Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1093
bjj de soep begon men over de verdiensten
van den Chateau-Yquem te spreken, en b;j het
dessert was dit onderwerp nog niet uitgeput.
Van de b\j dit diner aanwezigen maakte
de historicus Mignet op Mrs. Simpson den
besten indruk. »Hg heeft een by zonder knap
uiterlijk", schrijft zij. »Zyn blauwe oogen
hebben een buitengewonen glans. Hy heeft
noch de buitengewone prikkelbaarheid van
Cousin, noch het phlegma van Mérimée".
Mignet was een uitstekend causenr, maar h\j
maakte wel wat misbruik van zijn welbe
spraaktheid. Als hij eens op zijn stokpaardje
was gekomen, wist hy van geen ophouden.
Een vriendin van Mrs. Simpson, Mme. Mohl,
vertelde, hoe zy eens door Mignet was over
stelpt met eene welsprekende verhandeling
over Henri IV. Eindelyk begon het Mme.
Mohl te vervelen, den stroom van lofredenen
op den roi vert-galant aan te hooren. Zy'
tikte Mignet op den schouder en zeide : »Assez,
tnon cher, vous prèches une convertie." Dat
hielp.
In 1?62 wenschten de Seniors kennis te
maken met Renan, wiens werken over het
Boek Job en het Hooglied hen zeer hadden
geïnteresseerd. Zij ontmoetten den beroemden
geleerde herhaaldelijk by Mme. Mohl, en waren
daar eens getuigen van een «door hem veroor
zaakt, zeer pijnlyk incident. Met hen waren
ousin, Guizot, Prévost-Paradol en Mignet
uitgenoodigd om kennis temaken met degroote
tragédienne Adelaide Ristori. Na het diner
zaten allen in een kring om den haard te
praten, toen Renan binnen kwam, zonder zich
te laten aandienen. Het was in de kamer
half donker, zoodat men de aanwezigen niet
herkennen kon. De geschiedschrijver van het
volk Israël, die niet bemerkte, dat bij zich
aan eene hem onbekende moest laten presen
teeren, liet zich vallen in een stoel, die met
den rug naar het vuur stond en luisterde
naar het gesprek. Cjusin en Ristori hadden
het over het tooneel. «?O", zeide Renan
«praat ge over die Italiaar.sche actrice, die op
den Boulevard speelt en die de kunst ver
laagt ?" Een uiterst pynlijke stilte volgde.
Adelaide Ristori stond op en zeide, zeer kalm,
met hare diepe altstem : »Ik ben het niet, die
de kunst verlaagt, Monsieur !" En na zich op
zeer waardige wijze tegen deze beschuldiging
te hebben verdedigd, verliet zij het salon.
Reran, die van nature zeer kiesch en wel
willend was en die het vreeselyk vond iemand,
wien dan ook, te kwetsen, was wanhopig
Waarom had men hem dan ook niet bijtijds
gewaarschuwd ? Wat!" riep Cousin, die het
vertrek van zy'ne interessante buurvrouw zeer
betreurde : »Ik heb je den heelen ty'd zitten
schoppen, zoo hard als ik kon!"
Ziedaar een paar anecdotes, ten bewijze
dat Mrs. Simpson hare lezers in interessant
gezelschap brengt.
NIEUWE UITGAVEN.
Vorstinnen van het Hum Oranje-Nassau,
door JOHANNA NADER en LOUISE DE NKVE.
Afl. 2. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink. Deze
aflevering bevat portretten van Louise Juliana,
oudste dochter van Charlotte de Bourbon,
van Louise de Coligny, van Flandrina, dochter
van Ch. de Bourbon, van Charlotte Brabantine,
van Eléonora van Condé, en van Amalia van
Solms.
Een dieren kolonie in een groote stad, door
M. J. BKUSSE, met illustraties van VAAKZON
MOREL. 's-Gravenhage, Loman en Funke.
Van Rome naar Jeruzalem, door MAÜBITS
WAGENVOOKT. 's-Gravenhage, Loman en Funke.
ALFRED HEGENSCHEIDT, Starkadd, Drama in
drie bedrijven. Antwerpen, de Nederl. Boekh.
EMMANUBL DE BOM, Wrakken. Antwerpen.
