Historisch Archief 1877-1940
3^^
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ioor a capella, onder leiding van den heer J. C.
M. T. E. De naam van den leider alleen reeds
ia een waarborg, dat we hier met iets zeer goeds
rullen te doen hebben, er is dan ook maar n
roep over dit koor, dat in schoonheid en zuiver
heid van stjjl, klank en intonatie aan zeer hooge
efeehen moet kunnen voldoen. Met groote belang
stelling zie ik daarom deze nitvoering tegemoet.
l Mei. VON BBUCKEN FOCK.
NIEUWE UITGAVEN OP MUZIKAAL GEBIED.
Pe beer J. C. M. van Riemsdijk heeft zich
Ireder. eens op het gebied van de oudere Ned.
nrazieklitteratuur verdienstelijk gemaakt en een
24-tal liederen uit de 15e en 16e eeuw met gees
telijken en wereldlijken tekst voor modern ge
bruik geschikt gemaakt en van klavierbegelei
ding voorzien. Deze begeleiding is eenvoudig,
maar getuigt niettemin onmiskenbaar van den
voortreffelijken muzikalen zin en technische be
kwaamheid van genoemden heer v. R. Zij
xannt evenzeer uit door eene on-pretentieuze
maar aardige contrapnntische stemvoering als door
eene ondanks haar eenvoud interessante harmo
nisatie. Een keus te doen uit dit 24tal zou me
«eer moeieljjk vallen; ze hebben alle hun eigen
verdiensten en b\j alle is door den heer v. R.
dezelfde zorg aan de begeleiding besteed. De
omvang van stem voor deze liederen vereischt, is
bescheiden, nl. van c1 tot f11; slechts no. 5 en
6fr gaan tot gn; voor de meeste stemmen zijn
deze liederen dus geschikt. Het keurig uitgegeven
bundeltje, waaraan tevens een zeer lezenswaar
dige inleiding voorafgaat, is voor f 1.50 verkrijg
baar aan den Algemeenen Muzielihandel alhier.
Vervolgens heb ik bier nog te bespreken: 3.
Liederen met Pianobegeleiding van Catharinavan
Rennes. Deze liederen doen me geen nieuwe
zjjden aan het talent van de componiste ontdek
ken. Zij maken eenigszins den indruk op me alsof
de schrijfster, tevreden met haar taler t en succes,
zich het verder maar niet al te moeielijk zou
wènschen te maken. De harmonie getuigt hier
en daar van zekere onbeholpenheid, de origina
liteit laat te wenschen over, kortom het geheele
karakter is eenigszins conventioneel en geeft niet
veel blijken van een ernstig streven. No. 3 heeft
door zekere volksmatigheid de meeste bekoring
voor me, doch de pbysionomie van dit lied is
toch nog te onbestemd. De componiste, die vele
aardige kinderliedjes geschreven heeft, moest aan
liederen voor groote menschen ook grootere eischen
stellen. Daar zij evenwel onbetwistbare muzika
liteit en ook reeds vrij wat behendigheid in het
handwerk van de muzikale compositie bezit, is
er geen reden waarom zij dit niet doen en in
dio taak niet slagen zoude. De zeer zangbare
liederen zijn zeer netjes uitgegeven in den
Algemeenen Muziekhandel alhier. De prijs is /l.?.
Op pag. 11 2e systeem leze men in de 4e maat
in de pianopartij fis inplaats van f. Het kruis
werd hier vergeten.
Ik ontving een mannenkoor van Philip Loots,
getiteld Set Vaderland, gedicht van Schaepman,
?waaromtrent ik in het eerstvolgend nnmmer van
dit blad iets hoop te zeggen.
l Mei. VON BBUOKEN FOCK.
FUTURA.
Er is over Futura, het groote gedicht van
Vaequerie, in de laatste drie weken en zelfs al
?vóór de verschijning, veel ophef gemaakt. Het
heette een Fransche Faust. Onbevooroordeeld
gezien is er heel veel goeds in; Vacquerie is
dichter, gelijk uit zijn treurspel Formosa, uit
Tragaldabas, uit de Demi-teintes en tal van
andere producten blijkt, en zijn verzen gelijken
op die van zijn schoonvader Victor Hugo, maar
de afstand tusschen beiden is vaak nog al te
groot. Het ernstige, overtuigde, naïeve,
geloovige, echte, dat den grooten grijsaard kenmerkt,
is op de epigonen niet overgegaan; met al zijn
talent, zijn opwellingen van poëzie, zijn fraaie
perioden, muzikaal gehoor, kleurige beeldspraak
en philosophie blijft Vacquerie een dichter va.n
den tweeden rang Daarenboven heeft Ftitura
dat af»tooiende, dat het een voortdurende alle
gorie, een aangekleed denkbeeld, didactisch, pe
dagogisch, abstract is, en diensvolgens reeds
vooruit onsympathiek.
