Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.828
Uit Dr. GrAJNnSTEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
De oride mijnwerker.
(Punch.)
? GI/AÜBTOHE (een oogenblikje uitblazend, na de
tweede lezing van de Home Rule-Bilï): »Ik zou
Wel eens willen weten, hoe iJc mijn werk gedaan
zou' krggen, ala ik maar acht uur per dag mocht
?verken!
Mijn yrouw's achterneef.
Na lang zoeken in de voorsteden van Londen
Tonden wij ten laatste een huis dat ons aanstond,
«f liever dat mijn vr»uw aanstond. Om de waar
heid te zeggen, ik hield niet van die buurt. Zij
- was mij wat te ver van de stad, en ook te achter
lijk. Niettemin was mijn vrouw in de wolken met
haar nieuwe woning en de grasvlakte er vóór en
den tuin er achter. Het grasveld was werkelijk
groot en er liep een pad midden door, van de
huisdeur tot de poort. Op eiken stijl van deze
stond in grasgroene letters geschilderd De Kas
tanjes". Zoo was de villa door haar vorigen
"? bewoner, een medewerker aan een humoristisch
blaadje, gedoopt. Wij hadden drie weken noodig
om onze nieuwe woning in orde te brengen, en
toen begon mijn vrouw een campagne van
verteteringen". De tuin werd onderste boven gekeerd
en een pad door het midden aangelegd. Maar van
uit onze achterkamer gezien, voldeed het effect
haar niet. Daarom liet zij het pad weer bedekken
en een nieuw aanleggen langs den linkerkant. Na
s >*en paar dagen verklaarde zij dat dit te oneffen
;. was «n gaf zij bevel het dicht te gooien en dat,
door het midden weer te openen. Maar toen begon
.onze tuinier, dien wij bij den dag gehuurd had
den, strike te maken.
«?U moet weten mevrouw," lesde hij uit, »ik
ben al meer dan zeven jaar tuinier in deze wijk
en ik heb een hoop klanten, die op mij wachten.
Het is mijn drukste maand, en ik kan mijn tijd
niet langer verknoeien met het aanleggen en dicht
gooien van paden. Mijn andere klanten zullen
ongeduldig worden en mij afdanken, als ik niet kom."
»Maar, beste man, je kunt. onzen tuin toch zóó
* niet laten liggen!" schreeuwde mijn vrouw.
«Ja, mevrouw, het spijt mij altijd een dame
in den steek te moeten laten, maar ik hoop
dat u het mij niet kwalijk neemt het schijnt
wel dat u niet weet wat u wil. Als u mij mijn
eigen gang wil laten gaan, dan zal ik den tuin
wel in orde brengen."
Mijn vrouw zag in dat de man gelijk had. Zij
-liet hem dus begaan en weldra zag de tuin er vrij
netjes uit. Nu wilde mijn vrouw dat hij liet
grasveld wat in orde bracht, maar de man zei dat
"hij dat niet vóór de volgende maand kon doen.
»Hè, wat jammer!" riep mijn vrouw uit. Ik
'had zoo graag dat ook nog opgeknapt gehad, en
nu gaat die akelige man heen !"
«?Maar wat moet er dan aan gebeuren ? ' vroeg
ik haar.
Zij wist het zelf niet precies, maar zij dacht
toch dat er iets aan verbeterd moest worden.
.--..- Goddank, de tuinman was weg, en ik begon al
hoop te krijgen dat onze verbeterinse* ten einde
waren, toen mijn vrouw's achterncef oJfi kwam be
zoeken. Die neef droeg mooi lang haar en een lorgnet.
Hij was een van die menschen die van alles
Terstand heeten te hebben, en werd voor vreeselijk
jjeleerd gehouden. Voor mij was liij een bluffer
Tan de eerste soort, ofschoon mijn vrouw en haar
. zusters hem bewonderden alsof hij tegelijk een
Ruskin, Darwin en Sliakespeare was Toen hij
plaats genomen had, wachtte ik met eenigen angst
op hetgeen hij beweren zou. Eu het duurde niet
lang of hij begon.
