Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1025
ook nog vél te laat heb ontvangen, heeft me
precies voor alles verknoeid. Ik ben hier van
mijns gelijken vervreemd, vind ze dom en be
krompen, en benijd ze toch ook weer om hun
naleven levenslust. Met Hollanders kan ik niet
overweg, omdat ik alty'd denk, dat ze my voor
hun mindere aanzien... Altyd voor een vreemd
wezen aangezien, heb ik mezelf leeren wantrouwen
en noch myn eigen, noch anderer karakter leeren
doorgronden. Ik heb van alles geleerd en kan
er niets mee aanvangen ... Geen gezonder ras
dan w\j Indo's! Mits we geen kennis maken
met een klimaat en een omgeving, die niet voor
ons passen."
In deze woorden is de ethno-sociologische
opvatting van den heer De Veer aangege
ven. Soort zoeke soort: blank blank, zwart
zwart, bruin bruin. En wil blank op Java ge
lukkig zyn, dan moet blank Java nemen voor
wat het is, en niet verlangen, dat hjj er Holland
terug vindt. In vele opzichten is dit ook zeer
goed doenlyk: als Willem Maas zich van den
aanvang af beter had geschikt naar de eischen
der Indische samenleving, zijn leven ware van
den aanvang gelukkiger geweest; thans bezorgt
hij zich teleurstellingen en sukkelt hij met zijn
carrière.
In vele opzichten is het voor een wijs en flink
man zeer goed doenlyk om zich aan het Indische
leven te assimileeren, maar op n punt is de
opgaaf zeer zwaar, en doet ook een Hink man
beter zich te onthouden. Dit punt is het huwlijk.
Ondenkbaar is het natuurlijk niet dat een blanke
en een half bloed gelukkig zijn, maar het verschil
van temperament is te diep in leden van ver
schillend ras geworteld, dat er niet veel leed
moet voortkomen uit de gedwongen samenleving
van menschen, die de een blank, de ander bruin
zjjn. De Indo's zyn onder elkander zeer ge
schikte lieden, maar in de samenleving met
blanken komen er bezwaren aan den dag.
De lezer begrijpt wel, dat niet ik deze theorie
verkondig of verdedig, doch de heer De Veer.
Ik zal hem hierin niet eenmaal kritiseeren, maar
velen zullen er zijn onder zijn lezers, die de
toestanden kennen waarover hij spreekt, en die
kunnen beoordeelen of en in hoever zijn leer
juist is. CH. M. VAN DEVENTER.
1) Oorspronklijke roman van J. H. de Veer,
2 dln. Amsterdam, H J. W. Becht.
HMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Boet en Tlscürilt.
Den-Appels, Geldersche
J. L. KEETELAAR JZN.
Verhalen door
De heer Keetelaar heeft een werk geleverd
dat «voor de kennis van onze taal eene aanwinst
genoemd mag worden", zegt prof. J. H. Gallée
in een vriendschappelijk voorwoord.
«Juist in het dialect dezer streek (Gorsel),
tusschen eene stad waar vroeger Frankisch en
eene waar vroeger Saksisch gesproken werd,
dicht op de grenzen van het Frankisch, maar
UIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHII1IIIIIIIIMII
«.Ik... ik heb niets bijzonders gedaan," ant
woordde hij, naar het vuur kijkend, en, voor wat
ik gedaan heb, heeft uw vader mij al bedankt."
U hebt mij het leven gered."
Neen, neen!" viel hij terstond hierop in. Dat
niet! U had geen nood, behalve vau mij" ge
weer als ik misgeschoten had!"
//O," zei ze verheugd, blij ten slotte dat ze toch
eeuigszins een heldin geweest was,?en 't was zoo'n
mooi schot, omdat u mij niet geraakt hebt."
Och toe, spreek er als 't u blieft niet meer
over," zei hij, met een beweging half van ongeduld,
half van linksheid." 't Was 'n beroerde karwei,
maar 't is gebeurd."
Hij zweeg, wrijvend de roode handen en afge
trokken voor zich uit starend. Zij kon zien dat
liij ze pas gewasschen had, de blinkende ring kwam
nu nog meer uit. Maar deze bracht, haar eensklaps
op een inval.
