Historisch Archief 1877-1940
No. 941
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
vast te hechten. De manteau de cour is van
turkooisblauw fluweel met wit satijn gevoerd, en
5 meter lang; hij is omlyst met hemelsblauwe
gegolfde struisveeren.
# #
De feesten van het eind van het saizoen te
Parijs zijn bijzonder fraai en geanimeerd geweest.
Onder de voornaamste golden de matinees,
gardenparties, in den mooien tuin van de Engelsche
ambassade. De Engelsche dames dragen gaarne
hoeden; het niet afzetten van den hoed bij
déjeuners, in restaurants en aan tables d'hóte, is
ook een Engelsch inkruipsel.
Een nieuw hotel is door gravin de Lariboisière
op de avenue Montaigne ingewijd. Reusachtige
hall-vestibule, monumentale trap, gelijkvloers
eene reeks van receptie-salons, boven meer ge
reserveerde vertrekken, maar die toch b\j een
groot feest ook opengesteld worden.
Het fraaiste bal van het eind van het saizoen
was bij de prinses de Brancovan; zij zelve in
een Renaissance costuum «Duchesse d'Etampes".
Bleekgroene zijde, op den rok een dunne kant
die nestjes vormde voor bouquetten rozen, het
kleed van voren geopend; vierkant corsag'e a la
Titien, de boezem geëncadreerd in juweelen, de
mouwen en het bovendeel van het corsage bedekt
met snoertjes paarlen en passementwerk van
diamanten en robijnen.
Zeer goed geslaagd was ook een feest op het
kasteel Franconville, van den hertog van Massa.
De gasten vertrokken 's morgens om acht uur uit
Parijs en kwamen eerst den volgenden dag vroeg
weer thuis. Het programma bevatte: déjeuner,
matinee musicale et dramatique, diner en bal.
Men bleef in hetzelfde costuum, de meeste dames
hadden er dit op bedacht, dat zij het corsage
met een ruche of kraag van kanten en gaas ge
vuld hadden, die 's avonds werd weggenomen
De stof was, behalve neteldoek en batist, vooral
een taffetas zinzolin changeant, dat zonder pre
tentie is en heel goed kleedt.
De hertogin van Chartres heeft zes weken lang
gerecipieerd en zich laten recipieeren, met haar
twee dochters. Naar het schijnt zijn zij in den
rouw; de toiletten van de prinsessen vindt men
steeds beschreven als wit, zilver, mauve, orchi
dee (lilas glacéblanc), dat van de hertogin als
gris-perle satijn, bedekt met tulle met stalen
paületten.
* *
Te Kopenhagen is eene interessante tentoon
stelling van vrouwen-arbeid geopend, in zes
afdeelingen. De eerste bevat alles, wat vrouwen
in verschillende takken van nijverheid hebben
geleverd, en daar in het Noorden zeer vele
vrouwen als meubelmakers, boskbinders,
photografen, enz. werkzaam zijn, zal deze afdeeling,
die nog niet compleet is, zeer rijk worden. De
tweede afdeeling bevat vrouwelijke handwerken ;
de derde is de cultuurhistorische, waarin portret
ten van beroemde vrouwen uit het verleden en
het heden. In de culinarische afdeeling, waar
gezoden en gebraden wordt, ziet men alles wat
uiiiniiiiiiiiimimmiiimiiiiimiimimiimimmiimimmiiiimiiuiiimiiim
maar een kon zijn, hij zwoer er bij, dat de
souvereine staatsahnacht aan het volk toe
kwam, en toch hinderde het hem niet, dat
Henriëtte de dochter van een edelman was.
Het kwam er alleen voor hem op aan te
weten, of Henriëtte ooit een Jacobijn zou
kunnen liefhebben. Hare geboorte en hare
opvoeding hadden haar in eene wereld ge
bracht, die vierkant tegenover de zijne stond.
