Historisch Archief 1877-1940
No. 647
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
de dochter van Balchoff lief; ongelukkig voor hem,
valt h\j evenwel niet in den smaak van juffrouw
?Olympia; deze droomt van niets, dan een oiflcier
te zullen huwen, die Fransch spreekt en haar
naar bals en schouwburgen zal geleiden. Lazarus
laat den moed niet zakken; hij weet dat een
Russisch koopman meester is in zijn huis en
dat hetgeen h\j -wil, geschiedt. Werkelijk beveelt
Balchoff z\jn dochter dan ook Lazarus te huwen;
na lang tegenstribbelen, bemerkt de schoone
?Olympia dat haar echtgenoot er in toestemt
Fransch te leeren, dat hij er niets tegen heeft,
zijn baard af te scheren en er geen bezwaar in
ziet, haar een rijtuig te geven. Geheel verzoend,
verbindt z\j zich daarop met haar echtgenoot
tegen haar vader. De advocaat van Balchoff schijnt
diens zaak onhandig te hebben aangepakt; de
koopman, heeft een frauduleus bankroet geslagen
?en wordt gevangen gezet. Zijn schuldeischers
verklaren zich evenwel bereid, hem zijn vrijheid
te hergeven, wanneer hy zich verbindt, hun
'25 % uit te betalen. Al de goederen van Balchoff
bevinden zich evenwel in handen van zijn
schoonaoon; deze, en vooral Olympia weigeren hem te
iulp te komen, omdat zij een nieuwe zaak opge
zet en daarvoor al hun kapitaal noodig hebben.
Het tooneel, waarin Balchoff het geld van zijn
?dochter komt terugeischen, verheft zich tot het
werkelijke drama en geeft, niettegenstaande zijn
brutale realiteit, echte kunst, die niet nalaat een
machtigen indruk te weeg te brengen.
Het stuk eindigt met een beteekenisvolle en
zeer typische toespraak van Lazarus; na zijn schoon
vader naar de gevangenis te hebben laten terug
brengen, wendt hij zich tot het publiek en roept uit:
Heeren en dames! Wij gaan een nieuw maga
zijn openen en verzoeken u, ons met uwe orders
te vereeren... Gij kunt op onze nauwgezette
eerlijkheid rekenen; gij kunt een klein kind naar
ons toe sturen en het zal voor geen cent bedro
gen worden!"
Het Kussische publiek bezit n groote deugd:
het houdt er niet van, dat men het goede hoe
danigheden toekent, die het niet bezit. Het zou
eerder geneigd zijn zich zelf te zwart te zien.
Uit dit feit alleen reeds kan het zoo groote
succes, dat Ostrovski met zijn stukken behaald
heeft en de geestdriftige bewondering, welke die
klasse van menschen, wier ondeugden hij geeselt,
hem toedraagt, verklaard worden, Hierbij dient
tevens in het oog gehouden te worden dat Os
trovski juist optrad, toen er zich in den boezem
der burgerij een partij vormde, die zich met
jeugdig ongeduld tot taak stelde, de oude gebrui
ken te hervormen en een nieuw leven te beginnen.
In dat streven heeft Ostrovski hun de behulpzame
hand geboden. Het zou te kras zijn, te willen
beweren, dat de Russische koopmansstand reeds
een algeheele verandering heeft ondergaan, maar
het is een onaantastbaar feit, dat het getal der
Balchoffs en Lazarussen aanmerkelijk verminderd is.
Ostrovski heeft aan het einde van zijn leven
de edele voldoening mogen smaken, te merken
dat zijn werk niet te vergeefs geweest is en dat de
nieuwe staat van zaken, zooals hij die gedroomd
had, geen illusie was. De ondeugden, die hij met
zijn bitteren lach geeselde, hadden het hoofd
moeten buigen en zijn ideaal had gezegepraald.