De vorm van Futura is die van een drama,
in vijf bedrijven, in verzen, met proloog en
epiloog; het behandelt de bestemming der
menschheid, het verleden, het heden en ds
voor«peiling der toekomst. Het plan van het werk
dateert reeds van ruim twintig jaar geleden, in
de laatste jaren van het Keizerrijk; langzamer
hand groeiende heeft het alle elementen, die ge
durende een k wart-eeuw de gedachten bezighielden,
in zich opgenomen. Het voorspel handelt in de
ruïnen der bibliotheek van Alexandrië, die door
Kalif Omar in de asch gelegd is eo waar Faust
nu Helena oproept. Faust verbeeldt de Weten
schap, Helena de absolute Schoonheid. »Zijt gij
dood?" vraagt Faust.
T'es-tu réfugiée au ciel d'oütu venais ?
Vivajte, parle; absente, accours; morte, renais !
Mais non, non! tu n'es pas morte, puisque
j'existe,
Puisque tout n'est pas mort! Tant que joyeuse
ou triste,
L'humanitépoursuit son sillon, tant qu'on voit
Le coeur aimer, un nid dans la fente d'un toit,
TJn glantier en fleur, tu vis ! Sans ton haleine
La terre n'aurait plus d air respirable! Helene?
Helene! Helene!
Het roepen van Faust ergert den soldaat die
bij de puinhoopen de wacht houdt. Deze sol
daat is weer een allegorie en stolt het militarisme,
den bloeddorst, den dienaar der tyrannen voor,
later liet monster bij uitnemendheid, den Keizer.
Hij spreekt zijn haat en woede in prachtige ver
zen uit, genre Victor Hugo of Corneille; hij wil
Faust niet den degen verjagen, maar Faust haalt
uit zijn zak een handvol stukjes lood en werpt ze
op den degen ; het zijn drukletters en het ruw ge
weld is machteloos gemaakt.
Helena verschijnt, omringd door genieën, Job,
Aeschylus, Anacreon, Virgilius, Plato, en Faust
brengt haar de onsterfelijkheid der gedachte.
»Welk werk draagt gij zelf in den machtigen
geest?" vragen zij hem. »De toekomst," ant
woordt Faust. Met dat doel is hij Helena uit
het graf komen opwekken; nit hun huwelijk zal
het kind geboren worden dat de wereld zal her
vormen, Futura, de dochter van wetenschap en
schoonheid.
In het eerste bedrijf werken Faust en Futura
reeds aan de hervorming der wereld door het
onderwijs. De ouders zenden hun kiüderen niet
uaar school, maar laten ze op het land werken ;
de kinderen zelf loopen liever rond; eea aardige
episode begint met:
C'est trop assommant d'aller a Fécole.
Maar allerlei personen, de blinde grijsaard Ho
merus, een doove, een reiziger, komen het kind
overtuigen dat het beter doet toch er heen te gaan.
Men viert Futura's verjaardag, maar zij zelve
is droevig, wout de armen, de slaven, de ver
drukte Polen, de vervolgde vogels wekken haar
medelijden.
Ah! tous ces cris de joie offensent les sanglots
Et Ie grand veut du ciel vous trouve
inexoia(bles
De lui faire porter vos chants aux misérables ;
Quaad tous les malheureux chanteront a leur
(tour,
Vous chanterez. Je prends pour ma fête Ie jour
Ou la deruière larme enfin sera sécliée !
Et je ne mangerai de bon coeur ma bouchée
Et n'aurai de la joie a dire aux quatre vents
Qu' a la table ou seront assis tous les vivauts!
In de volgende acten wordt de allegorie steeds
voortgezet. Al» de soldaat, gesteund door den
hoogepriester en den rechter, die hij beiden ver
acht, zich tot keizer laat uitroepen, antwoordt
Faust met den kreet: Leve de Eepnbliek ! Als
de stad in opstand komt en de keizerlijke troe
pen haar beschieten, dringen hunne kogels in de
hersenen der belegerden als vurige tongen, die
hun ontwapening prediken. Op de barrikade
staat Futura; de Keizer ontmoet haar en wil
haar geweld aandoen, evenals Suffolk aan Jeanrie
d'Arc, om haar haar prestige te ontnemen. Dit
gelukt hem niet eu hij wil haar dan dooden.
