Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER WEE K BLAD V OOR NEDERLAND.
No. l 78
?verbeterden de aand. Union Pacific, zoowel
commaas ala preferente. O f er
dividenduitkeering op de commons wordt zeer verschillend
bericht, 'k Meen te moeten doen opmerken dat
liet niet voldoende is of genoeg geld verdiend is,
een voldoend bedrag aan contanten moet be
schikbaar wezen. Is dat wél het geval ? De
Uoion heeft, zeer groote uitgaven zy het
dan ook al productieve gedaan. De balans
zal hierop antwoord kunnen geven.
A ' d a m, 18 Jan. 1900. D. STIOTBR.
L. A, J, BorMt t
Professor Burgersdijk... op dien titel had
hy', als gewezen docent aan wijlen het Deventer
Athenaeum, aanspraak en, zooals zijn vrienden
wisten, ook wjl een beetje zwak. En in zijn
hoofd was wflsheid en wetenschap genoeg voor
een paar normale professorale schedels. Maar
het doceeren was zijn kracht niet en had ook
niet y'n onverdeelde Heide en toewijding, al
vervulde hy zy'n leeraarstaak vele jaren lang
met groot* nauwgezetheid. Oyer zyn oorspron
kelijk, of laat ons liever zeggen zijn officieel,
hem door de deftige series lectionum oi den
nederiger rooster der lessen toebedeeld studie
vak de dierkunde heeft hij een disser
tatie en een paar verdienstelijke populaire
w*rk«n geschreven, maar men kan niet zeggen,
dat de wetenschap hem in dit opzicht tot hare
korypheën kon tellen, zelfs niet, dat zy hem
byzonderen dank schuldig was. Zijn leerlingen,
?vooral de burgercholieren die nog in den
kwajongensleeftijd waren, maakten wel eens
atafemik van zy'n verstrooidheid, maar er was
geen onder hen, die niet wist, dat de pro
fessor" een beste kerel en een kraan" was.
Burgersdyk behoorde tot de docenten, die
het zwaartepunt hunner werkzaamheid buiten
de school zoeken en vinden. Men heeft wel
een schertsend gezegd: maakBurgersdijkpro
fessor in de letteren en ge zult zien, dat hij
al zjjn kracht aan de natuurwetenschap gaat
.vutten." Maar als die bewering waar geweest
was, zou Burgeradyk's kracht hebben bestaan
in het liefhebberm, en niets zou minder juist
geweest zyn dan deze voorstelling. Burgersdy'k
was een geboren literator, en hij heeft dit
bewezen, door in yn zoogenoemde vrije uren
een arbeid te verrichten, waarvoor by mannen
net minder begaafdheid en minder werkkracht
?eett geheel njensehenleven nauwelijks voldoende
ou zyn geweest.
Een krachtige figuur was Burgersdyk in alle
oprichten, lichamelijk en geestely'k. Zijn mo
numentaal werk, de Shakespeare-vertaling, ge
tuigt van die ongeëvenaarde werkkracht. In
Februari 1877 begon hy met de vertaling van
de Twelfth Night; in Augustus 1885 voltooide
hij de vertaling van het laatste der dramati
sche werken, den Pericles. Hoe dit werk, in
derdaad een monumentum aere perennius, werd
nttgegeven, heeft de heer J. H. Rössing ter
gelegenheid van Burgerdjjk's 70sten verjaardag
in ens Weekblad verteld. *) Het succes van
de uitgave was, als men den kleinen kring
van lezers, tot welken een Nederlandsen auteur
zich kan wenden, in aanmerking neemt, even
groot als welverdiend. R^eds op het prospectus
van de natuurlek lang niet goedkoope eerste
uitgave werden meer dan duizend inteekenaren
verkregen. En sedert dien tyd in minder
d*n twaalf jaren is reeds een derde druk
noodig geworden.
Wjj hadden het voorrecht, Burgersdy'k vier
jaren lang (1878?1882) aan den arbeid te
zien en meermalen de eerste lezing, in kleinen
kring, van een pas gereed gekomen vertaling
b\j te wonen. Het was een genot te zien, hoe
de Professor in die dagen geheel in zijn
Shakespeare opging en zich met hem vereen
zelvigde. Gretig aanvaardde hy elke discussie
over het onderwerp, dat hem zoo na aan hét
hart lag, en dankbaar was hy voor elk blijk
van belangstelling in zijn ontzagwekkenden
arbeid. Zyn meesterschap sloot de bescheiden
heid geenszins uit, en eene juiste opmerking
vond by hem steeds een welwillend gehoor.