Wanneer wij nu wilden trachten Ostrovski zijn
plaats onder de tooneelschrijvers der verschillen
de litteraturen toe te kennen, dan zal deze na
tuurlijk veel lager zijn dan die van hen, die steeds
ware en in alle eeuwen thuis behoorende typen,
zooals die van Hamlet, Tartuffe, Alceste, Don
Juan, enz., hebben weten te scheppen; het is
evenwel in hem geen geringe verdienste, dat hij
met vaste hand, een geheel tijdvak, een geheel
geslacht heeft weten te typeeren ; Ostrovski heeft
nog meer gedaan, hij heeft een ideaal weten te
scheppen en ten bate van de Kussische maat
schappij aan de hervorming van de door hem
geschetste typen weten te werken
De afmetingen van dit artikel vergunnen ons
niet ook maar een kort overzicht te geven van
al de stukken, die Ostrovski aan ds schildering
van den Russischen ambtenaars- en
koo.,mansstand gewijd heeft. Wij moeten er ons toe be
perken, nog mede te deelen, dat hij het zich
niet uitsluitend tot taak gesteld heeft, slechte of
verworpen lieden te schetsen ; hij heeft ook wezens
weten te scheppen, die, bezield met de edels'.e
idealen, vol moed den strijd met hunne omgeving
ten einde toe volhielden. Men kan zich nauwelijks
een sympathieker persoonlijkheid voorstellen dan
die van Marie in De bi-uid zander bruidsschat",
een jong meisje, dat een hevigen strijd voert, om vrij
te blijven voor hem, dien zij lief heeft en die zich
gedwongen ziet een man te huwen, die haar mis
haagt en haar slechts neemt omdat zij mooi is. Zoo
is b.v, ook ladoffin Een winstgevende betrekking"
een karakter vol adel en rechtschapenheid. Hij
heeft uit liefde een jonge, zeer lichtzinnige vrouw
getrouwd, die de gemoedsbezwaren van haar man
onzinnig noemt en er hem toe drijft, zich, even
als andere Russische ambtenaren dit doen, ten
koste van den staat te verrijken. Eveneens moet
men in Het onweer" wel onwillekeurig diep
medelijden gaan gevoelen met de ongelukkige
Catharina, de schuldige vrouw, die door een booze
schoonmoeder en een dommen, onzelfstandigen echt
genoot vervolgd wordt en rust en vrede gaat zoeken
in de golven van den Wolga. In al de stukken van
Ostrovski behaalt de brutale kracht de overwin
ning, maar de slachtoffers zijn belangwekkend en
ten slotte is het toch hun zaak, die zegepraalt.
Ostrovski is het eigenlijk geweest, die den Rus
sen een volledig nationaal tooneel geschonken
heeft; na aan den Russischen koopmans-en amb
tenaarsstand het onderwerp van zoovele
tooneelstukken ontleend te hebben, zich op het
historische drama geworpen en heeft hij de meest
tragische momenten uit de Russische geschiedenis
ten tooneele gebracht. De meest bekende en beste
van deze stukken zijn: Kouzma Minine, dat het
tijdperk der tusschenregeering in Rusland schetst,
De valschèDmitri, Wassilissa Melentiena, waarin
een der maitressen van Iwan den Verschrikkelijke
ten tooneele gebracht wordt. Deze drama's zijn
hoogst belangwekkend en geven een getrouwe
afspiegeling van den tijd, waarin zij spelen. Zij
staan evenwel verre beneden Ostrovski's
tooneelen blijspelen.
Ostrovski zag dan ook al spoedig in, dat het
historische drama zijn terrein niet was en keerde
tot het blijspel terug. Ditmaal koos hij zijn typen
te midden van de nieuwe maatschappij, die zich
na de vrijverklaring der lijfeigenen gevormd had.
Wij vinden in deze laatste stukken, zooals bijv. in
,.Een warm hart" enz. dezelfde goede hoedanig
heden , die wij in zijn vroegere werken be
wonderd hebben: veel leven, ware karakters en
onderwerpen, die op zich zelf reeds belangwekkend
zijn.
