Historisch Archief 1877-1940
No. 597
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
-den in den aanvang dezer eeuw over Wallachije
heerschende vorsten Gregorius IV en Alexander X.
-Otiika, en doorleefde de dagen harer kindsheid
byna geheel onder den invloed van haar ernstigen,
degelijk ontwikkelden vader en eene geheel voor
'hare letterkundige neigingen levende moeder, die
het eerst het Uoemeensch tot eene litteraire taal
verhief. Het stille huiselijke leven werd door de
politieke gebeurtenissen verstoord, die den vader
ten slotte noodzaakten zijn geboortegrond te ver
laten en met zijne dochter, toen nog een kind,
«een zwervend leven te gaan leiden, hetwelk hen
geheel Europa door dreef en op de ontwikkeling
.zijner dochter een beslissenden invloed had.
Nooit vermocht haar later levende indrukken uit
te wisschen, door de wisselingen van het lot in
'die jaren van omzwerving in haar geest achter
gelaten, en het zijn juist die indrukken, die aan
liaar letterkundige voortbrengselen het koloriet
hebben gegeven. Uit dien tijd is haar ook die
onbedwingbare lust tot reizen bijgebleven, de oor
zaak was, dat zij. na een korte echtvereeniging
met vorst Koltzow-Massalsky, opnieuw door Europa
en de Vereenigde-Staten trok, aan welke reizen
?de wereld menige belangrijke letterkundige
pennevrucht te danken heeft. Zoo legde zij o. a. de
indrukken en uitkomsten harer studiën op haar
Amerikaansche reis neder in ^een belangrijk ge
schrift over de arbeidstoestanden in Amerika.
In het algemeen behandelde zij met veel door
dicht de vraagstukken der sociale quaestie en
;heeft z\j in menig geschrift merkwaardige gedach
ten geuit over de emancipatie der vrouw.
De liefde voor haar geboorteland leidde haar
tot een grondige studie van de geschiedenis der
Balkan-Staten, die eerst door haar werken in
?ruimer kring zijn bekend geworden. Zij schilderde
Roemeliëen Morea, het Albaneesche en Ser
vische volksleven, verzamelde de verstrooide
?voortbrengselen der Grieksche en Romeinsche
volksletterkunde, en heeft daarmede voor de
helden van haar geboorteland een schoone
'eerezuil gesticht. Met ijver volgde zij den loop
der politieke gebeurtenissen en sprak in opstellen
die van haar in de Nuova Antologia", do liivista
"Oriëntale", de Revue des deux Mondes" enz. ver
schenen, een zeer juist oordeel uit over den
politieken toestand. Te Plorence had zij een tweede
vaderland gevonden; haar woning in de Viale del
Pallone was het verzamelpunt der Florentijnsche
beau-monde; vooral uit kunstenaars-en schrijvers
kringen. Zij was in de stad onder alle klassen
bekend en bemind en het onverwachte bericht
van haar overlijden heeft een algemeene hartelijk
gemeende droefheid verwekt. Met Dora d'Istria
is een zeldzame vrouw ten grave gedaald; haar
mannelijk-krachtige geest, haar uitgebreide kennis
?en haar edel idealisme maken haar voor alle tijden
tot een der merkwaardigste verschijningen in de
vrouwenwereld. Zy heeft te allen tijde de leven
digste belangstelling voor en het levendigst inzicht
getoond in de vorderingen der menschelijke werk
zaamheid op elk gebied en heeft steeds in de
politiek haar sympathie geschonken aan de vrij
zinnige partijen. Overeenkomstig haar laatst.cn
-wil zal haar stoffelijk overschot worden verbrand
Onder de kleine St. Nicolaas-uitgaven trekken de
aandacht een drietal gedichten bij Engelsche plaat
jes, door dr. E. Laurillard geversifieerd en bij S.
Warendorff Jr. uitgegeven. Zij heeten: Een brave
kerel. De oude armstoel en Het zonnetje; de
versjes zijn lief en de plaatjes aardig in drie of
vier tinten gedrukt.
Ken vertaalde roman van Detlev von Liliëncron,
Een hart van goud, vertaald door Meta
Hugenholtz, is bij den uitgever L. J. Veen te Amster
dam verschenen. Het boek zal aan de lezers van
?dit blad niet onwelkom zijn, wanneer zij weten
?dat het origineel Breide Kummelsbuttel is, welks
frischheid en oorspronkelijkheid in een artikel in
het Weekblad uitvoerig werd geprezen.