Toch wist hij, dat Henriëtte de hand, die
hij haar als vriend had gereikt, niet zou
afstooten. Dien vorigen nacht nog, in de
eenzame laan, die naar Henriëtte's schuil
plaats leidde, had hij haar gezegd, dat zijne
studiën hem tot eene overtuiging gebracht
hadden, die zeer zeker de nare nooit zou
worden, en toen had zij hem met den
beminnelijksten eenvoud geantwoord, dat zij
er zeker van was zijne overtuiging te kun
nen eerbiedigen, daar zij op zijne ridderlijke
edelmoedigheid vertrouwde. Zij had bekend
zeer weinig van de revolutionnaire gebeur
tenissen te Parijs te hebben vernomen, daar
zij na het hartverscheurend tooneel in la
Force voortdurend aan vlagen van zoo diepe
mistroostigheid lee,d, dat men opzettelijk ver
meed met haar te spreken over alles, wat
op en na den 3den September geschied was.
Zij had hem gevraagd, of hij haar het een
en ander wilde mededeelen, en hem vergund
haar te schrijven. Daarna had zij zich naar
een zeer gewoon woonhuis begeven, hem ver
zocht geen gerucht te maken, en haar al
leen te laten. Zij kende het middel om
binnen te komen, maar mocht het aan nie
mand verraden. Hare hand had geruimen
tijd in de zijne gerust hij had die hand
teeder en eerbiedig gedrukt en daarop
zich snel verwijderd. Hij wist nu ten minste
onder welk dak zij leefde.
Donderende toejuichingen in de Conventie,
vooral op de tribunes, doen hem uit zijne
mijmering ontwaken. De vergadering heeft
het voorstel van Merlin de Douai om de ver
schrikkelijke rechtsmacht van het Tribunal
revolutionnaire uit te breiden, zonder be
raadslaging aangenomen. Daarna klinkt de
schel van den voorzitter. Met langzaam
forscher wordende stem bericht Robespierre,
dat eene deputatie uit den Gemeenteraad
van Parijs het woord wilde richten tot de
Conventie. Hiertoe werd met algemeene
stemmen verlof gegeven. In het juiste mid
den der cirkelvormig omhoog rijzende ban
ken der afgevaardigden was een doorgang
tegenover het bureel der Conventie en de
tribune der redenaars gespaard, die bij de
voorste zitbanken met een koperen sluitboom
la barre de l'assemblée werd afgeslo
ten. Daar brachten de deurwaarders der
tot de moderne keuken behoort. Verder is er nog
een litteraire afdeeling, zij omvat al wat de vrou
wen in de letteren hebben gepraesteerd; en een
artistieke afdeeling met schilderwerken en
teekeningen van vrouwen. In een theatertje worden
tooneelstukken van schrijfsters opgevoerd en in
een concertzaal compositiën van toonzetsters. Er
was van het platteland van Denemarken enorm
veel ingekomen; maar de dames-jury is heel
streng geweest wat de toelating betreft.
* *
*
Te Madrid wordt eene tentoonstelling gehouden,
die de aandacht der kenners zeker fbijzonder
trekken zal, omdat er massa's merkwaardige
dingen te kijk zijn, die nog nooit uit de schat
kamers der bezitters waren te voorschijn gekomen.
Aan de Castellana, eene prachtige wandelplaats,
ligt midden in zijn park het paleis der graven
van Anglada, nu eigendom van den markies van
Oliva, en deze heeft er een leententoonstelling
weten te organiseeren van kostbaarheden, waaiers,
kanten, juweelen, miniaturen, snuifdoozen, hem
alles door de leden der Madridsche aristocratie
toevertrouwd. Het doel is, een fonds voor de
nagelaten betrekkingen van de met den kruiser
Beyna Regente verdronkenen byeen te brengen;
vandaar ook dat een aantal moderne schilders,
Benlliure, Madrazo, Villegas, Arija, Pradilla, hun
aquarellen en schetsen hebben bijgedragen.
