Historisch Archief 1877-1940
J.-H,
f'r
No, 1177
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
een optreden vóór de kust in open zee
vereischt.
Het verschijnen van beide bovenbedoelde
brochures vormt belangrijke data in onze
maritime vredesgeschiedenis, te belangrijker
nu de 2e Kamer der Staten-Generaal het
amendement-Mees ingediend op de
Marinebegrooting heeft aangenomen, en
daardoor voldoende ruimte van tijd heeft
verschaft om het vraagstuk onzer
kustbeveiliging onpartijdig onder de oogeu te
zien. Men kan niet ontkennen, dat de
aanval met de kleine ongepantserde sche
pen kloek en onversaagd wordt doorgezet,
hetgeen getuigt van een vast vertrouwen
en groot geloof bij den schrijver in de
beginselen door hem omwikkeld. Met be
langstelling zien we thans de argumenten
tegemoet van hen, die hunne stem steeds
hebben doen hooren vóór de groote ge
pantserde kolossen, vóór de opeenhoping
van strijdmiddelen, van allerlei soort op
n schip, vóór het schuilgaan van onze
zeemacht achter onze kustversterkingen,
den tegenstander als een straatjongen in
de verte uitjouwende; maar met te weinig
Zelfvertrouwen om zelf te pogen hem de
kracht van onze wil te doen gevoelen.
Mochten de woordvoerders van onze
marine zich geroepen voelen om de argu
menten door den schrijver tot staving zijner
meening aangehaald te bestrijden, dan hoop
ik dat het debat hunnerzijds meer betrouw
baar, meer onpartijdig en minder persoon
lijk zal worden gevoerd dan tot nog toe
't steval is geweest.
Men moet het algemeen belang weten te
Stellen boven corps- en wapengeest.
K.
Uit Transvaal.
Wij leven hier ongeveer bij de gratie
Engeland's. Wanneer John Buil op iemand
verbolgen is, drukt dien verwatene de
ganeche last van zijn toorn.
En wij arme inwoners van TransvaaJ,
moeten thans dien last torsenen. Engeland
is nu een ander maal weer moeten opkomen
voor «gelijkheid voor allen" en voor de
>civilisatie."
Arme John Buil!
Wat kost het den rechtvaardige toch op
deze aarde een last en moeite, het onrecht
tegen te gaan en den armen verdrukte te
beschermen tegen geweld en overheersching.
Want nauwelijks heeft Engeland, dat
het steeds opneemt voor den verongelijkte,
bemerkt dat de Vrijstaat in Kimberleyeen
rijke diamantmijn bezit of het bespeurt
ook dat het wenscheiijk is dat Kimberlty
niet langer aan de Vrijstaat behoort, en
om der lieve vrede wil, staat pres. Brandt
het af'.
En zoo het, geschiedde in '61, zoo ge
schiedt het nu in 1899.
In 189C heeft Engeland het al zoo druk
gehad om die arme vrouwen en kinderen
in Johannesburg van die vreeselijke boeren
te redden.
Toen liep dat mis en Engeland moest
waarlijk nog ondervinden dat Duitschlan<rs
keizer gemeend had dat het om Transvaal's
l»nd en onafhankelijkheid te doen was, en
een gelukwensen, aan pres. Krüger zond.
Na 1890 heeft Engeland steeds gedaan
wat het kon orn de verdrukte uitlanders
te helpen, en de beschaving in het onbe
schaafde Transvaal in te voeren.
Maar dat heb je nu voor je goede be
doelingen, en onbaatzuchtige hulp ? Pres.
Kiüger snapt er geen lor van dat het waar
achtig niet om de vrijheid te doen is of
om de onafhankelijkheid of de goudmijnen.
Vooral de goudmijnen.
Wie haalt nu de goudmijnen er weer bij ?
Het Transvaalsche gouvernement.
Wie begint er over de «onafhankelijkheid"?
De boerenregeering.
Engeland hteft zoowaar als er een
Engelsche God is nooit de boeren de vrijheid
willen rooven en nooit de mijnen willen
inpalmen.
»God weet het" zeggen John Buil en
Chamberlain met de hand op het hart.
Daar heb je nu Frankrijk: wat een
schande die Ureyfus-affaire! en Armenië.
Het is den Heer geklaagd.
Gerrit, de gemoedereerde.
EEX TYPE.
DOOK
VAN BUREN.
't Was op de boot tusschen Willekens en
Waaigar.
