Historisch Archief 1877-1940
Ré. 942
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
recht van bestaan. Doch die meening is geheel
subjectief.
Ik hoop dat dit interessante werk spoedig eens
zal worden uitgevoerd op eene wyze die de
schoonheid in het volle licht stelt.
De drie Vrouwenkoren heb ik reeds hooren
uitvoeren en wel met groot genoegen en groote
belangstelling. Zij zyn eenvoudig gedacht en
Uitgevoerd en bij aantrekkelijkheid van vinding
en vorm, zyn zij uitstekend voor de stemmen
geschreven.
Het moeiel\jkst ,uit te voeren is No. l, Löe
Himmel, meine Seele dat ook in muzikaal opzicht
eigenaardige moeielijkheden oplevert. No. 2.
Wiegenlied is een eenvoudig uiterst aantrekkelijk
koor dat iiiet moeielijk is en vooral ook als klank
zeer gelukkig is getroft'en.
Met een levendig frisch koor: Hinaus eindigt
dit bundeltje dat ik ten zeerste aanbeveel.
Eene opmerking zij mjj nog vergund.
De klavierbegeleiding is overal geheel passend
voor de koren, doch ik heb er bezwaar tegen
dat de componist in het eerste koor zoo vaak
de bas een octaaf lager met de altstemmen laat
medegaan.
Dat is iets wat bij vrouwenkoren m. i. zooveel
mogelijk vermeden moet worden, tenzij men er
een byzonder doel of effect mede beoogt.
Het komt nnj voor dat die schrijfwijze hier
niet overal het effect ten goede komt, daarom
heb ik deze opmerking tiet verzwegen.
VAN MII.LIGEN.
1) en 2) Uitgaven van de Algemeene
Muziekhandel (Stumpf en Koning).
Wat is het moeieljjkste klavierstuk ?
Deze vraag is door een lezer van den Figaro :
Pianiste en fierbe aan de beroemdste Parijsche
pianisten voorgelegd, waa op sommige schriftelijk,
andere mondeling hebben geantwoord.
Die antwoorden zijn al naar gelang van het
temperament van den pianist, gewichtig, deftig,
ernstig of geestig.
Enkele antwoorden laten wij hier verkort volgen.
Marmontel, de 80-jarige nestor van de professoren
van het Conservatoire die Pierné, Guiraud, Delibes,
Plantée. a. heeft gevormd, gaat van de stelling
uit, dat de stukken waar zijne leerlingen het
meest mee hadden te worstelen het moeielijkstezijn.
Hij noemt o. a. de Sonate opus i! van Beethoven
de Sonate in b. kl. t, van Chopin, diens :!e
Ballade en de 12de Rhapsodie van Liszt, doch
vooral het All gro Appassionato van Saint-Saëns.
Louis Diemer (eveneens van het Conservatoire)
zegt terecht: alles is moeilijk te spelen wil men
het geheel in den geest doen, doch in technisch
opzicht spant Itlamey van den Russischen com
ponist Bilackereff den kroon. Van die meening
is ook Planté.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIHIIll
?MllllllllllllllllllllllllllllllHHIllUUIilllllHIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIII
AÜGUSTffl ROBESPIEREK
Eene novelle uit het tijdvak der Terreur
DOOR
Dr. JAN TEN BRINK.
XII.
DE TWEE BEOEDEKS.
Het salon, dat achter den stoel des voor
zitters door zware gordijnen was afgesloten,
diende den leden van het Comitéde 8alut
public dikwijls, om bij ernstige voorvallen
gedurende de zittingen der Conventie een
korten krijgsraad te houden. De voorzitters
gebruikten dit toevluchtsoord als een soort
van klein foyer, waarin zij, in geval van
onverwachte verrassingen, met hunne staat
kundige vrienden enkele oogeublikken kon
den raadplegen. Het was een klein vertrek,
van boven door een lantaarn verlicht, voor
zien van eene kleine tafel met een groen
kleed en van zes groene fauteuils. Op een
buffet in een der hoeken stonden karaffen
met water, wijn en andere ververschingen.
Eléonore had haar zakdoek genomen, en
aan het voorhoofd van Robespierre gebracht.
Zij zag hem bezorgd aan, eii zei:
y>Mon panrre and'. Ik maakte mij zoo
ongerust, want ik zag, datje iets hinderde ....
Neem een glas wijn met water !"
Ze schonk snel een groot glas in, en bracht
het Maximilien. Nadat hij zwijgend gedron
ken had, sprak hij kalmer.
