Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 924
Hg acht het beginsel: ziels- em stemmings
ontleding en vertolking, hoofdzakelijk door de
muziek in plaats van handeling en zulks omdat
dit eigenaardig op den weg der muziek ligt
artistiek hooger. En als middel daartoe stelt hij
zich in de eerste plaats voor, wat den bouw van het
werk betreft, den z. i. zoo logischen eisch
?an het vastknoopen van bepaalde motieven aan
bepaalde daarmede overeenkomende stemmings
factoren. In dien zin sluit hij zich dus geheel
by Wagner aan.
De dagbladen hebben den inhoud van den tekst
bekend gemaakt, tevens den Gids voor het muziek
drama bewerkt door Hugo Nolthenius aankondi
gende. Ik ontving dit boekje toen het Weekblad
reeds was afgedrukt, waardoor het niet meer kon
worden vermeld.
Ik beveel dit boekje zeer aan allen, die dit
zoo interessante werk wenschen te hooren, ter
voorbereidende studie aan, want voorbereid ge
niet men van zulke werken meer dan onder een
eersten indruk.
De ruimte laat niet toe het geheele verhaal hier
over te nemen. Ik verwas den lezer dus naar de
dagbladen waarin dit te vinden is.
Dit werk heeft aan velen die niet zullen
hebben kunnen volgen op welke wijze de twee
hoofdmotieven, het Seleneïa en Wraak (Moïra)
motief zyn ontwikkeld, en welke rol de zestien
overige motieven spelen, waarvan sommige weer
in onderdeelen zjjn verdeeld of fragmentarisch
optreden, een grooten indruk gegeven.
Dit l gt feitelijk hieraan dat de meesle motieven
aan elkander verwant zijn en tot enkele grond
vormen zfl'n terug te brengen waardoor ze ge
makkelijk tot het geheugen van den hoorder door
dringen, doch en de natuurlijke en de schoone
muzikale schildering van de stemmingen en ziels
toestanden heeft voorzeker het grootste aandeel
aan den indruk.
Daardoor toch leven wij de haat en wraakzucht
van Muira : de Amazone mede, die vroeger bedro
gen zijnde, er nog slechts aan denkt de geleden
smaad, ook ter wille van haar kind, Selentia, te wre
ken. Daardoor leven wij met Sehn-ïa mede, de
fiere en schoone maagd, wanneer zij Heros den zoon
van den verleider van hare moeder aanschouwt
en zonder te weten wie hij is bemint. Daar
door gevoelen wij hoe Heros door zijne liefde
alles vergetende, niet denkt aan den strijd tegen
de Amazonen, doch de wapens wegwerpt en
Selerteïa in verrukking aanschouwt.
Doch iïtoïr't wetende wie hij is, ziet nu de
vervulling van haar zucht naar wraak komen.
Wel tracht Selenüa hem te redden doch Moïra
doodt hem, en nu verneemt Selemïa eerst dat hij de
zoon van haar vader is. Zich onteerd achtende door
steekt zij zich en Moïra blijft alleen.
Men moet erkennen dat Mevr. Constant niet
alleen een allergelukkigsten greep gedaan heeft,
doch zij heeft ook den componist gelegenheid
gegeven zijne vleugelen uit te slaan.
Er zijn maar al te veel dichters of librettisten
die zoo all< s zeggen, dat zij den componist belet
ten zich vrij te bewegen. Mevr. Constant heeft
die klip blijkbaar vermeden en de componist
heeft getoond met dit voordeel te kunnen woekeren.
Nog meer de wijze waarop hij met behulp van
de motieven de gevoelens en de karakters door
ons laat medeleven, dan wel door het karakter
van de motieven zelf, heeft hij indruk weten te
maken, want die waren hem meer middel dan
doel.