Nederl. Boekhandel.
McriM,
(In den Spectator van 12 Mei heeft dr. F.
A. Stoett eene beoordeeling geplaatst van de
l en 2 au. van mijn werk »Het kluchtspel in
de 17e eeuw." Na het lezen daarvan zette ik
mij tot het schrijven van het hieronder volgende
stuk. Op mijn telegram aan de redactie van
den Spectator, of het nog in deze week kon
geplaatst worden, kreeg ik het volgende ant
woord: ^Spectator neemt nooit anticritiek op."
Vandaar dat dit stuk in het weekblad de
Amsterdammer staat. De redactie van dit blad
aanvaarde mijn hartelyken dank dat zy mij de
gelegenheid schenkt het een en ander over
dr. Stoett's critiek te zeggen.)
Veroorloof mij eenige bedenkingen in te
brengen tegen de beoordeeling die dr. Stoett
in no. 20 van den Spectator heeft geplaatst.
Eerst docht het my het verkieselijkst het stuk
voor zich zelf te laten spreken elk onbe
vooroordeeld lezer toch wordt reeds dadelijk
tegen Recensent ingenomen by den aanhef: »de
heer Van Moerkerken heeft zich thans geroe
pen gevoeld" enz., verder: »dat de heer v. M.
ons thans eene bloemlezing wil schenken uit
71 kluchten en deze voor hen, die minder thuis
zijn in de taal der 17de eeuw dan hij, die
gelukkige!, wil verklaren" enz. en dergelijke
meer na eenige overweging evenwel meende
ik het stilzwijgen niet te mogen bewaren.
Dr. Stoett heeft drie bezwaren 1. tegen den
inhoud, 2. tegen den tekst van Bredero's
kluchten 3. tegen mijne woordverklaringen.
Ad. I. Dr. Stoett zou liever een klein getal
kluchten elk in haar geheel, dan zooals nu
van een groot aantal fragmenten gehad hebben.
Me dunkt het kan de scherpzinnigheid van
dr. Stoett niet ontgaan zijn dat mijn hoofddoel
is de zeden en het leven onzer voorouders te
leeren kennen, zooals het o. a. is op te maken
uit onze kluchten (men zie het slot der Inlei
ding) en.dat ik daarom de hoofdhandelingen
heb overgenomen met in-eigen-woorden
aanvullirg van het weggelatene. Ook zal het dr.
S. niet onbekend wezen, dat het bezwaarlijk
zou vallen een uitgever voor zyn plan te vinden,
en dat o. a. niet dan met bijstand van de Maat
schappij van Nederl. Letterkunde wellicht de
kluchten van W. D. Hooft het licht zullen zien.
Wat de gevolgtrekking van dr. Stoett betreft
dat aldus myne uitgaaf eene gecastreerde zou
zyn, dienaangaande verwijs ik hem naar de
Inleiding bl. 5. «Niet altyd heb ik platte,
vuile woorden en tooneelen kunnen vermij
den." Trouwens uit hetgeen dr. S. van mijn
werk voor zich had liggen had hij moeten
zien, dat eene dergelijke uitgave buiten mijne
bedoeling lag.
Ad. II. »Ik had bij Bredero's kluchten niet
den tekst van Unger, doch de uitgaaf van
1619 moeten gebruiken." Nu wete de lezer
dat de door mij gekozen tekst ontleend is
aan »De Werken van G. A. Bredero. Volledige
uitgave, naar de beste oude drukken bezorgd
en opgehelderd door prof. dr. J. ten Brink,
prof. dr. H. E. Moltzer, dr. G. Kalff, dr. R.