Heel veel passagiers waren er niet want het
?was de eerste boot, dat wil zeggen half zes in
den morgen.
Daarbij kwam dat het weer niet uitlokkend
was voor een boottocbtje.
Een grauwe, natte nevel hing op het water;
er stond nog al deining en nu en dan viel er
een rcgenbuitje.
Op het achterdek was een matroos bezig
den boel nog wat op te zwabberen en juist op
't oogenblik dat ik naar omlaag wilde gaan,
omdat daarboven zoo weinig was wat mij inte
resseerde, verwaardigde die man zich mij eenige
opmerkzaamheid te betoonen door met de twee
voorste vingers van de rechterhand even aan
zijn muts te tikken.
Goeien morgen, zei ik.
Óók goeien morgen, was zijn
wederantwoord, terwijl hij de zwabber tusschen zijn
armen buiten boord uitdraaide.
Vuil weertje hè?
Och m'nheer, 'k heb 't wat vuiler gekend.
Nattigheid is zoo erg niet, daar raak je wel
aan gewend, als een mensch maar de voorzorg
neemt dat hij op geregelde tijden ook nattigheid
van binnen krijgt.
Zou je dan nu al trek hebben in een borrel ?
Wie spreekt er nou van een borrel ?
Maar een kleine hartversterk^ig zoo 's morgens
vroeg, da's een ware weldaad. En och, m'n
heer, wat het gebruik van een
pierenverschrikkertje amputeert, daar kan je verschillend over
oordeelen.
De een zeit dit en de ander dat, en als ik
me aan al die praatjes zou storen, dan was ik
doorloopend nat, en daar mot je bij mij niet
Jammer dat John Buil niet even die
twee landen onder zijn rijkgezegend be
stuur brengen kan.
Maar dat gaat wat moeilijk en je kunt
het toch ook niet voor een ieder opnemen.
En nu waarlijk in Zuid-Afrika, daar is
de beschaving weer in gevaar.
Alles zou nu zoo makkelijk geschikt
kunnen worden.
Je geeft alle Erigelschen stemrecht, maakt
ze burgers van Transvaal en laat ze
Engelsche onderdanen. Dan sta je hun een
kleine meerderheid van zetels in de beide
Volksraden af en laat ons Krüger president
blijven. Natuurlijk.
Je laat de boeren hun land behouden,
hun duurgekochte onafhankelijkheid.
Je geeft Johannesburg een eigen bestuur,
en de niijnindustrie belet je niets of zoo
goed als niets.
Verder laat je de Engplsche taal dezelfde
rechten hebben als de Hollandsetie wat al
vernedering genoeg is voor de Engelsche
taal en een heele eer voor de Hollandsche.
En meer niet?.
Want al deze kleine eischen staan in
nauw verband met de beschaving.
Engeland zou allicht een weinig aandeel
krijgen in de Eageering, maar dat kan
allebn ten zegen van Transvaal uitvallen.
Want geen mensch kan het tegenspreken,
dat er in Transvaal veel gtschiedi wat niet
in orde is.
De Engelsche onderdanen kunnen er niet
doen wat zij maar willen. Een zekere Edgar
die een anJer doodsloeg, werd door een
politieagent doodgeschoten, toen hij bij zijn
arrestatie den agent met een stuk ij/er de
hersens wilde inslaan. Ge kent dit geval.
Chamberlain heeft er genoeg op gewezen
hoe gevaarlijk die gewapende
Joharmesburgsche politie is voor al Engeland's lieve
kinderen. De »Englibh subjects.''
Ga naar Jo hannes burg en ge ziet wat
daar woont. Een bende gelukzoekers, het
schuim van Eügeland's talie, en dat zegt
wat.
Maar zijn het niet alle Engeland's kin
deren, en zijn verdwaalde zonen ook geeiie
zonen ?
Nu, die arme verdrukte uitlanders,
garablers en zuiplappen, een groote troep spe
culanten, zelfs joden, klagen al jarenlang
over die verschrikkelijke boerenregeeiing.
Een petitie door 21000 geteekend is nam1
Engeland gezonden. 21000, 't is toch wat
te zeggen, allemaal verdrukte lammeren,
die maar geschoren worden en alleen maar
blaten tot het groote Engeland om hulp.
Hoor eens, je moet me geen vaderhart
of liever geen moederhart hebben om dat
zoo maar aan te hooren eu dan niet te
hulp te vliegen.
