Historisch Archief 1877-1940
c ?
meldt, voor enkele dagen te Weenen over
leden. Hauser was in 1822 te Pressburg geboren
-en had zgne opleiding genoten van het Weener
Conservatorium, onder Böhm en Mayseder. In
liet jaar 1839 begon h\j zjjne virtuozen-loopbaan,
?die hem in den loop van het vierde eener eeuw
niet slechts in alle landen van Europa bracht,
maar ook in Noord- en Zuid-Amerika, Egypte,
Indiëen Australië. Hij heeft zijne avonturen en
?ervaringen op die reizen zelf beschreven onder
den titel Wanderbu.dk eines Oesterreiehisehen
Virtuozen". Miska Hauser bezat een
buitenge?wone techniek, waarmede hij overal verbazing en
bewondering wekte. Ofschoon Weenen zjjne
?eigenüjke artistieke vaderstad was, heeft hy' zich
daar slechts zelden laten hooren. Zijn laatste
kunstreis naar Duitschland maakte hij in 1874; hij
bezocht toen, indien wij ons wel herinneren, ook
«ras vaderland. Sedert dien tijd leefde hij stil
te Weenen.
Een interessante uitvoering heeft te Parijs plaats
gehad op het laatste Zondagsconcert van Colonne,
?waar Massenet's Marie Madeleine ten gehoore
weid gebracht, een werk, dat voor vijftien jaren
^werd geschreven, maar destijds slechts enkele uit
roeiingen beleefde. Massenet noemt zy'ne com
positie een Drame sacré; van hetgeen wy onder
«en Oratorium verstaan heeft het zeer weinig, en
de dichter Gallet heeft aan zyne hoofdfiguur
Meryem van Magdala, de phantasieën van Renan
ten grondslag gelegd. Het werk uit Massenet's
-eerste periode staat in geen enkel opzicht achter
bij zijne latere scheppingen, de Hérodiade en den
?Cïd; het is minder gezocht, bescheidener, schoon
toch effectvol, geïnstrumenteerd, en rijk aan me
lodische schoonheden. De uitvoering vond zooveel
bijval, dat ze nog eenige malen zal worden
heriaald.
Kobert Planquette, de componist van de Cloches
de Corneville, heeft een nieuw werk voltooid,
Nectarine geheeten. Het libretto is van de hand
der heeren Farnie en Hersée; het stuk speelt te
JParijs tusschen de jaren 1S20 en 1830.
Een zeer interessant stuk uit Wagner's vroeg
ste periode, dat in zyne Sammtliche Werke niet
opgenomen is, en waarschijnlijk nooit zal worden
-opgenomen, is dezer dagen door de Hamburger
Correspondenz openbaar gemaakt. Het is eene
Theateranzeige", gedrukt op een blad papier
van quarto-lormaat, waarin Bichard Wagner,
?destijds (1837) kapelmeester te Riga, het publiek
nitnoodigt tot het bijwonen zijner benefiet-voor
stelling. Ziehier het stuk in zijn oorspronkelijken
-vorm:
Xt)eater=§lnjcige.
<5onnabenb, ben 11. december 1837, iuirb
pm !8ortf)cile beêUuterjfidjnetcn 3 u m & r f t c n
Male aufqcfüjrt:
llorma,
grofje roniantifd)c Dper in 2 Sleten t>on fflciïini.
£>er Untcrjcichnctc glaubt feinc Skrehruna,
für ba§funftliebcnbe Spublicum bicfcr Stabt
uidjt bcffcr bcüjatigen ju tonnen, alëeben bnrd)
'bie 2Baf)f biefcr Dj>er jtt fdncmScncffj, todrfjc
?4l)m jundd)ft fttr fcinc SScmüIjungcn urn bic
$örbcrung unb fünftige Sluêbilbung jugenblid)=
mufifatifd)cr Salentc ber bjefïgen ftfjne bdt>ii=
%t iwrben ift. Sïorma" ift bon afkn @d)öpf=
ungen Sellintó biejenigc, tocldje neben bcr
rcid)ftcn Söldobien^iiUe bic innerfte ©lutf) mit
tiefer 2Sa()r()dt bereint, unb felbft bic cntfd)ic=
benften ©cgncr neuitalienifdjer SJhifif tyakn
biefer Gombofition bie (3crcd)tigfdt imberfaljren
laffen, bafj (ie,, jum Jperjen fbrcd)enb, cin
innereê©trcben jcigc unb bcr mobcrncn $(ad)=
J)dt nid)t Ijufbige.