//Heeft u al van mijn nieuwste studie gehoord?
Neen? Dan kan ik u nu meedeelen dat ik profeet
'beu."
»Wat P" vroeg ik.
«Profeet waterprofeet. Natuurlijk, mijn waarde
mijnheer, beteekent het woord profeet, meer dan
dat. Zooals u weet komt, het van het Griekse!].
'Maar ik heb mijn studie beperk tot waterprofetie.
Ik houd eenvoudig een tak van een hazelaar in
mijn hand zóó en loop, tot de beweging
van den stok mij zegt dat daar beneden water is."
//Hemelsche goedheid ! Is dat waar 'f' gilde mijn
vrouw.
//Ja, Marie, het is waar", antwoordde mijn neef.
yuan dan denk je dat je daar water zoudt
kunnen vinden ?" en mijn vrouw wees op het
grasveld,
«Slijk ! riep ik in angst uit.
«Slijk!" echode mijn vrouw's neef met een me
delijdenden glimlach. »Mijn waarde mijnheer, gij
weet niet waarover ge spreekt!"
»Let maar niet op hem, George," zei mijn vrouw.
//Hij is altijd even prozaïsch !"
//Marie" zei baar neef, //ik zal morgen mijn
tooverstok meebrengen, en dan kan ik u zeker zeggen
of er water is of niet.
//O, als 't je belieft!'' riep zij uit. //En als er ie,
dan zal ik er een lieve fontein laten maken."
Ik zei niets meer. Den volgenden dag k«am
George, gewapend met een tak van een hazelaar,
en na er mee over het grasveld gewandeld te
hebben, meldde hij dat er water kou gevonden
worden op een zekere plek, zes voet ouder de op
pervlakte.
Mijn vrouw was verrukt en verklaarde dat, zij
den volgenden dag een 'pompenmaker zou laten
komen.
»Je kunt doen wat je wilt, Marie" zei ik streng
//maar ik betaal hem niet. Denk daaraan !"
//Dat doet er niet toe, Marie" zei haar neef;
ik zelf zal morgen ochtend komen en een man
meebrengen om te graven. En wanneer hij op een
zekere diepte is, zal ik mijn boormachine laten
werken!"
//Nou!" riep mijn vrouw mij triomfantelijk toe,
//waar blijf je ?"
Den volgenden morgen kwam George met zijn
boormachine aanrijden, vergezeld van een man, die
een spade en er n houweel droeg. Kort daarop zag ik
dat de man in het midden van het grasveld ging
graven, terwijl George er met zijn boormachine
bijstond. Mijn vrouw, n en al verwachting, keek
toe. ik trok mij terug naar onze achterkamer en
zocht afleiding in het ochtendblad. Binnen een half
uur stormde mijn vrouw bij mij binnen.
//Ongeloofelijk! riep zij. //George heeft met zijn
machine geboord, en is op een rots gestooteii!
Maar hij zegt dat hij er recht door heen wil !"
Ik wou juist antwoorden, toen een harde klap,
gevolgd door het geluid van vlietend watar, mijn
ooren trof.
//Hij heeft door den rots geboord!" riep ik uit,
naar het grasveld ijlend, gevolgd door mijn vrouw.
Hemel! Welk een tooneel! Een. dikke water
straal, zeker twintig voet hoog, sprong uit het gat
dat zij gegraven hadden, terwijl George en zijn
helper er uitzagen als een paar verdronken mannen,
beide vaalbleek van schrik. Mijn vrouw schreeuwde
en snelde terug in huis. Haar gegil en het geraas
van het water trokken weldra de voorbijgangers
aan. Een oogenblik later naderde ecu politieagent,
Paderewski's nieuwe hoed.
(Judge.)
