Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 846
bewegelyk, men ziet er gevoel, medelijden en
hartstocht in.
Onder andere passies heeft Bjórnson ook de
passie voor muziek. Hy kan eerst werken als hij
muziek gehoord heeft Hij vergeeft dan ook Tolsto
niet, dat deze de muziek verweekelijkend voor de
ziel noemt.
Björnson is heel trotsch op zjjn boerenaf komst.
Op de boerderij waar hij woont, verzorgt hij zelf
den tuin en het land. Zijn vader was predikant
en bestemde hem ook voor de Kerk.
Mjjn eerste werk, zegt hij lachend, waren
kerkgezangen; die schryf ik nu niet meer, toch
ben ik, als toen, een boer gebleven. Hetgeen
men de maatschappij en de beschaving noemt,
dat alles is maar gekunsteldheid en verdorvenheid.
In alles is Björnson het tegenbeeld van Ibsen.
HU heeft noch diens regelmatigheid, noch diens
stiptheid. Hij bedenkt, al wandelend, niet alleen
den zin maar zelfs de woorden voor hetgeen
h\j thuisgekomen, zal opschrijven, en doet dat
dan zoo haastig, dat zyn manuscripten onlees
baar zoude zjjn als zijne vrouw ze niet bijwerkte.
In 1832 geboren, vier jaar jonger dan Ibsen,
heeft Björnson nu een talrijk gezin, waarop hij
heel trotsch is. Zijn oudste zoon, nu directeur
yan het nationaal theater te Christiania, is een
der beste acteurs van Noorwegen.
Ferdinand Lassalle als Egyptoloog.
Heinrich Brugsch-Pascha, vermeldt in zijne
»Lebenserinnerungen" in de Vossische Zeitung om
trent Ferdinand Lassalle het volgende, uit het
jaar 1858:
»Tot mijn verbazing verscheen hij eens by mij
om mij zijn pas voltooid werk, Die fhilonophie
Herakleitos' des Dunklen von Jïpheio?, als ge
schenk en bewijs van hoogachting te overhandi
gen; h\j verbond daaraan het verzoek dat ik
hem voortaan als leerling wilde beschouwen. Hij
was besloten, zijn tijd eene reeks van jaren
uitsluitend aan wetenschappelijke onderzoekingen
te wijden, nadat op aanbeveling van Bock, den
beroemden Hellenist, en A. von Humboldt zijn
verbannings-vonnis was ingetrokken. Hij wilde
zich nu met oud-Egyptische studiën bezig
houhen en verzocht mij ernstig hem als leerling
niet aftewijzen. Hij was te oud, zei hij, om mid
den tusschen jonge studenten in het college aan
mijn . voeten te zitten en wilde dus een
rechtstreeksch privatissimum hebben. Op mijn vraag,
welk bijzonder doel hij met de Egyptische
kundigheden die hij wilde verkrijgen, voorhad,
antwoordde hij, dat hij zich in 't hoofd gezet
had, het Oud-Egyptische Doodenboek" van
het begin tot het eind te vertalen en te verklaren.
Glimlachend deed ik hem opmerken, dat dit
eene taak was, die nauwelijks in honderd jaar
kon worden afgewerkt, maar zijn besluit stond
nu eenmaal vast, en hij antwoordde eenvoudig:
»"Wat ik wil, dat kan ik ook. Ik zal de taak vol
brengen, want juist de moeielijkheden zijn het,
die een bijzondere aantrekkelijkheid voor mij
hebben."
Lassalle was destijds drie en dertig jaar oud.