De tentoonstelling is niet eindeloos; eene vestibule
en een half dozijn kamers bergen de crins der
Madridsche hertoginnen. In de vestibule vindt
men in vitrines heerlijke waaiers van ivoor,
schildpad, zilver met goud en juweelen ingelegd,
het blad met teekeningen van Watteau en Lebrun,
of met Brabantsche en Spaansche kant. Een aantal
Philippijnsche, geheel van kunstig a jour bewerkt
ivoor, zijn eigenaardig; en ook een groote oude
Florenty'nsche, geheel van zilver, met niello
versiering. Deze collectie waaiers, die zooveel
geheimzinnige avonturen, hofintriges, geschiede
nissen van liefde en sombere daden meegemaakt
hebben, in het land waar bij alles de waaier te
pas komt, is wel geschikt om een poëet aan het
droomen te brengen.
Na de vestibule heeft men den patio, de bin
nenplaats, gecopieerd naar den leeuwenhof in
het Alhambra, met de fontein en de slanke arca
den. Hier vindt men weer vitrines met allerlei
wonderlijks; vooreerst de gewone kanten,
tabatières, horloges uit de XVIde, XVIIde en XVIIIde
eeuw; voorts eene reusachtige geciseleerde
geldkist van massief zilver, Renaissance; een
gebedenboek, geschenk van Lodewijk XV aan
mad. de Maintenon, met eenige regels van Bossuet
erin; de beroemdste aquarel van Fortuny, la
Mariposa, eigendom van den markies de
Gastromonte; een zilveren tafelservies van graaf de
Casa-Miranda, enz. De koningin-regentes heeft
tot opluistering wat gobelins gezonden die ook
nooit het paleis verlaten hebben; kortom het
eigenaardige van deze tentoonstelling is, dat de
voorwerpen voor 't meerendeel nooit te zien zijn
itiitii'iimimiiiiiiiiiiitiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Conventie de deputatiën, die tot de volks
vertegenwoordigers wilden spreken. Voor
den afsluitingsboom verschenen nu twaalf
leden van den Gemeenteraad, voorafgegaan
door den maire Pache en den procureur-géni-ral
Chauui3tte in donkerblauwe uniformen met
driekleurige sjerpen. De procureur Chaumette
zou het woord voeren. Zijn barsch gelaat en
flikkerende oogen maakten een zeer
onaangenamen indruk. Hij begon met eene zeer luide
stem, die eene echo scheen te vinden in de hoe
ken en aan de wanden der zaal, de klachten
van het Parijsche volk over schaarschheid en
duurte van levensmiddelen uit te spreken.
Dit was de schuld van een nieuw
tyrannengeslacht de opkoopers, de aceapareurs.
Men moest oorlog voeren tegen dezen
binnenlandschen vijand. Hij deed een beroep
op de Conventie, inzonderheid op la Montatjne
als het Sinaïvan Frankrijk. Geen
mededoogen, geen kwartier meer voor verraders!
Door den donderenden bijval der tribunes
aangemoedigd riep hij nog luider: »Laat ons
de grenspalen der eeuwigheid tusschen ons
en de verraders oprichten!" En daarna kwam
hij terug op eene vroegere, door hem inge
diende petitie, waarin hij had voorgesteld een
revolutionnair legertje op de been te brengen,
om den toevoer van graan en levensmiddelen
uit de omstreken van Parijs te beschermen
tegen kwaadwilligen.
Terwijl Chaumette met groote heftigheid
sprak, had Robespierre zich laten zinken in
zijn zetel, met de beide armen over de borst
gekruist. Eléonore hield steeds hare blikken
op hem gevestigd. Eindelijk wendde ze zich
om naar Augustin, en fluisterde :
»August,in, mon ami! Ik vrees, dat er
met Maximilien iets heel onaangenams is ge
beurd in het Comitéhij is veel bleeker
dan gewoonlijk.... zijne stem klinkt dof!