»Het is drukkend warm in de zaal!
Ik had te worstelen met hoofdpijn .... en
met eene zeer onaangename tijding, die ik
van morgen te acht uur moest hooren, en die
mij ontzaglijk diep leed doet.''
Augustin stond naast Charlotte bij de
tafel, en ontstelde op nieuw. Allen waren
onder den indruk der laatst gesproken woor
den. De beraadslagingen in de Conventie
schenen nu in minder heftigen geest te wor
den gevoerd. Het geluid van eene enkele
stem drong soms door de dikke afsluitings
gordijnen. Robespierre greep de hand van
léonore, richtte een uitvorschenden blik
op Augustin, en vroeg met gedempte stem :
»Ik wenschte gaarne te weten, waar
Augustin den avond en den nacht van gis
teren, Vrijdag 28 Juli, heeft doorgebracht?"
Charles de Beriot zegt: Sans portfr atteinte
a l'omniscience de la Providence, on peut s'
tonner qu'elle n'ait pas donnécinq pouces a chaque
main des pianistes.
De ongelijkheid van kracht van de verschil
lende vingers blijft een hinderpaal. Daarom blijft
altijd het moeielijkste een gewc-ae toonladder, die
men verplicht is tot zijn laatste ademtocht te
bes'uleeren.
Aardig is wat Delaborde zegt: Le morceau
Ie plus difficile pour moi est toujours Ie mor
ceau que je joue, au moment précis oüje Ie
joue;
Even juist is w»t AndréGresse zegt: Le
morceau Ie plus difficile a exécuter, c'est assur
ment celui qu'on est obligéde jouer devant
l'auteur. Les morts ne réclament pas! Donc de
préférence jouer ses «>uvres !
Eindelijk mevr. Riger-Miclos, die wel eenige
werken opnoemt, doch er bij zegt: Wat voor den
een moeilijk '?, is het niet voor den ander, en
voor een pianist, die zijn instrument volkomen
meester is, moesten geen moeilijkheden bestaan."
Was het maar waar !
iiiiiiimiitiimtiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
LTTLRJJSI
Het Hjmloos ?ers en de Fransclie dichters,
Mistral, de groote Froven^aal, de zanger van
Calendal en Mireille, heeft veel opzien gebaard
door de verklaring dat zijn nieuw gedicht, Le
Rhone, in rijmlooze verzen zal zijn. Decadenten
en symbolisten houden hem reeds voor een der
hunnen, »het Noorden verovert het Zuiden" is er
gezegd. V-gn.ro heeft Mistral om een explicatie
gevraagd, geeft een overzicht van de geschie
denis, en zal daaraan nu een enquête onder de
poëten van den dag vastknoopen. omtrent de
vraag: »rijm of geen rijm V"
Eene geschiedenis van het rijm in de I-'ransche
poëzie, sinds de Latijnsche, waar het rijm met de
decadentie begon, herinnert alleen aan bekende
feiten. Telkens zijn er dichters opgestaan, die
het rijm wilden afschaffen o. a. Fénélon, maar
zonder succes; meer succes heeft een poging
der latere jaren, om het onderscheid tusschen
vrouwelijk en mannelijk rijm, dat niet meer op
een wezenlijk verschil in uitspraak berust, te
doen vervallen.
Uit Mistrals brief verneemt men, dat zijn stelsel
niet het eigenlijke »vers libre" zal zijn, maar het
lllniiiiiiiniilillilliiiHliiiimiiiiiiiMMiiimiiuiiuiiiii
MMMiiiimuiimii
De beide vrouwen zagen hevig verschrikt
op naar Augustin. Hij zelf' gevoelde, dat
het bloed hem naar het hoofd steeg, maar
hij richtte zich plotseling met fierheid op, en
antwoordde :
»Miju avond? Dat is je bekend,
Maximilien ! Ik ging naar de opera om l'nffrande
</ la Libertf te hooren - de Jfai'acill'iino
als drama. .. . Het was zeer indrukwekkend."
Robespierre had het druk rnet zijn bril te
verschuiven, en zei, nauwelijks zijn
veroi.twaardiging meester :
»Je begrijpt wel, Augustin, dat ik dit
als eene uitvlucht, maar niet als een ant
woord op mijne vraag beschouw."
»Wat ik zeg, is de volle waarheid, maar,
als je zelf op de hoogte bent van mijne ont
moetingen, waarom vraag je dan naar den
bekenden weg ?"