Hjj leefde op grooten voet en ontwikkelde alleen
in zyn gesprekken de sociaal-democratische denk
beelden, die in volkomen tegenstelling waren met
zyn werkelijk leven. Het is bekend, dat de
gezelschappen, die op bijzondere uitnoodiging
in zijn huis bijeenkwamen, tot de meest
uitgelezenen behoorden, zcowel wat positie, geboorte en
naam der genoodigde gasten betrof, als met betrek
king tot hun geest en intelligentie. Vorst P
cklerMuskau, generaal von Pfuel, Hans von Bülow,
om maar enkele namen te noemen, namen gaarne
de invitaties van den geestigen en geleerden gast
heer aan; eene gravin von Hatzfeld was zoo
vriendelyk de honneurs waar te nemen. De gastvrij
heid liet aan keus en qualiteit der opgedragen
spü'zen en geschonken wijnen niets te wenschen
over; Lasalle scheen innig tevreden te zijn, wan
neer de lof van zijne tafel uit den mond der gas
ten klonk. Het gesprek bewoog zich natuurlijk
in de geestrijkste vormen; het was altoos opwek
kend en ieder der deelnemers kon beweren,
er iets van meegenomen te hebben.
Onze bekendheid door mijn latere reizen
naar Perziëen Egypte tijdelijk afgebroken
duurde tot Lassalle's dood. Mijne profetie dat
Lassalle op liet gebied van het Oud-Egyptisch
niet veel bijzonders leveren zou, is geheel be
waarheid geworden. Het is toch iets eigenaardigs
met die studiën, dat; zij een geheelen mensch
met al zijn tijd en al zijn werkkracht verlangen,
en hem geen gelegenheid laten om zich met
andere zaken ernstig bezig te houden. Dat Lassalle
een even vernuftig als zeer beschaafd en weten
schappelijk goed onderlegd man was, is boven
allen twijfel verheven.Zijn scherpzinnigheid deinsde
voor geene moeielijkheden terug, maar tegenover
het Egyptisch ontbrak het hem, zooals ik al van
te voren had opgemerkt, aan de noodige tijd
en rust om de raadselen van den voortijd op te
lossen, en zijn naam door hetgeen hij tot stand
zou brengen, ook op dat gebied beroemd te
maken."
De parabel van de drie ringen. Het is
zeker algemeen bekend, dat Lessings beroemde
fabel van de drie ringen uit Nathan der Weise
niet oorspronkelijk door den dichter bedacht is.
Zij is veeleer alleen de slotschakel van eene
eeuwenlange overlevering. In deze laten zich
twee groepen van redactie onderscheiden. In de
eene groep, waartoe ook Boccaccio's vertelling
behoort, Lessings onmiddellijke bron wordt
beweerd, dat de vader alle drie de zonen evenzeer
liefhad; daarom had hij allen gelijke ringen gegeven,
en den echten er zelf niet meer uit kunnen ken
nen, of misschien hem zelf vernietigd. In do an
dere groep, van welke wij oudere getuigenissen
bezitten, die wel is waar niet rechtstreeks
bewijzen dat ook de redactie ouder is, wordt
door den vader een der drie zonen voorgetrok
ken. Deze, en wel de jongste, krijgt den ring, die
zooals de vader weet, de echte is. Tusschen deze
beide groepen nu staat een onlangs door Th.
Hampe in de Vierteljahrschrift für
Litteraturgeschichte openbaar gemaakt
»meesterzangerslied." Het wil, zonderling genoeg, doen gelooven,
dat de vader alle drie de zonen evenzeer lief
had, en beweert toch, dat de vader geweten heeft
dat hij den jongsten zoon den echten ring gaf.
Men voelt de tendenz, met het oog op het
dogma omtrent de «uitverkorenen." Niet in
deze eigenaardige redactie alleen bestaat het
interessante van de nieuwe vondst, maar ook
in den tijd waaruit het lied afkomstig is. Het
is uit het jaar 1605; de onbekende dichter is blijk
baar een protestant, en plaatst de geschiedenis
te Praag, aan het hof van keizer Maximiliaan II,
die jegens de evangelischen gunstig gezind was.