Ook heeft Ostrovski gebruik gemaakt van zijn
grondige kennis van het tooneel en de
tooneelspelers om eenige stukken te geven, waarin hij
met aangrijpende realiteit het leven der
tooneelspelers te St. Petersburg en vooral in de pro
vinciën schetst, zooels o. a. in Het woud", De
artisten en het publiek" enz.
Ruim vier jaar geleden werd Ostrovski tot di
recteur van den schouwburg te Moscou benoemd.
Deze benoeming deed de schitterendste verwach
tingen geboren worden. Men hoopte dat de stich
ter van het Russisch tooneel, met hulp van de
uitstekende kunstenaars, over wio hij den scep
ter zwaaide, een schouwburg zou stichten, die voor
Rusland zou zijn, wat het Maison de Molière
voor Frankrijk is. Deze hoop stond reeds op
het punt verwezenlijkt te zullen worden, toen
een plotselinge dood den dichter den 2den Juni
1886 aan zijn werkkring ontrukte.
UIT DE KINDERKAMER.
door
EDOUABD D'ATJBKAN.
«Kinderen," had ik hun gezegd, »belooft mij nu,
heel 'zoet te zijn, en de oude Catherine het niet
lastig te maken."
»VVaar gaat u heen, papa? U beut zoo mooi
aangekleed."
»Naar de begrafenis van den generaal, je weet
wel. Je zult nu twee lange uren alleen' zijn.
Gaat uu niet in den tuin, blijft lief in tnijn ka
mer en speelt met de kegels, de soldaten, al
wat ge wilt. Als ge geen kattekwaad uitvoert, en
Catherine's rapport niet al te ongunstig voor jelui
uitvalt, dan staat er vandaag een dubbele portie
vla op. Jeanne, jij bent de oudste, u vertrouw ik
de broertjes toe."
En Jeanne, een klein moedertje van acht jaar,
trotsch op haar post en op mijn vertrouwen, gaf
me den hand^lag er op, dat alles zou worden op
gevolgd eu dat zij voor de orde binnenshuis borg
bleef.
»Maar, papa," voegde zij er bij, terwijl zij mij
den koppel omgespte, »als n het goedvondt, dat
wij uit het raam mochten kijken....; de begrafe
nisstoet komt toch hier voorbij...., we zouden
zoo gaarne de tamboers zien, de muziek, de sol
daten.... O, dat zou een heerlijk pleizier ziju
voor ons."
Nolens volens moest ik Catherine wel last ge
ven hen alle drie voor het raam te zetten, als
de stoet zou voorbijkomen.
Emile en Charly klapten in de handen en
sprongen van pleizier, alleen bij de gedachte aan
zulk een fraai gezicht.
»En ge weet, Catherine," zeide ik tot mijn
oude kindermeid, die hen thans nog meer be
dierf, dan zij het mij indertijd gedaan had, »de
eerste die zich verroert, wordt zonder genade
doodgeschoten."
»Papa," smeekte Charly, »daarna mag ik toch
een beetje op uw viool spelen ?"
»En ik,'' riep Emile, »ik zal het kleintje van
poes halen, het zuigt niet meer, en clan de klu
wens...., ik zal niets in wanorde maken...,"
«Amuseert u, kinderen, zoo goed als ge kunt;
maar maakt de viool niet kapot, doet liet kleine
poesje geen zeer, en vooral weest zoet, weest zoet....
Dat is al wat ik verlang."
En in allerijl begaf ik mij naar de kazerne.
II
De lijkstaatsie trok onder de ramen van mijn
woning voorbij. Ik keek naar boven en zag mijn
drie krullebollen aan het raam; achter hen de
oude Catherine, die haar rozekrans door de vin
gers liet glijden.
Jeanne en Emile zochten mij met de oogen,
maar zij konden mij niet ontdekken in het men
gelmoes van helmen en uniformen, die allen helder
in de zon blonken en straalden.
Charly, het Benjaminnetje, de lieveling die mij
het dierbaarste op de wereld gekost had, stond
als een cupidobeeldje op mijn pianotabouret, en
in verrukking over het ongekende schouwspel,
dat zich voor zijn oogen ontrolde, begeleidde hij
het doffe geroffel der trommen met zijn tien mol
lige vingertjes op de vensterruiten.