Het feit dat men dit drama volgt met spanning
zonder er aan te denken de wijze van uitdruk
king te analyseeren, bewijst dat den heer von
Brucken-Fock het ware temperament bezit als
dramatisch componist. Met dit eerste dramatische
werk heeft deze componist een schoon standpunt
ingenomen, en getoond dat men nog zeer veel
van hem hopen en verwachten mag.
De schoone kleur in het orchest, het expres
sieve van het gezongene, terwijl het orchest steeds
doorgaat de stemmingen en gevoelens te schilderen,
moeten ook zonder voldoende voorbereiding boeien.
De première zal herhaald worden en dan zal
een en ander, dat nog niet in orde was wat
de uitvoering betreft zich in een beter licht
voordoen.
In het orchest waren zeer goede oogenblikken,
?"" iiiniii iiiiiniiii i iniiiiiin nuiiiiiiiiii
Sir Greoffny's' Theorie.
3) NAAR
MAARTEN MAARTENS.
De kleine Guy zat overeind in zijn
ledikantje en, terwijl hij naar de verwijderde
tonen der dansmuziek luisterde ging, zonder
dat hij het zelf wist, zijn klein lichaam on
ophoudelijk met het rythmus mee. De vier
jarige Guy had alles wat hij begeerde, was
volmaakt gelukkig «precies een jonge
hond" volgens zijn oom Ceck en vol van
de aardige ondeugendheid die aan goedhar
tige kinderen en jonge honden in zoo
hooge mate eigen is. Guy en oom Ceck
begrepen elkander volkomen. Guy en papa
hielden onuitsprekelijk veel van elkaar. Toen
papa uit het paradijs, waarin hij zoo kort
getoefd had, verdreven was, werd hij de be
schermengel van Guy. Hij hield ook, even
als Milton's beschermengelen, zeer dikwijls
didactische redevoeringen, waar met eerbied
naar geluisterd werd. Oom Ceck had Guy
een pony gegeven.
Het geluid van muziek en dans was iets
ongewoons op Travessant Towers. De helft
van het huis was meestal afgesloten en de
eigenaar bewoonde alleen zijn sombsr
studoch helaas veel meer minder gelukkige. Vooral
de maneschyn-melodie leed onder de vertolking.
Doch de drie vocale solisten mevr. Dirckx?van
de Weghe : Selentïa, mej. Kempees : Moïra en de
heer Pauwels: Herof, hadden blijkbaar met groote
toewijding de zeer moeielijke vocale partijen be
studeerd. Onzekerheid, tengevolge van zeer ver
klaarbare zenuwachtigheid was bij mej. Kempees
het meest op te merken. Toch gaf ook zij zeer
schoone en expressieve momenten. Wat uiterlyk
betreft waren de drie solisten juist hetgeen zij
voor moesten stellen. Ook vermeld ik met ge
noegen, dat wat spel betreft, veel gedaan was
om de gewone traditioneele bewegingen, stappen
en gebaren te vermijden. Daardoor kwam men
dadelijk onder een indruk bij het optreden van
de hoofdpersonen.
Dit zoo belangrijk werk van den Nederland
schen componist zij ieder ter kennismaking ten
zeerste aanbevolen. Hij werd ten tooneele ge
roepen en met warmte gehuldigd.
Weinig ruimte blijft mij over voor hetgeen op
andere avonden plaats had. Met enkele woorden
vermeld ik dus dat het Historisch Concert van
den heer Kes waarop fragmenten uit eene
symphonie van Kalliwoda eene ouverture van Spohr,
het Clarinet-concert van Weber en de C-dur
symphonie van Schubert werden uitgevoerd, vooral
wat het laatste werk betreft, mij zeer heeft ge
boeid. Schubert's symphonie toch is nog van
dezen tijd en de overige werken niet zoo recht
meer.