Faust komt dan nog bijtijds om zijn arm te
grijpen; het volk overwint en de Keizer is
gevangen. In het derde bedrijf is een der
schoone tooneelen dat. waarin de dooden begra
ven worden, en zoowel de priester als Faust hun
gedachten over de onsterfelijkheid der ziel uit
spreken.
Après cette existence aux faitns inassouvies
Une autre nous altend, que plus d'une autre
snit,
Et l'ame trouvera dans la mort plus de vies,
Que Ie regard ne voit d'étoiles dans la nuit.
Het vierde bedrijf behandelt de doodstraf, en
zeer dichterlijk. De Keizer wordt door den Rech
ter ter dood veroordeeld; men ziet het schavot,
en woont het wreed humoristische tafereel der
joelende volksmenigte bij; maar Futura verschijnt,
zij pleit welsprekend tegen de doodstraf, stelt
den Keizer in vrijheid, en verbrandt de guillo
tine. Het vijfde bedrijf bevat eene Spaansche
eorrida, waar de stier, om zich en zijn gelijken
te wreken, den mensch doodt en een lijkrede op
hem houdt, en een ander tableau, waarbij de
menschen, om tegen de erfzonde te protesteeren,
den Christua van het kruis losmaken.
De epiloog vertoont een gedekte tafel, waarvan
men de einden niet ziet; Futura zou tevreden
moeten zijn, want allen kunnen er plaats aan
vinden ; maar de Sterren en het Oneindige vragen,
waar hunne plaats is, zoodat het menschdorn ziet
dat het nog steeds de toekomst voor zich heeft.
Futura is geen werk om in eens ten volle te
genieten, maar er zijn prachtige gedeelten in ;
verzen zoo schoon als sommige van Victor Hugo
uit zijn besten tijd, episoden die op zich zelf
epische gedichten van waar>le zijn. Wellicht zouden
deze, als fragmenten uit;;egevep, nog ineer ge
waardeerd zijn dan zij nu zullen worden; de
zware allegorie toch ten bate van drukpers en
onderwijs lijkt ons een erg auti-poëlischeu indruk
te moeten maken.
DE GÉNESTEr IN DUITSCIILAND.
Der Sattkt Nikolaus-Abend und
andere GedicJtte von P. A. de
Gthwstet. Zweite sehr vermehrto,
mit einer Einleitnng von Prof.
Dr. Tiele versehene Auflage Den
hollandischen Originalen
nachgebildct von J. B. Hanne. Halle
a. d. S. Druok und Verlag von
Otto Hendel (50 pf.)
De heer Hanne heeft plezier beleefd van het
boekje dat ik in 1886 het gciioegon bad in de
kolommen van dit blad aan te kondigen. De uit
gever oordeelde eenen tweeden druk der
Ausgewahlte Gedichte von P A. de Génestct" noodig
en deze kwam ons dezer dagen onder de oogen.
Sehr vermehrt" heet en is deze tweede uit
gave. In den eersten druk ontbrak Do
SintNicolaasavond", ontbrak Het Haantje van den
toren", ontbraken nog buitendien 25 andere
grootere en kleinere gedichten, die wij in de
zen druk vinden. Over het geheel valt de keuze
die Dr. Hanne deed, zeer te roemen, ook do zorg
die hij aan de vertaling besteedde. Dat hij niet
altijd even gelukkig is, wie zal het hom euvel
duiden die de moeilijkheid erkent van b. v. de
leekeclichtjes even pittig weer te geven y Tenzij
de beteekenis van Emeritus in de Duitsche ker
kelijke wereld eene andere is dan bij ons
ik belijd in deze mijne onkunde, dunkt mij
de Génestet's:
Een oud gediende.
Veel in dat nieuwe is waar, ik kan het niet
weerspreken;
Maar 'k neem het toch niet aan, 't strijdt met
mijn oude preoken.
juist door het opschrift doeltreffender dan Dr.
Hanne's: ^Ein Emeritus" (pag. GG).
Of in Duitschland No. 43: Erbauliche Standen
even goed begrepen zou worden als in Nederland
(d. w. z. door het geslacht in ons land, dat de
beteekenis der verschillende leekedichtjes nog
kent), ik durf het betwijfelen.
