Historisch Archief 1877-1940
r/r
2KBLAJ) YOOE NEDERLA
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
ledef fiommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
r
?
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 4 Mei.
Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. postf 1.2?1 ~~3
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . , 0.10
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel 0.40
I H H O V Dl
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON: Een Alledaagse hègeschiedenis, naar het
Noorsch, door E. F.. I. Gemeentezaken, door
fomo; KUNST EN LETTEREN: Tooneei te
Amsterdam, door Fr. Een .dank u" en een
.verzoek, door C. Tigell. Muziek in de
hoofdgtad, door Von Broeken Fock. Nieuwe uitgaven
r p muzikaal gebied, door Von Brucken Fock.
Futura. De Génestet in Duitachland, door J.
raii Merwesteyn. Leo Tolstoi en zijne laatste
novelle: Beethoven's sonate aan Kreutzer" door
Pr. Jan ten. Brink. VARIA. MILITAIRE
ZAÏEN: De nieuwste paotserschepen der
Fran^cbe Marine. Een hótelroman, een ware ge
schiedenis, naar het Noorsch, van A. Feiling.
SCHAAKSPEL. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES.
BEÜRSOVERZICHT. ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
Toen in het vorige jaar te Parijs de gede
legeerden der socialisten uit alle deelen van
Europa- een eongres hielden, werd daar
besloten, op_ den eersten Mei van dit jaar een e
groote, internationale demonstratie te houden
ten gunste van den arbeidsdag van acht uren.
Van Fransche zijde was het voorstel gedaan,
om die demonstratie te verbinden met eene
algemeene werkstaking, ten einde aan de
bourgeois en de kapitalisten te toonen, hoe
groot de macht was der proletariërs, op wier
wenk het geheele raderwerk der maatschappij
onmiddellijk tot stilstand kan worden gebracht.
Van vele zijden werd <lit voorstel bestreden,
met name ook door Liebknecht, die de on
mogelijkheid der uitvoering aantoonde. Het
bleef dus bij het plan van de demonstratie,
«n deze heeft gisteren in geheel Europa en in
jNoord-Amerika plaats gehad.
De Earopeesche regeeringen toonden zich
bijna allen-meer of min door schrik bevangen
en namen omvangrijke voorzorgsmaatregelen,
om mogelijke ongeregeldheden onmiddellijk
te onderdrukken. Gelukkig z\jn de botsingen
zeldzaam geweest; vergrijp aan persoonlijke
eigendommen, brandstichting, moord en dood
slag hebben deze bladzijde uit de geschiedenis
der arbeidersbeweging niet ontsierd, ofschoon
het de arbeiders mep moet krenken, dat hun
op vele plaatsen het meest indrukwekkende,
soms het eenige middel om hunne gevoelens
duidelijk kenbaar te maken, werd ontnomen.
In vele gevallen waren de botsingen het gevolg
van al te grooten ijver of al te letterlyke op
vatting van het consigne van de zijde van de
politie, soms ook werden zij veroorzaakt door
de werklieden zelven, die net «feest van den
arbeid" tot. een rustdag wilden maken en ge
weld gebruikten of trachtten te gebruiken
Feuilleton.
SCHIEDENIS.
Naar het Noorach, door E. F.
Het was nu een kleine twee en twintig jaar
geleden sinds juffrouw Bruvold haar fortuin
bad gemaakt, zooals men het wel eens noemt,
en den voorzanger tot man gekregen had. Uit
liefde was.zij niet getrouwd, alleen maar om
verzorgd te zijn. Zij had wel altijd hooren
zeggen 4at men dergelijke dingen niet moest
doea, wanneer er niet iets al was het ook
nog maar zoo weinig van het verheven
gevoel, dat men liefde noemt, bij in het
spel kwam.' Toen de voorzanger Bruvold
haar vroeg, had zij niet in het minst
eenige genegenheid voor hem in haar binnen
ste kunnen ontdekken en daarom was het
dat zij een dag of acht bedenktijd had ge
vraagd, om te probeeren of de liefde inmid
dels nog zou komen. Doch, neen; wel had
daarentegen de stem van het verstand, in de
gedaante eener oude tante, zich luider en
luider doen hooren, en dus zeide zij ein
delijk ja.