A. Kollewyn, J. H. W. Unger en dr. J. te
Winkel"; dat tot grondslag is genomen de
(N.B. juist door dr. S. gewenschte) editie van
1619 met gebruikmaking voor de varianten
van vijf andere edities. De tekst van de uitgave
dezer beeren is evenwel volgens hem onbe
trouwbaar en ten bewijze komt by met 29
afwijkende lezingen aandragen, welke op
ne na (rendeli/ck voor redelyck) niet anders
dan puenliteiten zyn : afwijkingen in spelling,
bijv. betalen voor betaalen, halen voor haaien,
deme voor dese, enz. En die 29 afwykingen
vindt men op ... 822 regels. Ook heeft dr. S.
op twee plaatesn niet goed gelezen; in VIII,
41 staat al en by' regel 135 heb ik kaar
in de noot vermeld. Ik heb tot dusver altijd
gemeend dat bij eene tekstuitgaaf alleen ie
afwijkingen in de spelling in aanmerking worden
genomen, die om de eene of andere reden
van belang zijn, en zoo hoop ik te blijven
meenen. Nauwgezet heb ik ook nog den
Rotterdamschen nadruk van 1622 geraadpleegd en
vond daar twee gewichtige afwijkingen in de
klucht van den Molenaar, die ik daarom ook
genoteerd heb.
Dit ziet dr. Stoett kwansuis niet. Wel be
speurt hij op zijne jacht naar tekortkomingen
en mistastingen dat op bl. 58 een regel na
260 is uitgevallen. Die regel is echter met
opzet door rny uitgelaten. Wel is mijn werk
niet eene gecastreerde uitgave van kluchten,
doch als liet gevoeglijk kon geschieden, zooals
in dit geval, heb ik het onkiesche steeds laten
uitvallen. Dit is nog op onderscheidene andere
plaatsen geschied.
Ad III. Hier hebben we dr. Stoett's
hoofdgrief: de woordverklaringen; want.... van
de 360 woorden en uitdrukkingen die ik toe
licht zijn er volgens hem zestien verkeerd
verklaard. Laten we zien wat daarvan aan is.
We kunnen al dadelijk een zestal onbespro
ken laten; immers of we o ri d e r s i e 11 j e,
grootje, tresoor, ascat, wees te
l y, smits dochter teruggeven met on
derlijf je of onderrokje, een gros, prorisiekast of
schapraai, kleuter, Iwb medelijden, slot, zooals
dr. Siot'tt wil, of met horst-rokje, lioei-ecl/ieid
(troef>je), kast, morsebel, wees zachtmoedig,
grendel, zooals ik doe, dat maakt op de plaatsen,
waar die woorden voorkomen, geen
noemenswaard verschil. Het zou te veel ruimte
vergen al die plaatsen aan te halen, trouwens
ieder ziet dat ook zoo wel. Il faut tre plus
pedant qu'un maitre d'école om zulk een ver
schil zwaar te doen wegen. Blijven dus nog
tien misslagen te mijner verantwoording.
1. Byder ellen (hl. 13, r. 15) voor
bij de el, dus veel; aan die verklaring heb ik
ook gedacht; nu dr. Stoett ze als vaststaande
vermeldt, neem ik ze zonder voorbehoud over.
Ten blijke dat ik onzeker was, zette ik een
vraagteeken. Dr. S. ignoreert dat.
2. Ook neem ik over zy'n gat schrapen
(bl. 27, r. 211) voor zijne vingers branden; wel
heb ik aan mijne zijde het gezag van Prof.
Te Winkel, die de uitdrukking ook opvat als
zich te goed doen, doch in Tuinman's
Nederduitsche Spreekwoorden 1,310, vond ik sedert
de eerste afleveringen verschenen waren: »Hij
heeft zijn aars wel gclcrauwt". Dit zegt men
van ymand, die zich zelven door iets in schade
of ongelegenheid geholpen heeft.'' Ik ga dus
ook in dezen met dr. Stoett mede.
3. Dat kan ik ook doen met hout (bl.
15, r. 27) te nemen in de gewone beteekenis
van lignum, doch niet met
4. 'M o e t maken (bl. 22, r. 42) en
5. Versommen (bl. 35, r. 23 i), die ik
met Oudemans en prof. Te Winkel blijf terug
geven met rust nemen en te gelde maken en
niet met zich verkimkken of zich verlustigen
en verdrinken, zooals dr. Stoett doet.
6 Groep (bl. 60, r. 9), te verklaren met
greppel, tot welke opvatting ik ben ge
komen door de volgende plaats in Bredero's
stomme Ridder (261):
Voort sprongber met een vlucht daar
yewers uyt een grop
Een heele hoope goets van knynen
en van hasen
kan men even goed doen op de plaats, waar
het woord voorkomt, als met »mestgoot in een
koestal", welke opvatting evenwel als nu nog
gangbaar m. i. de voorkeur verdient.