2iOOO worden getrapt, gemarteld, ge
ge.... ik heb geen woorden om het uit te
drukken, geoliearchigiseerd het doet er
niet toe of het woord goed is, door
stomme boeren, door een corrupte regeering,
door gewapende agenten, door eeu geheim
kabinet en meiiieedigc detectives.
»Houdt mij vast of ik bega een ongeluk'',
schreeuwt John Buil in heilige veront
waardiging. »Als God en ik het niet tegen
gingen, dan kreeg je waarachtig in je eigen
koloniën een tweeae Armenië."
Een mensch kan in zijn drift, vooral iu
heilige drift, wel eens een woord te veel
zeggen en dat je dan vau Transvaal, je
eigen kolonie zegt: ik vraag je »doet dat
wat aan de zaak zelf af?"
Behoorde het dan geen Engelsche kolonie
te zijp ?
Schiep God niet Engeland en daarna
de aarde ?
Is heel Zuid Afrika door den Heerezelf
niet aau Engeland toegewezen en heeft
Engeland niet de eerste zendelingen daar
heen gestuurd ?
En nu in dat heerlijke rijke land, waar
zooveel goud en andere rijkdommen zitten
is Engeland geen baas, eri regeeren boeren.
Weet je wat boeren zijn ?
Barbaren die alleen den bijbel lezen,
kaffers mishandelen, arme verdrukte uit
landers met vrouwen en bloeden van kin
deren vertrappen, en alles doen wat zij
kunnen om het werk der zending en de
beschaving tegen te staan.
Nu, in de handen van zulk een volk, dat
Chamberlain een pest op aarde noemde
en gelijk had hij, berust een land zoo groot
nnrttttiiilmiimiiiMMt
mee aankomen ; maar ik redeneer gemoedereerd
zóó : of ik 'm nou op dit uur pak of op een
ander uur, dat zal wel zoowat overeen komen.
Een geheel-onthouder ben je dus niet
Neen m'nheer an mijn lijf niet; 't wordt
met die geheel-onthouding maar een bezopen
boel; 't zit 'm ook niet in 't gebruik, maar in
't misbruik, en de menschen, dia zich daar nou
mee bemoeien, die hebben geen verstand >au
de praktijk. En wat aan den wal misschien
goed is, dat deugt aan boord niet en zoo om
gekeerd.
Hierbij maakte hij een zóó welsprekend ge
baar en smakte zijn tong zóó verlangend tegen
zijn verhemelte dat ik niet kon nalaten hem
uit te noodigen eens te gaan onderzoeken of'
er omlaag ook een hartversterking zou zijn te
krijgen.
Daartoe wist hij blijkbaar goed den weg en
toen hij na een paar minuten weer bovenkwam
was zijn gezicht heelemaal naar mooi weer
geloopen, en als om deze barometer niet te
logenstraffen baande ook h^t zonnetje zich een
weg door den nevel.
Hij was van dat ongenblik af veel toeschie
telijker en toen hij met zijn scheepswerk klaar
was en een nieuwe pruim van enorme atmeting
achter zijn kiezen had gestuwd, zette hij zich
heel familiaar op een opgeschoten eind.
Wat za 'k ie zeggen, begon hij, alsof bij
een gesprek hervatte, waatin wij even gestoord
waren, 't is een beroerde boel tegenswoordig
en je moet wat doen om je mond open te
houwen, 'k ging anders net zoo lief dat zeegat
daar weer uit, alsdat ik hier op zoo'n trekschuit
leg te zabbelen, maar ze kenne me niet meer
gebruiken, ik heb m'n rijd gehad.
Of 'k gevaren heb '! Nou. zal waar zijn. En
'k heb 'en beste tijd beleefd ook ; op je ouwe
zeilschepen ; dat wiis pas varen ; dat was
navegeeren; maar nou, 't is niks gedaan meer, hoor!
je zet de masinerie maar aan 't werk en je
laat de wind maar waaien ; om zoo te zeggen
de geest is uit den tijd; daar hei je nou het
vechten, da's tegenwoordig ook niks meer.
Neen, met dat snelvuurgeschut, hèV
Dat bedoel ik nou zoozeer niet, daar
trek ik me geen laars van an, maar zoo onder
de kameraden ; 'k heb heel wat lolletjcs aan
den wal meegemaakt en ze zelle van mijn niet
zegge dat 'k achterbaks bleef as der wat te
als Frankrijk, met millioenen ponden waarde
aan goud en andere mineralen ia den bodem.
