende welke de koorts hem geen rust gunde;
die gamma daarentegen herinnerde hem aan het
heerlijk bewustzijn, zich op nieuw hersteld te
gevoelen; dit stukje aan een onderscheiding
op school, die oefening aan een
lievelingsbpek; deze melodie aan een prettigen dag,
dit motief aan een teleurstelling of een ver
driet. Zoo dwaalde de muziek door het
dweepende hoofdje, beurtelings de zonnige of de
droevige uren te voorschijn roepende, en hem
de voorvallen van vroegere jaren herinnerend
in een wonderlijk pot-pourri, waarvan hij den
samenhang niet begreep, iets waartoe hij zich
dan ook geen moeite gaf.
En dan, was de piano ook niet de oude,
beproefde vriendin zijner moeder, een vriendin
die haar steeds troost wist te bieden? Hoe vaak
had hij niet gezien hoe haar kommervolle
trekken zich ontspanden en verhelderden,
zoodra haar vingeren het klavier aangeraakt
hadden. En die trouwe gezellin zouden ze
nu buiten de deur zetten? Neen, neen! daar
stond niets van in. Maar het schoolgeld
dan? Och, er zou wel iets anders op te
vinden zijn, het geld kwam er wel Maar
hoe? Wacht !
Zijn oogen sloten zich, zijn ademhaling werd
regelmatiger; Jacques peinsde niet meer, maar
was in een gerusten slaap gevallen.
Was de slaap sterker geweest dan zijn wil,
of had de knaap een bevredigend antwoord
op zijn vraag gevonden? Wie weet het. Zoo
veel is zeker, dat er nu over zijn vastberaden
gelaat een zekere glans verbreid lag, die wer
kelijk veel geleek op een lach van voldoening.
schijnt van document d consulter. Maar nu een
maal de door de uitgesloten rechterzijde leven
dig toegejuichte formule »noch nieuwe belas
tingen, noch nieuwe leeningen" is uitgespro
ken, is het gemakkelijker, de
regeerings-plannen te critiseeren, dan zelf met nieuwe plan
nen voor den dag te komen.
*
* *
Op den zesden April is in Bulgarije de ver
jaardag van vorst Alexander van Battenberg
herdacht met eene hartelijkheid en eene warm te,
die _?zoo noodig de voorstelling be
vestigt van den te Weenen vertoevenden
minister van justitie Stoiloff, volgens wien de
Bulgaren niets liever zouden wenschen, dan
aan_den tegenwoordigen toestand een einde
te zien komen door de terugroeping van den
vorst, die weinige maanden geleden, als slacht
offer van Russische intriges, zijn land moest
verlaten. Het is waar, dat de terugkeer van
vorst Alexander eene rechtstreeksche uit
daging zou zijn van de Russische regeering,
die in zulk een geval hare gereserveerde hou
ding wel zou moeten laten varen. Maar
indien de bewering juist is, dat de heer Von
Bismarck geen middel ongebruikt laat, om
Rusland te dwingen tot een handelend optre
den in Bulgarije, zou die terugkeer niet tot
de onmogelijkheden behooren. Overigens zal
Rusland het slechts aan zich zelf hebben te
wijten, wanneer zijne pogingen, om de
Bulgaarsche quaestie open te houden, vroeger of
later aanleiding geven tot eene katastrophe.
Met zeldzame openhartigheid erkent men
te St. Petersburg, dat men slechts wacht op
eene gunstige gelegenheid, om een
beslissenden slag te slaan. Het zal niet de heer Von
Bismarck zijn, die Rusland tegenhoudt; wat
er met Bulgarije gebeurt, is den Duitschen
staatsman geheel onverschillig, mits hij voor
zijne toegevendheid als loon Rusland's vriend
schap verkrijgt, of althans eene alliantie
tusschen deze mogendheid en Frankrijk voors
hands onmogelijk kan maken. Maar Rusland
vreest, even als tien jaren geleden, ook thans
weder in den val te zullen loopen, en wan
trouwt zeer terecht de belangeloosheid, die
men te Berlijn ten opzichte der Oostersche
quaestie voorwendt. Het wil de kans niet
wagen, Oostenrijk, Engeland, Italiëen de
Porte tegen zich in het harnas te jagen en
zich mogelijk aan een bloedigen strijd te
wagen, om zich ten slotte, evenals in 1878 op het
congres van Berlijn, van de vruchten zijner
opofferingen en inspanning te zien berooveii.
De politiek van afwachten,die men te St. Peters
burg wil toepassen, zou, nu het zoo duidelijk
is gebleken, dat Frankrijk den oorlog niet
wil, voor Europa eenige geruststelling kun
nen brengen, indien er slechts kans bestond,
om den status quo in Bulgarije lang genoeg te
handhaven. Daar schuilt echter de groote
moeielijkheid. Eene schijnbaar nietige gebeur
tenis pp het Balkanschiereiland kan alle be
rekeningen omverwerpen en het afwachten van
het gunstige oogenblik onmogelijk maken.