Sa nun für baêCrinftubircn unb bic tu§=
?ftattung bicfeêSScrfcê9ükêgefd)c[)cn, fo barf
id) t§ij>ob,l magen, baêtb,eatediebcnbe spublicum
gehorfamft einjulaben, unb id) tl)iie bieöin ber
freubigen ,£offnung, bafj mcin biêfxrigcS cifnge
Bcftrebcn, aaf mdncin flatje mög[id)ft ntciner
1JJfïid)t ju gciHtaen, tyrilncljmenbc unb iiad)fid)=
Jige ?lncrfcnmmg gcfunbcn Ijabc.
Sfliga, ben 8 (December 1837.
9ïid)arb SSaijner, Ga^effmeiftcr.
Wagner als de gehoorzame dienaar van het
publiek, buigingen en strijkaadjes makend, en
Bellini's Norma met warmte aanbevelend als
inni:gen gloed met diepe waarheid vereenigend", als
sprekend tot het hart", als vrij van alle moderne
oppervlakkigheid," als volkomen geschikt om zelfs
de. meest besliste tegenstanders der IrSliaansche
muziek te bekeeren ziedaar wel het beste
bewijs, dat de meester" in zijne jonge jaren
zwakke oogenblikken heeft gehad, en dat hij niet
minder dan anderen heeft gerookt op de altaren
der valsche goden, tegen welke hij later zulk een
'geweldigen en gerttchtmakenden beeldenstorm
heeft ondernomen.
De inspecteur der gedenkteekenen in de
Italiaansche Marken, Sacconi, heeft den minister van
onderwijs de ontdekking medegedeeld van een
tot nu toe onbekend portret van Dante in haut
relief. Het bevindt zich in den linkervleugel der
prachtige deur van de kerk San Francesco te
Ancona en dagteekent uit de eerste helft van de
vijftiende eeuw.
Wij hebben in het vorig nummer van het Week
blad melding gemaakt van de treurige verdeeldheid,
waartoe eene bigotte en bekrompen oppositie tegen
het plan, om te Düsseldorf een standbeeld voor
Heine op te richten, aanleiding heeft gegeven.
'Gelukkig heeft een vorstelijk geschenk goedgemaakt,
?wat eene jammerlijke kleingeestigheid trachtte te
bederven: de keizerin van Oostenrijk heeft eene
bijdrage van 50.000 Mark gezonden voor het
>: gedenkteeken, waarvan de totale kosten worden
.?geraamd op 80.000 Mark.
Van H. de Veer's gunstig bekende
Kerstvertellingen is bjj den uitgever H. D. Tjeenk Willink
te Haarlem een tweede goedkoope uitgaaf ver
schenen. Menigeen, die zich met genoegen het
verhaal van neef Albert, van neet den makelaar,
van 't aardig* vrouwtje, enz. herinnert, zal van
deze gelegenheid gebruik maken, om ook anderen
door toezending van het nette bandje in de don
kere dagon voor Kerstmis eenige aangename uren
te doen doorbrengen.