«Ze zijn allerliefst," zeide ik in mijzelven, «al
les is goed."
De rouwplecbtigheid duurde lang, zeer lang;
de bisschop kon het eind van zijn preek niet
vinden; en eerst tegen zeven uur keerde ik naar
huis terug.
De kleinen hebben al wat honger," met deze
woorden ontving mij de oude Catherine, »maar
ze zijn lief geweest als engeltjes. Daarom heb
ik ook de vla klaargemaakt."
»Dat behoef je niet te zeggen; ik rook het in
de kerk al. Gij oude medeplichtige, o, als ze u
eens niet meer hadden. .. ."
«O, ze zullen me wel kunnen missen. Maar als
u aan tafel wilt gaan, de soep staat gereed."
III
Er werd op de soep aangevallen, en stil als
muisjes aten ze haar op; de kleine muisjes wa
ren uitgehongerd.
Daarop kwam er visch, ook gedurende dat
gerecht bleef alles stil; dat was de gewoonte bij
ons, op de »vischdagen" een angstige stilte in
acht te nemen, sedert Charly's ongeluk met
die graat namelijk. Maar na de visch, dat was
wat anders.
De vragen vlogen heen en weer over de tafel;
en ik meest de kleine nieuwsgierigen een volle
dige beschrijving van de lijkplechtigheid geven,
die ik zoo juist had bijgewoond.
Ook niet de geringste bijzonderheid mocht ik
overslaan. Zij wilden alles weten, alles, van het
balsemen en kisten tot de neerlaten van de kist
in de groeve.
»Maar, lieve kinderen" zeide ik ten slotte, »dat
is toch niet voor jelui; we willen nu over wat
anders praten. Ge kuut mij gclooven; ge hebt
uit het raam het mooiste ervan gezien."
«Maar, lieve papa, dat vinden we juist zoo
aardig."
Nu, dan hebt ge een raren smaak. Maar ver
telt me toch liever, om ons wat op te vroolijken,
wat hebt jelui dan toch in mijn afwezigheid uit
gevoerd ?"
»O papa" antwoordde Jeanne de twee an
deren hadden deri mond vol vla, «wij heb
ben ... o, het was zoo grappig ! ... wij hebben
begrafenis van den generaal" gespeeld."
»Ik begrijp niet..."
»Met poes haar kleintje ..."
»Wat bedoel je?"
»We hebben het kleine poesje in uw
vioolkist gelegd,... op twee stoelen, met kaarsen iu het
rocd, . . . Charly heeft zijn trommel genomen en
heeft vooruit gemarcheerd..,, we zijn door de
kamer getrokken, tot aan de houtkast in den
hoek.... en daar heeft Emile de kist begraven."
En toen..." voegde Charly er "bij, »zong Emile,
omdat hij voor bisschop speelde, en Jeanne
schreide.... omdat zij de vrouw van den generaal
was...."
»Over de kist", ging nu Jeaune weer voort,
hadden wij een handdoek uitgespreid.... daarop
lagen uwe epauletten...."
a Mij u epau...?"
sIJw daagsche, papa.... en dan twee kransen
mag ik alstublieft nog wat vla...."
»En ik ook,"' vroeg Charly.
»En ik ook.... veel... het ieele bord vol," riep
Emile
Ik bediende ze alle drie onder Catherine's stra
lende blikken. Maar plotseling werd ik ongerust.
Ik hoorde poes, de arme kiuderlooze moeder,
rondom ons heen mamven.
Ik hoop toch, dat ge het kleine poesje niet
al te lang in de vioolkist gelaten hebt. Waar is
het ? Ik zal het zijn portie vla geven.,,."
De kinderen waren bleek geworden ; de lepels
vielen hun uit de handen. Met ongerust vragende
blikken zagen zij elkander aan.... ik las uit hun
onthutste gezichten zulk een angst, dat ik
oogenblikkelijk het vreeseiijke van den toestand begreep.