De nog onbesliste strijd tusschen Katkoff en
von Giers maakt de onzekerheid der naaste
toekomst nog grooter, en de herhaalde aan
slagen op het leven van den czar maken het
rustig wachten bijna ondoenlijk.
*
* *
De Engelsche regeering heeft de voortzet
ting der beraadslagingen over de lersche
dwangwet tot na Paschen moeten uitstellen,
De Gladstonianen en Parnellisten hebben be
grepen, dat hunne zaak in het Parlement
verloren was, vooral nu het nieuwe reglement
van orde het vroeger door de Ieren met zoo
groote virtuositeit gehanteerde wapen der ob
structie onbruikbaar heeft gemaakt. Voor
hen is thans demonstratie en agitatie onder het
volk de leuze geworden. Hier en daar hoort
men de noodzakelijkheid betoogen van een
nieuw officieel beroep op de natie, aan welke,
naar men beweert, bij de laatste verkiezingen
iets geheel anders dan de thans ingediende
dwangwet was voorgespiegeld. Doch het is
zeer de vraag, of eene nieuwe verkiezing in
het voordeel der Home llulers zou uitvallen.
Zeker is het althans, dat de regeering zich
Des anderen daags ging mevrouw Charpin
naar gewoonte om twee uur uit, om les te
geven. Het was een halve yacantiedag en
Jacques bleef dus thuis, verdiept in het lezen
van de «Duizend en een Nacht."
Ternauwernood evenwel had hij _de straat- !
deur achter zijn moeder hooren dichtvallen,
of hij wierp zijn boek ter zijde, nam uit
de kast zijn beste hes, gemaakt uit een japon
zijner moeder, deed zijn verlakten riem om,
trok zijn Zondagsche schoenen aan, en opende
toen zijn lessenaar.
Daar bevond zich op de eereplaats, naast de
zorgvuldig gerangschikte boeken, zijn post
zegel-album. O, die verzameling, zij was zijn
trots en zijn vreugde; al wat hij opsparen
kon, alle kleine geschenken in geld, die hij
af en toe kreeg, in n woord, zijn geheele ver
mogen had gediend om zijn verzameling aan
te vullen, die kostbare verzameling, geplaatst
en gesorteerd in een door hem zelf vervaar
digd boek en de hemel weet met hoeveel zorg
en toewijding. Een oud vriend zijner moeder,
bediende op een aanzienlijk handelskantoor
had de waarde ervan vervijf-, vertienvoudigd
door nu en dan eenige uiterst zeldzame
goedbewaarde exemplaren voor hem mede
te brengen, waarvan geen zijner
schoolmakkers de wedergade bezat.
Wanneer hij dan ook bij uitzondering zijn
bij allen bekende collectie een enkele keer
mee naar de school nam, had men de uit
roepen van bewondering en van begeerte eens
moeten hooren die zij opwekte! Bij het uit
gaan der school schaarde men zich op het
trottoir om hem heen duwend en dringend
om vooraan in den kring te komen; en
Mozes zelf met de tafelen der wet m de hand,
had zich niet zelfbewuster kunnen gevoelen
dan onze jeugdige verzamelaar met zijn
veelvrij sterk schijnt te gevoelen. Ware dit niet
het geval, dan zou zij niet de dwangwet heb
ben ingediend in het Lagerhuis, waar
Gladstone en Parnell een machtigen aanhang heb
ben, en tevens eene voor de lersche landlords
hoogst gevaarlijke landwet in het Hoogerhuis,
waar het groot grondbezit zoo sterk is ver
tegenwoordigd. Deze stoutmoedigheid is geheel
naar den zin van Lord Randolph CnurchilJ,
die, van zijne reizen teruggekeerd, tot verba
zing van velen aan de ambtgenooten, die hij
voor korten tijd verliet, zijne
onvoorwaardelijken steun heeft toegezegd, en slechts woor
den van bewondering had voor Lord Salis
bury, den grootsten onder de Engelsche staats
lieden, die met de traditiën van zijne eigene
partij durfde breken. De lofspraak van Lord
Randolph Churchill bewijst, beter dan iets
anders.dat het ministerie in de lersche quaestie een
brutaal spel speelt. Dat het daarbij winnen zal,
is niet onmogelijk; maar zeker zal die triomf
van korten duur zijn. Want voor liberalen
en conservatieven beiden is tot nog toe steeds
de invoering van eene nieuwe dwangwet voor
Ierland de voorbode geweest van eene nade
rende nederlaag. E. D. PIJZEL.
Uit het Haagje.