Orer de Alpen, reisindrukken uit Zwitserland
«n Ital , door Charles Boissevain ('uitgave van
Tj. Holkema te Amsterdam), is een van die aan
gename boeken, die den niet-reiziger een frissche
herinnering en nog iets meer zi>n. Van Amster
dam naar Rome reist de heer Charles Boissevain
met zijne lezers; bergen en rivieren, paleizen en
tuinen, oude steden en de eeuwig jonge natuur laat
hij hun zien. Hij trekt van den duinkant, waar in de
?donkere maanden de langgerekte klacht weergalmt
van de loodkleurige Koordzee, die door oen grau
wen wintcrhemel is gedrukt", naar de blauwe zee
zonder getij, waarlangs oranjes en citroenen stra
len in de zon". Een intelligent, belezen en ge
voelig reisgezel, op wien kleuren en tinten wer
ken, evengoed als al wat menschelijk is", is niet
te versmaden, hetzij aan het hoekje van den haard,
in den spoorwegcoupéof op de groene wegen in
het beloofde land zelf.
In do Vijftig-cents-editie van den heer A W.
Sijthoff, te Leiden, die deze dagen velen nut
tige en goedkoope cadeautjes aan de hand zal
doen, zijn verschenen: J. J. L. ten Kato,
Stichtelijk Huidioeh vierde veel vermeerderde en
verbeterde druk, en:
De Dichtwerken van dr. R. Bennink Janssonius,
derde druk. Beide boekjes hebben hun vast pu
bliek, gelijk de veelheid der drukken reeds bewijst.
De heer Tj. v. Holkema heeft tegen St.-Nikolaas
weer voor prettige en degelijke jongensboeken
gezorgd. In de eerste plaats vermelden wij twee
verhalen van Marryat, Eattlin de Zeeman, bewerkt
door Johan Gram, en Arme Jaap, bewerkt door
Ph. J. van der Veen. Marryat is sedert vele jaren
en terecht! - een lieveling voor onze jougd;
de heeren Gram en van der Veen hebben hem
met zorg en succes in een Hollandsch kleed ge
stoken en Joh. Braakensiek heeft de beide
boekdeelen voorzien van zeer goede illustratiën, die
weder getuigen van zijn eigenaardig talent, en
waarin het kostuum uit den tijd van 179f>?1815
met veel gemakkelijkheid wordt behandeld.
In de tweede plaats wijzen wij op den herdruk
op zichzelf reeds eene aanbeveling van
Don Quichot van La Manclia, bewerkt door J.
J. A. Gouverneur. Cervantes' meesterwerk heeft
nog niets van zijne aantrekkelijkheid verloren en
Gouverneur verstaat bij uitnemendheid de kunst
van navertellen. Acht aardige gekleurde plaatjes
sieren het werk.
Jn de middeleeuwen verplaatst ons het verhaal
van Charles Deslys De Erfenis van Karel den
Groote." De uitgever N. J. Boon heeft voor dit
boeiend verhaal, dat bij de jeugd gretige lezers
zal vinden, in den heer S. J. Andriessen een goe
den bewerker gevonden. Ook bij dit boekje ko
men een aantal goed geteekende illustratiën der
verbeeldingskracht ter hulp.
De heer L. J. Veen heeft voor de feestdagen
iedereen willen bedenken. Voor de jongeren gaf
hij Arthur en Squirrel, een aardig verhaal niet
enkel voor de kinderen, naar Johanna Spyri door
itia van der Tuuk bewerkt; en De Zwarte Jager,
een geschiedenis uit Indie door Cheribon. Van
dit laatste verhaal is het reeds de derde druk
die verschijnt; onzes inziens verdient Artlmr en
Squirrel vooral niet minder de gunst der jonge
lezers. Ieder der boeken is met een aantal ge
kleurde platen versierd.
Een derde uitgave van dezelfde firma is Het
zonnetje van binnen, door A. de Visser, die als
novellist en kinderschrijver reeds bekend is. Het
is meer bijzonder voor meisjes geschreven on tracht
eenigszins dien veredelenden invloed uit te oefenen,
dien wij in vele der kinderboeken van de laatste
jaren al te zeer missen. Ook dit boekje is met
vier plaatjes versierd.