De keizer glimlachte, zoo besluit de dichter, na
de voorstelling van den Jood, dien hij naar het
rechte geloof gevraagd had, en zeide tot hem:
»Uw slimheid heeft u gered; want ik moet ook
wel deze dingen gelooven." Men ziet er uit, dat
de gedachte van verlichting en verdraagzaamheid
ook in die tijden, waarin men haar geheel onder
drukt zou achten, niet dood was, maar vegeteerde,
al ware het ook maar in een wat den vorm be
treft heel ongelukkig meesterlied.
Bij de boekhandelaren S. van Looy en H.
Gerlings te Amsterdam, is een uitgave begonnen, die
bestemd is veel succes te hebben, een verzameling
Klassieke schrijvers, door verschillende letterkun
digen van geleerdheid en smaak in leesbaar
Hollandsch overgebracht. Voor het Jatijn begon dr.
H. C. Muller met tiallustiup, Samenzwering van
Catilinn, voor het Grieksch met Xenophon's Anabasis,
volgen zullen Herudotus, Juhus Caesar, Sophocles'
Antigone, enz. De uitgave ziet er heel net uit;
slechts enkele aanteekeningen zijn er aan toe
gevoegd.
Men verzoekt ons het volgende op te nemen:
Nu het winterseizoen weer voor de deur staat,
wenscht het bestuur van Leeskunst de aandacht
der burgerij op deze vereeniging te vestigen,
welke zich ten doel stelt, het volk de gelegenheid
te verschaften tot meerdere ontwikkeling Eens
in de week in een club van hoogstens 15 per
sonen, onder leiding van een bevoegd persoon,
te zamen komende, kan men, door elkaar uit een
boekwerk of bloemlezing voor te lezen en 't
gelezene te bespreken, nog heel wat leeren. De
boeken, door de vereeniging verstrekt, worden
na lezing het eigendom van de deelnemers der
clubs. Naast het nuttige, zorgt het bestuur ook
nog voor wat aangenaams. Zoo hadden de deel
nemers in het afgeloopen jaar twee malen, met
een geïntroduceerde, toegang tot een kunstavond,
waarop de beste artisten op gebied van muziek
zich deden hooren; eens tot een lezing; eens tot
de muziekuitvoering in den Parktuin en eens
tegen zeer verminderden prijs tot een voorstelling
van het Ned. Tooneel.
Als bijdrage in de kosten der vereeniging wordt
jaarlijks n gulden geëischt. Men kan zich doen
inschrijven en inlichtingen verkrijgen eiken Zon
dag in September, eiken eersten Zondag der
overige maanden, des middags van 4?5 uren in
gebouw d'Geelvinck, Singel.
De secretaris van Leeskunst,
C. J. SÖUNGEN.
»\Vat beoogt de Nederlandsche Bond van
oudonderoflicieren ?"
Deze vraag wordt beantwoord in eene kleine
brochure, bij de firma J. Godefroy te Utrecht
verschenen. Er aan toegevoegd is een lied, Ons
doel, waarvan eenige woorden zeker al heel juist
het »doel van den bond'" weergeven:
In Noord en Zuid der Nederlanden,
In dorp en stad, van grens tot strand,
Zijn mannen, die door oude banden
Gehecht zijn aan het Vaderland.
Een deel huns levens, groot of kleen,
Ging in den dienst van 't land daarheen;
Hen saam te houden t'aller stond:
Dat is het doel van onzen Bond! (bis)
lllltlMlllllninIMIIIIIIIIIMIMIIHHIIIIUIHHIIIIIII
TSJES
Uit het Fransche
Wijnlaml,
iiaar L. DKVKIKST.
,,C(>mliien avez-vnus fait de Ijurnf/uen?'' (Hoeveel
vaten heb je gemaakt;') Aldus luidt woordelijk
de dagelijksche, tegelijk de levensvraag gedurende
de Octobermaand in de streek alhier, aan de
oevers van de liefelijke Dordogne, die zieli op een
kleinen afstand met de Garonne tot de Girondc
vereeuigt. Meesmuileud strijkt tegenwoordig' de
wijnboer over zijn baard, want meestal luidt het
getal der vaten, die met liet kostelijk druiveiiiiat
gevuld y.ijn, veel hooger dan allen gehoopt hadden
na de late nachtvorsten, die tegen het Paaschfcest
soms iii een enkel uur de schitterendste verwach
tingen vernielden.