Met kinderlijken eenvoud stak ze hem beide
handjes toe en zei:
U wilt mij toch wel een hand geven?"
Heidaar, Miss Forester," barstte hij op eens
uit. 't Is niet zooals 't hoort. Ik kan niet langer
comedie spelen ik wil uiet dat u langer met
mij comedie speelt. Hoor eens! U is volstrekt niet
in gevaar geweest geen ooyeullik .' Die beer was
half tam, 'n goedig dier, dat ik heb helpen groot
brengen! Avond op avond is hij aan de deur van
deze hut wat suikei komen halen uit mijn liand,
net zooals hij 't uit de uwe gelikt zou. hebben als
hij nog leefde. Alle nachten sliep hij daar ginds
in de struiken, geen vijftig meter van mij af. Nog
nooit is er 'ri morgen aangebroken vóór van
daag," dit werd zeer rad gezegd, om het beven
van zijn stem te verbergen of hij schuurde
met Z'H heele lichaam tegen de hut alsof hij zoggen
?wou: 't Is tijd voor je," eer hij in de bergen ver
dween. Geen schepsel in geheel deze streek of hij
kende 'm; geen mensch zou er ooit over gedacht
hebben 'u geweer op 'm aan te leggen. Nooit heeft
hij een ergeren vijand gehad dan de bijen; hij be
greep niet waarom koeien en paarden bang voor
'm waren, 't Was net 'n huisdier, u zou 't zelf
gezegd hebben, Miss Forester; voor u dame was
'r, wel niet veel moois, maar och, wij, die in de
bergen en de bosschen ons leven doorbrengen,
moeten onze vrienden nemen zooals ze zijn, en van
ons eigen slag. U kunt 't niet helpen, Miss, dat
u 't niet wist; wat er gebeurd is, is uw schuld
niet; maar ziet u, als u er mij voor gaat bedanken,
dan .., ja, 't is niet beleefd, ik weet het wel, maar
dat kan 'k niet hebben." Hij zweeg, even abrupt
en even treurig als hij begonnen was, en staarde
afgetrokken naar het vuur.
Een groot gevoel van medelijden rn van schaamte
nog in het Saksisch sprekende land gelegen, zyn
tal van eigenaardigheden waar te nemen, die de
aandacht verdienen. En Frankische dialecten
en Nederlandsche spreektaal hebben er een
grooten invloed op gehad grooter zou men
zeggen, dan de invloed geweest is van de
stadsdeftige spreektaal en het op school geleerde op
het dialect in de achterbuurten van het naburige
Deventer", zegt hy verderop, om duidely'k te
maken dat zyn jonge vriend Keetelaar een nuttig
mensch is.
Maar de heer Gallée zal toestemmen dat ook
deze vragen gesteld en beantwoord mogen worden :
Is het werk belangryk en eigenaardig alleen om
't frissche en leuke van't dialect, of voornamelijk
om de persoonlykheid en het talent van den auteur?
Het antwoord moet wel zeer twijfelachtig zijn,
want meestal schijnt de heer Keetelaar allén
door het taaleigen dat hy gebruikt een bizonder
auteur.
Met veel vaardigheid heeft hij zijn tafreelen
op de oude manier, typisch, gemoedelijk en naief
gemaakt en zich bediend van de banale trucs die
daar voor noodig zyn.
Een hoofd vol van die boersche, dankbare
uitdrukkingen, een beetje talent om samen te
stellen en inhoud te maken, is reeds voldoerde
om in dat genre eenigszins bekoorlyk en atrdig
werk te geven. De meest alledaagsche en onbe
duidende woorden in een of ander dialect omge
zet, krygen direct een klank en glans van
buitengewoonheid en dwingen tot aandacht, b.v.
de eerste zin uit het boek van den heer Keetelaar :
»A 'j in Zutfent bint en de Laare poorte
uutloopt, kom iej tegenzwoordig op en breeje stroate,
die oe regelrecht noa en darp brech, dat heel kot
biej lig, amper en keteerken van de stad".