Hij wilde een vrouw nemen, omdat hij meer
dan genoeg had van huishoudsters, die zoo
vast en zeker als de termijnen verstrekenj bij
eiken termijn den dienst opzeiden. Hij wilde
er nu eene hebben, die niet zou kunnen be
danken, en daarom trouwde hij. HU had ge
oordeeld dat het kleine blonde persoontje,
waarop hij het oog had laten vallen, geheel
aan de voorwaarden zou voldoen, welke
hij vóór alles aan een huisvrouw stelde:
een algeheel verzaken van haar wenschen en
willen.
En op deze gegevens hadden zij nu bijna
twee en twintig jaar naast elkander voortge
leefd. Zij had negen kinderen gekregen, een
onderkomen, eten en drinken, en had haren
dienst niet opgezegd; en hn. ja, hij had
«igenlijk geen andere verplichtingen op' zich
genomen dan die, te zorgen voor net noodige
tegen andere arbeiders, die aan het werk waren
gebleven. Deze laatsten hadden echter op de
meeste plaatsen verreweg de overhand.
Men kan niet beweren, dat de manifestatie,
hoewel zij ontegenzeggelijk een internationaal
karakter droeg, eene algemeene was. Vat men
haar op in dien zin, dat de meerderheid der
arbeiders een verkorting wenscht van den
dagelijkschen arbeid, indien deze verkorting
niet gepaard gaat met eene vermindering van
loon, dan kan men gerust zeggen, dat die
wensch algemeen wordt gedeeld, Indien men
echter reeds dadelijk en op besliste wijze van
een arbeidsdag van acht uren spreekt, dan
weet men, dat men iets in de naaste toekomst
en misschien in langen tijd nog onbereikbaars
vraagt- Intusschen kan het geen kwaad, dat
het vraagstuk van den verkorten arbeidsdag
meer en meer op den voorgrond wordt ge
plaatst en dat het voor alle klassen der maat
schappij langzamerhand onmogelijk wordt
zich onverschillig te toonen voor of onbe
kendheid voor te wenden met het lot van de
arbeiders in vele takken van nijverheid. Wij
zijn de meening niet toegedaan, dat alle ver
beteringen in het lot der werklieden van hen
zei ven moet uitgaan, en hechten groote waar
de aan het initiatief, door de Zwitsersche _ re
geering en later door den Duitschen keizer
genomen. Er is zeker veel gewonnen, wan
neer achterlijkheid op het gebied_ der sociale
wetgeving ook in regeenngskringen eene
schande wordt geacht. Maar aan den anderen
kant wenschen wij het recht der arbeiders
onverkort te zien, om door alle betamelijke
middelen pressie uit te oefenen en propaganda
te maken voor hunne zaak. De grens tusschen
het betamelijke en het onbetamelijke te trek
ken is niet de taak der overheid; de dagen
der landsvaderlijkheid liggen gelukkig lang
achter ons. De overheid heeft alleen te vragen,
of de middelen, door de arbeiders gebruikt
om aan hunne eischen nadruk bij te zetten,
al of niet in strijd zijn met de voor allen
geldende wet. Hoezeer die overtuiging heeft
veld gewonnen blijkt uit het feit, dat werk
stakingen, al kunnen zij soms lastig, hinder
lijk, ja in sommige omstandigheden voor het
algemeen belang gevaarlijk worden, als een
wettig verweermiddel van den werkman
worden erkend.
Op Friedrichsruhe is het stil geworden en
de Hamburger Nachrichtcn bezingen den toorn
van Achiiles niet meer. De heer Von Bismarck
is in de keuze van zijn lijforgaan niet geluk
kig geweest. Waarom heeft hij zich niet ge
houden aan de Norddeutsche Allg&meine, Zeitung,
die steeds bereid was de klappen in ontvangst
te nemen en zichzelf een démenti te geven,
terwijl zij wel zorgde, haren invloedrijken
geld om het huishouden gaande te kunnen
houden. Maar dat hij deze verplichtingen
nakwam, en voor de kinderen zorgde, wier
bestaan hij zich zelven te wijten nad, dit
moest hem, oordeelde hij, tot een groote deugd
worden aangerekend. Niet dat hij ooit zijne
gevoelens hieromtrent aan anderen openbaarde,
of er mede te pronk liep Neen, ze lagen wel
bewaard in zijn binnenste, verscholen achter
het groote zilveren horloge en de zwart
lakenschen jas. Maar zijn vrouw, zij kende ze,
en werd er dan ook iederen dag opnieuw aan
herinnerd. Hij kon het haar nooit vergeven
dat zij zooveel kinderen had ter wereld ge
bracht, en met ieder volgend kind alweer een
zwaarderen steen gevoegd had bij den last,
dien hij langs het steile levenspad had voort
te trekken. En zoo was het alsof bij iederen
rijksdaalder, die het zachte, bedeesde vrouwtje
van hem ontving, tegelijk een oceaan van
braafheid en edele plichts vervulling over het
onderdanige schepsel werd uitgestort, dat dan
geen woorden genoeg kon vinden om hem te
bedanken. Zij dacht er nooit aan dat het
anders moest en kon zijn: hjj was immers de
man, zij de vrouw, en de mannen zijn nu
eenmaal van een ander slag dan de vrouwen.