Het welige heuvelland, dat zich hier heinde en
ver uitstrekt, kan op merkwaardige
temperaluursverauderingen wijzen. Terwijl bij ons de ^looge
streken bijzonder aan de vorst blootgesteld zijn,
stelt deze hier het meest die wijnlandeu in gevaar,
di: dieper in de vlakte zijn gelegen. De warmere
lucht, die van den Oceaan hierheen stroomt, geeft
alleen aan het heuvelland zwoelte, hij gaat:
boven over liet laaggelegen land heen. Doch ook
hier veroorzaakt de vorst niet de hoofdsehade,
maar wel de gloeiend heete zonnestralen, die in
de vroege morgenuren op de bevroren planten
branden en deze meedoogenloos verzengen.
De Aprilweken brengen den wijnboer menigmaal
gestoorde nachtrust. Buiten, te midden zijner
planten, is een minimaal-thermometcr met een
electrische bel aangebracht, die zich in beweging
zet, zoo gauw het kwik tot twee graden be
ueden nul daalt, want dan is liet tijd, vlug op
te staan en al naar de richting van den wind een
groot aantal der met pek gevulde kastjes in brand
te steken, die op kleinen afstand van elkander
rjndorn liet wijnland staan.
De ranken zijn zoo ver van elkander geplant,
dat twee ossen op de paden daartusschen den
ploeg kunnen trekken, wat vier maal in den loop
van den zomer plaats heeft, om de zware aarde
los te maken. In liet najaar, zoo gauw het sap
in de rank gestorven is, wordt zij gesnoeid en de
stok zoo hoog mogelijk met aarde bedekt.
Het wijnland in het zuidwesten van Frankrijk,
waar de St. Emilion, St. Estèphe, St. Julien, de
kostelijke, zoete Mont-Basiliac en zoo vele wijnen
groeien, die in het noorden hooggeschat worden
en welbekend zijn, is niet een landstreek van
centonigen plantengroei. De wijnbouw neemt slechts
zelden een groote streek in; menigmaal zijn het
vlakten van hoogstens zes tot acht lange rijen,
waaraan zich afwisselend een stuk weiland of
heerlijke vruchtboomen aansluiten; nu eens is het
een boschstreek met varens, bremmen en echte
heidebloemen, dan weder koren of een veld met
aardperen (topinambourb) wier hoogc, gele bloesem
bundels op een verren afstand iu de zon schitte
ren. De pruimeboomen leveren bij groote massa's
de kostelijke Bordeaux-pruimen, en ook liet meest
beseheiden huis heeft zijn groote ovens, waar de
zoete vrucht snel gedroogd wordt, om door han
delaars opgekocht, op de markt van Bordeaux te
komen. In het open veld groeien de groote
rerzik-, noten-, amandel- en kastanjeboomen, op
beschutte plaatsen rijpen de vijgen en nu juist
buigen de hooge takken van de granaatboschjes
onder den zwaren last van hunne gouden appels.