De dialect-litteratuur van den heer Keetelaar is
niet nieuwer, pittiger en dieper dan b.v. die
van Cremer.
Iets geheel persoonlijks heeft Johan de Meester
in dat genre geleverd, met zijn novelle: Gezin,
opgenomen in het Tweemaanddijksch l'ijdseltrift.
Daarin was niet de bekende, overgenomen naïeviteit
en goedmoedigheid, maar sterk gevoel en krach
tige persoonlijkheid. Het werk van den heer
Keetelaar lijkt te veel op 't oude model, ook al is
er soms een gevoelig trekje in.
* *
*
Edouard Rod bek'aagt er zich over in
Cosmopolis, dat de zucht, orn partic diere, liefst minder
mooie bizonderheden uit het leven van beroemde
mannen en vrouwer, bekend te maken,
t'genwoordig te sterk wordt en daardoor de lust ver
zwakt tot het bestudeeren van hunne groote
werken.
F. de Pressenségeeft in een Jlevue dn Jlois
een karakterschets van Mouravieft', den nieuwen
Russischen minister van buitenlandsche zaken.
Helen Zimmern en Alberto Mansi schetsen de
sociale, philosophische en litteraire bewegingen
in Italië.
Verder bevat de aflevering o. a een vergelijking
van Pierre Loti met andere auteurs en slettres
inédites" van George Sand aan haar echtgenoot,
den heer Dudevant
* *
*
In de Rei'/te des deux Mondes bespreekt L. P.
Dubois in een artikel over de »Monopoles
industriels aux Etats-Unis" de voor- en nadeelen
van de irusts. Hij wil bewijzen, dat met vrijhandel
de trusts maar gedeeltelijk zullen verdwijnen. De
Staat moet, volgens hem, niet trachten die mono
polies te vernietigen, maar de nadeelen er van:
geheimhouding van de handelingen der bestuur
ders, opdryven van den verkoopspry's enz. tegen
gaan. Hy ontkent, dat de centralisatie van parti
culiere ondernemingen op dit oogenblik al de
zekerheid geeft, dat ze den overgang vormt tot
centralisatie van de industrie onder de leiding
van den Staat.
Voor hen, die graag zonderlinge menschen
bestudeeren, is de biographie over Hoëne Wronski,
door J. Bertrand, de moeite waard. Deze origi
neel beweerde o a. het beginsel van alle werke
lijkheid ontdekt te hebben in »de Essentie van
het Absolute", bovendien dat de menschheid in
1803 er niet rijp voor was een zoo gewichtige
en diepzinnige stelling te begrypen. Bertrand
verklaart hem overigens voor stapelgek.
* *
#
In la Revue de l'aris geeft Emile Faguet een
beschouwing over de groote beteekenis van
SainteBeuve voor zijn tijd. Hy stelt hem voor als
iemand die aan alles twijfelde en daarom alle
soorten van geloovigen tegen zich had, die door
zijn scepticisme week aan week het publiek
daarmee doordrong.
Verder vertelt hij, dat S. B. de gave bezat om
al lezende een boek met den auteur mee te schep
pen en hoe hij zelfs in staat was zielstoestanden
te begrijpen, die hem zelf het vreemdst waren.
* #
*
Le Mereure de Yrance geeft van den heer Jean
Viollis eenige »observations sur Ie Naturisme".
Hij vindt deze nieuwe richting van zeer tijdelijken
aard en komt tot dit besluit: »Men zou 't niet genoeg
kunnen herhalen, wat men op dit oogenblik noodig
heeft, is: de vereeniging van een geheele jonge
generatie voor n zelfde doel, strevend met n
zelfde wil, zoodat de pogingen van zooveel aan
komende talenten, niet vruchteloos blijven door
mededinging of afzondering. Wij wenschen vurig,
met hartstochtelijke en bewuste wil allen te zamen
ons te wijden »fi la Vie integrale et normale". Het
is in ons belang, vooruit te komen, hand in hand,
ieder zijn strofe zingend van de gemeenschap
pelijke riymne. In loyaliteit, in harmonie ! En
dat zal een mooi voorbeeld zijn".