»Ia dat land waar de meeste Engelsche
inillionairs hun schatten gevonden hebben
heerscht niet »Her most gracieus Queen"
maar een «datnnd boer."
Nu is het niet om dat goud te doen, och
Heere neen, maar om de beschaving, want
is dit niet reeds een zver onbeschaafd iets
dat over zoo'n rijk land een boer regeert?
Want ook al ware er geen goud in den
bodem en natuurlijk waren er dan ook
geen arme verdrukte Engelsche uitlanders,
dan nog zou Engeland de arme verdrukte
zwarten te hulp komen, om ze te verlossen
van het boerenjuk der slaven,ij.
Heeft het niet in Khodesia ook onder
de zwarten de gezegende beschaving ge
bracht door middel van maxims, lyildiet
en de galg?
Daarom moet, het uit zijn met die eeuwig
durende zwartrnakerij van den vroineu,
steeds helpenden John Buil.
En nu nog een vraag.
Wie begon de oorlog ?
Is 't niet ongehoord, dat terwijl Engeland
vriendelijk en vaderlijk welwillend met
barbaarsche boeren onderhandelt en alleen
maar wat troepen, bommen, Jyddiet, maxims,
dum-dumkogels en meer van dat onschul
dige goed in zijn eigen koloniën invoert,
diezelfde boeren met een ultimatum gaan
dreigen?
Engeland wilde geen oorlog. Volstrekt
niet.
Als 't maar ging, het had Transvaal en
de Oranje Vrijstaat zonder oorlog genomen.
Terwille van de beschaving oefende het
alleen maar een »kleine moreel e pressie" uit.
En daar gaan me nu die boeren het
allerchristelijkste Engeland te lijf en willen
het met zijn zending, beschaving, bijbel
genootschap en alle verdere zegeningen
geheel Zuid Afrika uitgooien.
Geen middel is die hot-ivn te vuil.
Lord Mothuen had gelijk toon hij de
Engelsche troepen gisteren i.abij Kimberley
aansprak.
»Zie, zeide hij, wat boeren zijn : Zij be
schieten ons Engelschen met dum-dum's en
dooden gewonden en schieten ophet»roode
kruis". Zie, zulke barbaren zijn de boeren."
De edele Lord vergat dat de dum-dum's
door de Engels-dien zelf zijn meegebracht,
waar de boeren die te Dundee buitmaakten.
Dat de lanciers te Elandslaagte de gewonde
boeren, afmaak ten als btesten, geiegeid de
witte vlag misbruikten om betere posities
in te nemen en te Elandslaagte en Mafeking
het »roo(iökruis" beschoten.
Ook dat de Engelschen de küftVrs van
Kbama hebben opgehitst en Engelsche
officieren aan het hoofd van kaffers en
koelies een inval dt-den in llustenburg en
daar vrouwen en kinderen vermoordden.
Dat alles doet Engeland maar terwille
van de beschaving en het christendom.
* *
*
Den »God of Battles" riep Chamberlain
a«ri.
Wij roepen den God aan die het onrecht
wreekt en het schijnheilige Engeland ver
nederen zal.
Mijnheer de Redacteur, wij in Zuid Arika,
zijn riu eenmaal allemaal »darand stupid
boers". Wij weten niets, hooren niets, zien
niets.
Het verlichte, allerchristelijk?te Engeland
wil ons, alleen uit onbaatzuchtige liefde,
«gelijkheid voor allen tot aan de Zambesi",
beschaving eu een verlicht, vrij bestuur
brengen.
Wij bedanken voor al die zegeningen en
zullen liever tot den laati-t.en man ons
doodvechten, dan al die weldaden aan te
nemen.
Heeft Engeland geen gelijk een troep
van zulke ondankbaren te verdelgen van
den aarbodem ?
En is het niet treurig dat degeen die u
dit schrijft, zich moet oriderteekeneu ais
Ook al een van die arme,
?cenlmkte uitlanders.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiitiiniiiiiiiiiiiiiiin
l
kloppen viel; maar d'r is geen aardigheid meer
an ; of de kerels niet meer durven ; dat ze te
larmncrig zijn geworden .... Jonge, jonge, als
't praten ja ambacht niet is dan wor je toch
droog in je keel op den langen dunr.