Nog verscheen bij dien uitgever De ster van
den vrede, eene kleine kerstvertelling van itia
van der Tuuk.
Bij den heer Tj. van Holkema te Amsterdam,
worden onder den titel Om ons heen een aantal
geestige schetsen van Js. van Rennes uitgegeven,
die zeker de aandacht zullen trekken Met n
van de vierendertig stukjes. De Juffrouw van de
Riosk, maakten de lezers van het Weekblad reeds
kennis; de drieëndertig andere zijn i'risch voor
hen, en frisch op zich zelf. De heldere oogen,
waarmede Van Rennes de wereld bekijkt, en de
guitige wijze van beschrijven, zullen den lezer het
eene schetsje na het andere doen doorloopen en
nu en dan nog eens op een bijzonder gelukkig
geslaagd doen terug komen.
Bij denzelfden uitgever verscheen weder Da
Liefde Sticht, een christelijk jaarboekje, waarvoor
men ieder jaar eenige bijdragen van gewilde auteurs
weet te krijgen. Laurilllard, Van Maurik, M. J.
Mees, Helene Swarth. Louiso B. B leverden hrm
bijdragen; en iemand die zich niet noemt, maar
zich uitstekend van zijn taak kweet, zorgde voor
een gepast citaat bij iederen dag van het jaar.
Bij den uitgever S. Warendorf Jr. te Amsterdam
verschenen een drietal kleine prachtuitgavcn, die
door alleszins artistieke afwerking eene cercplaats
innemen. Het zijn De Avondklok, door C.
Ilonigh (naar Rosa Hartwick Thorpe), Zaterdag
avond op het land door Pol. de Munt (naar
Robert Burns) on Emnty, door Fioro dulla Xeve.
De plaatjes van ngelsche afkomst, de smaakvol
en kleurig getinte omslagen, de rose strikjes en
het fraaie papier, heliotroop en nijlgroen getint,
het verguld op sneo met ronde hoeken, omlijsten
op do smaakvolste wijs de drie gedichten. l)e
Aroiidklok is eene treffende episode uit
C'romwell's tijd, de Zaterdagavond op Itet land, eene
idylle die Pol de Mout met animo Burns moet
nagezonden hebben, Emmy eon kleine cyclus van
oorspronkelijke gedichten van Fiore della Xeve,
fraaie en vloeiende verzen, mede door een
ulyllischen draad aaneengeregen. De uitgever zal
ongetwijfeld op dit drietal werkjes, dat zooveel
aanlokkclijks vereenigt, succes hebben.
Ook de uitgever L. J. Veen heeft zich tot Fiore
della Neve gewend, om met diens hulp een paar
keurige vruchten van vreemden op Xederlandschen
bodem over te planten. Bij fraaie illustratiën van
Longfellow's De smid van het dorp' en van
Woodworth's Hy den put" gaf de Xederlandsche
auteur welgeslaagde vertalingen van deze twee
ngelsche gedichten.
HERDENKEN OOK GEDENKEN.
(Slot.)
De Prins van Oranje te 's-Gr.ivenlmge den 30
November met uitbundig gejuich ingehaald on
begroet, begaf zich reeds den 2 December naar
Amsterdam, waar hij dienselfden dag tot
Hoiivereineu Vorst dor Nederlanden werd uitgeroepen.
De last, welke \Villem I zich daarmede op de
schouders voelde leggen was inderdaad zwaar,
eischte evenveel werkkracht als volharding, ijver
als moed, geduld als voortvarendheid, geest als
verstand, toewijding als zelfvertrouwen. Aan geld
was nauwelijks een .iOO.OQO guldeu te vinden,
er was ceen ander leger als een vijftien honderd
11
man, er waren geen andere wnpeus dan een
hoopje geweren, wat onbruikbare lansen en sabels
en ... vijf kanonnen; Zeeland moest nog door
de Engelscheu worden bevrijd; de vestingen
Naarden, Helder, Deventer, Koevorden, 's-Bosch,
Bergen-op-Zoom en Delfzijl waren nog in 's vijands
handen, de vloot ouder Verheul! wilde zich niet
voor Holland verklaren.