De tweede portie vla werd in den steek ge
laten, tot wanhoop van Catherine, die natuurlijk,
als gewoonlijk, mij de schuld gaf.
lste Jaargang.
Schaakspel.
17 November 1889.
Probleem van W. J. Baird, Londen.
ZWAET
abcde fgh
WIT
Wit begint en geeft in 2 zetten mat.
Partij overgenomen uit den Schaakkalendcr van
den Noordelijken Schaakbond van het jaar 1885.
Een uit 8 partijen door Blackburne in 1883 te
Glasgow blind gespeelde partij.
Stand der partij na den 2-lsten zet van zwart.
ZWART
l
2
3
4
5
G
7
8
O
10
11
12
13
14
15
16
17
Blackburne.
Wit.
e2
Tyfe.
Zwart.
d2
(3
cl
c2
dl
d4
b5
bl
a3
1)5
fl
c4
dG
o
c4
X
c4
f3
d4
d4
c3
c3
(12 a
bf>
dG !
a."
b5
dG
c4!
f5
f5
o
e2
i
d e
WIT
Alles ijlde naar de houtkist^ om de opgraving
te beginnen,.... maar ach, reeds langer dan
een uur zeker had de ongelukkige generaal
Poesje zijn kattengeest gegeven.
Ik was nu getuige van een uitbarsting van ver
driet, zooals alleen de pen van Jeremias
haar zou kunnen weergeven; en van Catherine's
rol daarbij spreek ik liever niet. Nog om twaalf
uur 's nachts schreide Jeanne, door medelijden
en gewetenswroeging gefolterd; en wat Emile en
Charly betrof, die saamgestrengeld, dicht tegen
elkaar gevlijd, in hun bedje l'agen ach, hun
kleine borstjes konden nauwelijks het hevig
snikken bergen, dat telkens van berouw weer
opkwam.
Ik heb mij toen werkelijk in ernst afgevraagd,
of mijn oude generaal, de echte generaal, hij dien
zoovele officieele redevoeringen en
gekommandeerde geweersalvo's tot afscheid gegroet hadden,
of hij zoo beweend was geworden als het kleine
doode poesje.
VOOR DAMES.
Keizerin Friedrich. Amerikaansche
fortuinen. Sruidstoilet. De vrouw
als advocaat in België. Warm bier.
Keizerin Friedrich heeft van de dagen van haar
verblijf te Athene voornamelijk gebruik gemaakt
om haar kennis van de klassieke oudheid te ver
meerderen. Dagelijks bezocht zij, vergezeld door
den erfprins van Saksen-Meiningen, dr.
Schliemann, dr. Thierfeld en eenige Atheensche
oudheidkenners, de musea der hoofdstad, ging de
monumenten en oude tempels zien, en trachtte
zooveel mogelijk van alles het belangrijkste in zich
op te nemen. Het verraste de Atheensche ge
leerden zeer, te zien, hoe de keizerin reeds op
de hoogte was; de Atheensche dagbladpers prijst
haar daarvoor op welsprekende wijze.
De keizerin heeft te Athene eerst besloten tot
het uitstapje naar Olympia en Mycene, waarop
dr. Schliemann als haar geleider is uitgenoodigd.
Op 21 November zal zij te Athene terug zijn,
om er met de Grieksche familie haren geboorte
dag te vieren; den 22sten neemt zij met de beide
prinsessen de terugreis aan, waarbij de konink
lijke familie haar tot Corinthe zal begeleiden.
