Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 948
C. E, Scftenl f
Ond-President van den Zwitserschen Bondsraad.
De reddingsboot
van
JULIEN BERK DE
door A.
Personen: SUSANXA. GASTOX.
Een zeer elegant salon waarin een tafel niet
theegoed. Aan den muur een telephoon.
S u s a n n e, (in een fauteuil liggend met een boek
inde hand). Vijf uur. Vandaag komt niemand meer.
Wat een dwaas idee van mij, om precies na de
vernissage mijn »jour" te willen houden ! Iedereen
heeft Parijs reeds verlaten. (Er wordt aan de
telephoon gescheld). Hé! Wie kan dat zijn? (gaat
naar het toestel en roept er in) Hallo! hallo!
O ! ben jij het, wat is er ? Zoo, kom je niet
thuis dineeren ? Goed. Dat doet er niet toe (zich
verbeterend') of liever, maak je over mij niet
ongernst. Ik zal me alleen wel amuseerea. Om
10 uur? goed; ik zal op je wachten. Adieu, dus
tot van avond, (gaat wtder inden fauteuil zitten).
Waarachtig, voor vandaag stond het geschreven,
dat ik niemand zien zou, zelfs mijn' man niet
(bemerkt den. binnenkomenden Gaston). Toch wel !
een visite ! (staat op en gaat Gaston met uitge
strekte handen ie gemoet). Bonjour ! Dat vind ik
aardig van u, dat ge de eer van mijn salon komt
redden.
Gaston, (na Sufanne de hand gtkust te hebben).
En ik vind het aardig zulk een vriendelijke ont
vangst te ondervinden, terwijl ik integendeel de
bitterste verwijten vreesde, omdat ik den geheelen
winter niet gekomen ben.
S u s a n n e. 'k Heb u in geen eeuw gezien,
dat is zoo. Waar hebt ge toch gezeten, verwoede
romancier?
Gaston. Ik was op reis.
S u s a n n e. Ver weg ?
Gaston. In Italië.
S u s a n n e. Ik wed, om een boek daarover
te schrijven.
Gaston. Juist, maar ik spreek er nog niet
over ; ik houd niet van reclame.
Susanne. En is u er lang geweest?
Gaston. Tot Maart, toen mijn werk ongeveer
af was.
Susanne. En al dien tijd hadt u de pen
in de hand ? En zijt ge, na uw terugkomst, nooit
eens uitgegaan, nooit mijn deur voorbijgekomen ?
Gaston. Ja zeker ..... Als het niet uw
»jour" was, dacht ik geregeld: »Je hebt eigentlijk
geen enkele grondige reden om een visite te
maken," en was het toevallig uw «jour ', dan
dacht ik : »Nu heb je een geldig excuus om geen
visite te maken."
S u s a n n a, Neem een stoel en leg mij dat
eens uit. (Zij gaan zitten}.
Gaston. Kijk eens ..... gedurende het »saison".
in de visitekoorts, komt men in aanraking met
een aantal dames die babbelen omdat zij niets
te zeggen hebben. Men zit twee mijlen van de
vrouw des huizes verwijderd. Nauwelijks kan
men haar goeden dag zeggen. Als men niets
doet dan komen en gaan, merkt men haar niet
eens op. Daarom heb ik tot mijzelven gezegd :
Vandaag is het den 12den Mei on mooi weer ;
half Parijs is reeds buiten of op het water ; als
mevrouw liovèri haar »jour" niet reeds heeft
opgegeven, heb je kans niet in het gedrang te
komen. In plaats van een leelijken klapstoel op
den Jaagsten rang, kpn je zonder twijfel nu een
fauteuil naast het tooneel vinden en wie weet,
misschien zul je zelfs de eenige in de zaal zijn.
Ziedaar de reden waarom ik hier ben.
Susanne. Goed uitgerekend. (Na een pauze)
Nu, 't doet me werkelijk genofgen weder eens
ongestoord met u te kunnen praten, (reikt hem
de hand).
Gaston, (na de hand hartelijk gedrukt te
hebben). In hoe langen tijd is dat al niet gebeurd !