Al is bij ons de Kerstlitteratuur niet zoo rijk
vertegenwoordigd als in Engeland en Duitsch
land, omdat wie zich met St. Nicolaas arm ge
kocht heeft, niet genegen is, met Kerstmis weer
royaal te wezen, er wordt toch door den
boekhandel op de feestdagen gerekend. De uitge
ver Tj. van Holkema deed een zestal kerstver
tellingen verschijnen van de talentvolle schrijfster
die zich vroeger door Het Kerstlichtje naam
maakte, mevrouw J. A. C. J. v. R. Het zestal,
ieder door Wilm. Steelink van een aardig titel
plaatje voorzien, heet: Bob en Micke, Het geheim,
De Eerste Prijs, Nijdige Grietje, Dora, en Het
sprookje van den Wilgenboom, en is waar
schijnlijk omdat de boekjes door de Commissie
voor de Zondagscholen van den Nederlandschen
Protestantenbond worden uitgegeven. wat prijs
betreft zeer bereikbaar gesteld, met het doel
om de aardige boekjes bij groote getallen te doen
uitdeelen. Het zijn allerliefste verhaaltjes, waarin
een moedige en blijmoedige wereldbeschouwing
aan de kinderen gebeerd wordt, al is er dan ook
geen enkel, waarin niet terwille der tegenstelling
eerst tranen met tuiten worden gehuild. Het
is geen kleine verdienste, in een twintigtal
bladzijdjes een aardig, bevattelijk, leerzaam en
onderhoudend drama'tje aftespelen; mevr. J. A.
C. J. van R. heeft zich op uitstekende wy's van
die taak gekweten. Wat de plaatjes van
Steelink betreft, er is er o. a. n, Het Geheim,
dat een meesterstukje mag heeten: het zolder
kamertje van den ouden zeeman met al zijn
details, de groote schelpen op den eenvoudigen
schoorsteenmantel, het schilderij" van het schip
tegen het goedkoope behangsel, de kookkachel en
de plaatstoof en de muilen, en op den voorgrond
het nuffige nest, het nichtje van den ouden
scheepskapitein, met haar oom, die zelf een type
is, het is een genot, op deze intelligente en
artistieke wijze geïllustreerd te worden.
Nog andere Kerstvertellingen worden aange
boden.
De uitgever A. Ró'ssing gaf: De Kerstboom van
den Rus Dostojewsky, vertaling van D. van
Burchtvliet; het gelijkt veel op Andersen's beroemd
sprookje, maar is zoo mooi niet en de illustratie
is heel leelijk. De Avonturen van kleinen Vigg,
naar het Zweedsch van Victor Rydberg, door
Bertha, is een allerliefst, geestig verhaaltje, zonder
eenige ziekelijkheid, toch hartelijk en gemoedelijk
van den talentvollen Zweedschen schrijver.
De Portefeuille bereidt tegen de feestdagen een
Kerstnummer, waarin novellen, muziek, gedichten,
artikelen over kunst en kunstindustrie en een
65-tal illustratiën zullen voorkomen, en dat ook
afzonderlijk wordt verkrijgbaar gesteld.
Schaakspel.
No. 103.
Van G. L. DE BOER te Heerenveen.
ZWART.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Door W, v. H. te Delft juist opgelost no. 100
volledig, raadsel van dr. H. H. v. Zouteveen, 99
bis en eindspel 101 met eenige afwijking van de
bedoelde oplossing. H. J. den H. no. 101 op eene
dan de onze, voorts no. 102 b en c en 100 qua
ter en 103, 4 en quater bis en probleem Schüster,
C. C. W. M. no. 101 op andere wijze, no. 102
met bis en a, b en c, no. 103. 4, 5 en 6. Voorts
no. 100 bis met ter, quater en quater bis, beiden
te Amsterdam: D. en W. te Rotterdam no. 101.
A. P. te Arnhem no. 102 met letter b. Henri te
Amsterdam no. 92 met b en c.
Door T. A. Ts te Rotterdam juist opgelost
No. 102 met bis. ter en B en C. W. v. H.
te Delft 100 quater bis, 16 Dec. 1887. Ook No.
100 bis, ter en 102 met Oud. red. V. dissa. A
B. C. met 3, 4 en 6.
BRIEFWISSELING.
Gothender. Het wordt onderzocht.
d e f g b
WIT.
Wit speelt voor en geeft in vijf zetten mat.
(Wit 7 en Zwart 5 stukken met K. b3).
OPLOSSING VAN SCHAALPROBLEEM No. 101.
No. 101. Eindspel van J. Burt te Bristol.
d2 c3
2 d3 d4
3 d4 d5
4 C3 d3
5 d3 d4
6 e4 e5
7 d5 d6
8 d4 c3!
c5 c6 (a).
c6 d6.
c!6 c5.
c5 d6.
d6 c7.
c7 d7.
d7 c6,
cG d7.
c6.
c6 d7.
b5 b4.
d7 d8.
b4 X »3.
d8 X c7.
a3 a2.