F. R.
Van den novellenbundel Calypso van Fiore
della Neve, is een Engelsche vertaling in be
werking.
Dinsdag, Woensdag en Donderdag, 16, 17 en
18 Februari a. s., 's avonds ten zeven uur, zul
len Frederik Muller & Co. in de Doelenstraat
een zeer rijke verzameling van geschiedkundige
en wapenkundige documenten in veiling brengen,
waaronder vele handschriften van beteekenis uit
de 1")6 en ISe eeuw. De verzamelingen Baart de
la Faille en Vitringa maken hiervan deel uit.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud van Eiijeii Ibuird, No. 7 : Ben's oude
dag, door Esjee. De Hollanders op Formosa,
door J. F. L. de Balbian Verster, met
afbeelI dingen en portretten II. Sober maal, (bij de
j plaat). Sober maal, naar de schilderij van
J E. S. Witkamp Jr. Militaire schets (De Stille),
door Sampoen. Een jaargeld van £. 100 voor
j C. Ledger, door Dr. M. Greshoff, met afbeel
dingen. (Slot.) Verscheidenheid. Feuilleton.
I'heysiiMiiid, 7e jaargang, lle at!., Batavia
's Gravenhage, bevat een vervolg van het artikel:
Over de Liberia-kofh'ecultuur op Java, door
Dr. Remburgh en II. J. Wigman.
iiimiiiiiiiiiiHiiiMiiimi
iiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiii
joeg haar het bloed naar de wangen. Maar zelfs
nu nog volgde onmiddellijk het vrouwelijke in
stinct van zelfverdediging, van niet te willen toe
geven. De ware held de gentleman rede
neerde ze, zou haar dit alles bespaard hebben.
Met gefronste wenkbrauwen hernam ze :
Maar waarom, als u wist dat het dier mij geen
kwaad zou doen, en als u er zooveel van hield,
waarom schoot u er dan op r"
Omdat," zei hij, bijna, bruusk zich tot haar
keerend, omdat u een gil gaf, en ik toen wist dat
hij u binig gemankt had'.' Hij zweeg, daar er een
beweging was als deins Ie ze verschrikt voor hem
terug, maar het bruuske omkeeren d, ed een traan
uit zijn oogeu vallen en op hair handje terecht
komen, wat al het onmanUjke er van scheen uit
te wisschen. En haastig ging hij uu voort, als
om die voorbijgaande weekheid goed te maken:
Hoor eens, Miss; ik wist dat de beer er niet was
van avond; en toen ik de paarden zoo hoorde
aangaan, begreep ik terstond wat 'r aan 't handje
was. Ik wist zeker dat u geen kwaad kon over
komen, want de paarden stonden afgesparmen, 'n
eind van 't rijtuig. Ik vloog naar beneden, op
hen af, zoo hard ik loopcn kon, in de hoop dat
ik bij ze wezen kon eerder dan Bruin; had ik ze
iets toegeroepen, ze zouden me toch niet begrepen
hebben; en ik was ook veel te hoog om 't beest
te roepen, toen 'k hem in 't oog kreeg, en 'k
hoopte nog dat u 'm niet zien zoudt. Zelfs toen
hij zich omkeerde en op 't rijtuig afging, wist ik
dat het niet om u was, Miss, maar om iets dat
hij in den neus gekregen had. Al dien tijd stonden
achter me die lieeren te schreeuwen alsof 'k
zelf niet wist wat 'k te doen had! 'k Was half
weg en toen gilde u! Nu vergat ik alles op
de wereld alleen dacht 'k er aan, dat ik zorgen
moest H niet te raken! en 'k vuurde. Ik was
zóó in de war, dat ik niet anders dacht of hij
was woest geworden en zou u aanvallen, tot
ik er bij kwam en dien pot honig naast hem liggen
zag!... Maar kom 't is gebeurd! Ik zou er
tegen u geen woord vau gesproken hebben, Mis?,
maar ik kon niet hebben dat u er me voor be
dankte, en 'k wou ook niet dat u me 'n lomperd
vond, omdat 'k niet bedankt worden wou." Hij
zweeg, liep naar het vuur, en ging bij den schoor
steen staan, schijnbaar om met zijn voet de houtjes
op te rakelen tot een vlammetje, wat echter ten
gevolge had, dat zijn glinsterende oogen te meer
uitkwamen toen hij zich weer tot haar omkeerde.