Heb je soms j óg trek in een klein... hm V
Dat laat ik heelemaal aan uw beleefdheid
over . , dan zal ik maar even zoo vrij zijn.
Hij naar beneden.
En weer boven komend tikte hij met de
voorste vinger van zijn rechterhand aan zijn muts.
Hij is op z'n plaas m'i.heer.
Ja 'k heb in m'n tijd dau wat afgevochten;
boksen dee ik niet, maar ik heb het toca
menigen Noor en Engel-c'iman t.-gen me laten
aihggen.
Je zal zfggen hoe lapte j'm dat ? Nou daar
had ik zoo m'n eigen koers in. Mijn advies is
altijd geweest: de eerste stoot is van jou. Kn
nou hangt het veel van dien eersten kaaier af.
De Engelschen en de Noren die loeren altijd
maar op je maagstreek en dan is 't oppassen.
Maar ik keek altijd een beetje hooger en voor
dat ze met d'r klavieren aan men lijf zatte,
had ik Z'i al eiertjes in d'r oogen gepeuterd.
Dat dee ik dan zóó. begrijp u, dan maakte
ik zoo'n soort zuarvorkie van do twee voorste
vingers van mijn rechterhand en dan dee ik
maar net of d'r een augurkie tusschen d'r lui
oogen zat.
Nou hoef* je niet eens hard te stooten, maar
dan ziet zoo'n man in 't eerste oogenblik toch
slecht. En dan begon ik pas opmerkzaamheid
te betoonen aan zijn maagstreek.
Dan moet je vlug zijn, want dan willen zulke
menschen wel eens giftig worden. Maar 't is
me toch overkommen dat zoo'n snuiter na de
tweede bewerking al een eigenaardige neiging
kreeg om tegen het dek te gaan leggen.
Nou, dan liet ik hem kalm z'n gang gaan,
want as je eerlijk vecht, mot je je tegenstan
der gelegenheid geven dat ie op z'n verhaal
komt.
Maar as ie nou de liefhebberij uithaalde om
niet stil te blijven legge dan wou het nog wel
is gebeuren, da'k 'm zoo'n klein trappie tegen
zijn karkas gaf.
Dat dee 'k nou niet zoo zeer uit hatelijkheid
maar 't was meer zoo in'n manier van doen en
je was dan zeker dat je 't eerste uur geen last
meer van zoo'n man had.
FPII iiipnwp JiPWPffiniïvnnr alir Iripiiwlit
JLull lllCunu Uölö^lliy, VUUl dig. aluulubllL.
Siüds in h.tt jaar '70, na een rede van den
kleermaker H. Gerhard, te Amsterdam de eerste
vereeuigmg //Het, Algemeen Stemrecht" w;s
opgenctt, kan men gerust zeggen dat de agitatie
vour eeu regeling van het kiesstelsel, die aau
de bevoorrechting van een deel der natie boven
een ander en grooter deel, een einde moet maken,
geen oogeiibiik heeft stil gi staan.
Niet dat gedurende de dertig jaren die sedert
verloopen <}]?<, een regelmatige, steeds machtiger
wordende bewe^ng van kind tot man gegroeid
is, neen, integendeel: onje politieke geschiedenis
wijst ooffenblikkeu aan waarop men meende
dichter bij de invo.riiiËC vau algemeen kiesrecht
te staan dan thans, en óók oogenblikken, waarop
andere kwestits zuo zeer tij i en aandacht van
wie in en buiten de kitmsr de volksbelangen
dienen, in beslag namen, cïat het scheen als of
de strijd voor een beter kiesstelsel opgegeven
was. Maar hetzij de voorstanders naar buiten
kracht ontwikkelden, het/ij zij voor een poos
de zaak heten rusten, in steeds ruimer kring
greep htt besef om zich ht en dat het einde der
historie toch zou wezen : invoering vau algemeen
kiesrecht. Iu een land als bet onze, waar noch
de volksaard, noch plotselinge veranderingen in
de levenswijze van groote groepen der bevolking,
mogelijk maken dat nieuwe denkbeelden in
enkele jaren zegevieren, winnen zij U.ch gestadig
veld, wat gauwer als er veel en luid over ge
sproken, wat minder vlug als ervan gezwegen
wordt. Diu gaat het naar oud-vaderlandschen
traat langzaam maar zeker.... blijft het gaan.
