Historisch Archief 1877-1940
No. 858.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
LLERLEI
De rechte man. Een aan
tal jonge lieden deden aanzoek
voor een plaats als klerk op een
advocatenkantoor. De advocaat liet hen pp een
rij staan, en zeide dat hij hun een geschiedenis
zou vertellen, en zou oordeelen naar hunne op
merkingen, wie van hen hem waarschijnlijk het
best bevallen zou. Hij begon:
»Daar was eens op een keer een pachter,
wiens graan werd gestolen door een rat, die ge
woon was door een gat in zijn schuur te slui
pen. Dit op een middag bemerkend, nam lnj zijn
geweer van den wand en vuurde op de rat. Maar
zoodoende stak hy de schuur in brand."
«Brandde zij tot den grond af?'' vroeg een
der toehoorders.
De advocaat, zonder acht te geven op het in
de rede vallen, vervolgde: »De vlammen ziende,
haalde de pachter een emmer water en beproefde
het vuur te blussehen."
sBluschte hij het ?" vroeg een tweede.
. «Daarop kwam de meid met een anderen
emmer en terwy'l de twee in de schuur bezig
waren sloeg de deur achter hen dicht."
«Verbrandden zij ?" was de derde vraag.
«Toen kwam de moeder van den pachter
op het tooneel, de buren kwamen aanloopen, en
een ontelbare . menigte verzamelde zich om het
vuur te helpen blusschen."
»Daar nu, jonge lieden", besloot de advo
caat, «dat is alles, gaat nu heen en morgen zult
gij van mij hooren."
Een van de mededingers, een klein armzalig
uitziend individu, bleef achter en de advocaat
vroeg hem:
»Wel, kleine kerel, wat verlang je nog ?"
De candidaat kreeg een kleur en stamelde:
»Ik wou alleen weten wat er met de rat gebeurde."
»Ha, ha," riep de advocaat uit, »je kunt
bleven, jij bent de 'man dien ik noodig heb.
Jij bent de eenige die nooit het hoofdpunt van
de ingewikkelde geschiedenis uit het oog verloor."
Nu b\j de reconstructie van het ministerie in
Frankryk en elders sprake is van «wederzijdsche
concessiën", haalt de République Franyaise daarvan
een paar voorbeelden aan. Het eerste is klassiek,
het verhaal van den beul en den veroordeelde.
De beul leidde den veroordeelde naar de galg;
en de misdadiger was, zooals begrijpelyk, niet
op z\jn gemak. Maar ook de beul was heel
onrustig.
Mjjnheer, zei de beul zacht tot den veroor
deelde, ik ben niet heel kalm. Ik moet u beken
nen, dat het heden myn proefstuk is, de eerste
maal dat ik iemand zal ophangen.
Mijnheer, antwoordde de patiënt, het spijt»
müdat ik u niet wat helpen kan; ik moet u
zelf bekennen, dat het ook de eerste maal is,
dat ik word opgehangen; maar als u 't goed
vindt, zullen we beide eea beetje ons best doen,
en het er samen wel netjes afbrengen.
Het andere voorbeeld is uit de litteratuur.
Chateaubriand vertelde: Mijn vrouw kan niet
later eten dan vijf uur; ik heb nooit honger
vóór zeven uur; we hebben nu het verschil ge
deeld en eten nu samen om zes uur. Zoo eten
we beiden ellendig; dat is het gevolg van
wederzydsche concessiën.
Voor het plan op een internationale tentoon
stelling, welke hoofdzakelijk ten doel zal hebben
»het hotelwezen met al zyn aankleve aan het
weetgierig publiek in aanschouwelijken staat voor
te stellen," heeft zich een comitégevormd,dat reeds
eenige stappen gedaan heeft. «De eerste daad van
het hoofd-comitéwas, om een vasten grondslag
te leggen, waarop men verder voortbouwen kon
en stichtte zij daarom eene vereeniging, welker
statuten door de hooge regeering werden goed
gekeurd en waarvan men dezer dagen door de
Staats- Courant de inwerkingtreding vernemen
kan."