»Ik geloof het ook!" antwoordde
Augustin, terwijl hem plotseling een gevoel
van grooten angst overviel. Zou Maximilien
misschien iets vernomen hebben.... doch hij
onderdrukte die gedachte, terwijl hij zijns
broeders stem hoorde, en vernam, hoe de
voorzitter aan Chaumette beloofde, dat het
voorstel der Parijsche Commune door de
Conventie in overweging zou worden genomen.
De Procureur-général vond nu hierin aan
leiding, om met nog een voorstel aan te
komen. Hij wilde alle pleinen, parken en
tuinen van Parijs in bouwgrond veranderen,
| de standbeelden en versieringen wegnemen,
! de boomen rooien, en den grond gebruiken
! om er aardappelen in te telen. Ditmaal volgde
j er geene toejuiching. Maar nu begonnen
enkele leden der Conventie met allerlei
i hevige voorstellen. De een eischt, dat het
revogeweest, en weldra weer voor tientallen vanjaren
zullen opgeborgen worden.
*
* ;Jj
Te Lyon is een Amsterdammer, Alexander
Frank, gearresteerd, die met een gezel, Devinck,
aldaar in de bank van leening een groote som
had weten te krijgen op »gedoubleerde diaman
ten." Het bovenste gedeelte was diamant, het
benedenste, door de montuur verborgen, van
waardelooze steen. Het proeédéis heel vernuftig;
de deskundigen konden eerst na wegneming van
de montuur het bedrog ontdekken. Devinck heeft
er in Belgiëeen brevet op genomen; Frank is
tot l H maanden gevangenisstraf veroordeeld.
* *
*
In sommige gedeelten van Frankrijk bewaart
men 's zomers zakken vol gedroogde kersepitten
om ze 's winters in plaats van kruiken in bed
te leggen De zak, een stevige zak van linnen, met
pitten half gevuld, wordt 's winters den geheelen
dag in een hoekje achter de kachel of tegen den
oven aangelegd; de pitten zijn dan 's avonds
warm en behouden die warmte den heelen nacht.
Men overtrekt den zak met een sloopje, als een
kussen.
* *
?%
Schotel van koud rundvleescli. In een
vuurvasten schotel plaatst men eenige dunne reepjes
of schijfjes spek, met stukjes tijm en laurierblad ;
daarop een laag van het koude (gebraden of ge
kookte) rundvleesch, dun gesneden; dan eene
laag dunne schijfjes aardappel, een laag dunne
stukjes ui, wat peper en zout, en begint dan
weer van voren af aan : spek, vleesch, aardap
pelen en ui, tot de schotel vol is ; de bovenste
laag moet spek zijn. Men giet er een glas witten
wijn over, en zet den schotel een paar uren of
zelfs langer in den oven, hij kan nooit te gaar
worden. Men eet hem zeer warm.
E?e.
LLERLEI
Goede vrienden.
Misschien zal het den lezer verbazen, dat
Wellington en Napoleon, de hertog van
Reichstadt en Maria-Louise op het oogenblik als goede
vrienden in de kosmische sferen verkeeren. Twee
jaren geleden is dat ontdekt door mrs. Cowing,
die in een toestand van helderziendheid haar
bevindingen mededeelde aan generaal Lippit.
Het is het tijdschrift Light dat de mededeeling
doet. /iehier een deel van het gesprek tusschen
de beido spiritisten :
Mrs. Cowing: Generaal Bonaparte is hier, en
ook generaal Monto .. . Monto ... Monto ...
mitiiltiiiuuutumiiiuiiuiiuiiiitiimmmitiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiliii»
lutionaire legertje nog dien dag zal worden
opgericht; de ander, dat de tuin der
Tuilerieün en de Cliamps-Eh/sées voor nuttigen
landbouw zullen worden bestemd. En de
vloed der voorstellen klom gedurig. Robes
pierre had ieder voorstel met waardigheid
beantwoord, en wenkte nu een lid in zijne
nabijheid, die terstond op de tribune verscheen.
Het was zijn ambtgenoot in het Comitéde
Saint public, Jean-Bon Saint-André, die aan
de Conventie verzocht niet te veel voor
stellen te berde te brengen, daar het
Comitf binnen een uur'een verslag zal voor
lezen over den algemeenen politieken toestand.