De eersten hebben immers te bevelen, de
anderen te gehoorzamen, zooals het sedert het
begin der schepping reeds geweest is. «Zon
der klagen of morren behoorde de vrouw te
lijden en te strijden," had dominee zoo vaak
gezegd, wanneer hij zijn huisbezoek bij haar
aflegde; »er was zooveel schopns en heerlijks
in dat voorschrift", voegde hij er dan bij.
De kleine juffrouw Bruvold had uu twee
en twintig jaar zonder klagen of morren ge
leden, en den strijd met het leven gevoerd.
Het gebeurde een enkele keer dat de vraag
bij haar opkwam waar het schoone en heer
lijke, waarover dominee het zoo vaak had, nu
wel blijven mocht; zij had er nog maar niets
van bespeurd, Het moest zeker aan haar lig
gen, peinsde zij dan.
En wanneer zij in een tijdschrift of in een
courant het een en ander vond over de
nieuwere begrippen omtrent de roeping en de
rechten der vrouw, begreep zij er het ware
lastgever nooit te compromitteeren of hem de
handen te binden ? Het Hamburgsche orgaan
meent het goed, maar het bezit nog niet de
noodige handigheid en heeft den heer Von
Bismarck al een paar malen in tegenspraak
met zichzelf gebracht. Dat zal mettertijd wel
beter worden, als de beenen van den
Hamburgschen redacteur de weelde van Bismarck's
patronaat weten te dragen en als hij de
inspriratiën van den grooten man met evenveel
discretie als eerbied vertolkt. Voor het
opgenblik staan de kampioenen niet meer dreigend
tegenover elkander, zooals onze teekenaar
hen de laatste week voorstelde. Het onweer
is, voorloopijj althans van de lucht, en de
heer Von Bismarck is niet opgegaan naar
het Heerenhuis, om zich daar aan het hoofd
der oppositie te plaatsen. Doch wat niet is
kan worden, en wat in 't vat ligt verzuurt
niet. De vijanden Van den heer Von Bis
marck moeten zich niet verbeelden, dat de
vorst voor goed onschadelijk is gemaakt. »De
vijandige pers" zoo kan men in de Ham
burger Naehrichten lezen »kan zich niet ver
heffen tot het denkbeeld, dat de vorst, die
veertig jaren aan zijn werk heeft gearbeid,
het niet met zijn eergevoel bes taan baar acht,
zich thans daarvan af te wenden, indien hij
gelooft, ook in zijne tegenwoordige positie
nog nuttig te kunnen zijn. Men spreekt over
eene prikkelbaarheid bij den vorst, door zijn
ontslag opgewekt, maar men vergeet, dat zijn
lange diensttijd hem eene hooge mate van
objectiviteit heeft doen verkrijgen, en dat zijne
politiek door de tegenwoordige ministers wordt
voortgezet. Het pleit voor het plichtsgevoel
van den in menig opzicht gekrenkten vorst, dat
hij, in het belang van het vaderland, weer
in het politieke worstelperk wil afdalen."