In opdracht ook van keizerin Friedrich heeft
zich de Grieksche schilder Volanakis aan het
vervaardigen van een schilderij begeven, dat den
intocht van prinses Soplüe als bruid in den Pireus
zal voorstellen. Het stuk zal tegen het eind der
maand reeds gereed moeten zijn, hetgeen wel
vlug schijnt. Het stelt in het midden het jacht
Amphitrite voor, op de kommandobrug staan
koning George, de kroonprins en prinses Sophie;
ver daaronder, aan de verschansing, keizerin
Friedrich, met de prinsessen Margaretha en Vic
toria. Op den achtergrond worden de andere
Grieksche oorlogschepen George, Miaulis en Olya,
zichtbaar; aan de rechterkant staan op het land
de overige leden der koninklijke familie, welke
de aankomenden begroeten ; links dwarrelt boven
de strandbatterijen de witte rook der saluutscho
ten. Over het geheel schijnt de schilder er goed
in te slagen, het bonte tafereel van den voor
Athene zoo merkwaardige dag goed weer te geven.
*
* *
Over het bezoek van keizerin Friedrich aan
den Harem wordt aan de Pust geschreven :
Na het diner haalde do Groote Heer de Kei
zerin uit het Chalet af', om haar in do vrouwen
vertrekken te geleiden. Met de Keizerin ging de
vrouw van Moenir Pacha, die als Turksche
vertolkster zou dienen, l'er cere van het bezoek bij
de sultanes had de keizerin groot toilet gemaakt,
en ook de hofdames straalden van brillantcn Ge
woonlijk noemt de moeder van den sultan, de
sultane-valide, de honneurs waar; ook de
kroonprinses Stephanie van Oostenrijk, de koningin van
Zweden, en andere prinsessen brachten reeds een
bezoek aan den harem. Maar sedert de
sultanevalide gestorven is, wordt deze plicht waargeno
men door de vrouw die .Abdoel Medschid heeft
opgevoed, een eerwaardige oude dame.
Ue vrouw van den sultan is jong en schoon;
met de Oostersche prinsessen mede waren er zes
tien dames, alle in kostbare Turksche toiletten.
Alleen de oudste prinses kleedt zich allo, frunca.
De Duitsche dames waren in hooge japonnen, on
danks haar groot toilet, omdat de Turksche eti
quette verbiedt, dat eene dame zich met
ontblooten hals aan den sultan vertoont; dit had ook
voor hot gala-diner gegolden.
Toen de Keizerin in de staatsievertrekken van.
den harem trad, zaten de beide oudste prinsessen.
aan de piano en speelden : Heil dir im
Siegerkranz !" Er werden daarna dansen uitgevoerd,
vcrvcrschingen aangeboden, en toen na een uur de
Keizerin afscheid nam. reed de Sultan zelf, met
zijn jongste dochter Naile, naar den Keizer. Daar
moest zij voor dezen ook haar pianostukje
spelen, /ij was echter zeer verlegen ; do Sultan
moest haar met djancm, djancm", liefje", troost
inspreken, on eerst toen de Keizerin niet haar
gepraat had en baar cadeautjes had gegeven, over
won zij haren angst.
x
* *
Een Amerikaanse!] tijdschrift, de Cosmopulitan
M«(jctzine, heeft de vorige maand een artikel
bevat over de rijkste vrouwen van Amerika, eu
daarover zeer interessante bijzonderheden weten
te verzamelen. Een milliocn dollars is zeker een
niet te versmaden eigenschap van een mooie
vrouw, vooral wanneer zij als mei.sje of weduwe,
nog te krijgen is. Dit geldt door de genode we
reld en in New-York, ondanks de vele miliioenen,
ook. liet aangehaalde biad beweert, dat er te
New-York dozijnen vrouwen zijn. die rijker zijn
dan de koningin van Engeland, en deze toch is Ue
rijkste vorstin van Europa.
Aan het hoofd dezer keurbendo stond miss Ca
therine Wolft'; nu deze dood is, geldt miss ^lary
Garrett als de rijkste ongetrouwde dame der L'nie.
liet bedrag van haar vermogen, dat bijna geheel
in Ohio-actiën belegd is, is niet nauwkeurig be
kend; men weet alleen, dat zij haar vader, die
op 200 milliocn dollars getaxeerd werd, voor een
derde heeft opgevolgd, en sedert dien tijd haar
vermogen aanzienlijk heeft doen toenemen, want
zij is spaarzaam en heeft zeer veel verstand van