Toen Burgersdy'k tot het besef was gekomen,
over welk eene zeldzame virtuositeit hij als
vertaler van dramatische meetterwerken be
schikte, beproefde hy ' zy'n krachten ook aan
Aeschylos en Sophocles. Het was hem eene
afwisseling in de periode zyner
Shakespearevertaling en een vervulling voor zy'n behoefte
aan geestelijke inspanning, aan worstelen en
overwinnen, nadat zy'n groote werk was ten
einde gebracht. Ook wat hij op dit gebied
heeft gepraesteerd, verdient met grooten lof
te worden genoemd. Maar in de geschiedenis
onzer letterkunde zal zy'n naam allereerst en
bovenal geëid bly'ven als die van den getrou
wen, kernachtigen en smaakvollen
Shakespearevertolker.
P*) Weekbl. de Amsterdammer van Zondag
20 Maart Ib98.
Boei en Tijdschrift.
Elseviers Maandschrift"
Deze aflevering draagt weemoedige herinne
ringen. Eerst een memento over Catharina
Beersmans, door'M. Horn, met 5 foto's veraan
schouwelijkt, en dan het laatste werk, de be
kroonde novelle, van Anna Koubert (Tine van
Berken) met een begeleidend woord van de
redactie. Het is zeker een daad van piëteit,
deze laatste novelle van de zoo jong gestorven
schrijfster nu eens met stille en bijzondere
aandacht te lezen.
Te Veere", impressies van Pol de Mont.
Daarin wordt gevoelig de stilte van de doode
stad en de lichtpraal boven de eindeloos gol
vende zee beschreven, indrukken opgeteekend
in brandende zon en wild-waaiende zeelucht,
zegt de auteur, zonder hoop op mogelyke plaat
sing, maar die daarom toch niet te minder
zy'n. Van Albert Plasschaert zy'n er drie
teekeningen by, waarbij het mystieke en de
sensatie 'zeer sterk, hoewel niet eenig is uitgedrukt.
De schilder, die dit keer besproken wordt,
fa Willem Witsen. De heer Aug. W. Timmer
man bhjkt zeer gelukkig in wat hy over
Witsen, byzonderlyk als groote etser, zegt.
Ook de betrekkelijke vergelyking met
Breitner is niet kwaad. Vergely'k, zegt hy',
Uit de Kroningsdagen" van Witsen met een
der beste stukken van Breitner, dan houdt
dit het er volkomen tegen uit. Want waar
Breitner met een romantisch sterk harts
tochtelijk brio wel alty'd raak en mooi
er maar op los smeert en met een schitterende
spontaanheid zy'n ruwe kracht met vuisten
voortjaagt, en altjjd en pleine carrière over
heggen en hei, horden en barrières toomeloos
voorwaarts stuift, daar bereikt Witsen met
dezelfde forschheid en vastberadenheid doch
met hooge ingehouden voornaamheid en haast
wetenschappelyk berekend willen en krachtig
bedwongen hartstochtelijkheid een zeker niet
minder, en misschien klassieker,'resultaat.
Breitner is de alles vermeesterende, gewel
dige virtuoos, die daverende toejuichingen, en
verdiende, doet losbarsten, Witseu de stille,
zuivere vioolspeler, beloond door den warmen
handdruk van een vriend, door de blinkende
tranen van een diepgeroerde vrouwenziel.
Breitner is schitterend en schoon; Witsen
alleenlijk schoon!
Dit opstel is met vele reproducties en met
een portret van Witsen verluchtigd. Het is
jammer, dat de beschrijver in zijn aanloop, waar
hy het in 't algemeen over Kunst heeft, een
wel wat geprononceerde aanval op de jongeren
doet. Ook onder hen, te meer waar hy Breit
ner zelf als een hoog voorbeeld stelt, zy'n be
gaafde menschen en bovenal ernstige zoekers.
Langs andere wegen dan de gewone er te
willen komen, is niet alty'd degeneratie.
Verder is er nog in de afl die dit keer al
zeer kloek is, een vers van Eduard B. Koster,
en het slot van de Indische Sproken" uit het
sanskriet vertaald door Dr. J. Ph. Vogel, met
illustraties naar teekeningen van HartNibbrig.
Het Buitenlandsche Overzicht raakt dit keer
zeer pittig de kwestie van den dag. Het is
prettig te lezen hoe de schry'ver. die in 't be
gin maar wat bang was voor den goeden afloop
in Zuid-Afrika, nu allengskens vol vertrouwen
komt en hiervan blyk geeft.
De goedkoope editie van Multatuli's werken,
door Elsevier'1 ondernomen, wordt door Frits
Lapidoth, (met bepaling der waarde van
Multatuli voor de groote massa) zeer frank beoor
deeld. In de Boekbeoordeeling worden bespro
ken: Eoeping" van Jan Ziireher. .Dageraad"
van W. G. van Nouhuys. Bleeke Levens" van
Coenen en Te Lande" van Cyriel Buysse.