Maar ook gewone appels en peren worden zoo rijke
lijk geoogst, dat zij als wijn voor de dienstboden
een goeden drank verschaffen
Niet alleen onder de vruchtboomen is in deze
rijke streek het gewas van noorden en zuiden
vertegenwoordigd; dicht naast heerlijke olmeii en
eiken spreidt de donkere ceder zijn machtige
takken uit, en de geurende sering, die juist in
deze warme herfstdagen eentweeden bloeitijd heeft,
staat daar zoo krachtig als de eeuwig groene
edele laurier. Deze schoone herfstdagen met al
hare voortreffelijke eigenschappen doen een bijna
microscopisch diertje rijp worden Ie vendatic/eon
dat voor vele schepselen, die teer van huid zijn,
een ware plaag kan worden. Na iedere ronde door
tuin, woud en weide verraadt een onuitstaanbaar
jeuken, dat er menigmaal dozijntallen dezer nietige
insecten de huid binnengeslopen zijn; een roode
punt, menigmaal een gezwel blijft zichtbaar en
vooral zeer voelbaar, terwijl de vuile, kleine pirasiet
geheel verdwijnt. Doch, n enkele koude dag
maakt aan dezen last een einde; mocht dit ook met
de phylloxera het geval zijn, die aan deze streek
zulk een onberekenbare schade toegebracht heeft
en den prijs van grond en land in het laatste
tiental jaren zoo diep deed dalen! Thans wordt
alles echter tot een nieuw leven opgewekt, sedert
de welgelukfe poging, de oude wijnstokken door
Amerikaansehe te vervangen, waarop de gewone
geënt wordt. ledere grondeigenaar heeft zijn
wijustokkwcekerijen, die reeds door de eerste re
sultaten blijde vooruitzichten in de toekomst ver
schaffen.
Merkwaardig kalm hoeft het wijnoogsten hier
bij de vroolijke Franschen plaats; luid gelach,
vroolijke liederen hoort men niet. Evenals bij
alle bezigheden van het jaar richt de arbeidstijd
van de mensehen zich bij het wijnoogsten nauw
keurig naar zonsop- en ondergang, en toch blijft
liet loon van deze in de korte winterdagen gelijk
aan dat in liet helder zomersaizoen, waar hun wel
j s waar twee uur middagrust verschaft wordt.
Zoo begaven zich dus onze vijftig wijnbouwers en
wijnbouwsters, zouder gezang, op de zonnige och
tenden tegen zes uur op weg. De vrouwen droe
gen lichte klompen aan de voeten, een zeer goed
staauden bonten doek met afhangende franjes op het
donkere haar, dat menigmaal gelaatstrekken van
klassieke regelmatigheid omlijstte ; verder waren zij
met een lichte houten mand gewapend, tot het
inzamelen van druiven. Ook de mannen met de
brecde, Spaansche mutsen boden in hun bedrij
vigheid, met hunne rugkorveu en de met ossen en
paarden bespannen karren, een levendig, bont
tafereel. Vlug werden de gevulde houten manden
in de gereedstaande kuipen geledigd en
onvcrdroten legden de spannen telkens weder den weg
tusschen den wijnberg en de wijnpers af.
Met den wijnoogst begint tevens de
winterindeeling van de maaltijden, en dus gebruikt de
wijnbouwer om S uur zijn eerste ontbijt. In
de keuken van den werkgever wordt een voed
zame groeutesocp met zeer veel gebrokkeld brood,
of ook wel met de zeer geliefde gekookte witte
booiicn, uit den grooten ketel geschept; een stukje
spek en enorme porties brood besluiten den maal
tijd. In ieder huis staat voor de dienstboden de
appelwijn of de lii-anloliiie van het, vorige jaar (een
tweede afgietsel van water en suiker op de uit
geperste druiven) ter beschikking. Om l uur volgt
In mlliitioii, d. i. weder brood en liranloline, bene
vens rameuasscu en radij-jes, vruchten of roode
uien. Eerst 's avonds wordt de hoofdniaaltijd
gebruikt: weder een krachtige soep met gebrokkeld
brood, wat, vleeseh, gekookt of aan het spit ge
braden, benevens brood als eenige toespijze. De
aardappel geldt hier nauwelijks als levensmiddel;
het hoofdvoedsel is en blijft bij rijk en i;rm het
witte brood. In den zomer wordt er om 7 uur met
brood en vruchten, roode artisjokken of uien ont
beten ; de hoofdniaaltijd is dan om 12 uur, waarop
om l uur een avondeten van brood en wijn
volgt, waarbij bij voorkeur groene salade gegeten
wordt, 's avonds soep en een gerecht. (Jok de
dienstboden in het huis leven op dezelfde wijze;
zij weten nauwelijks behalve de keukenmeid,
die voor de heereu thee en koflie klaarmaakt,
dat er andere dranken bestaan, en alleen kinderen
en zieken krijgen melk.