De staatsmjiohiue moest geheel in elkaar wor
den gezet, de Fransehe wetten door andere ver
vangen, oude instellingen gesloopt, nieuwe ont
worpen en gegrondvest worden; theorieën van
voo>-heeu pasklaar gemaakt voor de eischen van het
oogenblik; in een woord eene geheele nieuwe
orde van zaken geschapen worden.
Het volk van 'II! en 'IJ heeft Willeni I als
een God vereerd, de mannen vaii het
gesmaldeelde koninkrijk Holland hebben hem na '30
streng veroordeeld, de uakomeling zal hem recht
doen.
Moet hem het verwijt treffen een autocraat te
zijn geweest, de natie heeft hem dat gemaakt, zij
heeft haar souvereinen vorst geheel de teugels
van het bewind in handen gegeven, en rust zoe
kende na de smarten ouder het Fransrhe juk
en bij haar de wedergeboorte geleden, heeft zij hem
niet alleen haar volle vertrouwen geschonken
maar ook haar politieleen huissleutel afgegeven.
Een tijd lang schijnt de goe-gemeente in het
naive geloof te hebben verkeerd, dat nu zij een
maal een vorst had, die voor haar zou waken,
alles verder zou terecht komen. Voor een groot
deel hadden Hogeudorp en de zijnen alles weer
heel netjes in orde gebracht en waarschijnlijk
was zij daardoor tot de overtuiging gekomen, dat
alles voor haar heil wel zonder haar medewer
king zou kunnen geschieden.
Aan de voorbereiding tot de omwenteling had
»het volk van Neerland" geen deel genomen; in
de dagen e~i uren, waarin het lot van het vader
land beslist moest worden, bleef de groote menigte
thuis afwachten, wat er zou gebeuren, vaak door
wankelmoedigheid dreigende alles te bederven,
en toen eindelijk het uur der verlossing had ge
slagen, wilden de goede burgers wel jubelen en
juichen, ja, wilden zij zelfs hunne staatkundige
kibbelarijen vergeten, maar daarmede meenden
zij dan toch werkelijk genoeg te hebben gedaau.
Men heeft de eensgezindheid van ons volk in
de laatste weken van bet jaar 1813 aan den dag
gelegd, hemelhoog geprezen, en wie de geschiedenis
niet te kort wil doen, kan die geestdrift niet
loochenen; onverklaarbaar is zij daarbij in geenen
deele. Vernederd, vertrapt, langzaam doodgemar
teld, kreeg »het volk van Neerland" tamelijk on
verwacht en zonder er de minste moeite voor te
hebben gedaan, zijn vrijheid terug, werden hem
eensklaps alle verloren gewaande kostbaarheden
thuis gezonden. Is het dan wonder, dat men
juichte en jubelde. Maar hoe kwistig men ook
met oranjeliut en vrijheidsleuzen had omgespron
gen, toen de geestdrift belichaamd moest worden
in daden, bleef de goe gemeente thuis: het »te
wapen" van den souvereinen vorst, onmiddellijk
na het aanvaarden van het Bestuur, iu zijn pro
clamatie uitgesproken, werd doodeenvoudig ge
negeerd, niemand meldde zich voor den krijgs
dienst aau, en al trachtten enkele patriciërs op
eigen kosten vrijwillige korpsen bijeen te brengen,
in Amsterdam, iu de hoofdstad van het herboren
rijk, waren gecne mannen te vinden, die voor het
vaderland het zwaard wilden voeren, zelfs niet
en dat teekent tegen een ruim handgeld.
»De wapenen der bondgenooten zullen de be
vrijding des lauds wel voltooien!" heette het;
welzeker, alles was tot heden opperbest gegaan
en wie voor het vaderland ging vechten, leek wel
gek. Of de regeering al mooie proclamaties de
wereld inzond, de gemeentebesturen krachtige
opwekkingen deden hooreu", dichters en redenaars
met de onverschilligheid den spot dreven, het
hielp niet, en na lang wachten, moest ten slotte
op aandringen van een buiteulandsche mogendheid
worden bevolen, wat eerst was verzocht. De land
storm werd gcdecretecrd en na veel barensweeën
kwam eindelijk een militie-leger tot stand. Na
tuurlijk was het toen te laat, en deboudgeuooten
alsof zij nog niet genoeg te doen hadden
mochten ons helpen ons eigen land vau Fran
seben te zuiveren!