Maar met een poging tot een lachje, hernam hij:
Nu, 't is zoo; 't zal zoo hebben moeten wezen,
denk ik; en dus, Miss, als u klaar bent, en u wilt
gaan zitten zooals 't voor u 't gemakkelijkst is,
dan breng ik u nu naar beueden." En zijn
manWoord en Beeld, Febr., bevat: Lina's lieveling,
door Ch. Vierhout. De duiven in de Jordaan,
door H. M. Krabbé. Jhr. Mr. J. W. N. Schorer,
portret met byschrift. De drie steden van het
eiland Walcheren. In den Tram, door Esjee.
Scherzo (muziek), door Hendrik C. van Oort.
NIEUWE UITGAVEN.
Nietiwjaarsirenseli op l Januari 1897, uitge
sproken in den Grooten Schouwburg, door Jules
v. Diest. Amsterdam, S. L. van Looy.
Eeclames.
40 cents per regel.
TRADE
MARK.
MARTELL'S COGNAC,
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle soliede Wijnhandelaars
en bij de representanten
I4OOIMI %NH4feBRUINIER,
te Amsterdam.
Prijzen van af ? 2.50 per FtescL
H. RAHR te Utrecht.
Fianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
MEIJBOOS & KALSHOVfiff,
Arnhem.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Jfct i-: i> t: T's»
Goessclie Zoute Beschuitjes.
T> Amsterdam bii
ie Amïterdam bij
BEBND. KICHHOLTZ.
j GERBEa & ZOON
Nog slechts enkele exemplaren
van de vroeger uitgegeven P E
Nen POTLOODKRASSEN door
Joh. Braakensiek zijn te beko
men a f' 0.50 per exemplaar bij
Van Holkema & Warendorf, Singel
542, Amsterdam,
MllillllliiiiiiiiiiiiiiiHliiiimiiiHiiiuiiiiiiuiimmiiiillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiw
nelijke gestalte ietwat voorover buigend, viel hij
op een knie naast haar met de armen uitgestrekt.
Nu is het een heel ander geval een berg op
te worden gedragen in bewusteloozeu toestand,
omdat dit de meest, praktische manier is, dooreen
grooten, pootigeu kerel, met een paar ferme kijkers
m zijn hoofd, dan om weer naar beneden te worden
gedragen door dieuzelfden man, nadat hij geschreid
heeft, en gij zelf voelt dat ge op 't punt staat
óók te schreien, en uw tranen gevaar loopen zich
met elkaar te vermengen. Dus zei Miss Amy
Forester: Och, wacht even als 't u blieft! Ga
nog een oogenbhkje zitten. O, Mr. Penbrook, het
spijt me zoo, het spijt me zoo vreeselijk ! . . ." en
de handjes voor haar gezichtje slaande, barstte ze
in tranen uit.
O neen neen, Miss Forester, dat niet, bid ik
u! dat niet!" riep Jack, die vau schrik op den
rand van de rustbauk zitten ging. 't Is het niet,
waard! Ik beu 'n lomperd dat ik er van gesproken
heb!"
Zeker, niet! Zeker niet! U is zoo nobel! zoo
niets haatdragend!" snikte Miss Forester; door
ulijn schuld hebt u het eenige levende wezen ge
dood waar u om gaf, dat u geheel toebehoorde!"
Neen Miss, 't behoorde niet, geheel aan
mij dat maakt het juist zoo erg. Ik heb hem
in bewaring gekregen van 'u goeie kennis, 't Was
haar eenige vriend.''
Ihnii- eenige vriend?" herhaalde Miss Forester
vragend, eensklaps hem iu 't gelaat ziende.
Behalve," ging Jack voort, op end'op als 'n
man die geen oor heeft voor den nadruk waarmee
ze de vraag deed behalve de stervende, voor
wieu ze geleefd, aan wieu ze heel haar leven
opj geolïerd had. Dezen ring heeft ze mij gegeven, om
j me altijd te herinneren aan wat /.e mij opgedragen
j had. Me dunkt ik kon hem nu wel afdoen," liet,
hij er op volgen, met een treurigen blik naar
den ring.