Charlotte zag Augustin vragend aan. Ze
had hem nog nooit zoo stout tegenover zijn
ouderen broeder zien optreden. Het scheen
iets zeer ernstigs te zullen worden, Robes
pierre's gelaat werd akelig vaalbleek. Hij
strekte de hand uit, en ging op luiden toon
voort:
«Dat is het juist! Ik vroeg naar den
bekenden weg, omdat ik niet gelooven wil,
wat mij van morgen werd gerapporteerd door
Sénar, obxerratcur de l'expril public, in dienst
bij het Comitéde i^uretérj<'n<'ralc. ..."
»Ik weet natuurlijk niet, wat een spion
als Sénar zal goedvinden te rapporteeren...."
»l)an zal ik woordelijk herhalen, wat
ik gehoord heb, en wil ik hopen, dat je alles
eenvoudig zult loochenen. Gisterenavond te
half tien heeft men je gezien in gezelschap
van den ri/oijen Trial, zanger bij het Tl/cn/rr
/les Ilrtlidtx, een persoon van zeer verdachte
moraliteit. Je hebt met hem eene poos in
het r-K/i' dn (_'are<i>t doorgebracht, en daarop
heeft men je met Trial zien binnentreden in
het huis van de i/fili'-rli' .l/o////^';/.sw, nummer
"dl, waar het beruchte speelsalon der i-i/iii/f.iuic/f
Saint-Amaranthe wordt gehouden.''
Eléonore uitte een kreet van verbazingen
smart. Charlotte naderde dichter tot Augustin,
als wilde zij hem hare bescherming en hulp
aanbieden. De/.e staarde strak voor zich uit
en antwoordde:
»Ik heb Trial ontmoet in de opera!
Vroeger zag ik hem een paar malen in het
atelier van David. Van zijne verdachte
moraliteit is mij niets bekend. . . ."
»Des te erger!" hernam Robespierre.
»Trial is een contra-revolutionnair, op dit
oogcnblik de meest begunstigde minnaar der
veertigjarige citoycnnc Saint-Amaranthe, eene
gedicht geheel bestaan zal uit verzen van gelijke
lengte, van 10 syllaben en vrouwelijke slotsyllabe,
afgedeeld door twee cesuren, een bij de 4de en
een bij de de lettergreep, zooals deze verzen
van Dante:
Nel mezzo del cammin di nostra vita
Mi rincontraïper una silva oscura.
Hij neemt dus rythmus in plaats van rijm, en
vermijdt aan het einde der verzen de assonantie.
Als reden geeft hij op, dat een poëet die 10.0: O
a 12.000 verzen heeft doen drukken, langzamer
hand bemerkt, dat dezt Ifde rijmen hem vaak
tot dezelfde beelden en daardoor tot een onwille
keurige eentonigheid brengen. Met het
»ontwrichten" der gewone l'Vansche constructie, zooals
eenige nieuwe dichters dat in praktijk brenger,
kan hij zich niet vereenigen ; het is hem moeielyk
in dien verwrongen vorm schoone gedachten of
klanken of beelden te genieten.
Een meer theoretische en gemotiveerde uit
spraak is die van Rémy de Gourmont, den dichter
van Sixtine en Lilith. Hij zegt ongeveer :
1. Als Mistral met gerythmeerde verzen
maar zonder rijm en zonder assonantie het
gewone rijmlooze vers van andere talen bedoelt,
zal zijn poging noch nieuw, noch interessant zijn.
Bedoelt hij het Latijnsche vers met dactylen en
spondeeën, dan zal hij veel moeite voor niet doen.
De Romaansche talen hebben toch eigenlijk geen
metriek ; de lange en korte lettergrepen zijn het
door positie en niet uit hun aard; het accent
verplaatst zich door de intonatie en zelfs door
de bedoeling van den spreker. In de talen uit
het La'ijn is er geen quantiteit meer. Carducci
in het Italiaansch heeft het vergeefs beproefd;
er zijn Fransche verzen, b.v. van Dumur, die de
poëet voor anapaesten houdt, b.v.
J'ai pleuré| de Ie voir | disparai | tre si vite.
en die niet anders zijn dan alexandrijnen zooals
llacine ze gemaakt zou hebben. Een ander voor
beeld van Dumur is:
Déla | ce de mon cou j tes bras,
Tes po | ses mol | les, til | Ie impu re;
maar uit het zware accent op de blijkt reeds, dat
enkel positie, en niet eigen klank, hier den
rythmus maakt.