Of
Als l b5 b4 f 2 a3
C3 b3, có b5, 4
X
d3
f a5 X
d4, b5
a5,
e4 c5, a5 b5, 6 e5 e6 en wint.
Bij l a5 a4, volgt 2 d3 - <14 f, có d6,
3 C3 b4. dC cö, 4 d4 d5 f on wint.
K
Oplossing van J. A. Conroy A. l b7 d8,
. X T. of Pd. speelt.
d8
f7 f mat. of
e5 d4; 2 h4 K f mat.
o7 X d;i- 2 do X c6 f mat.
c6 c5, 2 d6 X d5 f mat.
Van Dr. S. Gold. *)
*) l g4 d7! enz. Om plaatsruimte te win
nen bepalen wij ons tot vermelden van don Isten
zet.
al f inat- inet variaties.
9 c3 d3! d7
10 d3 d4!
11 d4 d5
12 e5 e6 f
13 d5 c6
14 d6 d7
15 c6 c7
16 d7 d8 Df en wint
14 a3 a2.
15 c6 d6 a2 al D.
16 e6 e7 f mat.
Oplossing No. 101. J. M. Brown te Leeds.
l wit K. g2!! e5 d4, 2 hl
No. 101 van Sigmund Schüster te Budapest. B.
l dG fG, gS c, d, of 08; 2 f7 f8 t onv.; 3 fG c, A
of e6 of X féf mat. Bij l g8 Elders volgt 2 f7 f8 t, onv.,
3 fG X föof f7 f mat. Bij l g7 speelt volgt 2 fG X f7 of gG f,
gg g7; 3 f7 f8 t mat- *>e zot l f7 X g7 faalt door
g8 c8!
PROBLEMEN.
Driezet No. 103 bis Prijsprobleem uit het Oplossdngs-Tornooi van het Berlijner
schaakgenootschap. Wit K. h2, D. h4, T. fl en 1'4, R. cü, Pd. a2 (6). Zwart K. d5, D. bG, Pd. f5 en
g8 (t) pions b3, h5, c6, e6, e5 en d3 (K) met K. do.
Tweezet No. 103 ter van C. Plank te Weijbridge. Wit K. M, D. d7. R. g5 en gG, pions c3 en
f2 (6. Zwart K. e5, T. a5, R. a3 en fö, pions b2 (f) bó, e7 en <« (8 met K. e5.
Driezet van Frits Hofmann te München. Wit K. bl, D. (12, Pd. e2 en b3, R. fl en d8, pions
a2, c5, f2, g3 en g4 (11. Zwai-t K. e-i, R. h8 en cG, T. a6, Pd. b5 en g5, pions b2, a;i, c5, f3
(10 met K. e4). Wit zet voor en geeft in drie zetten mat.
OÜD-AMSTERDAMSCHE
VERSCHEIDENHEDEN.
Iets over werkliede>ibeiveging in vroegeren tijd.
Onze eeuw van stoom en electriciteit heeft niet
het monopolie van arbeiderskwestiën en
werkliedenverbonden. Die kwestiën en dat zich samenvoegen
van verdrukte belangen bestonden bij onzo voor
ouders even goed als bij ons, maar in den regel
hechtte men er minder beteekenis aan, omdat men
de billijkheid er willens of onwillens niet van inzag,
en omdat de sterke arm der wet iedere beweging
in haren oorsprong smoorde, wanneer de omstandig
heden er toe leidden, dat men er de beteekenis
niet meer van ontkennen kon.
Alles hangt natuurlijk op zijn innigst samen met
den toestand, waarin de werkman zich tegen over
zijn meester bevond.
Do verdiensten regelden zich naar bekwaamheid
en naar vraag en aanbod. Slechts in sommige vak
ken was een van overheidswege vastgesteld
loontarief, dat echter zoover ging als het voeten had,
want hier werd het tarief overschreden, om de beste
werkkrachten te veroveren, daar werd het wille
keurig verminderd wanneer zich arbeiders aan
boden, die maar half geschikt waren voor hun werk.