Doch keeren wij terug tot onze wijnbouwers,
die hunne manden met de heerlijke, zuivere
wijndruiven vullen. De ranken worden aan stokken,
menigmaal echter ook als leiboomcn gekweekt,
waar de druiven dan als een donkere muur dicht
tegen elkander Langen. Terstond bij het snijden
wordt, de keus gedaan en eerst worden nu de
mooiste trossen afgeplukt, die den uitgelezen wijn
geven. Voor de beste criis worden hier niet al
leen de trossen, maar de druiven uitgezocht!
Terwijl nu buiten vlijtig gesneden wordt, sprin
gen eeuigeu van de mannen in de vlakke kuipen,
waar zij de druiven zwaar stampend (ijudrukkeu,
voordat zij over de ladders naar boven in de
kolossale vaten gebracht worden, waarin zich,
al naar de temperatuur, binnen 4 tot 10 dagen
de gisting voltrekt. Een stevig deksel sluit de
kuip en alleen een daarin aangebrachte buis ver
schaft aan het koolzuur een uitweg.
Evenals in de lente, bij de gevaarlijke nacht
vorsten, komen er ook thans weder slapelooze
nachteu voor den wijnbouwer. Nu moet hij tegen
de wanden van de kuip het oogenblik afluisteren
wanneer het zachte knetteren van de gisting op
houdt, want terstond zinken de bovenop drijvende
trossen en schillen naar beneden en zouden on
feilbaar het reeds volkomen zuivere druivenuat
troebel maken en bederven De kraan beneden
aau het vat wordt opengedraaid en de heldere wijn
in open kuipen, ieder door twee man gediagen,
naar den c/tai in de vaten gebracht; het spongat be
dekt men in den beginne alleen meteen vijgeblad,vult
iedere weck de vaten tot aan den rand en laat ze
tot den veikoop of het verbruik rustig staan.
Deze rliai is geen kelder, maar een luchtig ge
metseld vertrek, welks ingang en eenig venster
naar het noorden gewend ligt, om de temperatuur
zoo veel mogelijk frisch te houden. Zoo gauw de
wijn uit de groote kuip verwijderd i?, wordt er
water en gekookte suiker over de trossen gegoten,
waardoor men, na voltrokken gisting, de brantoline
voor de dienstboden verkrijgt.
Nauwelijks is de wijn op zijn plaats gebracht,
of daar komen de handelaars en proeven hem uit
de kleine, platte, zilveren kopjes, waarin de hel
derheid van de kleur bijzonder gemakkelijk te
herkennen is, eu de wijnbouwer brengt zijn voor
raad gaarne zoo gauw mogelijk aau den man,
omdat het wekelijks vullen der vaten zeer veel
druppels inslikt. Of uu deze wijn uit de tweede
en derde hand zoo zuiver en onverdund te voor
schijn komt als uit den chai van de eerste hand,
dit blijft natuurlijk nog de vraag ; wie echter op
de plaats zelve zulke zeer jonge druppels geproefd
heeft, moet onwillekeurig een ongeloovige Thomas
worden, wanneer hem buiten in de wereld een
St. Emilion en dergelijke tot zeer goedkoope
prijzen voorgezet worden.
iimiuMMntiuiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiniiiiniiftittiiunMl
vo
Juweelen in ivoor. Amerikaansehe
adel. Het surprise''
gasornament.?Dames a/scha/sters en spreek
sters. Appels.