Het Dlijkt uit het bovenstaande_, dat niet
de vrede maar slechts een wapenstilstand ge
sloten is. t Vorst Bismarck trekt uit het feit,
dat al zijne vroegere collega's in hun ambt
zijn gehandhaafd, de conclusie, dat zijne po
litiek onveranderd zal worden toegepast. liij
de bekende afhankelijke positie van hen, die
de heer Von Bismarcfc thans zoo vriendschap
pelijk zijn collega's noemt, klinkt dit onge
veer alsof men den directeur van een mario
netten-theater hoorde verzekeren, dat zijn
opvolger met de inventaris noodzakelijk ook
het repertoire heeft overgenomen. Enkele der
ledepoppen schijnen intusschen ook in de
oogen van den heer Von Bismarck reeds
yleesch en bloed te zijn geworden; hij heeft
immers den heer Von Bötticher beschuldigd,
door allerlei intriges tot zijn val te hebben
medegewerkt? In elk geVal acht de heer Von
Bismarck zich gerechtigd en verplicht om in
grijpend op te treden, wanneer de regeering
het hem niet naar den zin maakt. En dan
als lid van het Parlement, wellicht als lid
niet van, al las zij het telkens en telkens
weder over, en was het haar alsof zij een
mededeeling aanhoorde uit een andere, lich
tere wereld, waarin zij niet tehuis behoorde ;
«nonsens en praatjes, waarvan nooit iets
zou komen", bromde Bruvold, wanneer zij
hem er over sprak.
Bruvold was een oudachtig man, niet klein,
niet groot, en hij had geen achterhoofd. Het
lichtgele haar viel, glad naar achteren ge
kamd, kaarsrecht naar _ beneden. Voor het
overige gaf zijn gezicht in het algemeen den
indruk van niet af te zijn; alsof men het in
de haast had afgeleverd, om er later nog
vorm en uitdrukking aan te geven; maar
van dit laatste was dan sedert niet meer
gekomen. De neus was dik en breed; de
mond nu ja, hij was er en deed zijn dienst,
maar leelijk was hij.
Juffrouw Bruvold was een klein, mager,
uiterst tenger vrouwtje, goed in de veertig,
met lichtblond haar en een hoog smal voor
hoofd, zoo wit, zoo blank, dat de blik er over
heen gleed, en niets van het overige gedeelte
van het gelaat opmerkte. Zoo was het echt
paar Bruvold.
Het grijsgeschilderde huisje, met een kleine,
laag gelegen en dus vochtige tuin er achter,
vormde hun tehuis. Aan de overzijde der
straat, vlak tegenover hen, lag het stedelijk
armenhuis, welks lange geelbruine voorzijde
met de dubbele rij van gelijkvormige ramen
al die jaren juffrouw Bruvold's uitzicht had
gevormd, Er was iets zoo hopeloos
eentonigs in die ramen, waar nooit iets anders te
zien was dan jaar in jaar uit dezelfde oude
gezichten achter dezelfde oude ruiten. De
eenige afwisseling was, wanneer er iemand
stierf; dan hing er een wit gordijn voor het
venster, tot na de begrafenis; en juffrouw
Bruvold hield er van om naar het witte gordijn
te zitten kijken. Dat stemde zoo vredig, zoo
rustig, vond z\j.
Want rust en vrede waren voor haar slechts
begrippen; de zaak zelf had zij nooit leeren
kennen; zij was altijd in de weer.
Vóór hun trouwen had Bruvold haar
bnloofd, dat hij haar een dagmeisje tot liiup
l
j
van den burgerlijken Rijksdag! Inderdaad,
de eerstvolgende maanden kunnen nog zon
derlinge verrassingen brengen.
GEMEENTEZAKEN.
Geheime zittingen zijn zoodanige zittingen,wa*rfi>
de gekozen vaderen der stad over die publieke
belangen beraadslagen, waarvan zij meenen ,ést
het maar beter is als het publiek niet weet vat
hunne vertegenwoordigers er van zeggen of
want dat is niet synoniem denken.
Zulk een geheime zitting werd Woensdag j.L
gehouden van n tot drie ure des middag» «B
nooit zou iemand zelfs de nieuwsgierige
echtgenooten der heeren niet, want deze heeren staan"
onder een eed, die nog zwaarder drukt d*n d*
pantoffel waar ze thuis onder zitten" . nooitt
zou iemand vernomen hebben waar zy het orer
gehad hadden, als niet de heer Luden-in de
openbare zitting, die er op volgde; het verklapt
had. Deze heer was zoo overtuigd door d* argu
menten van den burgemeester, die deze in het
geheim gebezigd had, dat hy er geen bezwaar
tegen had om het voorstel betreffende het
eJectrisch licht, dat hij cum 13 suis gedaan had, te
zenden aan B. en W. ter fine van praéadnes.