Toen hekeek Amy den ring met den eenvoud
en de onsehuid van een engel en zei, o ! zoo
lief: Ja, dat raad ik u ook; hij zou u altijd
aan uw verlies herinneren. Maar," voegde ze er
bij, hem eensklaps smeekend aanziende, als u hem
mij wildet geven, zou het voor mij een souvenir
wezen; ook dat u ... 't mij vergeven hebt."
Jack gaf hem haar terstond en zei: Maar nu
moet ik u naar beneden brengen."
Zij aarzelde en stamelde: Ik geloof... dat ik
best zou kunnen loopen." Zij stond op.
Dan." hernam Jack op treurigen toon, zal ik
denkeu dat u mij niet vergeven hebt."
Maar ik heb het recht niet u zoo lastig te .. ."
Helaas kon ze haar beleefden speech uiet tot
het einde toe afsteken, want eeu seconde later
iiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiniiiiininiiiMi
voelde ze zich optillen vau den grond, rook ze de
lucht van boomschors vlak bij haar iieus, zag ze
het haardvuur achter zich verdwijnen en, lig
gend in zijn armen als in een hangmat, gingen zij
te samen den nacht in.
,/Ik kan je bracelet nergens vinden, Amy," zei
haar vader, toen ze bij het rijtuig kwamen.'
Hij lag op den grond in de hut," gaf Amy
losweg ten antwoord. Van daar dat we zoo laat
komen."
* *
*
Mijn p^n blijft aarzelend steken voor tweeërlei
slot van dit op waarheid gegrond verhaal. Daar
't overeenkomt wat 't resultaat betreft, ofschoon uiet
in theorie of opzet, is het 't best als ik beide mee
deel. Wat ik hoorde vau de lippen der bekoorlijke
heldin zelf, vertel ik natuurlijk het eerst.
U! die geschiedenis met den beer! Ik herinner
me heuseh niet, of dat gebeurd is vóór ik met
John geëngageerd raakte of er na."
Maar ik ken hem al een poos; Papa stelde
hem aan mij voor op het bal bij den Gouverneur
te Saerameuto! ... 'k geloof dat het in den winter
van '50 was. Ja, 't was erg grappig; ik plaag
John er altijd médat hij dien beer er op ge
dresseerd had om ons rijtuig aan te vallen, zoodat
hij als een reddende held kon optreden! t), zeker!
er zijn wel honderd malle verhalen over hem
in omloop men beweerde o. a. dat hij als een
wilde heel alleen in een hut woonde, en meer
zuiken onzin; dat hij ergens in de buurt, eeue
vriendin had, die niet veel bijzonders was, van
wie men een heldin maakte Miggles ofWiggles,
of iets van dien aard, heette ze. Maar zie John
eens goed aan kun je 't, gelooven 'f" De aan
gesprokene, een zeer knappen, zorgvuldig geschoren,
goed gekleeden jongen man voor zich ziende, kon
zoo iets ongerijmds niet voor waar aannemen.
Dus geef ik nu enkel nog de lezing van Jozua
Bailev, adjunct-inspecteur van de Tunnel-Maat
schappij, in diens eigen woorden: //Ik heb nooit
veel geloofd van dat berenverhaal, en dat hij de
dochter vau Forester aangevallen heeft. De oude
Forester wist wel wat hij deed, toen hij hier de
heuvels ging bekijken. Hij merkte dat Jack
Penbrook een ferme vent was, die daar heelemaal
verwilderde; hij haalde er hem van daan en bracht
hem in kennis met Amy. Je begrijpt al was
Jack 'n kranisre kerel, 't was een allemachtig ruwe
vent, 'n doodgoeie, eenvoudige jongen; ze moesten
er dus wel iets op verzinnen waarom dat mooie
meisje zin in 'm gekregen had. Maar ze schijnen
heel gelukkig wat denk je r"
Deze philosophische vraag laat ik aan den lezer
ter beantwoording over.