Een proef met iets nieuws voor dames is door
een Londensch juwelier genomen, voorloopig nog
niet met zeer veel succes ; toch is er wel iets
voor te zeggen. Hij heeft de diamanten en andere
geslepen steenen in ivoor in plaats van in metaal
gemonteerd. Het monteeren in zilver hoeft tegen,
dat het schoonhouden en drogen zoo moeilijk
gaat, en de steenen aan de rand of aan de achter
zijde er allicht dof door schijnen ; het monteeren
in goud, dat te veel van de gele kleur gereflec
teerd wordt en dit het kristalwitte der diamanten
benadeelt. Beide monteeringen leveren het artistiek
ongepaste, dat hun eigenaardige glans, die op zich
zelf waarde heeft, hier als bijzaak komt en half
verduisterd wordt; bij |matte, halfdoorscbijnende
steenen daarentegen, en vooral bij paarlen, doet
goud zijn volle werking.
Ivoor moet het mooie effect kunnen geven, dat
men nu zoekt te bereiken door diamanten met
halfedele steenen te combineeren. Het matte wit
moet zeker nog beter de fonkelende diamanten
doen uitkomen dan chrysopras en oeil-de-chat,
die er thans voor gebruikt worden. Toch zijn de
eerste stukken die er mee tentoongesteld waren,
niet in gunst gekomen en weer uit de etalage
genomen.
Chrysopras is op 't oogenblik in de mode ; er
wordt te meer voor betaald, omdat de steen zeer
zeldzaam voorkomt. Onder Louis-Philippe en
vroeger is Lij ook een tijdlang mode geweest,
zoodat thans naar oude ornamenten uit dien tijd
met ijver gezocht wordt. Van de half-
edelgosteenten is ook opaal in gunst, en terecht; de bleeke
halfwitte steen, waardoor alle tinten van morgen
rood en regenboog komen spelen, is een der
delicaatste versieringen. Men heeft er ook een
nieuwe combinatie mee beproefd. Opaal komt
namelijk als ader voor, in lagen bruinijzersteen
en trachiet. Tot nog toe kapte men zulk een laag
af, en schilde dan den opaal er uit. Sedert eenigen
tijd heeft men beproefd de laag bruinijzersteen
als achtergrond te behouden en het laagje opaal
daarop als camee te bewerken. Dat kan met den
kleurigen en wisselenden opaal prachtige cameeën
geven.
A propos hiervan wijzen wij op een nieuwen
juwelierswinkel, die Kalverstraat K!'.) geopend
is, >A la ville de Home", door de lirina Bernard
Kulker.
De collectie edelgesteenten, artistiek bewerkt
zilver en goud, oxydé, niellé, enz., is er zoo fraai
als ergens ; vooral trekken de aandacht de mooie
paarlen colliers, waarvan er een in de etalage is
tentoongesteld.
* *
Amerika gaat voort met het aankoopen van
Europeesche adelstitels. Eene juffrouw Florence
Pullman, de dochter van den niillknair en
wagonfabrikant mr. Georgc M. Pullman, heeft zich een
prins uit een der oudste Duitsche vorstenfamiliön
aangeschaft, den orfprins Leopold van
IsemburgBirstein, luitenant il la suite bij het Pruisische
leger. De Isemburg-Birsteins datceren van !)!).'!.
Miss Pullman wordt nu de schoondochter van
de Oostenrijksche aartshertogin Maria Louise,
prinses van Toskane; eene prinses Isemburg is
getrouwd met prins Hendrik van
WaldeckPyrmont. De lieer Pullman is. behalve door zijn
Pullman-cars, ook door zijne reusachtige fabrieken
in verschillende doelen van Amerika bekend.
^ ?.-.?
&
Een der specialiteiten van Amsterdam, het
magazijn in verlichtingsartikelen van de firma
II. A. Kloosterhuis, is van den Nicuwendijk over
gebracht naar de Kalverstraat 178, in de ruime
lokalen, die de firma Jansen verlaten heeft. De
fraaie lampen, elegante kappen, al het cuivre
poli en brons, kristal en Venetiaansch glas, de
lantarens, lustres en kronen, komen in de flinke
ruimte te beter uit. Maar er is ook iets nieuws.