We zijn in de stille week; we bereiden ons
voor tot viering van het feest der Opstanding,
terwijl gy, Amsterdammers, u voorbereidt om pret
te maken, 't Is waar, uw pretmakerij heeft een
zeer goede, zeer prijzenswaardige reden, maar
pret blijft altijd pret, dat is, een wereldsch
genoj;, en het vooruitzicht van dat plezier en de
soes der toebereidselen kunnen u onmogelijk in
de stemming brengen en houden, welke een
(Jhristenmensch in deze heilige week behoort te be
zielen. Ik wed, dat wij onze Paschen heel wat
stichtelijker vieren dan gij, neemt 't me niet
kwalijk
Ik voor mij ben juist in de stemming, daartoe
vereischt, namelijk in een ernstige, een plech
tige, en er is maar n ding dat aan die
solemneele stemming een weinig afbreuk doet, namelijk
de gedachte dat ze ons door onze hooggeachte
Overheid wordt opgedrongen. We zijn plechtig
gestemd op hoog bevel. Bat neemt voor 't oog
der wereld de verdienste ervan weg. Al ben ik
in mijn hart, in mijn ziel nu nog zoo overtuigd
dat ik vol vromen zin de Paschen tegemoet ga,
de menschen kunnen me toch van huichelarij ver
denken, evenals ik een heele boel lui er op aanzie,
dat ze veel liever naar de komedie of de opera
gingen dan in hun binnenkameren te zitten bidden.
Ik kan me in hen vergissen, evenals ze zich
waarschijnlijk in mij vergissen, maar zeker is
't, dat ik 't nut van die gedwongen plechtige
stemming niet begrijp. Mijn hemel, laat de
menschen toch vrij om te bidden, of het te laten,
naar gelang ze er behoefte aan hebben of niet.
En als zij die in 't eerste geval verkeeren, zich
ergeren mochten aan hen die in de week vóór
Paschen op dezelfde manier verkiezen te leven
als de week er na, dan zeg ik, dat hun plech
tige stemming niet van 't echte soort is, en dat
er aan hun zielen niet veel te bederven valt als
ze, te midden hunner gebeden, zich laten afleiden
door de wereldsgezindheid hunner medechristenen.
Ik zou waarlijk er niet op durven zweren, dat,
ware ons de plechtige stemming niet officieel
voorgeschreven, ik het de heele week zou vol
houden, een uitgestreken gezicht te zetten; want
soms heb ik moeite een zucht te onderdrukken,
zooals er me onwillekeurig wel eens een in een
saai gezelschap ontsnapt. Ge ziet, ik ben oprecht.
Het natuurlijk gevolg van het verbod om zich
te amuseeren als naar gewoonte, is: droevige
schaarschte aan nieuws. We leven hier van ple
zier, en gaat men ons die levensbron verstoppen,
dan heb ik al heel spoedig uitgepraat. Ik zou u
dan ook bepaald over niets weten te onderhan
delen, als we niet hadden de paasch-ossen ea
gelijknamige kalveren en schapen; alsmede de
groote promotie, waarover ik u laatst reeds schreef.
Een rechtstreeksch verband tusschen genoemde
dieren en bedoelde promotie bestaat er hoege
naamd niet, dit kan ik u verzekeren; een
begeerd, nooit volprezen album.
Het hart van den knaap klopte hoorbaar,
terwijl hij langzaam, blad voorblad, het ca
hier nog eens doorbladerde. Een oogenblik
hield hij op, om een weifelenden blik op de
piano te richten, die hem toen met al de wel
sprekendheid, welke levenlooze voorwerpen
soms hebben, tot zich scheen te wenken, ±iij
volgde dien wenk, opende het instrument, en
begon uit het hoofd een studie in A mineur van
Bertini te spelen, welker kinderlijke gevoelig
heid hem terzelfdertijd weldadig aandeed en
ontroerde. De laatste noot stierf' langzaam
weg in de stilte van het vertrek; het kind
stond op drukte met een beslist gebaar een
hartstochtelijken kus op de toetsen, en ver
trok daarop met het postzegel-album onder
den arm.
*
* *
«Mijnheer de La Martinière woont immers
hier, niet waar, mijnheer ?"
»Ja, op de eerste verdieping, aan de straat
zijde."
Jacques besteeg, zonder zich te haasten, de
steenen treden van een statige trap, welker
indrukwekkende aanblik een verkillenden in
vloed op hem uitoefende. Zijn besluit dat
zooeven nog zoo onherroepelijk vast stond,
werd aan het wankelen gebracht. Voor een,
hooge, giadgewreven deur bleef het knaapje
aarzelend staan, zonder aan de verguld bron
zen schel te durven trekken, toen zich een,
zijdeur opende, en hij zich bevond tegenover
een deftigen, witgedasten bediende, die hem,
vol geringschatting opnam.
»Ik wenschte mijnheer de La Martinière
even te spreken," stamelde hij.
"O, maar je bent toch niet verkeerd ?"
»Neen, mijnheer, ik kwam om "
»Hm!" En de man liet nog eens met
min