7. Snoer (bl. 70, r. 192) in de beteekenis
van schurk blijf ik op deze plaats handhaven
tegenover de gewone beteekenis, welke dr.
Stoett voorstaat. In den verwanten zin van
gemeen vroincspersoon komt het woord her
haaldelijk later in mijn werk voor. Ik kan
op het oogenblik geen plaatsen citeeren, daar
de geheele kopij te Sneek op de drukkerij is.
8. Kuisen (bl. 72, r. 277). Er is sprake
van het verpanden van een' mantel en het
verteren van het daarvoor verkregen geld.
De beteekenis «opknappen, klaarspeleu", welke
dr. Stoett opgeeft, is m. i. minder juist dan
mijne opvatting opmaken. Doch evenals by
ondersieltje enz., ik geef er geen zier om.
9. Hennetaster (bl. 38, r. 27). Gaarne
wil ik aannemen dat dr Stoett's opvatting
van hennetaster als Jan Gat, sukkel hier
en daar opgaat, doch daarom mag hij de mijne
sclir aalhans niet zoo boudweg verwerpen. Als
Bely den jonker Van Grevelinckhuysen een
hennetaster noemt, kan zij in het verband heel
goed »schraalhans" bedoelen, gelijk ook Fijtje
in de klucht van Oene (bl. 181, r. 29, 4e aft)
dezen in nen adem »gorten-teüer en henne
taster" noemt. Nog heb ik twee plaatsen, waar
hennetaster voorkomt (in B o e l e n s, De
klucht van de Oneenige-trouw en in N o o z
em a n s Bedrooge Dronkkaart), doch deze kan
ik op het oogenblik ook niet controleeren om
dezelfde reden als bij snoer is vermeld.
Wat evenwel de deur toedoet is hetgeen we
bij Sar t. Adag. p. 282 lezen : Eeri rechte
henne-taster : qid splendidis in opihus sordide
tamen atjit et parce.
10 V er we en d (bl. 30, r. 40 ;. bl. 111,
r. :>). Met de verklaring van dit laatste woord
uit het tiental wil dr. Stoett, moet ik haast
gulooven, een loopje met mij nemen.
Hij, de uitstekende kenner van het
Middelnederlandscl', weet opperbest dat dit woord
heerlijk, prachtig, hooggeacht beteekent en dat
dus mijne opvatting up bl. 30 van prachtig,
op bl. 111 van voortreffelijk (hier denkelijk
ironisch) ^geheel in de historische lijn" is. In
het vervolg van n.ijn werk zal dr. Stoett het
nog wel een enkelen keer aantreffen, doch
nergens in de beteekenis, die hij er aan geeft,
namelijk die van mal, dwaas.
liet zal wel niet noodig zijn aan te toonen
dat dr. Stoett's ds rde grief al even weinig om
het lijf heeft als de twee eerste.
Dr. Stoett dicht mij de bedoeling toe de
kluchten te willen interpreteeren. Niets heeft
verder van mijne bedoeling afgestaan dan dat.
Uitdr»kkelijk zeg ik in het begin der Inleiding
dat het mij om de kluchten zelve te doen is.
Ik wilde ze gaarne meer algemeen bekend
maken. Een grooteren kring van lezers wensen
ik er voor dan den beperkten kring van hen
die de Nederlandsche letteren als vakstudie
beoefenen. Voor dien grooteren kring zyn myne
woordverklaringen bestemd. Dat is de leidende
gedachte, waarnaar dr. Stoett vergeefs gezocht
heeft, en die ik zou uiteengezet hebben in een
voorbericht, indien het werk volgens het
oorspronkelyk plan in eens het licht had gezien.
Ook nu nog zou ik het met een paar woorden
hebben medegedeeld, wt-re er op het omslag
ruimte overgebleven. Nu kon er niets staan dan
»Voor hen die zich minder thuis gevoelen in
de taal der 17e eeuw zijn. eenige woorden hier
verklaard." Natuurlyk is minder hier op te
vatten in den zin van «niet al te best", niet,
zooals dr. Stoett gelieft te doen, in den zin
van «minder dan de schrijver."