(Voor
en
dat de artist zijn haren had laten knippen).
iiiiiimiiimitiiiMiiiiiiiinmiiiiiiiiiiiiiiiHiiiitHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiii
Rule Britannia. Men bericht uit Lon
den: Naar aanleiding van de mededeelinir, dat
de bezitting Cliveden van den hertog van
Westminster aan den Amerikaanschen millionnair Astor
verkocht is. is het van belang te vernemen dat
het Engelsche volkslied >Rule Britannia" daar
voor het eerst in Augustus 1710 gezongen is.
Do gelegenheid was een feest dat op l en 2
Augustus van dat jaar bij de troonbestijging van
George I en ter eere van de geboorte van prinses
Auffustn, gegeven werd. Cliveden was destijds de
residentie van den prins van Wales. Bij deze
gelegenheid werden twee toover-kluchtspelen
uitgevoerd, waarvoor Arne de muziek gecom
poneerd had. -.Rille Britannia" werd in het
tweede stuk voor het eerst gezongen. Wie de
dichter van het naderhand zoo beroemd gewor
den lied was, is niet bekend.
Verleden week sprong te Weenen een jonge
Naar aanleiding van den dood van Lord Derby
wordt in herinnering gebracht, dat hem, toen hij
nog Lord Stanley was, een troon is aangeboden.
De geschiedschrijver Froude vond namelijk voor
twee jaren in de toenmaals nog niet openbaar
gemaakte correspondentie tusschen Lord
Beaconsfield (Benjamin Disraëli) en Mevrouw Brydges
den volgenden brief van Disraëli, van 9 Decem
ber 1802, aan de genoemde dame:
»Men zegt dat de Grieken een Engelschen
koning willen hebben. Daar prins Alf'red gewei
gerd heeft de kroon aan te neman, denken zij.
Lord Stanley tot monarch to kiezen. Mocht
hij dit aannemen, dan zou ik in hem een mach
tigen vriend en collega verliezen. Het is eene
schitterende aanbieding voor het huis Stanley.
De Stanley's bezitten intusschen geen verbeel
dingskracht, en mij dunkt zij zullen Knowley
verkiezen boven het Parthenon en Lancashire
boven de vlakten \anAttica. Het is een voorrecht
in onze eeuw met haar zoo snel op elkander
volgende en schitterende gebeurtenissen te leven.
Wat een dwaling is het toch onze eeuw voor pro
zaïsch en utilitarisch uit te maken. Zij is vol
romantiek. Tronen vallen en kronen worden
als in een sprookje te koop en te geef aangeboden."
In een anderen brief, twee maanden later geschre
ven, zegt Disraëli: »De Grieken willen inderdaad
mijn vriend .Lord Stanley tot hun koning hebben.
Dat overtreft toch lederen roman. Mijne meening
is, dat hij de kroon moet aannemen. Was ik jong,
ik zou geen oogenblik verliezen, zelfs wanneer
ik de grafelijke waardigheid van Derby in de
toekomst had."
Men doet wat men kan.
(Triloulet.)
die, rijkelijk door het vocht be>proeid wordende' i man in ll('t Donauknnaal. Schippers roeiden hem
mijn naam en woonplaats opschreef. Het geheele
grasveld was nu ondergeloopen, en ook de straat
weg daarvoor. Eindelijk betrad iemand van het
personeel der waterleiding het tooneel.
//Wie heeft dat gedaan P" schreeuwde hij.
//Wat P" vroeg ik.
//Onze hoofdleidiiig vernield. Daar loopt de
voornaamste buis van onze waterleiding li'.ngs.
En die is uu verbroken !"
Hij had ge'ijk. Die idioot van een George had
door de hoofdbuis geboord, die alle villa's aan oiueii
kant van den weg van water voorzag !