Het muziekstuk is van Jottan H. Coster,
naar woorden van G. W. Lovendaal.
* *
#
Woord en Beeld.
Woord en Beeld" gaat aan stevigte winnen.
De inhoudspagina's meerderen geregeld. Dit
nummer ziet er al zeer goed uit.
Een kloeke schets is, al lijkt de titel
Nachtfeesten", waar vreugde van den arbeid wordt
bedoeld wat onjuist. Goed is de beschry'ving
van het werken der stokers voor de helle vu
ren in een fabriek. De heer C. Bollaert geeft
hier knap, hoewel nog wat sentimentloos werk.
Het portret door Haveman geteekend, is van
den heer Bredius. Dr. Hofstede de Groot, die
het begeleidend woord erbij schreef, zegt o.m.
over den arbeid van Dr. Bredius:
Telde vroeger het oordeel van een Neder
lander over zyn, eigen schilderkunst weinig of
niets in het Europeejch concert, dat dit thans
anders is geworden, wy hebben het te danken
aan hem, die sedert een tiental jaren aan het
hoofd van het Mauritshuis staat. Is er eene
omwenteling gekomen in onze kennis onzer
zeventiende eeuwsche schilderschool, zy'n hon
derden van artiesten opgestaan uit hun graf;
zij a honderden en nogmaals honderden van
kunstwerken, die onder valsche vlag door de
wereld gingen, aan hunne ware makers terug
gegeven, wy danken het wederom in de eerste
plaats aan hem, die jaren achtereen de ar
chieven doorvorscht heeft en die, wanneer hij
niet op muffe zolderkamertjes zat te ploeteren
in testamenten en boedelscheidingen, proces
stukken of kerkregisters, op den trein zat, om
tot in de meest afgelegen oorden van Europa
openbare en particuliere verzamelingen te door
zoeken naar voortbrengselen onzer
wy'dvermaarde en helaas ook wijd verspreide schilders
school. Indien onze schilderijmusea, en onder
hen vooral het Mauritshuis, thans rijker zy'n
voorzien dan vroeger, ons een vollediger beeld
geven van der vaderen roem, dan is het weer
in de eerste plaats het werk van Bredius, die
onvermoeid was in het opsporen van kunst
werken, waar zij ook mochten voorkomen, voor
wien geen afstand te ver, geen seizoen te bar
was, indien het er op aankwam eene veiling
van oude schilderkunst te bezoeken, waarop
hij veronderstellen kon, dat er iets ten behoeve
onzer musea te vinden zou zijn.
Dan nog is er een aangenaam leesbare be
schrijving over het land van Geldern, wat
vroeger tot ons territorium behoorde, door den
bekenden heer D. Craandyk. De heer A. L.
Koster teekende er aa'dige, luchte schetsjes bij.
Van Louis Raemaekers is er weer een sterk
sprekende prent, mentenen in den schouwburg
van Stoel en Spree, zeer verdienstelijk.
Dan nog reproducties naar een vrouwenpor
tret van Hals en naar een schets van Millet;
ook nog een houtgravure naar een schildery
van J. Koetser.
Het muziekstuk is van P. G van Anrooy,
op het gedieht Nachtreise van v. Uhland.
In deze afl wordt een nieuw feuilleton door
R. L. Stevenson begonnen.
G. VAN HUL/EN.
Examen Engelsch.
In de maand November plaatsten wij in
verschillende couranten de volgende advertentie.
sOndergeteekenden verzoeken allen, die,
evenals zij, de onmogelykheid inzien, zich onder
de gegeven omstandigheden voor te bereiden
voor de acte B. Midd. Onderw. en, evenals zy,
verandering zouden wenschen in den bestaan
den toestand, hun naam en adres in te zenden
voor 'M November aan
Line v. d. Linden ) Haarlpm "
Bertha Westerveld ) te aaarlem'
Wij vreezen dat door velen de bedoeling
dezer advertentie niet werd verstaan en wen
schen daarom bij dezen ons doel nader toe
te lichten. Ons plan is, een request, voorzien
van een memorie van toelichting, in te zenden
aan de Regeering, waarin wij doen uitkomen:
lo. dat het langzamerhand onmogelijk is
geworden aan de eischen van het examen B
Middelb. Onderw. Engelsch te voldoen zonder
een langdurig verblyf aan de Universiteit;
2o. dat het daartoe feitelyk ondoenlyk ge
worden is voor hen, die by' het Lager Onder
wijs werkzaam zijn, zich te vormen tot docent
by' het Middelb. Onderw v
3o. dat naar onze meening uit den aard en
de strekking van het H. B. S. S. en Gymna
sium te geven onderwys b!ykt, dat intieme
kennis van de hedendaagsche taal van meer
belang is voor den docent dan breede linguïs
tische kennis.