In den regel heb ik dus niet verklaard
woorden, die ieder ontwikkeld mensch ver
staat, als en nu kies ik opzettelijk de door
dr. Stoett op bl. 39 van «Het Ned. kluchtspel"
uitgekipte woorden patiencie per fors,
altemet, naers, of woorden die een verstandig
mensch dadelyk uit het verband vat als langt
voor land, dnecht voor dreigt, of woorden die
in Van Dale's woordenboek verklaard worden
als opsnapper, drollich, bequaem; er rest nu
van dr. Stoett's lijstje nog n woord : besuckt;
dat zal hij op 7 69 verklaard vinden.
Dr. Stoelt verklaart nu reeds »het ergste
te vreezen" van de beloofde Aanteekeningen.
Als hij daarin eene reeks taalkundige toelichtin
gen verwacht, kan ik hem die vrees benemen.
Ik herhaal het: verouderde woorden te ver
klaren is in deze uitgave bijzaak, geen hoofd
zaak. Hierin ligt de groote fout van dr. Stoett's
beoordeeling, dat hij het taalkundige gedeelte
op den voorgrond heeft geplaatst. Ook in de
alphabetische Woordenlijst aan het einde van
het boek zal hij slechts hier en daar. waar ik
het noodzakeliJK achtte, eene langere of kortere
toelichting vinden. Zoo bijv. by honskoten:
»zie Boekenoogen, De Zaansche Volks
taal, i. v." en bij meer, (merrie, zie Mnl. w. IV,
14:s7) feeks. Woorden die ik verklaar zonder
bewijsplaats en wier beteekenis ik voornamelijk
uit het verband opmaak, heb ik niet met een
j vraagteeken voorzien, niet - zooals dr. Stoett
| zoo vriendelijk is van te denken omdat ik
alleen het meen te weten, maar omdat ik tot
stelregel heb genomen dan alleen een vraag
teeken te plaatsen, als ik van een woord niets
weet te maken, zooals bij Kren*. In verband
hiermede is dr. Stoett van oordeel dat de »ars
nesciendi" mij zoo goed als onbekend schijnt.
Och, als men een beetje op jaren is gekomen,
pleegt men die kunst al te best te kennen.
Hoedanig nu die Aanteekeningen meeren
deels zuilen zijn, heeft dr. Stoett kunnen
opmaken uit do voorloopig medegedeelde
Aanteekening VIII.
Mijn werk heeft ongetwijfeld als alle
menschenwerk zijne gebreken, wellicht zeer vele,
doch er zal toch ook wel iets goeds in zijn.
| Dat goede, hoe gering ook, had bij dr. Stoett
eenige waardeering moeten vinden; daarvan
is echter in zijne beoordeeling schy'n noch
schaduw te bespeuren. Dit is het wat mij
het meest gegriefd heeft.
Utrecht.
17 Mei 1898.
P. H. VAX MOERKEBKEST.
Trademark
Tradsmark
KOLDEÏEIJ & COBBIERE,
Ijk L, K I D SC H KHTK.rtfl
Groot Beddenmagazijn.
lU^^K^
ll^&^^ih
;? :iJ/fjl ft.,, !('J ?> «/Jl.-,-; ^l- >-':.l'.|
"§W(1^ fM:'f«®%'!^"^ ?
Groote collectie Wiegen, Kindcrledikanten,
Luiermanden, Baby tafeltjes, Babybascules,
etc. etc. Vraacft geïllustreerde cataloytts.
Onderlinge Verzekering Maatschappij
gevestigd ie Amsterdam. Clpgerit'Iit
Directeur: G. DE RUP, Kantoor Den Texslraat 41.
Afd. I. 3Iilitie-OiiKostenverzeUerins'» met kapitaal- uitkeering, on
afhankelijk van al of niet pe-sooiil^k dienen.
Afd. II. Huwelijks-Uitzetverzekerinjï- Uitkeering van kapitaal bij
Huwelijk of later op een vooraf vastgestelden leeftijd.