Die grap kwam mij op drieëntwintig pond en
zes en een halve shilling te staan. Natuurlijk is
mijn vrouw's achterneef na dien tijd nooit bij ons
terug geweest.
na en brachten hem zijn naam en adres. Was
geht's rlich nn?'" antwoordde de geredde en sloot
de oogen weer. Men bekl.ingde den levensmoede
en gunde hem een kwartiertje om weder bij to
komen. Toen werd de vraag herhaald. Was geht's
dich an", herhaalde weer de drenkeling, en ook
don ambtenaar van de politiepost gat* bij het
zelfde antwoord. Men viel hem niet verder lastig,
maar onderzocht zijn portefeuille, waarin men
oen workinnnslivret ten ma me vnn AntoM
Wasgelitsdichan". behangersknecbt, Magdalenastrasse
zoovee', vond. De stichter van den familienaam
werd waarschijnlijk door een zelfden
bumoristischen drang gedreven, die hier te lande aan de
Kieks, de Niemantsverdrieten en dergelijke namen
het aanzijn gaf.
Het nuttige en liet ?aangename.
(Lustïye BliMer.)
MAX. Het is toch meer dan erg !
Jij hangt alles aan je lijf, en. er schiet
geen cent over voor die ongelukkige
wurmen van kinderen !
VROUW (met verpletterende minach
ting). Wacht jij maar eens, tot we Zondag
naar de kerk gaan ! !
Keizer Wii.ina.3i: Neem me niet kwalijk, maar
ge houdt er een wonderlijk muziekcorps op na !
Koning I'.MUMUTO : Uwe Majesteit houde mij ton
goede; betere muziek kan ik niet betalen.
Onder de wetsontwerpen, die op dit oogenblik
op de onderteokening van den gouverneur van
Oliio, den vermaardcn Mac Kinley, wachten, be
vindt er zich een, onlangs door de wetgevende
macht aangenomen, dat nog al grappig is. liet
straft met een boete van 1000 tot '!'K)0 dollar of
een gevangenisstraf van li maanden tot "2 jaar
ieder gehuwd mp»n. die zich voor jonggezel zal
hebben uitgegeven en die, aldus zijn. echtelijken
staat verbloemende, een dame het hof zal hebben
gemaakt. Toen het wetsontwerp in de Kamer
kwam, had men een.amendement erop gemaakt,
bepalende, dat dezelfde straffen van toepassing
zouden zijn op de getrouwde vrouwen,die beproef
den zich bij jonge lieden voor ongetrouwd te
doen doorgaan. Maar de Senaat van Ohio, ga
lanter dan de Kamer, wilde de schoone sekse
niet met de sterke sekse gelijk stellen en heeft
het amendement verworpen, dat nu niet meer
in de wet voorkomt. Wanneer de wet
ondcrteekend is, zullen zij, die in Ohio den Don Juan
willen spelen, dus wel op hun hoede mogen zijn.
Het is te Chicago slecht begonnen met de
veiligheid, zoowel van personen als van goedereu;
van dn nieuw gebouwde hotels zijn er op n dag
twee ingestort, voornamelijk uit latten en stuc be
staande. Volgens de ('hicago Ilerahl is er eene
poging gedaan om de asch van Columbus te stelen,
die in een kleine gouden urn in een glazen vitrine
in het Convent in .lackson Park staat. De deur
wachter hoorde gedruisch in de kamer waar de
urn stond, vond uo deur open en zag een man
wegloopen van het voetstuk waarop de urn staat.
De vitrine was open, de urn was weg en de man
stak haar juist in zijn zak. Do portier riep: 'Geef
terug!'' en liep den man na, rolde over hem on
beiden worstelden op den grond. De man ont
vluchtte, maar de urn was behouden.
Ook is een Russisch pakket, dat naar men
meende, de kroondiamanten van don C'zar moest
bevatten, bij aankomst ledig bevonden; de be
ambten verzegelden het pakket en gaven kennis
aan do Russische autoriteiten.
Hot Vikingerschip, voor de tentoonstelling be
stemd, is ;!o April van ISorgen in Xoorwegen
uitge/eikl. om zijn avontuurlijke reis over den
oceaan te beginnen.