{ In den regel kon een ervaren werkman zeer goed
i met zijn gezin van dat loon rond komen en nog
| een duitje overleggen voor den ouden of kwaden
i dag. Dit laatste moest hij wel doen wilde hij in
zijn grijsheid niet ten laste der publieke liefdadig
heid of althans van de goedwilligheid van zijn
vroegeren meester, van kinderen of verwanten
( komen. De gilden, die onderstand uit hunne fondsen
gaven aan hulpbehoevende gildebroeders, bestonden
immers wél voor de meesters, maar geenszins voor
de arbeiders, de knechts, oen regel waarop nauwe
lijks eenige uitzonderingen zijn op te geve;* met
verwijzing naar een paar zeldzame knechtsgilden.
Vraag en aanbod werd voor een groot deel ge
regeld door eene beperkende bepaling in vele
gildekeuren, waarbij het maximum van het aantal
knechts, dat n baas mocht in 't werk stellen,
werd aangegeven. Was ieder baas van dat getal
voorzien, dan bleven de gezellen, die zich van
buiten do stad om werk hierheen begaven, van
zelven weg of begaven zich tot een ander vak, dik
wijls naar zee of in 't leger. Overvloed van aanbod
kwam dus betrekkelijk zelden en bijna nooit in
onrustbarende verhouding voor, ^enzy een of ander
vak in verval geraakte en de eene meester na dan
anderen zyne werkplaats sloot.
De werkman had echter een geweldigen con
current in den leerjongen.
Deze leverde zijn leermeesters voordeelen op^
die de werkman niet aanbood. Hij kreeg geeft
loon en betaalde nog geld toe of werd in do«~
laatste jaren van den leerty'd met een kleine ver
dienste tevreden gesteld. Hij woonde b\j z\jn
meester in en moest hem en zijn gezin in aua,
opzichten gedienstig zijn. En bij dit alles werktet
hij hard, om zich het vak goed eigen te maken,
ten einde, eenmaal de leerjaren doorloopen, zicUj
als knecht of als meester te kunnen vestigen. Voor
allerlei vakken was het aantal leerjongens bepaald..
Meerendeels werden er slechts twee op eene werk
plaats toegelaten. In vakken van groot vertier
ondervond dit niet veel tegenkanting, maar ia.
andere, waar het gezamenlijk aantal knechts niet
groot was, zagen deze al spoedig in, dat zulk eea
tweetal op iedere werkplaats de markt voor hea
niet alleen op het oogenblik bedierf, maar in de
toekomst het aantal concurrenten zou doen groeiea..
Al zouden alle dezen nu geen plaats op de werk-»
plaatsen krijgen, dan zouden zij wellicht zich^
nederzettten in de omgeving der stad, of clandes^
tien binnen de stad aan het werk gaan.
Dit maakte, dat zich tegen deze bepalingen
betreffende de leerjongens telkens stemmen ver
hieven, en dat de werklieden, wanneer zy hua
zin nist kregen hetgeen bijna nooit geschiedde
omdat de keuren steeds gehandhaafd werden
aan het morren sloegen, zich vereenigden en onder
elkaar bepalingen maakten, waardoor zij hun recht
dachten te beschermen.
Die bijeenkomsten, die in herbergen of tot groote
ergenis der overheid op den openbaren weg
zoo deden b. v. in 1638 de lakenbereiders aan de
Oude brug plaats hadden, werden complotter^en
genoemd, en het zich schuldig maken aan dit
verboden werk heette men in de zeventiende
eeuw courten" Wat er op zulk eene vergadering
omging komt in hoofdzaak hierop neder, ,dat de
geincrimineerde werkplaatsen vuyl" verklaard
werden, hetgeen ten gevolge had, dat ieder
complotteerende haar verliet, waarvoor hij het contract
met zijn meester verbreken moest, en dat hij
iederen omgang vermeed met den werkman, die
dit niet verkoos te doen. De overheid, die uit
dergelijken wanverhouding telkens lastige opstoot
jes, zoogenaamde afstraffingen" zag ontstaan, was
lang niet malsch in strafbepalingen tegen zulke
werklieden, die zich verstoutten wetten temakea
onder elkaar en boeten vast te stellen, die geea
van allen van het hoogste gezag waren uitgegaan
en derhalve geacht werden te bestaan in strj'd
met de orde van zaken. De meester mocht zulke
complotteerende werklieden ongeacht het contract
na ne waarschuwing ontslaan.