Bij voorover! ij den worden alle gestorte premicn
terugbetaald.
tgtospectussea, gzneven en die inlichtingen walden giatne dcor de gi.-cciie
en de ^Agenten verstrekt
TEGEN RUIME PROVISIE kunnen nette en soliede
Agenten en Agentessen worden aangesteld.
KOLDEWIIJ & COBEIERE,
30 Leidschestrait,
AMSTERDAM.
KINADRUPPËLSvan Dr. E VRIJ.
Het krachtigst werkend middel tegen
Malaria (binnenkoortsen) algemoese
zwakte, bloedarmoede en bleèkzucht.
Vraagt overal de Q verzegelde flaconi?
a f 1.?, voorzien van nevensstaand
fabrieksmerk. Men lette daarop.
Bij overmaking van een postwissel 'a
f 1.15 volgt franco toezending door de
? !i e Etnische FaSiriek
van H, NANKING, Den Haag.
Grootste specialiteit
VAN
SlaapkamerAmeublementen.
Slen Arage geïuslr. catalogus.
PIULIPPONA KETELAAR,
Fournisseur de la Cour.
KALVERSTRAAT 166, AMSTERDAM.
GRANDE SPECIALITE POUR
Trousseanx & Layettes,
Sur demande envoi franco de Devis et de modèles.
TOUCH TREAD
Eenigste Band bestand tegen
GI.AS en SPIJKERS.
J. M. B O AS & Co.,
Amsterdam, N. Heerengracht 41.
verft goederen in
kleuren.
DE HAAGSCIIE BROOÜFABR1EK"
139 Bilderdijkstraat, 's-Gravenhage,
verzendt na ontvangst van postwissel,
franco door geheel Nederland:
Divers Gebak in trommeltjes en
LUXE TROMMELS waarvan Prijs
courant op aanvrage wordt verzonden.
LUXE TROMMELS inhoudende Zoute
Krakelirgen of Zoute Bollen 90 cents;
Zoutstengels 95 cents; Bitterkoekjes
? 1.50; Zandkoekjes (Theario) ?1.70.
SPECUL.AAS Friesclie ?1.20,
Ie soort ?1.10, 2e soort ?0.95.
N.B. 2 trommeltjes HAAGSCHE
Beschuitjes 95 cents, 2 trommeltjes
AE\jbbe6chuitjes ? 1.15.
J. ROETERS v. LENNEP, Directeur.
Gevestigd te Amsterdam, Damrak 74,
(lotclgi-ltciird Irij A(iiti/i/;/>'i'; lïi-xlnlt fin .'! Jicccmlar ls;i:>, X". :1S.
Maatschappelijk Kapitaal/ 1,800,000.
Directeuren: Mr. c. L. SCOTT ? Mr. t'.UM, L. MCLDKR.
Commissarissen: W. J. GEKKTSK.MA. Amsterdam; JOAN H. SCHMITZ. Amtf<-i-tl<im; 1>. .In. VAN
fir.UXS. Anixtcriliim; J. C. VAN' GOKXS. 'xdramihinji-; Dr. S. J. 11 Ai.iilORTS.MA, Itotti'rtiui»; l'rui'.
Dr. \V. K.U'TELIX, UtrffM; Mr. J. LrDION, Aiiixtri-diiui; i'ïot'. Dr. J. A. C. OUDE.MANS, L'trrcht;
Jhr. !?'. VAX KKC.VKX. Zntt en E. W. SCOTT, Amx/i-rilinti.
fj^~ De Maatschappij verzekert pensioenen, uitte betalen 200 dikwijls en zoolang
de verzekerde door invaliditeit, onverschillig of deze voortspruit uit ziekte of on
geluk, buiten staat is zijne beroepsbezigheden te verrichten.
Dr. E. J. P. JORISSEN. Transvaalsche
Herinneringen, 1876?96.
Wc may say at once that the volume
is most intereoting and should prove of
great value to the future South-African
bistory in dealing wit h the inany stirrbig
events which have taken place during
the period it covers.
Enough has already been given to
show that the whole book is fiill of inte
rest and worthy the study ot all, who
wish io know the ins and outs of the
intricate Transvaal questions.
(South, African Jïevieic).
Cacaofabriek Mexico".
Cacaofabrikanten,
KOOG a. d. ZAAN,
HOLLAND.