Maar zeer interessant is het, zich nog
eens te verdiepen in hetgeen vroeger den hoofd
toon voerde, en als zoodanig is het doen herleven
van die vergeten stukken zeer merkwaardig, te
meer wanneer men de groote begaafdheid van
die componisten gevoelt, al zijn wij hen ook
ontgroeid. Het is daarom te meer jammer dat
er zoo weinig belangstelling voor die concerten ;
is, want behalve eene orkestvertolking die weinig
of niets te wenschen overliet en die in de sym
phonie van Schubert de schoonste uiting vond, en
eene meesterlijke wedergave van het concert van
Weber door onzen len clarinettist den heer Blitz
en den heer Kes, heeft men hier gelegenheid na
te gaan, hoe uit het een langzamerhand het ander
is ontstaan en wat wij aan de oudere meesters
te danken hebben.
De Liedertafel Euterpe gaf onder leiding van
haren nieuwen directeur, Anton Averkamp, eene
uitvoering, die bewees dat men ook onder deze
nieuwe leiding de gerechtvaardigde verwachting
mag koesteren, dat Euterpe zich op het hooge
standpunt zal handhaven, waarop het reeds stond.
Er werd weer met veel nuanceering en schoone
loonontwikkeling gezongen. Ongelukkig waren
vele leden ongesteld, zoodat in de grootere num
mers zeer merkbaar was dat er leemten waren,
doch aan zulke omstandigheden is nu eenmaal
niets te doen De k-einere koren werden zeer
schoon gezongen n.l. de koren van Palestrina en
Lassus en het koraal van Praetorius. Wat het
koor van Palestrina betreft, acht ik het langzame
tempo en de zachte expressie aan het begin niet
geheel gemotiveerd. Het geheel heb ik mij altijd
in meer opgewekten toon gedacht. Doch dit zijn
persoonlijke opvattingen.
Eene altzangeres, mej. Kloppenburg uit Frank
fort, bekoorde door de aantrekkelijke voordrachten
van eenige liederen en door hare schoone stem
de hoorders zeer en de heer Dessau uit Rot
terdam toonde vooral als virtuoos zijne niet
gewone gaven. Zijne stukken waren er toch
vooral op berekend hem als zoodanig te leeren
kennen.
VAN MJLLICKX.
Fransche vrouwelijke componisten.
Mad. P.U-LIXE Tnus.
Te Parijs neemt het aantal dames-componisten
steeds toe. Zij maken het vroeger algemeen be
weerde gezegde te schande, dat de vrouw geen
compositietalent bezit. Het is nu gebleken dat
het meer was een onontgonnen dan wel een on
vruchtbaar veld.
n i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiHinmiiiiiiii i min
deervertrek, vanwaar hij een onbelemmerd
uitzicht had op den tuin, waar de kleine
erfgenaam in den zonneschijn stoeide. Alles
wat hemzelf betrof was den baronet volko
men onverschillig het onmiskenbaarste
teeken van een onderdrukt leed. Zijn hart
was een mausoleum waar de levende doode
geen rust kon vinden. Voor het kind leefde
hij, op het kind was al zijn hoop gericht.
Een rilling voer door zijn leden als hij de
kreten van verrukking hoorde, waarmee dit
eenzame, door liefde omringde wichtje zijn
lichtzinnigen oom Ceck op zijne zeldzame
bezoeken verwelkomde.
Dat er vandaag muziek en gelach weer
klonk, was sir Geoffrey's schuld niet. Een
buitengewone race-meeting in het slaperige,
kleine martelstadje eene nieuwe onder
neming door de in den omtrek wonende
notabelen gepatroniseerd had een stroom
van bezoekers daarheen gelokt, die natuurlijk
door den eigenaar van het kasteel ontvangen
en onthaald moesten worden. De vroolijke
garde-officier had, op voorstel van een der
anderen, gezorgd voor een dansje na het
diner. De barones had er zich in stilte niet
weinig aan geërgerd.