Maar het belang van de meesters was met dit
krasse optreden soms al heel slecht gediend. De
keuren mochten in hun voordeel zijn, nog
voordeeliger was het met een beetje schipperen hun
winkel gaande te houden, door die keuren niet
gestreng toe te passen. Aan den anderen kant
waren er meesters, die zich door de knechts niet
wilden later ringelooren, en die dan overeenkwa
men ten uiterste vol te houden.
Van ouds waren de hoedenmakers al even roezig
als de wevers en lakenbereiders. In 1633
courtten" zij druk. Een negental van de grootste
meesters verbonden zich bij contract van 13
October, dat zij twee leerjongens in dienst zoude*
houden. Liep er dan een deel van het volk vai
een of meer hunner weg, dan zouden zij den ver
laten meester van de hun overgeblevene werk
lieden hulp zenden. Ja, zij verbonden ziel
om zich niet te onderwerpen aan der knechtei
willekeur, al lieten deze hen allen in den steel
zoodat zij hunne werkplaatsen zouden moetei
sluiten, en bepaalden eene boete van 100 gl aai
de armen, die door den overtreder betaald moest
worden. Zulke boos gestemde meesters haddei
slechts de namen der weggeloopen knechts aai
't gerecht aan te geven, om een bannissemen'
over hen uittelokken.
Al het courten" van de zeventiende eeuw heef
niets geholpen. In 1744 begonnen de katoen
drukkers om dezelfde reden hetzelfde spelletje, ei
in 1765 volgden de droogscheerders hun voorbeeld
Hot aantal goedgezinde werklieden was te groot
zoodat de ontevredenen in de minderheid bleven
en aan hunne organisatie schijnt veel ontbrokei
te hebben. De katoendrukkers, die hunne eigem
keuren en ordonnantiën hadden laten drukkei
en ronddeelen, verliepen zich volgens de verkla
ringen van tijdgenooten in kroegen en in politieki
tinnegieterij. Zij begingen den misslag van dei
blik naar Frankrijk to wenden. En daarmede w»
zekor de best georganiseerde en meest beteeke
nentle dezer werkliedenbewegingen verloren spel
UIT HET LEVEN EENER ENGELSCHE
TOONEELSPEELSTER.
Nooit komt de door haar talent en schoonheii
beroemde Amerikaansche tooneelspeelster Mar
Anderson te Londen, of zij bezoekt het graf va,
Engelands grootste tragédienne, Mrs. Siddons. Z
is het, die frissche bloemen op de rustplaats de
sedert een halve eeuw overleden kunstenares neei
legt en die ook op hare kosten den grafsteen en ht
hek er om heen heeft laten vernieuwen. Hierui
zou men kunnen opmaken, dat de Engelschen d
beroemde vrouw, wier portret als tragische muz
door Reinolds werd geschilderd, eenigszins vergete
hebben. Maar behalve dat het moeielijk is, d
herinnering aan eene tooneelspeelster te beware
wier stem reeds een halve eeuw verstomde, zy'n «
ook nooit goede biographieën van haar verschenei
Nu is het Mrs. Kennard evenwel gelukt in ee
werk van blijvende waarde, het beeld der groot
kunstenares in al het eigenaardige van haar oj
treden te schetsen. In dit schoone boek stelt mr
Kennard de tooneelspeelster voor als kunstenare
als echtgenoote en als moeder. Zij schildert, hc
deze bewonderenswaardige vrouw te midden d«
verleidingen, waaraan zoo weinigen van hare mi
dezusters weerstand weten te bieden, een voorbee
van vroomheid en deugd wist te blijven. De groo
ste verdienste dezer vrouw bestaat hierin, dat i
die niets was dan de dochter van een arm, re