?_'. Het rijm is geleidelijk uit de assonantie ont
staan ; de oudste gerijmde verzen in de langue
d'oïl rijmen reeds bijna even goed als die in
Pour la Couronne; alleen kende men destijds
nog niet de noodzakelijkheid om ook voor het
oog te rijmen en had dus grooter keus.
ei derante, wier man naar Spanje is geëmi
greerd eene vrouw berucht en veracht
door alle eerlijke patriotten. Zij was in ITs'.i
de maiti'rxfsr. van den vicomte de Pons en
heeft in l 71)0 zich nog verachtelijker gemaakt
door hare dochter als lokaas te gebruiken
voor haar salon, waar zeer grof' gespeeld
werd waar enkele onzer politieke man
nen zich niet schaamden te komen. Beiden,
moeder en dochter, hebben eene reeks van
minnaars gehad.... Trial is nu in hoog aan
zien bij de moeder!"
Augustin was zeer getroffen, maar niet uit
het veld geslagen. Hij vestigde een
bemoedigenden blik op het angstig vragend ge
zichtje van Charlotte, en antwoordde rustig:
»Mij is van dat alles niets bekend!''
»Je bent met Trial in het speelhuis
verdwenen. Men heeft je in de salons ge
zien, waar je hebt rondgewandeld, om een
oogenblik later met de eifoijeiine Saint-Ama
ranthe en eene onbekende ri/o/jf/i/ic te ver
trekken. Daar de genoemde oltscrraleur de
l'f.xprit jiitlilit' zijn post niet mocht verlaten,
ben je niet gevolgd. Is dit naar waarheid
gerapporteerd ?''
Het gerucht der in de Conventie gevoerde
debatten begon intusschen weer toe te ne
men. Robespierre sloeg er geen acht op.
De tijding, dat Augustin evenals de jonge
Duplay u la j/uulic de lioin in het speelhol
der Saint-Amarantb.es was gezien, scheen hem
op dat oogenblik meer ter harte te gaan
dan de nood van het vaderland. Augustin
zelf streed met een opkomend gevoel van
gekrenktheid en de hooge waardeering, die
hij zijn broeder altijd had toegedragen. Hij
antwoordde daarom zoo kalm en onbeschroomd,
als hem mogelijk wat-:
»lk heb geene enkele reden de waar
heid te verzwijgen. De ri/oi/fit Trial kvvarn
naast me zitten in de opera. Mijne aan
dacht viel op drie /?i/ni/ciiiif'.t, die in eene
loge zich in onze nabijheid bevonden. Ik
vroeg Trial, wie ze waren? Hij noemde mij
den naam der Saint-Ainararithes, die mij vol
komen onbekend was. Toen deelde hij mij
eenige bijzonderheden mede aangaande deze
i-i/ui/eiiiifin, mij verzekerende, dat zij uu met
hart en ziel ijverden voor onze Revolutie.
Later verhaalde hij mij, dat zij een salon
hielden, waar vele kunstenaars en liefheb
bers van toonkunst zich verzamelden. Hij
drong er op aan, dat ik er een oogenblik
in zijn gezelschap zou verschijnen, en daar
ik toen hoegenaamd geen het minste ver
moeden had. voldeed ik aan zijn verzoek.
Zoodra ik zag, dat men bij de i-Uoiicnnc.f
3. Sinds den klassieken tijd, dien van Racine en
Corneille, is eerst het rijm verarmd en beperkt,
tot Victor Hugo het heeft verrijkt door tal van
woorden in de poëzie te brengen, die vroeger
verboden waren ; sedert de Romantiek intusschen
zijn juist die nieuwe rij men misbruikt en daardoor
gaan vervelen; de nieuweren versmaden ze dus
weer als triviaal. Hetgeen noodig was (meent
de Gourmont) zou zijn, zich er goed rekenschap
van te geven dat men voor het oor en ni^t voor
het oog rijmt, dat er aan het eind der woorden
geen stomme klinkers meer zijn, dat dus mère
en amer weer evengoed rijmen als ten tijde van
Ronsard. Assonantie in plaats van rijm is niet geheel
te verwerpen, maar zou moeten bewaard blijven
voor vage, nevelachtige, onbepaalde onderwerpen;
van de assonantie een gelukkig gebruik te maken
is heel moeit lijk.
4. Zonder rijm of assonantie bestaat er geen
Iransch vers.
Als illustratie geeft Figaro een fragment uit
de Gourmonts H^éroc/'t/phea, waar het onderscheid
tusschen mannelijk en vrouwelijk rijm, ciel-aile,
is vervallen, en de e-muet een enkele maal als
niet bestaande wordt gerekend, in ccmme of
femmes.