In het schoone gedicht lïiblia hinderde mij
voor
Doch naar de» Vaders Huis dringt zij ona allen,
de vertaling:
Aber ins Vaterhaus hilfst du uns allen.
Eerlyk gezegd maakt dit hilfst op mij den in
druk van het helpen ter aanneming tot lid eener
gemeente, dat een vragenboekje tle keukenmeiden
doet, en dien indruk te veroorzaken bedoelt Dr.
Hanne allerminst.
Daartegenover staat dat Dr. Hanne meestal
zeer gelukkig geslaagd is, en den toon van de
Génestet's onvergankelijke gedichten in den regel
uitnemend heeft weteti te bewaren. Het zij mij
vergund n enkel der bijgevoegde gedichten
hier te laten volgen :
Dolce far niente.
Auf Hollands teuren Dünen hier
Lieg' ich im lauen band,
Und bei mir sitzt ein blondes Kind,
Ein Magdlein von dom Strand.
Ein Silberwölkcheu spielt und treibt
Am blauen Himmelszelt;
Und siisze Wonne strahlt und malt
Mit Himnielslust die Welt.
Das Silberwölkchen lacht nnd lockt,
Als sprach'es: Komrn mit mir,
Wir wandern in ein schöner's Land,
Ein Land, weit, weit von hier!
O, wenri dir würd' ein Flügelpaar,
Du flöhst die Erde gleich l
Wie herrlich ist die ireie Luit
Hier, in der Wolken Reich!"
Doch ich lieg in den Dünen hier
So gut im lauen Sand,
Und bei mir sitzt ein bloiides Kind,
Ein lieblich Kind vom Strand
Nein, Wolkenen, rnöcht' ich schon mit dir
Hinfiiehn ins schönste Land
Ich bin zu t.rag' und zn verliebt,
Ich bleibe hier iin Saud.
Bovendien heeft de bundel gewonnen door de
levensschets van de Génestet, die Prof. Tiele er
aan toevoegde.
De Eppendorfer predikant moge zijnen wensch
vervuld zien en deze uitgave zich nieuwe vrien
den verwerven, ??ook in oits land.
J. VAN MERWESTEÏN.
LEO TOLSTOI EN ZIJNE LAATSTE
NOVELLE: .BEETHOVEN'S SONATE AAN
KREUTZER"
LEO TOLSTOI La Sonate
a Krcutaer. Traduit et
publiépar Ie Bureau
Bibliographiquede Berlin.Edition
francaise. ISflO. Berlin, Pa
ris, Amsterdam, Londres.
Slechte geruchten liepen over graaf Leo Tolstoï.
Men vreesde voor raystieken waanzin. Hij
hield zich bezig zeide men op zijn land
goed Jassnaja Poljana om zijnen landbouwers
het leerstuk der christelijke broederliefde in te
prenten, terwijl hij geheel hunne levenswijze
volgde, en mst hen in boerenkostuum op zijne
akkers zwoegde
Zeer kort geleden verraste hij de beschaafde
wereld met eoue novelle: De Kreu/zer Sonate,
die door den Voorzitter der Heilige Synode,
Pobedonoszeff in Rusland verboden werd. Door
eeue Fransche, Duitsche eu Engt'ische vertaling,
naar het te Petersburg gelithogruphiëerde hand
schrift van den dichter, is dit werk meer bekend
geworden.
Er gaat van deze bladzijden eene eigenaardige
bekoring uit, soms naar bedwelming zweemend,
soms verloopend in een. pijnlijk angstgevoel. Het
is uiterst merkbaar, dat de kunstenaar niet al
leen voor zijne kunst opkomt. Hij heeft
eeuige stellingen te verkondigen. Hij heeft eeue
vloek te slingeren over de Russische samenleving
in de hoogere standen, hij heeft te staven, dat
het huwelijk, slechts berustend op een zinnelijk
be'geeren, noodlottig is, omdat de leeraar van
Nazareth gezegd heeft: »Die eene vrouw aanziet,
om haar te begeeren, heeft reeds overspel met
haar in zijn hart bedreven."