Susanne, (glimlachend). Ja, zeer lang
zes jaren minstens.
Gaston. Sedert uw huwelijk, niet waar ?
Herinnert ge u nog die gezellige praatuurtjes
van vroeger onder de hoede van uw tante ?
(plotseling in da vormen) A propos ! Meneer uw
echtgenoot is toch wel ?
Susanne. Zeer wel, dank u.
Gaston (in gedachten). Des te beter.
Susanne. Wat zegt ge dat vreemd
zoo somber.
Gaston. Ik kan niet vergeten, dat ik u
eens meende lief te hebben.
Susanne. Juist.. . . Ge hebt zelfs om mijn
hand gevraagd.
Gaston. Ja, op mijn 18de jaar! Ik zie me
vorstin volgde, die weder door een lersche groote
dame werd opgevolgd, totdat eindelijk een
Italiaansche zangeres aan de beurt kwam.
Gaston. Drommels ! wat hebt u een geheugen.
Susanne. Ja, reeds op school was de we
reldgeschiedenis mijn fort.
Gaston. En na de Italiaansche chanteuse?
Susanne. Alleen de afgesloten regeerings
tijdperken heb ik van buiten geleerd. Wrat buiten
die dynastiën ligt, behoort niet meer tot het ge
bied der geschiedenis, maar tot dat der indiscretie.
Gaston. Overdreven bescheidenheid! Na de
Italiaansche chanteuse komt een tijdperk van
regeeringloosheid.
Susanne. Zijt ge dus in het geheel niet
meer verliefd ?
Gaston. Dat wil zeggen, ik heb mijn liefde
aan de circulatie onttrokken. Ik ben een kapi
talist geworden, die zijn gevoelens in portefeuille
bewaart en wacht nu een gunstige gelegenheid
af, om ze aan de markt te brengen.
Susanne. En hebt ge al eorig uitzicht?
Gaston. Ongelukkerwijze neen '. . . . Ik ben
ook te voorzichtig geworden. De laatste plaatsing
was te noodlottig.
Gestoorde zoiermst,
(Lustige Blütter.)
Mi:vT!<>r
spektakel
\v ETKOPA : Nu won ik juist mijn zomerslaapje doen, en daar begint dat vervloekte
alweer !''
Ook een hervormer.
De -viets", de groote kleedinghervormer van de negentiende eeuw.
De Bulgaarsche Metropolitaan.
zelf nog bij uw vader komen. ..Mijnheer ik hond
van uw dochter. Zij is rijk, ik weet het. Ik. l>en
arm, dat weet 11. Maar ik vlei mij, dat u om
een ellendige geldkwestie niet zult aarzelen. "...
?>Ik aarzel ook volstrekt niet, jonge vriend.'
antwoordde hij, Ik sla uw aanzoek at.
S u s a n n e. Niet onaardig.
l! as t o n. O! als ge op dat oogenblik mijn
gezicht bad kunnen zien! Uw vader had mode
lijden met mij, Moed gehouden, vriend ! Mis
schien is het mijn laatste woord niet. (ie zijt
nog te jong om ernstig aan trouwen te denken.
kom over twee jaren terug en als uw gevoelens
dan rog dezelfde zijn"...
Susanne, \lacheml). Nu, en n:\ die twee
jaren waren uw gevoelens. . . .
Gaston... Altijd nog dezelfde. . . . maar zij
golden een andere.
S u s n n n e. JutlYrouw Amandina van het
theater der folies-lyrüjues, waarop een llumeesche
! met de Italiaansche chanteuse?
ge een kop thee ?
Heinricii m Sybel. f
S n s a n n e. Och!
l. asten. Ja!
S u s a n n e. (o/>rfa«itde). Wilt
(i a s t o n. i iaarne.
S n s a n n o (iiimt tunt de tafel en scltenkt in}.
n wanneer /al die fameuze roman verschijnen '/
(?as t on. liïnr.en een maand, (neemt hit kojije
dut Siixiiiiiie hcin gee/t.) Ja . . . suiker. . . en een
beetje melk als 't u belieft. . . . dank u.