Maar Cecil Travessant was in een van
zijn dolste buien, 's Morgens had hij een
ver van aangenaam onderhoud met zijn broe
der gehad. »Ik verbied u haar te vragen,"
had sir Geoffrey gezegd hij die anders
nooit beval of verbood. »Het meisje is veel
te goed om te trouwen met een man die,
af en toe, al is het nu niet zoo heel dikwijls,
te veel wijn drinkt." Bij zijn verontwaar
diging hierover kwam nog dat hij dien
midTegenwoordig noemt men Mme Pauline Thys
die zoowel schrijfster als componiste is, en wier
werken op verschillende theaters in en buiten
Parys zyn opgevoerd. In Parijs was het eene
operette La Pommi du Twrquif waarmede zij als
16-jarig meisje debuteerde. Mevr. Thys, eene
kleine vrouw met een zacht uiterlijk, bezit eene
ontembare energie en zeer veel temperament. Zij
gelooft in haar werk en waar zij niet dadelijk
succes heeft wacht zij rustig de toekomst af.
Zij heeft hare opera Judith aan den heer
Carvalho van de Opéra-comique aangeboden,
doch deze gaf een antwoord dat geheel den opera
directeur kenmerkt: Entendre vótre partition,
madame? Non! Je pourrais ite tentéda la
jvufr,
Dit ontmoedigde mevr. Thijs niet. Integendeel,
zij zag er een aanmoediging in en begon dadelijk
aan een tweede en derde deel. Hutopherne en
Mevr. Thijs, die zelf hare libretti schrijft,
heeft ook tooneelstukken en een roman geschre
ven. Het aantal compositiën van deze dame is
ontzettend groot en zal, als haar de kracht en
het lev< n blijft, nog aanmerkelijk toenemen. Want
met vertrouwen arbeidt zij verder, den dag van
den roem afwachtende en zich door niets latende
ontmoedigen.
Mad. DE GRAXDVAL,
Deze dame heeft wellicht nog uitgebreider
aantal scheppingen Oratoria, cantaten, missen,
opera's, suites voor orkest, concerto's voor ver
schillende instrumenten, liederen, enz. enz. Mevr.
de Grandval heeft alle vormen beproefd.
Doch de componiste van M/tzeppa heeft niet
alleen veel, doch zij heeft ook soms iets goed ge
schreven Eerst leerde zij van Flotow, doch zij be
greep dat zij van Saint-Saëns rneer kon leeren, die
haar weer van voren af aan liet beginnen en haar
verbood gedurende twee jaren te componeeren.
Aldus beter voorbereid kon zij reeds in 1869 met eene
opera-comique (La Pénitente) en eene Italiaansche
opera Ptccolino debuteeren. Met M'izeppa oogstte
zij te Bordeaux voor twee jaar veel lof en eer in.
In 187!) had zij den Prix Rossini verworven en
het orkest van het Conservatoire voerde meer
malen stukken van haar uit.
Mevr. Grandval's muziek is meestal heel erg
melancoliek. Doch vooral in de behandeling van
het orkest geeft zij iets persoonlijks, al is dit
persoonlijke ook lang niet altijd mooi of genietbaar.
Mevr. de GranHval's compositiën ontmoet men
vooral veel op de programma's van de Suciét
Nationale te Parijs.
Madlle CIIAMIXADK.
Deze dame componeerde reeds op haar achtste
jaar. Bizet raadde haar grooten aanleg, doch waar
schuwde er vooral voor hare persoonlijkheid niet
aan banden te leggen. «Laat haar veel goede
muziek hooren, doch pas op haar niet te vervelen",
zeide hij. Vooral in liederen voor zang en kleinere
stukken voor piano munt deze componiste uit.
Zij zelf overschat zich niet, doch erkent gaarne
dat hare compositiën sont d'un bon mnsicien, bien
moderne et surtout tres »femme!" Hare liederen
vooral zijn zeer geliefd, evenals hare G etudes de
concert.