Middelerwijl trad het comitéin onderhandeling
met het genootschap »Architectura et amicitia"
te Amsterdam, teneinde door hare bemiddeling
een prijsvaag uit te schrijven voor het stichten
der noodige gebouwen. »A. et A." was zoo wel
willend om zich met de samenstelling van het
programma en met de onderhandelingen met de
heeren juryleden te belasten. Br werd besloten
/ 700 voor prijzen beschikbaar te stellen, terwijl
men zoo gelukkig was om de heeren dr. Cuypers
te Amsterdam, Salm te Amsterdam en Schut te
's-Gravenhage tot juryleden te krijgen.
Aan het dagelijksch bestuur van de gemeente
Amsterdam hoopt men binnenkort plannen voor
te leggen voor het verkrijgen van de terreinen
achter het Eijks-museum. De commissie is even
wel met verschillende particulieren reeds druk
aan het onderhandelen over andere terreinen.
»Het financieel comitévermeent, zonder een
beroep te doen op de gemeentekas noch op de
beurs der ingezetenen, de zaak financieel te kun
nen doen slagen; zij is daartoe bereids in onder
handeling met onderscheidene geldmannen."
Voorzitter van het comitéis mr. N. A. Calisch,
Oosteinde te Amsterdam; secretarissen-penning
meesters zijn de heeren mrs. Foekens en Massink,
Kloveniersburgwal te Amsterdam.
Een beroemd economist de anecdote is echt,
was bezig aan een groot werk, een enquête
in landbouwzaken. Hij ging in het begin van
Juni eene wandeling maken in de omstreken
van Clermont, in gezelschap van drie heeren,
die vol bewondering naar de meeningen van
den grooten man luisterden.
Een mooie streek, mompelde de geleerde;
een weldoordachte bebouwing, een heerlijk land.
Het gezelschap was het natuurlijk met hem
eens.
Eindelijk komt men aan een veld met gerst.
Mooie boekweit, roept de theoreticus, prach
tige boekweit.
De toehoorders zijn een beetje verbaasd, maar
denken aan verspreken; ze zijn heel beleefd en
knikken dus met instemming.
Nu volgt er op het veld gerst een veld rogge.
De geleerde houdt stil, een beetje ongerust.
Zonderling, zegt hij, zonderling....
Wat dan?
Deze boekweit is veel hooger dan de an
dere, veel hooger!.... Waar kan dat aan liggen?
Wel, heel eenvoudig, antwoordt een der
toehoorders, die den geleerde doorzag, dat is twee
jarige boekweit!
De geleerde had zyn zakboekje voor den dag
gehaald, en schreef de verklaring op.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII
iiuiiiimiiiiiiimniiinH
iiiiiiiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiitffiiiiiiitiliiiniiinllil
Over de uitspraak.
Tot mijn spijt had ik geen gelegenheid de con
férence van Mme Thénard over La
Prononciation by' te wonen. De verslaggever van het Nieuws
van den Dag gaf evenwel zoo'n duidelijk beeld
van hare voordracht, dat ik den lust in me voelde
opkomen om, naar aanleiding daarvan, iets te zeg
gen over het spreken van onze Hollandsche taal.
«Denkt ge dat er in Frankrijk geen slecht
Fransch wordt gesproken ? Hélas! Er zijn er
die alleen met de keel spreken, qui parlent comme
des enrhumés", zegt Mme Thénard.
Helaas, zeg ik, want als het spreken met de
keel in Frankrijk uitzondering is, hier is het
bijna regel. Ik voel de verontwaardigde blikken
waarmee men mijn opstelletje aanziet, maar die wil
ik nu eens trotseeren, ik wil er nu eens op wijzen
hoezeer de meeste Hollanders zich aan onze
schoone taal bezondigen, zoodat ze bij onze na
buren zoo tamelyk wel in miscrediet is.
»I1 faut faire des explosions avec les lèvres,
toujours la langue contre Ie palais!"
C'est cela, Mme Thénard.
Datzelfde nu geldt voor onze taal. De tong,
de lippen en het harde gehemelte gebruiken.
Maar de g, de sch dan, hoor ik zeggen, en
velen voegen daar de r nog bij, die maakt men
toch met de stembanden en de keel.