Susanne, (die weder mi»/ de tuf el i's gegaan
en een ;.'i: kopje iiigwlionken heeft.) En mag
men den inhoud weten ?
(i a s ton, (mor de tn/tl utaande en. met kleine
teityen drinkend.) Eigenlijk niet Van morgen
nog heb ik een reporter, die mij interviewen
wilde, de deur uitgebonjourd. U zult echter de
eerste zijn die het geheim verneemt.
Sus a n n e. (met tut kopje in 'Ie lumil naakt
hem tredend, vlciettd), Hoe zal 't boek heeten ?
(i ast on. \na een voorbereidende paitse niet
duidelijke stem.) »De reddingsboot."
Susanne. Ha! dus een zeeroman?
Gaston. Volstrekt niet.
Susanne. Hoe ? een reddingsboot op het
land ?
(! a s t o n. Juist. Het betreft een vrouw ....
Susanne, (een scliaalt /e piesenteenud.) Sand
wich ?
Gaston, (verwonderd.) Wat 'i (begrijpt hel
en neemt een Sandwich) Dank u, (rerrolgt).
Er is dus een vrouw, jong, mooi, rijk....
(van toon veranderend i. Met anchovis niet waar'r
heerlijk ! (als vroeger) Haar man, niet in staat, haar
te begrijpen, kwetst haar ieder oogenblik. Geheel
haar schat van poëzie en idealen, waarmede zij
zoo gelukkig had kunnen zijn, als /ij dien aan
een gezelligen haard had kunnen rondstrooien
(maakt het gebaar van een zacijer), was zij ge
noodzaakt in de diepte barer ziel te doen ver
zinken.
S u s a n n e. En hoe heet uw heldin ?
Gaston. Eleonore. (:et zijn kopje op tafel en
gaat weder zitten.) Dus Eleonore lijdt onduld
baar. ... tot op den dag, dat zij in de romeinsche
campagna.... O ! daar heb ik vergeten u te
vertellen, dat zij zonder haar man in lionie is.
Susanne (gaat ook iilttn). Zoo?
(ia s t on. Ja.... na een verschrikkelijke
scène waarbij beleedigende uitdrukkingen ge
wisseld worden .... Tusschen twee haakjes moet
ik u doen opmerken, dat ik over die scène zeei
tevreden ben. Ik heb daarbij gebruik gemaakt
van eenige woorden uit den volkstaal, die uit
stekend op hun plaats zijn.
S u s a n n e. Nu, zij gaat dus in de romeinsche
campagna wandelen ?
(i a s t o n. Waar zij een zeer beroemden
numismatikus aantreft, die daar interessante uitgra
vingen doet.
S u s a n n e. Dat idee van den numismatiknt
is prachtig1. Goddank, dut die vervelende schildere
en geleerden eens hebben uitgediend.
(i as t on. Over hun eerste gesprekken loop
ik heen en kom tot den dag, waarop hij bekent.
dat hij haar bemint. Dat is het prachtigste oogen
blik van het boek. De man spreekt goed ....
Susanne. Daar twijfel ik niet aan, daar u
het toch is. die de pen voert.
G a s t o n. Pardon, ik wil hiermede slechts
zeggen, dat bij indruk maakte. Zij luistert naar
hem, koortsachtig, als in extase.... Hij beeft
baar hand genomen, die zij niet terugtrekt....
/ij heeft haar hoofd op zijn schouder gelegd . . ,
Zij is verloren .... daar gaat plotseling de deui
open.
S u s a n n e. De echtgenoot !J
(i a s t o n. Neen .... een oude Engelscbe dame
die zich in het nummer der kamerdeur heetl
vergist.
Susanne. En die toch dadelijk weder ver
dwijnt.
(i as t o n. Ja, met de woorden: T bes your
pardon.'' Maar baar verschijning is voldoende
geweest om de betoovoring te verbreken. Eleonore
is weder meesteres over zich zelve geworden
Zij is gered.
S u s a n n e. Goddank !
(Slot Volgt)
De moeielijMen met Cuba.
UNCI.I-: SA M : Ik heb al lang zin gehad in da»
hapje ; het zal er nu wel aan moeten !"