Om deze stelling te staven, verhaalt Tolstoïeene
kleine geschiedenis in den trant van Shakspere's
»Othello", met dit onderscheid echter, dat Othello
als een opvliegend, jaloersch, zinnelijk Russisch
edelman len tootieele kornt. en dat Desdemona
eene beschaafde Russische dame is, moeder van
vijf kinderen, zinnelijk als haar echtgenoot, en
daarenboven schuldig aan overspel. De hoogere,
tragische wijding van Siiakspere ontbreekt, om
dat het den moordenaar zijner vrouw faalt aan
alles, wat hem lot een lijdenden held kan ver
heffen, omdat het slachtoffer geene aiusprjiak kan
maken op ons medelijden.
Het verhaal heeft alleen als psychologische stu
die eene hooge waarde, ondanks de drogredenen, die
telkens door den Russi-chen Othello worden uit
gesproken, en zeer duidelijk de meeuing van den
auteur te kennen geven. De lijst, waarin dit
pleidooi tegen de zinnelijkheid in het huwelijk
gevat is, n>ag doodeenvoudig genoemd worden.
Een reiziger in den trein, naast den auteur ge
zeten, komt door eeue toevallige omstandigheid
er toe, dezen zijue huwelijksgeschiedeuis te ver
halen. De reizigers hebben gesproken over on
gelukkige huwelijken. Een bejaard koopman,
weggedoken in een pels, zeide, dat er vroeger
ook wel ongelukkige huwelijken waren, maar dat
ze nu steeds zullen toenemen, Omdat men de jon
gelieden Ie veel leert, omdat er geen ontzag en
eerbied meer beslaan, omdat de boerinnen zelfs
hunne mannen in den steek laten, omdat de
vrouwen niet meer in vrees lot hunne
echtgenoolen opzien.
Eene dame maakt nu enkele tegenwerpingen,
en beweert, dat het huwelijk alleen geheiligd wordt
door liefde. De reiziger, die naast den
zit, een klein man met groenblauwe oogenrM8Haal
uu het woord en vraagt: '
«Welke liefde?"
De dame antwoordt eenigszios naïef:
»Wel! De huwelijksliefde !" __ ,
De man met de groenblauwe oogen schijnt ?
zeer overspannen, en vraagt nu wat deduuneofy*
der huwelijksliefde verstaat.
»Iets zeer eenvoudigs: Huwelijksliefde i» de
bijzondere voorkeur vau een man of eene vrouw
voor een wezen van een ander geslacht!"
«Hoelang duurt die voorkeur ? Een* maand,
twee dagen, een half uur ?"
Op deze vreemde vraag volgen nieuwe tegen
werpingen. Maar de zonderlinge man houdt vol,
dat het huwelijk alleen het leven uit duurt ia
de sprookjes, eu dat de kinderen alleen dit kun-'
iien gelooven. Heel zij u leven lang dezelfde vrouw
liefhebben ia gelijk aan de vordering, dat een
enkele en eenige waskaars eeuwig zou branden.
De spreker erkent, dat er een heilig hu wel ij k be
staat voor hen, die zich door een sacrament ge
bonden achten tegenover God. Zij, die een ander
uiterste toegedaan zijn, en de vrije liefde predi
ken, stichten niets dan gruwelijke verwildering
van zeden. Het huwelijk is erhe verouderde in
stelling, men moet iets nieuws uitvinden. De
tegenwoordige huwelijken bejusten op logen en
geweld. Als man en vrouw met elkand'-r moeten
leven, zonder het hoe en het waarom te weten'
als ze na twee maanden getrouwd te zijn, ai
willen scheiden, maar toch saam moeten blij ren,
dan ontstaat die hel, waaruit dronkenschap.
moord, manslag, vergiftiging en zelfmoord
spruiten.
Een der reizigers zegt, dat dit uit de geschie
denis van Posdnyschew genoeg bleek.
Hierop volgt groote ontsteltenis van flen. man
met de groeublauwe oogen, die Verklaart Pöa^
dnyschew te zijn. Nadat sommige reizigers bij een
volgend stalion, ook de dame, zijn uitgestapt,
verklaart Posdnyschew, dat hij aan Tolstoïzijne
geschiedenis zal verhalen. En dan volgt het'ver
haal, 'twelk de kern der novelle uitmaakt
Hoogst wegsleepend is de monoloog, die nu
volgt. Geheel Tolstoïsteekt er in. Het eigen
aardig Russisch, melankolisch- pessimistisch ele
ment huwt zich aan de fijnste psychologische
ontleding, terwijl hier en daar eenige stoute na
turalistische grepen den gespannen lezer hevige
schokken toebreugen.