Plotseling klonk een oorverdoovend hand
geklap en gejuich. Op de tribune der rede
naars vertoonde zich de herkulische gestalte
van Danton. Hij scheen ongemeen ontroerd,
al wist ook niemand dan hij zelf alleen, wat
hem op dit oogenblik zoo welsprekend maakte.
Hij had dien morgen van zijne Louise de
lang afgebeden toestemming tot een huwelijk
verkregen. Met luide woorden en hevige
gebaren mengde hij zich in de beraadslagingen.
In zijn scharlaken rok, zonder das of jabot,
stond hij daar, vol daemonische kracht, de
geheele vergadering beheerschend. Hij ver
klaarde, dat het niet noodig was nog een
uur te wachten, dat men onmiddellijk tot
de oprichting van het revolutionnair leger
moest besluiten; hij wilde het
Tribunalrevolutionaire in zoovele sectiën verdeelen,
dat minstens ieder dag n schelm, n
aristokraat, zijne misdaden met zijn hoofd
boeten kon. Vervolgens eischte hij nog, dat
de acht en veertig sektiën van Parijs des
Donderdags en des Zondags buitengewone
vergaderingen zouden houden, en dat aan
alle (.-i/oijens, die door het bijwonen dezer
zittingen hun arbeid moesten verzuimen, eene
vergoeding van twee licres zou worden uit
betaald. Ten slotte verlangde hij, dat aan
den minister Bouchotte honderd miljoen zou
worden toegestaan voor het aanschaffen van
wapenen, waarmede alle goedgezinde citoijrnx
zouden worden gewapend.
Een storm van bijvalskreten deed de zaal
daveren.
Het was iutusschen drukkend warm ge
worden. Daar zoowel voor de acoustiek als
voor de luchtverversching van de vergader
zaal der Conventie niets was gedaan, heersehte
er een drukkende atmosfeer, vooral in de
overvolle volkstribunes. Juist daar nam
voortdurend het gewoel toe, klom het gerucht
zóó, dat de voorzitter met luid schellen dik
wijls tot stilte moest vermanen, 't geen bij
de groote opgewondenheid der sprekers en
het herhaaldelijk roepen van » lrice Ja
lit'jnihli<iuc !'' vrij wat inspanning kostte. Daar de
Lippit: Montholon ?
Mrs. Coioiny: Juist. Hij zegt dat Inj tot de
lijfwacht van Poléon heeft behoord; was Poléon
een Corsicaan ?
Lippit: Ja.
Mrs. Cowing: Hij en Wellington zijn thans
vrienden. Zij bewonderen elkander. Poléon is nu
hier. Hij zegt dat deze mooie Juni-dag hem aan
Waterloo doet denken. Wellington was een Ier.
(Zij lacht). Een Corsicaan geklopt door een Ier!
In het begin van deze sóance heeft Poléon
Wellington opgezocht. Louise is ook hier. En
de zoon van Poléon. Allen goede vrienden, (leen
zweem van hatelijkheden.
Zóó komt alles terecht, zij het dan ook in
hoogere sferen dan die van den aardbewoner!
Hoch of Hoche.
Er wordt verteld, dat de Fransche matrozen,
op bevel »hoch!" moetende roepen, toen het
Duitsche keizerjacht voorbijvoer, niet »hoch!
hoch ! hoch!" schreeuwden, maar»Hoche, Hoche,
Hoche,'' dat is de naam van het Kransche schip.
Se non vero....
'o/zon
bw.
Aan de lezers van het
Weekblad voor Nederland!
Met een kleine wijziging van een bekend
spreekwoord mag men zeggen: Als twee koks
kijven, weet de gast wat hij in zijn buik krijgt.