Juist, dat doet ge, maar dat behoeft ge niet
te doen. De stembanden zijn alleen noodig om
het geluid te doen ontstaan, de keel om het ge
luid door te laten.
Als ik hier de aandacht vestig op de alge
meen slechte uitspraak onzer taal, dan heb ik
vooral de beroepsredenaars op het oog, van
wie men toch zou mogen verwachten, dat
zij zich althans eenige moeite zouden geven
om niet alleen uit te munten in stijl en
woordenkeus, maar ook door stemvorming. B\j
de opleiding van predikanten, onderwijzers, enz.
wier taak het is, met hun stemmiddelen te boeien,
wordt aan dit laatste evenwel niet de minste
aandacht geschonken. Men beschouwt dit aan de
onderwijsinrichtingen zoo al niet als overbodig,
dan toch geheel als bijzaak. Op de meeste kansels
wordt 'tHollandsch zoo slecht gesproken en de
onderwijzers, die de kinderen toch moeten leeren
spreken, articuleeren zelf zoo slordig, dat 't geen
wonder is, dat men in Nederland zelden iemand
zijne moedertaal goed hoort spreken. '
Ook aan 't tooneel mocht men wel eens wat
meer werk maken van uitspraak en stemvorming;
't Nederlandsch dat in vele schouwburgen gehoord
wordt, is in n woord leelijk. In dit opzicht
mochten onze acteurs en actrices wel eens een
voorbeeld nemen aan onze Fransche naburen.
De sonore, schoone, klankvolle en goed geschoolde
stem van Mme Segond?Weber heeft zeker een
groot deel bijgedragen tot de bekoring van haar ?
spel.
Ook de Duitsche acteur Possart heeft mij meer
malen geboeid door de volkomen meesterschap
die hij over zijn stem heeft.
Dezelfde opmerkingen gelden voor het zingen.
Hoe dikwijls hoort men niet beweren dat het
Hollandsch niet geschikt is om te zingen. Ik
geloof het graag, als men alles, vocalen en con
sonanten, achter in den mond vormt! Zing op
dezelfde manier een Fransch of Duitsch lied, en
het klinkt even leelijk.
Neen, onze taal behoeft voor geen vreemde
onder te doen, mits men aan de uitspraak de
noodige zorg bestede.
En niet alleen dat eene zorgvuldige uitspraak
de schoonheid der taal verhoogt, zij is ook het
aangewezen middel om de stem te bewaren. Dat
het aantal keellijders onder de predikanten, on
derwijzers en onderwijzeressen zoo groot is, komt
alleen hierdoor, dat ze zoo slecht spreken. Dat
dit zoo is, wordt zeker wel voldoende aangetoond
door het feit dat zoovelen onder mijne behande
ling genazen, wanneer ik ze leerde op de juiste
wijze te spreken. Want.... lacht niet lezers,
spreken is eene kunst, die geleerd moet worden.
Om een pianostuk vlug, gemakkelijk en goed uit
te voeren, moet ge uw vingers oefenen, en om
dagelijks uren achtereen duidelijk en verstaan
baar, zonder vermoeidheid en zonder 't
traditioneele glaasje water, goed te spreken; moet ge uw
stem oefenen.
Het is hier natuurlijk niet de plaats om
aante geven, hoe elke klank in 't bizonder gevormd
moet worden. Daarom wil ik hiermede eindigen.
Mocht er onder de letterkundige vereenigingen
hier ter stede eene zijn, die hare zalen daartoe
beschikbaar stellen wil, dan verklaar ik me be
reid om in 't publiek eenige gedichten
voortedragen, die bepaald eene goede stemvorming
eischen om ze tot haar recht te laten komen
MABIA SPEET.
3XT.
95 pCt. ONDERLINGE 95 pCt.
Levensverzekering van Eigen Hulp.
Gevestigd in het Gebouw van het Genootschap:
KOKTENAARSKADE 3, 's-GRAYENHAGE.
Directeuren : 3. C. VAN G O E N S en J. H. S C H U IJ L E N B U R G.
Wiskundig Adviseur: Dr. A. J. VAN P E S C H.