Demokratea van allerlei richting hebben bij
eeu of andere gelegenheid in het parlement ver
klaard dat een d. fiuitieve reseling van het kies
recht, niet te bereiken is vóór uit de grondwet
alle hinderpalen tegen invoering vau het eertijds
zoo gesmade alleinatii-kiesn c'it zijn verwijderd.
Wie met, toen in de grondwet het, veelbesproken
artikel betreffende maatschappelijken welstand
en geschiktheid gtlatcht werd, wijzend naar de
tetkenen des tijds, waarschuwend den vinger
op:nef teg.m zijn conservatieve mede-afgevaar
digden, heeft dit verzuim hersteld door vóór
de aanneming van het ontwerp-Van Houten,
nadrukkelijk te veiklarc.n, dat l:et buiten de
kamer ui'gesproken verlangen naar algemeen
kiesrecht, waarsci.ijulijk zeer spoedig er binnen
op nieuw zijn tolk zou vinden.
Dat is thaus ern goed jaar geleden reeds
g< b urd. De hetr Troelstra heeft de kat de bel
aangebonden. Bij de behandeling der bfgrootiug
daartoe door hem aangezocht, sprak de kamer
zich i:i Mei '9'J in beginsel over algemeen
kiesrtcht, uir.; er bleek nat een derde gedeelte de
tegtnwoordige regeling verwerpelijk acht, invoe
ring vau eeu kiesnc'it, wei^cht, dat zoowel
direkt, als iudirekt los is vau den
maatschappelijken welstand.
Het zou er, vooral met, het, oog opd« omstandig
heid dat aan invoeriig van algemeen kiesrecht
grondwetsherziening moet voorafgaan, voor de
33 voorstanders dus slecht uitzien, als niet vau
andere zijde hulp kwam dagen. Wij bedoeld',
als niet hiaten het parlement gitracut werd de
kiezirs te bewegen om een volgend maal andere
afgevaardigden te zenden: andere personen, of
personen met veranderde inzichten. Daarnaar
won!t gelukkig getracht Er bestaat, kans dat
binnenkort, voor de eerste maal in onze ge
schiedenis, gelijkertijd in de Stater -Generaal en
o1 er het land de eitc'i vau algemeen stemrecht
krachtig zal weert Luken.
Zeer tot schade van de zaak heeft dat, nog
rihnm'r sameugei riffen. Er is in de jaren '81,
'85, 'Süecu krach'i ;e beweging voor algemeen
stemrecht gewees'. Toin waren in de Kamer
we! voorstanders te vinden. Sedert jaren had
de heer Van Houten zitting eu uij s'ived
nog voor de demokratio. Naast, hem stond
Goeman Borgesius, die al iu '7'J de werklieden
toegeroepen"" liad dat, zij het algemeen stemrecht
veroveren moesten om met dat wapen den tegen
stand der meer gegoeden tegen sociale hervor
mingen tebnkeu. Daar was ook de heer Veegens
en er waren er meer. Toch werd binnen het par
lement geen Larde strijd gevoerd. Men beraad
slaagde over grondwetsherziening. Niemand
hoopte of vreesde dat, de vertegenwoordiging in
den vdkti?cti: algemeen kiesrecht bij de grondwet
geicaar/mrgd, zou bewilligen. De vcrwacat.inuen
waren ijiet gespannen, want de zekere uitkomst
was een nederlaag der demokraten. De strijdende
partijen zelf maakten zich niet bij;onder warm;
het liep uit op wat men recht heeft te noemen:
een compromis.
Dat gebeurde toen over het ganscbe land
vergaderingen werden belegd en meetings ge
houden, geschriften verspreid en blaadjes uit
gegeven kort nadat twee achtereenvolgende
jaren het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
in den Haag had gedaverd van de toejuichingen
voor sprekers, die namens het arbeidende volk
het kiesrecht vroegen.
Nog geen tien jaar later werd in de KRmer
heftig geagiteerd. Het ging vóór of tegen Tak.
Toen zweeg het volk. Enkelen deden moeite er
leven in te blazen. Benige meetings belei men.
Maar van een landelijke beweging, zooa.'s zij
vroeger bestaan had, geen sprake.
De oorzaak daarvan kan niet in enkele woorden
worden aangegeven. Zwijgen wij van deze donkere
dagen, om ons te verblijden dat, gezondere denk
beelden veldwiunen met lederen dag.