Xegt eerlijk als 't Weekblad kwam, zocht
ge dan niet naar pie tooneelkroniek, onderteekend
met die welbekende initialen als naar een ver
sterkend lekker gekruid schoteltje, door een
degelijken, ervaren kok klaargemaakt ? Daar
gingen we voor zitten, is 't niet waar 'i
Marr nu na de verklaringen van den heer
v. d. Goes dat hij zelf verschoont wenscht te
blijven van de critische aardigheden, die hij in
tijd van verlegenheid van zijn collega voor ons
zou leenen; nu dunkt me hoor ik het
onderdrukte lachen en zie ik het geringachtend
lippenkrullen van den kok, als ons zoo'n scho
teltje wordt naar boven gebracht.
Hoe zullen we nu de onaangename gedachte
kunnen weren : voor ons acht hij het goed genoeg
maar zelf zou hij er voor bedanken V
O! mijnheer v. d. (ioes! Uw schuld zal het
zijn, als het kostje ons voortaan niet meer zoo
lekker smaken zal!
Hoogachtend,
Amst, uw ontgoochelde medelezer,
27-<;-'!)ó. A. H. DAVII.S.
IIMlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlltlltlllllllllltlllltllllllllllllllllllllllll
voorstellen van Danton met onverdeelden
bijval waren begroet, werden zij door den
voorzitter beschouwd als aangenomen. De
deputatie uit den gemeenteraad met Pache
en Chaumette aan het hoofd, werd op zijn
voorstel toegelaten tot wat men noemde »/w
honneurs de la sfytnce". De deurwaar
ders kwamen den afsluitingsboom los
maken ; de deputatie trad te voorschijn onder
hernieuwde bijvalskreten, en trok langs de
tribune der sprekers en het gestoelte van den
! voorzitter plechtig door de zaal tot aan den
hoofduitgang, waar de groene gordijnen werden
opgenomen en de bezoekers vertrokken.
Eléonore was gedurende de laatste
oogenblikken zeer ongerust. Zij bemerkte duidelijk,
dat Robespierre met de grootste
zelfbei heersching zich verzette tegen eene
ongej steldhcid, die hem meer en meer kwelde.
- » Augustin!" zei ze zeer beangst
»zouden we Maximilien niet kunnen doen
aflossen? Je ziet, dat hij met buitengewone
inspanning spreekt!"
»Dat kunnen we niet!" antwoordde
Augustin. >Wc moeten afwachten, dat hij
opstaat!"
j Juist had een der sekretarissen van hel.
j bureel, op een wenk van Robespierre, zich
naar de banken der Montague begeven, en
was hij teruggekeerd met een der leden,
Thuriot, den voorzitter der vorige weken.
Robespierre verrees snel van zijn zetel, en
verdween achter het gordijn, terwijl Thuriot
zeer bedaard de leiding der vergadering op
zich nam. Charlotte en Eléonore waren
oogenblikkelijk opgevlogen. Ze moesten weten,
l wat Maximilien deerde. Augustin, zelf' zeer
j verschrikt, bracht haar uit de tribune en
j snelde haar na, terwijl ze driftig de trappen
afklorameu. Ze wisten, waar ze Maximilien
zouden vinden. Achter den stoel van den
voorzitter gaven de groene gordijnen toegang
tot een klein salon, waarin de leiders der
vergadering een oogenblik konden uitrusten.
Augustin .snelde er met zijne zuster en
Eléonore heen. Niemand belette hun binnen
te gaan. Al de deurwaarders stonden aan
de uitgangsdeur, nieuwsgierig naar den afloop
der met koortsachtige hevigheid gevoerde
debatten.
Toen Eléonore het kleine salon
binnenijlde, vond ze Robespierre in een fauteuil,
het hoofd in de beide handen. Zacht naderde
ze hem, en sloeg den arm om zijn hals.
Met een diepen zucht, opende hij de oogen,
en keek haar verschrikt aan. Daarna glim
lachte hij even, en fluisterde hij:
: Ik ben uitgeput, ma chóric! Ik moet
een oogenblik rust hebben! Heerlijk, dat je
gekomen bent!" (Wordt rerrol;/i/j.