Het zal wel heel verstandig zijn, want ondanks
het verzet der heeren Wüleumier en Treub. besloot
de Baad in dien zin. Maar nog verstandiger
althans niet zoo vervelend zou het dunkt mg,
geweest zijn en ik geef zulks voor den vervolge
beleefdelijk in overweging om eerst eens par
ticulier met den burgemeester over zulke voor
stellen te gaan praten. Zoo mogelyk blijft de zaak
dan nóg geheimer en wij behoeven ons in de wacht
kamer geen twee uren te vervelen.
De school, die B. en W. op de Plantaadje
Muidergracht wilden bouwen, zal daar vermoedelijk
niet komen, want de voordracht is aan het
dagehjksch bestuur teruggezonden om een betere plaats
uit te zoeken. De heer Sillem vond wel dat dit
lapje plantsoen met nen boom toch niet zoo'n ':
heilig huisje" was, dat men er niet aan mocht
raken en de wethouder Van Lennep teekende ons
uit dat de school schuin gebouwd zou worden,
zoodat de bewoners van de gracht er precies langs
konden kijken maar de heer Wüste beweerde
dat er Dinsdagmiddag nog vier boomen stonden
en mr. van Nierop becijferde, dat het stuk grond
zooveel waarde had, dat men veel voordeeliger
zou doen het te verkoopen en elders een
goedkooper terrein aan te koopen voor de school. De
vraag of 520 kinderen op ne school te veel is,
die nu terloops werd aangevoerd, zullen we later
dus nog wel krijgen, evenals de andere vraag of
200 meters verder te loopen voor de eene helft
der kinderen opweegt tegen denzelfden minderen
afstand, die de andere helft heeft af te leggen als
de school niet precies in dat plantsoentje komt
in het huishouden zou geven; maar daarvan
was nooit iets gekomen- en wanneer zij, nu
eenige hulp zoo dringend noodzakelijk werd,
er hem later eens aan herinnerde, beet hij
haar altijd af met de vraag, of zij het er op
toeleggen wilde hem geheel te gronde te ?
richten. Zij liet het er dus verder pij.
En zoo zwoegde en ploeterde, naaide, stopte,
breide, lapte, kookte en waschte juffrouw
Bruvold de zeven dagen der week _ maar ?
trouw voort. Met vijf wilde jongens in den
groei, kon dan ook een zwak, afgebeuld
moedertje de handen inderdaad vol genoeg
hebben. Bijna lederen dag waren er stukken
in een broek te zetten, gaten in kousen of
ellebogen te herstellen, en wat niet al meer,
om niet eens te spreken van het schoenwerk.
Dit kon zij zelf niet doen, en dat zij het niet
kon was haar grootste verdriet, want er was
niets dat Bruvold razender kon doen worden,
dan wanneer hij daarvoor geld moest geven.
Wanneer zij bij hem op zijn kamer kwam,
met een paar versleten kinderschoentjes ea
het vriendelijk verzoek of zij die mocht laten
repareeren, dan kon hij als een duivel door
de kamer loopen, en zijn vrouw zoowel als
de kinderen voor bloedzuigers schelden, die
het niet opgaven, verzekerde hij, voor ze hem
hadden uitgezogen tot op den laatsten drup
pel toe. Dan ging zij in vredes naam maar
weer onverrichter zake, met de gehavende
schoentjes in de hand, de kamer uit en de
trap af, zich daarbij met de andere hand op
de trapleuning steunende, een dunne,
ontvleeschte, gele hand, die alreeds een weinig
beefde.
Beneden aan de trap stond de kleine
Peder op zijn kousjes op haar te wachten. Zij
schuofde vermanend net hoofd: »Peder,
Peder, je moest toch wat voorzichtiger en
bedaari' er zijn; vader was erg boos dat je
sch'enen nu alweer stuk waren!" En Peder
beloofde beter op te zullen passen,maar was
l et een oogenbhk later weer vergeten. Maar
zijn moeder stond den volgenden morgen om
vier uur op, om aan het naaiwerk te gaan,
dat zij op haar verzoek van een winkelier
had gekregen, en met welks opbrengst zij