.* , *
Door htt congres der sociaal-demokratische
arbeiderspartij, dat het vorig jaar te Leeuwarden
bijeen was, werd aan het partijbestuur opge
dragen al zijn best te doen om een nieuwe
agitatie voor algemeen kiesrecht in het leven te
roepen. <n aan deze opdracht te voldoen
noodigde het bestuur alle vooruitstrevende- en
werkliedenvereenigmgeu uit, tot het bijwonen
eener vergadering te Amsterdam, die 12 Xov. 1.1.
gehouden werd. Aan de uitnoodigmg werd gevolg
gegeven door de plaatselijke comi'e's voor alge
meen kiesrecht, die zich inmiddels in verschil
lende sleden van ons land hadden gevormd,
door een aantal vakvereenigingen, door vele
radikale vereeriigingen en aldeelingeu der
S. D. A. i'., en ten slotte door eenige
vrouwenvereenigingen. Ecu afdeeling van lint
christelijke werkliedeuverbond Patrimonium",
bleek in te stemmen met het doel; sommigen
toonden zich göbelgd over de ontvai-pst van
het verzoek; de meeste gaven geen antwoord.
Ook de katholieke arbeiders weigerden mede te
doen; immers wij aarzelen hun zwijgen in dit
geval als bewijs van instemming aau te merken.
Uit de beschrijvingsbrief//voor rie verga'lerina:
tot, stichting van een Xederlaiidsclt Couiitévoor
Aiaemetn KiesrccM" schijnen ons de eerste vier
punten van de voorstellen der S. D. A. P. vau
belang, omdat, zij aangeven met welke bedoeling
die vereeniiring het initiatief tot oprichting van
een comiténam :
u. Doel van het comitézal zijr, t,e ijveren
voor invoering van een kiesrecht dat, zoowel
direct, als indirect los is van den
inaatsehapp;:lijken welstand.
b. Ain dezen eisch kan alleen voldaan worden
door wijziging van art. SO der C rondwal.
c. Hoewel voor aansluiting bij liet comit
niet de voorwaarde wordt gesteld, dat men zich
over de wensclielijkheid der invosring van
vrouwenkiesrecht uitsprekfi, wenscht, het comit
het, verbod van vrouwenkiesrecht uit, de grond
wet te verwijderen, waardoor de kwestie, of
ook aan de vrouw het kiesrecht zal worden
verleend, eerst bij de behandeling der nieuwe
kieswet, die het gevolg der beoogde grondwets
herziening zal zijn, zal worden opgelost.
d. Voor zo iver de vereenigmeen bij het
comitéaangesloten, aau de verkiezingen deel
nemen, vcrb nden zij ziel), zoolang ue grond
wetsherziening, sub b bedot ld, niet heeft, plaats
gehad, bij d« vei kiezingen voor de Tweede Knmer
der Staten-Generaal, kandidaten, die zich
voorstaiircr van grondwetsherziening verklaren, te
steunen.
Na lange discussies besliste de vergadering
eenigzins anders, liet scheen haar niet, voldoende
f'at fjet comitéjou ijveren orn liet verlin/1 vaa
vrouwe' kiesncbt uit de grondwet, te lichten,
doch noodig om duidelijk onder het doel van
het comitéte noemen : veikrijging van
vrouweu| kiesrecht.
Terwijl voorloopig de leiding in handen werd
gelaten van het bestuur der S. D. A. l'., besloot
de vergadering dat iu het, Nederlandsch Comi'
zitting zouden nemen gedeli geerden van alle
aangesloten landelijke bonden en van de plaatse
lijke comité's voor algemeen kiesrecht.
Op 24 f-cember kwamen zij te Amsterdam
bijeen, orn over de inmiddels ontworpen statuten
te beraadslagen. Zich voorbehoudend later een
splitsing te maken tusschen statuten en huis
houdelijk reglement, besloot men om aan de
aangesloten vereenigingen schriftelijk te vragen
of zij zich konden neerleggen bij eeiiige opge
maakte bepalingen, die in hoofdzaak het volgende
behelzen:
Het Nederlundscli Comitévoor Algemeen
KiesEn heb je nog al veel patiënten zoo op
die manier onder behandeling gehad'!
Nee l naar verhouding da'k nog al veel
in gunstige omstandigheden daarvoor verkeerd
heb, mo'k zegge nee ! maar nou ben ik ook van
een erg goedaardig geslei, da's een merakel;
en dan blijf ik altijd erg gemoedereerd.