Zij heeft ook voor orkest geschreven, o. a. een
symphone dramatique: L>:s Amazones en een
ballet Ciillifkoë. Vooral dit laatste werk moet
zeer schoon zijn.
Zij was altijd een origineel persoontje. Toen
haar leeraar in het contrapunt en fuga naar haar
zin wat al te pedant en eigenwijs werd met zijn
raadgevingen en lessen bracht zij eene fu^a van
Bach (een der minst bekende) mede, die zij had
overgeschreven en gaf die als haar eigen werk.
Vous avez beaucoup d'imngination, zeide de
leeraar, mais vous ne f'erez jamais une fugue.
Depuis lors, zeide zij : je me ris des oracles.
Deze componiste hoewel zich meest in kleinere
werken uitsprekende, is voorzeker niet de minst
begaafde van de drie genoemde dames.
dag op de races vrij veel verloor. Hij had
verscheidene glazen champagne gedronken
bij den lunch en op het diner; hij trachtte
de grievende woorden van zijn broeder te
vergeten en was dien dag uitbundig en vol
grappen om het ellendige gevoel dat hij
anders had te onderdrukken. «Ophouden
mij mijn jaargeld te geven, toe maar !"
Zelfs Cecil kon niet ontkennen, dat Geoffrey
gewoonlijk zeer royaal was.
«Mooie muziek," herhaalde de kleine Guy
bij zichzelf in zijn bedje. Hij trok het vlas
kopje uit de verwarde lakens en kussens
te voorschijn en ging overeind in het
bed zitten, terwijl de blauwe oogen, door
het vroege uur, waarop hij ontwaakt was,
met een ongewonen gloed straalden. Hij
dacht aan zijn triumftocht van dien middag.
Hoe hij in zijn crème pluqhen pakje met de
blauwe sjerp de geheele tafel langs was ge
gaan en hoe iedereen hem geroepen en hem
lekkers gegeven had, dat de bonne hem ver
bood te eten. Als hij niet stoeide vond hij
het prettig om mooi gekleed te gaan en hij
vond dat alles, wel beschouwd, heel pleizierig
en heel vereerend voor hem geweest was.
Hij begon te merken dat hij grooten lust
had om al die mooie dames en heeren nog
eens te zien.
»Tra la-la, tra-la-la, tra-la-la!" Guy's mol
lig lichaampje schommelde heen en weer.
Zeker sprongen zij nu allemaal rond en
maakte oom Ceek iedereen aan het lachen.
De bonne was naar beneden gegaan om te
soupeeren en nog een praatje met mr. Parlett
te maken. Wat een verschil met de anders
zoo stille, donkere nachten ! Het koesterende,
Pauwtls' eereavond.
Vrijdag den 29sten hseft de welbekende tenor
der Nederlandsche Ope:a van den heer Van der
Linden zijn eereavonl, met de ieihaansche
Hoereneer (Cavallena Uust-cana) van Mascagni
en Pnijim van Leoncavallo. Tot en met den 25sten
zijn de plaatsen voor deze voorstelling schriftelijk
te bespreken bij den bireaulist van den Stads
schouwburg.
Egmonder visschers.
Door den heer Jan van Duinen, Voorzitter van
het Zangkoor der Vrije Gemeente alhier is aan
de «Commissie voor verongelukte visschers te
Egmond aan Zee" verzonden f 219.25 zijnde op
brengst van de gehouden collecte na afloop van
het concert op l Maart j.l. door het Zangkoor
der Vrije Gemeente gegeven.
Coquelin's proces.
Het openbaar ministerie heeft Coquelin riet
kunnen stellen buiten het bereik van het decreet
van Moscou, waarbij Napoleon het Théatre Fran
cais promoveerde tot de »ioem der natie, terwijl
opera maar ijdelheid is.'' Volgens dat decreet
nu is het terugbetalen van de genoten toelage en
het pensioen, ten g%zanienlijken bedrage van
204.000 francs wel niet billijk, maar zou toch
aan den tooneelspeler een schadevergoeding moe
ten worden opgelegd voor lederen keer dat hij
speelt buiten de Comédie. De rechtbank kan hem
niet genadiger behandelen. Maar de minister
heeft te allen tijde de bevoegdheid, Coquelin
de vrijheid te geven, ook in andere schouwbur
gen te gaan spelen. Waarschijnlijk zal dat wel
het einde van den strijd zijn.