Eeservefonds DEIE MILLIOEN GULDEN.
Verzekerd kapitaal f G,5OO,OOO. Verzekerde rente f 318,OOO.
Geen Aandeelhouders. Het overschot wordt nu nog om de 5 jaar, later ieder jaar voor 95 pCt.
teruggegeven aan de deelnemers, ook al zijn die geen lid van de Vereeniging Eigen Hulp." Het recht op die
teruggaaf gaat in met het sluiten van het contract.
Voorbeeld van teruggaaf over het tijdvak 1885/89:
Een vader, oud 35 jaar, verzekert aan z\jn kind, oud 5 jaar, een bedrag groot ? 300.?'s jaars, uit te keeren
tot aan het 23e jaar van het kind, indien de vader vroeger komt te overlijden. Premie per jaar ?44.72, dus in 5 jaar ?223.60
teruggaaf.
Reglement, Tarieven en verdere inlichtingen te bekomen ten kantore der Directie Kortenaarskade 3.
Tarieven en inlichtingen bjj den Hoofdagent T. GREIDANUS, Jacob van Campenstraat 27.
' v _ v _ v v w WW MWWWWWWWVMWWV IV W ??«*«? W ?? «M
Fraaie Meisjestoeken.
NELLY EN HAAR VRIENDEN
DOOK
CHRISTINE DOORMAN.
Een allerliefst, fraai geïllustreerd Meisjesboek.
Prijs keurig gebonden ?1.90.
Een vroolijke Dag en andere verhalen
DOOR ELISABETH.
Met tal van keurige illustraties Wm. STEELINK.
Prijs keurig gebonden ?1.90.
Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam.
888888888888888888888888888
JBlcxnd
Konlnklflje Stom-Verwerfl,
van
B1. I».
UtreclueïestraaUS ei Hartenstraam,
AMSTERDAM.
DEN HAAG, Passage 11.
aó Mee. Dentiste,
5 79 Utrechtschestraat 79.^
| Plaatsing v. T,anden &
^5 ^"^ CD
g 621 gebitten, 3
Dagelijks van 10?12 en 2?4.
Tandpoeders.
VOOR ONZE KLEINEN.
AARDIGE LIEDJES BIJ KLEINE VERDRIETJES
DOOK
HELENA BINDEE.
Een keurig Prentenboek met fraaie gekleurde Platen
en lieve Versjes.
JRrïj's in Kartonnen band f 1.9O
Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam.
Een uitstekend en boeiend Jongens
boek is
Hendrieks de Jager,
Een Verhaal uit het Zoeloeland.
DOOR
W. H. G. KINGSTON.
Met tal van fraaie Platen.
Prijs in rijk vergulden Band f 1.90.
Een bundel Novellen
DOOR
FIORE DELLA NEVE.
Prijs ingenaaid f2.25. In prachtband f2.90.
Inhoud:
Portia's keuze. De wilde Camelia. Jeff. Een ruikertje violen. De
helm van Pons de Bligny. De Romeo van Astor-Grange. Rozeknop.
ONZETIJDGENOOTEN.
Scüenitalenfler in 4 talen yoor 1894.
Samengesteld uit de werken der
hedendaagsche Letterkundigen.
Prijs op smaakvol schild ? 1.?.
RICHARD WAGNER,
Scheurkalender voor 1891.
Prijs op passend scliüd f 1.?.
Eenigste kalender op muzikaal gebied,
bevattende de schoonste gedachten van
den Grooten Meester.
Verkrijgbaar of te bestellen in eiken
Boek-, Kunst- of Mnziekhandel.
Uitgaven LENTZ & DE HAAN. Utrecht.
Schetsen door J s. VAN HENNES.
Prijs in geillustreerden omslag ? 2.25. In prachtband / 2.90.
Een Huishouden van Jan Steen
DOOE
JTs. VAIV Ifc E IV IV E S.
Prijs in geïll. omslag f 2.25. In prachtband f 2.90.
BIJ DAG ES NACHT OP
HET TELEGRAAFKANTOOR
Schetsen uit het Leven
VAN
WILLEM OTTO.
Prijs in geillustreerden omslag f 2.25. In prachtband ? 2.90.