En nog klaagden onze vaders in '30 over de
trouweioosheid dier bondgenooten, die ous bij alle
weldaden vau hen genoten, nog op den koop toe
Belgiëhadden cadeau gedaau, maar die na eenigen
tijd tot de, overtuiging waren gekomen dat Noord
en Zuid al heel slecht bij elkaar pasten.
En waar ons volk iu 'i3 en 'l-i eene schande
lijke lamlendigheid aiui den dag heeft gelegd voor
kraehtsontwikkeling naar buiten, daar toonde zij
al evenveel onverschilligheid voor de
biuneulaudsche politiek.
Willem I had de souvereiuiteit aanvaard onder
voorwaarde van eene constitutie en reeds den
2ïen December was eene commissie vau veertien
leden benoemd tot het ontwerpen van die grondwet.
Van Hogendorp, die de omwenteling zoo uit
stekend had voorbereid, en nu tot voorzitter der
commissie was gekozen, kou onmiddellijk een ont
werp ter tafel brengen, door hem reeds in de droeve
dagen vau Napoleon's bestuur vervaardigd, maar
Gijsbert Karel's denkbeelden waren nu juist niet bij
zonder vrijzinnig. De vurige Prinsgezinde vau '87
had wel in den vreemde veel geleerd, doch bij was
gehecht gebleven aau de oude instellingen, eu
terwijl hij natuurlijk aan den souvereinen vorst
een eenhoofdige macht toekende, nam hij de
provinciale staten, de provinciale hoven, de
ridderschappen enz. en*., weder in zijn grondwet
op. De verkiezingen zonden bij trappen plaats
hebben, de adel kreeg een deel van zijn vroegere
rechten terug.
Te vergeefs waarschuwde Kemper, helaas, hij
vond slechts zeer weinig steun.
In enkele maanden had de commissie haar
arbeid voltooid eu kou eene vergadering van 600
notabelen worden bijeengeroepen om de grond
wet te beoordeel?]).
Op den 2i)e Maart 1814, des morgens te 10
ure, werden die notabelen iu de Nieuwe Kerk te,
Amsterdam bijeengeroepen en »in weinige uren
tijds hadden deze mannen de grondslagen van
het volgend geluk of ongeluk der natie gelegd'',
waut reeds in den ra'niddiig van dienzeliden 29e
Maart werd de Prins, die juist een feest van de
Maatschappij stot Nut van het Algemeen" bij
woonde, even naar buiten geroepen, om te ver
nemen dat de nieuwe grondwet met 422 tegen
20 stemmen was aangenomeu. »Tijd tot onderzoek
Was er niet geweest: ter nauwemood tot stem
ming van de 450 leden (honderd en vijftig waren
weggebleven) Met eeue overhaasting zonder
weder<ra werd over al de levensvragen der toekomst
beslist, "
En de natie zag dat uiet alleen lijdelijk aan,
maar jubelde en juichte opnieuw »Zij had haar
eer prijs gegeven", merkt de hoogleeraar Jorissen
op, »toen zij weigerde als n mau tegen den
vijand op te staan, en meende, dat voor haar
vluchtig goud waardigheid en eer te koop waren.
En zij vertrapte de kiemen der toekomst, toeu
haar volstrekt gemis aan deelneming eu aan be
langstelling, de regeling aan den nieuwen staat
overliet, toen de mannen als Kemper en Ho
gendorp in de volgende jaren al'een liet staan,
alleen liet strijden."
Weer hebben wij gejuicht en gejubeld bij de
herdenking van Nederland's verlossing; de
nako! meling zal oordeelen of wij werkelijk reden
' hebben gehad tot vrenirdebetoou, onze zonen en
kleinzonen zullen uitmaken of' wi.j Icr-scn
puti fiide uit het verledene de vrijheid meer waar
dig zijn geweest dan onze grootouders.
(Schande over ons, als die uitspraak niet geheel
en al in ons voordeel zal wezen. Het volk van
'13 en ''14 kan nog de verontschuldiging doen
gelden, verlamd, geknakt te zijn geweest door de
harde slagen van het noodlot, wij daarentegen,
schatten zwelgende uit indische baten, hebbea
met niets te worstelen gehad, dan met de on
deugden van ons zelven.