Mim;mii>iimiiniiiimi niiimn i l
ETTEREN
De Vrouw in de KunstiiijKrlieiil,
door J. R. DE KKIIJFF.
Over »die 2'"mu im Kunstgewerlie;" is van George
Busz voor weinige dagen een brochure verschenen
die de vierde aflevering vormt van een serie zelf
standige geschrü'tjes, wtlke te Berlijn door Gustav
Dahins worden uitgegeven onder den algemeenen
titel: der Vrouwen Strijd om het bestaan inliet
leven van onzen tijd."
Het boekje, dat maar twee vel druks beslaat
en weinige stuivers kost, heeft de strekking om
duidelijk te maken, dat mtt in een nutteloos
dilettantismus een toekomst voor de vrouw op
kunsündustriöel gebied te vinden is, maar dat
een alleszins degelijke voorbereiding en vakstudie
onmisbaar zijn om hier met den man te kunnen
concurreeren.
liet eerste van de vier hoofdstukjes behelst
een ernstige waarschuwing tegen het
kunstliefhebberen als middel om later wanneer het
noodig mogt worden aan den kost te komen.
»\Yie niets behoorlijks geleerd heeft komt trots
»haar zoogenaamd aangeboren smaak niet
--verder. De vrouw in de kunstnijverheid moet
»geen dilettante zijn, noch slechts in staat oni
»werktuigelijk te werken, maar een scheppende
»ideënrijke factor, die hierin niet voor den
(ont»wikkelden) man onderdoet."
Het tweede artikel handelt o\er het wesen van
de kunstnijverheid. Enkele regels wil ik aan
halen :
imuillliilGiiiiiiiuniMiiiii
zachte daglicht begon reeds door Je jaloezieën
te schemeren. Oef', hij had het warm!
Hij klauterde dus over den kant van zijn
ijzeren ledikantje, liet zich, hijgende van
inspanning naar beneden glijden, totdat hij
op zijn bloote voetjes stond en strompelde
toen de door de maan verlichte trap af.
Het gezelschap in het salon begon er aan
te denken om uit elkander te gaan. Er was
voorgesteld om tot slot een galop te neven
en een galop zou het slot ook zijn. Terwijl
ieder zich een partner koos, begon er reeds
die gejaagdheid en ongedurigheid, die aan het
heengaan voorafgaat, in de zaal te lx erschen.
Sir Geoifrey's sombere oogen volgden onop
houdelijk elke beweging van Cecil, wiens
luid gelach aan allen scheen te moeten ver
kondigen hoe kostelijk hij zich amuseerde.
Miss Ropely had er den dans, dien zij met
mr. Travessant besproken had, aan gegeven.
Hij gevoelde zich gekrenkt; bij deed zijn
best Minnie te toonen hoe weinig het hem
kon schelen en in zijn ergernis ging hij weer
naar het buffet. De muziek liet zich weer
hooren.
»Dat is zijn vierde,'' mompelde de barones.
Op dat oogenblik ging de deur open en
jongeheer Guy stapte naar binnen.
Het kleine ventje bleef een oogenblik stil
staan en sloot de oogen voor het licht.
Zijne witte kleertjes reikten tot aan zijn
bloote voetjes en toen hij het hoofdje achter
over wierp, wiegden de goudblonde krulletjes
zaclitkens mee.
»Giddie," riep oom Ceck ontsteld en ver
baasd, terwijl hij zich naar de deur wendde
en langzaam zijn glas neerzette.