Och weet u wat 't is, zoolang as je verstand
maar werkt, za'k maar zeggen, is 't niks; maar
't ongeluk van de meeste zeelui is dat ze an
den w»! zoo godierbarmelijk pimpelen, en da's
verkeerd.
Heelemaal vies ben je er anders toch ook
niet van, is 't wel 'i
Ja kijk 'r 's eventjes, dat mot je nou zóó
beschouwen: ik heb vervloekt het land aan
armoed lijden, s-jonges! m'nheer daar he'k
zoo 't land an; nou kan 'k me heel best
matigen, daar niet van ; maar as 'k nou een
maal wat gebruik dan he'k 'n broeitj« dood
an mondjesmaat zie je; daar wek je maar
kinderachtige gevoelens mee op. En dan zoo
op 't watt r. U schijnt 'r geen last van te
hebben, hèV maar 't is eigenaardig; op 't
water is het of je constipacie meer verzetten
wil dan aan den wal.
Een oogenblikkie m'nheer, m'n dienst gaat
voor, maar dan het-1 graag.
Ik was mij niet bewust den man in 't laatste
oogenblik een voorstel te hebben gedaan dat
in zijn schatting achter zou moeten staan bij
de uitoefening van zijn plicht, maar daar hij
zeer voorkomende manieren bezat, begreep ik
dat hij ook in dit opzicht mij eeu eventueele
uitnoodiging gemakkelijk wilde maken.
Toen hij dan ook met eenig scheepswerk
gereed was en weer op zijn dooie gemak kwam
aanbengelen, zei hij niets anders toen hij
mij passeerde dan:
'k Zal dan maar zoo vrij zijn d'er nog even
gebruik van te maken.
De man had werkelijk een zeldzamen takt
om het zijn medemenschen makkelijk te maken ;
hij nam mij letterlijk de woorden uit den mond
en om hem eens vóór te zijnen te overbluffen,
vroeg ik hem zoodra hij zijn neus weer boven
dek stak:
Zeg 's, kameraad, als je d'r soms nog eentje
lust, ga je gang hoor.
Dankje wel m'nheer, 'k heb al ruimschoots de
vrijheid toegepast maar ieder ding heit z'n grens.
iimlliiiiiiMtiiiiitmiiliililHll
Ziezoo daar bennen we alweer in Waaigar, mag
'U u 's even lastig vallen voor dat endje 'i
Wij waren in de haven en terwijl bij zijn
endje" gereed maakte om naar dcri wal te
gooien, daalde ik even af en maakte kennis
met een juffrouw van onbepaalden leeftijd en
iu niet geheel voltooid toilet.
Zij was juist bezig koffie te zetten.
Juffrouw.
Jawel m'nheer, o bent u de m'nheer van
Gerrit ?
Wat zegt u?
Zeven m'nheer.
Hé?
Da's zeventig cent Pas op val
riet, ja met het aanleggen krijg je wel eens
meer zoo'n stoot .... Dank u wel m'nheer,
juist gepast.
Toen ik van boord ging stond Gerrit aan de
loopplank.
Goeien deg Gerrit, nou je hebt je niet
onbetuigd gelaten; 'k hoop dat 't je goed
bekomen zal.
Dat zal best schikken m'nheer; 't
overkomt me anders niet dikwijls da'k zoo'n
voordeeligen overtocht heb in den vroegen morgen;
als ik u nou somwijlen eens een
konterbeleefdheid kan bewijzen, dan ben ik tot uw
dii-persisie. U hebt misschien wel 'r is iemand van
je kennis, die u minder graag maglije; u weet
nou zoowat m'n manier van werken; voor een
rijksdaalder doe ik 'n heelen boel.
Dankje wel Gerrit, vriendelijk gepresenteerd,
maar ik hoop er geen gebruik van te zullen
maken.
Zooas u wilt, bij voorkomende gelegenheid
aanbevolen dan; ik knap zulke zaakies op met
de meeste diskrezie en alles in 't gemoedereerde.
Toen ik al een eind den wal op was kwam
hij mij nog achterna rennen:
Hé! m'nheer l ekskezeer m'n vrijpostig
heid, gaat u van middag weer terug?
Ja, er vaart immers een boot om 't uur,
nietwaar ?
Dat komt precies uit, maar dan zou ik
u raaie, neemt dan de boot van vier uur, dan
vaar ik weer; dan kan ik u makkelijker met
het een en ander helpen.
'k Beloof 't je Gerrit; tot vier uur dan.