LE LAG S ACRE (FKAGMKNT)
Les vagues gémissaient comme des femmes blessées,
Le lac sacrérülait sous la haine du ciel
Et l'invisible chu'ur des amours trépassées
Aboyait a la mort et broyait de ses ailes
Les vagues gémissant comme des femmes blessées.
O lac sacré, témoin de tant d'anniversaires
Et des chuchotements de tant d'ames royale?,
Toi qui vis, surgissant d' s dalles funeraire?,
Tant de fantómes blancs tendre leurs mains pales
Vers Ie témoin sacréde tant d'anniversaires.
Of nu speciaal dit vers de moeite waard was,
er een nieuwe ars poëtica voor te maken, mag
de vraag zijn, maar nu men na het Conservatoire
en zelfs op het Conservatoire de e muet ver
waarloost, is er zeker geen reden meer om de
dichters er aan te binden.
Figaro zal de enquête naar rijm en onrijm
voortzetten.
IIIIIUIIHIIIII1IIII
iimiiiMMHiimi
Indische Brieven,
Nu de vastenmaand en met haar de onvermijdelijke
nasleep van feesten weer voor dit jaar tot het
vcrlrdene buhooren, kan het. interessant zijn na te
traan iu hoeverre de Moslimsche nilauders van
Uost-Java, want vaii dezen slechts kan ik
spreken, die verplichting jegens Allah plegen na
te leven. Immers wanneer men eenmaal weet hoe
HiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiiimiiiimniiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiniiHiii
Saint-Amaranthe zich hoofdzakelijk aan het
twijfelachtige genoegen van het hazardspel
wijdde, besloot ik onmiddellijk heen te gaan,
na vooraf den cilot/r.n Trial ernstig de waar
heid te hebben gezegd over zijne leugenach
tige voorstelling van het salon der
SaintAmaranthes!"
Charlotte had met zenuwachtige opgewon
denheid de toelichting van Augustin gevolgd,
en hem plotseling de beide handen reikend,
riep ze hartstochtelijk :
»O, ik wist het wel! Mon bon Augustin
heeft zich niets te verwijten. Hij is
oogenblikkelijk heengegaan, toen hij zag, dat hij
er niet hoorde. ,Je doet hem groot onrecht,
Maximilien!"
Robespierre wist, dat Charlotte altijd parlij
trok voor Augustin, wanneer er een hoogst
zeldzaam geval van oneenigheid tusschen
beide broeders voorkwam. Hij wilde zich
niet aan eene gedachten wisseling met zijne
zuster wagen, wetende, dat het einde daarvan
niet te voorzien was. Bovendien het rumoer
uit de Conventie opstijgend, riep hem terug
naar zijn voorzitterstoel. Daarom antwoordde
hij zeer rustig:
»Het doet me genoegen te hooren,
Augustin! dat je zelf bekent uiterst lichtzin
nig te hebben gehandeld. Als men een eerlijken
patriottischen naam draagt, zooals de onze,
moet men de hoogste voorzichtigheid in acht
nemen. Je hebt nu eene onaangename les
ontvangen. Het speelhuis van de /jal'rie
Moii/j>fiinier staat onder scherp toezicht van
de politie der beide (_'uniiti"t;. Zeer gevaarlijke
personen worden er soms aangetroffen een
aart ^samenzweerder als de <-i drr/jitt baron
de Batz vertoont er zich van tijd tot tijd.
Wanneer verdorven schelmen als Chabot,
De.-lieux en Hérault-Séchelles zien, dat
mijn broer Augustin in hunne hoogst ver
dachte genoegens deelt, zullen ze daarover
juichen. En dit te weten, is voor mij, die
alle gemeenheid en losbandigheid verfoei, de
allergrievendste pijniging. Mijn arbeid als
voorzitter is van morgen in hooge mate be
moeilijkt door het rapport over Augustin's
gedrag. Maar ik weet nu gelukkig, dat alleen
onnadenkendheid oorzaak is van zijne daad.
Zijn hare is goed! Ik vertrouw hem nog ten
volle, en zal er het bewijs van geven! Ik
ben nu ontheven van eene groote bekomme
ring, en moet oogenblikkelijk op mijn post
terugkceren!"
Hij stond snel op, gaf' haastig een bundel
papieren aan Augustin, een langen handdruk
aan Elóonore, die hij eenige woorden in het
oor fluisterde, en verdween tusschen de
gor