Eveu dwaas als het is van den akker iets an
ders te willen oogsten, dan hetgeen er gezaaid
werd, even dom zoude het zijn van de toekomst
iets anders te hopen, dan waarmede zij in het
heden wordt bevrucht; het volk van '13 heeft
voor een groot deel de wrange vruchten moeten
plukken vau lauwheid en onverschilligheid, laten
wij althans zorgen later ook niet te moeten jam
meren over eigen schuld.
N. F. A. B.
Schaakspel.
Partij gespeeld te Bonn in December van het jaar
1859 te gelijk met 7 partijen. Alle blindelings
tusschen de heeren
Berth. Schule en Kr.
Kieseritzki Gambiet.
Wit Zwart.
l e2 e4 e7 e5
2 f2 f4 eó X f4
3 gl - f3 g7 - g5
4 h2 h4 g5 g4
5 f3 e5 h.7 h5
6 fl c4 h8 h7
7 d2 d4 f8 hu
8 bl c3 c7 c
<) e5 d3 d8 f6
10 e4 e,5 f6 f5
11 d3 c5 f5 g6
12 c4 d3 g(> g7
13 d3 X h7 g7 X h7
14 c3 e4 b7 b
15 e4 do f e8 d8
16 c,5 d3 f7 f6
17 cl X W c8 a6
18 dl d2 h(! f8
19 hl fl f8 X d6
20 e,5 X d6 Ii7 e4 f
21 d2 e3 16 15
22 e3 X e4 f5 X e4
23 f4 g5 f d8 e8
Stand der partij na den 23sten zet van Zwart,
ZWART
i i
f& , JL
f
bede
WIT
Wit geeft in 10 zetten mat.
PROBLEEM Xo. 4
van den Hoor Grimshaw.
ZWART
abcdefgh
WIT
Wit geeft in 4 zetten mat.
VOOR MIXDER GEOEFEXDEX.
Vervolg.
Zwart.
d6 (c
Wit.
3de zet
4de ., d2 d3
5de c2 c3
(We b2 b4
a'2 ai
o o
h-2 - h:-5
h.3 X g4
13 g">
c4 X f7 T
(13 dl
dl (13
,, ff5 h3
de
8ste
i»de
10de
11,1e
12de
l.'ide
14de
15de
g8 - ffi (d
AS e7 (e
('5 1)6 (f
f6 g4 (t)
al aG (h
In h5 (i
h 5 X g4 (fc
c7 f(i (l
e8 e7 (MI
e5 X di (n
t'6 h6 (o
ho' b.7 (p
r) Deze zet wordt door de meesters ais uitmuntend
besehunwd, daar de pion o5 daardoor woi-dt gesteund en de
looper gelegenheid krijgt /.ieh to verpUiat.vn.
'/l Wit sehuht eveneens zijn pion ter ondersteuning van
ei op, en tevens om zijn looper vrij te maken; waarop
zwart ii'.i zijn paard uitbrengt om ruimte, te krijgen als hij
j rooneren \nl.
! <?) Schijnbaar sluit wit met dezen zet het paard in, dat
anders op e:} zeer sterk is, maar het voordeel dat, de
kgiQop bit kan komen om 17 aan te vallen, d:}?(14 te kunnen
spelen en zijn pions te verbinden. Zwart do:;t v,;el is waar
een zet, dj" ^.ewoonlijk niet r;iad/.aam is, de k^in vóór den
, koning te plaatsen, maar in dit ^'ev;;l, nu wit nog niet
gero' qaeerd he>'it is hrt minde]- gevaarlijk.
/! Wit speek di"n pion op om den looper aan te vallen,
welken zwart nu in veilighe'd brengt.
;/) Wit v, il den looper nogmaals aanvallen, door aanstonds
den pion een vel'l verdei' te plaatsen, met het oog daarop
speelt zw;trl l'C>?g4 om dan t'2 te nemen.
h] Op deze roir.iade kan zwart nu wel paard en looper
ruilen tegen teren en pion, zoo ongeveer dezelfde wiutrdo
hebbende, gewo, >n]Hk erhrer doet men den r<;il niet ea
zwart om niet daartoe ireuood/aakt te worden iloor ai?aök
is godwongcn tot d< 11 zet a7 au.