Posdnyschew is een rijk landeigenaar. Hij
heeft iu de rechten gestudeerd, is getrouwd, toen
h\j even dertig jaar oud was. Hij bekent, dat
hij gelijk alle jonge, rijke, Russische edelen zon
der schroom zich aan sexueele genietingen heeft
overgegeven, die voor geld kunnen worden ver
kregen. Reeds op zestienjarigen leeftijd had hij
een begin gemaakt met deze uitspattingen. Dat
de Rus-d'che maatschappij hierin geen kwaad
ziet, is de oorzaak van veel onheil Den verwil
derden jonkman is het onmogelijk eene vrouw hl
volle reinheid des harten te omarmen. En daar
om is hij voor de eeuwigheid verloren. Hij
is een gevallen mau.
Op zijn dertigste jaar werd Posdoyschew door
eene looze mama van twee arme dochters ver
schalkt, gedurende eene roeipartij. De sierlijke
leest eu de bloude krullen van eene dezer doch
ters maakten eeu diepen indruk op hem. Hij
vraagt haar len huwelijk. Hij werd
aaugetrokken door het uiterlijk eu juist dit was zijn
ongeluk. De fatsoenlijke vrouwen iu Rusland
weten, dat de mannen alleen aan uiterlijke schoon
heid hecbten, vandaar die tentoonstellingen van
armen, schouders, boezem. In den aard der
zuak zegt Posdnyschew is er geen onder
scheid t'jsschen de voorname dames en de voor
name licïit(;kooion (in Rusland!). Zij dragen
dezeilde toiletten, hebben dezelfde belangstelling
iu diamanten, juweelen, dans, muziek en zang,
houden dezelfde expositie van hals, armen en
boezem.
Hij waande zijue aanstaande lief te hebben,
maar deze liefde was een kunstmatig produkt,
te voorschijn geroepen door de mama en de
naaister van hare mooie japonnen.
In de bespiegeling over de manier, waarop
men in de fatsoenlijke wereld trouwt, komt de
hoogst eenzijdige naar waanzin overhellende
levenswijsheid van den spreker meer en mear uit.
JBij de Joden, Chiueezen, Muzelmannen geven
de ouders aau liuune dochters een mau, als zij
huwbaar ziju. Dit is de wet bij 0.01)
derinenschheid. Iu hoogere krlegen houdt men
huwelijkswinkels en uitstalling van jonge meisjes. De
jouge meisjes worden als slavinnen behandeld en
daarom nemen zij later wraak, en beheerseheh
zij de inauuen. Zij zijn onderdrukt, maar
regeeren in het geheim, even als de Joden. Tolsto
laat zijn held zeggeu, dat de vrouw dezelfde
natuurrechten als da man moet bezitten, dat zij
het recht moet hebben een man te kiezen, gelijk
deze zich eene echtgenoot kiest.
De heerschappij der vrouw blijkt uit de ont
zaglijke voortbrenging van weelde-artikelen voor
vrouwen. Negen tienden der produkleu in de
groote magazijnen zijn ten dienste der vrouw.
[Wat zal Miuu Kruseman juichen, als ze dit
leest!] De vrouwen versieren zich inet al deze
voorwerpen, om de zianelijkheid der mannen te
prikkelen, eu verstoren zoo gestadig de maat
schappelijke rust.
Posduyschew huwt in de zekerheid, dat hij
door geene fiaantiëele belangen wordt gedreven.
Hij gevoelt zich dadelijk ongelukkig. Hij ver
klaart de zoogenaamde weelde der
wittebroodsweken voor eeue fabel. Hij gaat veel verder en
verzekert, dat de sexueele gemeenschap der
echtgenooten niet volgt uit eeue aandrift der natuur.
Dergelijke gemeenschap is iets onnatuurlijks. Vele
vrouwen en meisjes hebben er een afkeer van. Wat
nu het verwijt betreft, dat bij de overwinning
van deze zienswijze de wereld langzaam ontvolkt
zou worden, men kan dit op verschillende wij ze be
antwoorden. Sehopenhauer, Hartmann, de Boed
dhisten, stellen de hoogste zaligheid in het
nietbestaan. Het geluk van den mensch schuilt in zijne
vernietiging. Om tol dil geluk op Ie klimmen, moet
de meuschheid eene heilige wet gehoorzamen.
Zij moet de hartstochten uitroeien, omdat de
hartstochten de volmaakte eenheid en gelijkheid
van man en vrouw verhinderen. De slechtste