Wy verzoeken dus allen, die het in deze
met ons eens zijn, hun naam en adres in te
zenden vóór 15 Febr. e. k., opdat deze op het
request kunnen worden vermeld.
NIEUWE UITGAVEN.
De drie uitgegeven parlementaire redevoeringen
van mr. J. R. Thorbecke door mr. G. . VAN
DER HOEVEN, Ie deel 10 October 1850 tot
13 September 1851. Groningen, J. W. Wolters.
«Nederlandsche Vredebond" Jaarboek 1900,
27e jaargang. Den Haag, F. J. Belinfante.
RAFAËL VEBHOLST, Langs groene hagen,
verzen. Antwerpen, De Nederl. Boekhandel.
De nuttige handwerken i'oor meisjes, metho
disch bewerkt ten dienste van de lagere school
zesde druk, geheel omgewerkt en verbeterd
door A. TEÜNISSE en A. M. VAN DER VELDEN.
Groningen, J. B. Wolters.
De techniek der Chloroform-Narcose, door
dr. H. P. BOSSCHA. Groningen, J. B. Wolters.
Open htter to the of Duke of Devonshire
from CHARLES BOISSEVAIN, Editor of the Alge
meen Handelsblad. Price one Penny. «Han
delsblad" Office. Amsterdam.
Betrekkingen voor vrouwen, door JOHANNA
VAN WOUDE, Bewaarschoolhouderes en kinder
juffrouw. Amsterdam, L. J. Veen.
>Zuid-Afrikaansche vlugschriften" No. 3:
Etn Stoomvaart verbinding met Zuid-Afrika,
door A. S. VAN REESEMA. Dordrecht, Corn.
Morks Czn.
Weerstaat den Rkodes-geeit, door H. A. VAN
GOGH. Dordrecht, Corn Morks Czn.
KEVILL DAVIES. Eene Interressante Weduwe.
(Amerikaansche Detective Roman No. 7).
Utrecht, A. W. Bruna & Zoon.
Inhoud van Tijdschriften.
Eigen Haard No. 3: Na den Storm! door
Louise B. B. (Slot). Een veteraan in de
Tropen: Johannes Root, Ridder der M. W. O ,
door Bintang Djaoeb, met portret. Een
wandeling in het Velpsche Broek, door dr. J.
E. Rombouts, met afbeeldingen naar photo's
van den schry'ver, II. Op weg naar Alaska's
goudvelden, door J. H. Roelofsz (Slot).
«Long Torn", door C. J. M. Collette, kapt. der
artillerie, met afbeeldingen. Verscheiden
heid. Feuilleton.
itiiimiiifiiiiimmiiiiiiiiitiiiiiiii
iiliiiiiilliHiiiluiiiluiiim
HELTSJES
Amerifcaanscüe
fflOfflEDlDllfltO'S.
Naar liet Duitfch
van WALTEE JAEGER.
I.
Romantiek in Virginia.
Wy waren met ons drieën op jacht in een
afgelegen hoek van de Blauwe Bergen in Virginia.
Op zekeren dag raakten wij verdwaald in de
wildernis. Byzonder gevaarlyk is dat niet, maar
toch onaangenaam. Het is wel romantisch, den
nacht onder den blooten hemel door te brengen,
maar het is veel gemakkelyker en prettiger,
een hotel te hebben, waar men een zacht bed
vindt. Bovendien, begonnen de nachten reeds
vrij koud te worden, en wanneer men een vuur
aanmaakt, om zich daarom heen te legeren,
wordt men aan den eenen kant van zy'n lichaam
geroosterd, terwijl de andere bevriest.
Wanneer men verdwaald is, moet men den
stroom van de beken of rivieren volgen. Men
moet dan met mathematische zekerheid by
menschelijke woningen komen, en heelt boven
dien altyd frisch drinkwater. Wy volgden dus
den loop van een klein beekje. Het vooruitzicht
op een gemakkelyke nachtrust begon echter te
verdwynen, daar wij na een langen marsch nog
geen spoor van mens-enen hadden ontdekt, en de
zon reeds beder.kelyk laag in het Westen stond.
Eindelijk kwamen wij in een vry breed dal en
zagen een oude blokhut voor ons. Voor de
hut zat een bejaarde dame, die uit een korte
s'eenen py'p groote tabakswolken in de lucht
blies. Onder de ai me blanken" van het
Zuiden, die in menige streek met den naam
Cracker worden bestempeld, is, vooral in de
ver van gewone verkeerswegen gelegen strek en,
het gebruik van tabak ook onder het vrouwe
lijk geslacht zeer verbreid. De oude vrouw
had rooit van het hot l, dat wij zochten, ge
hoord. Dat was een slecht teeken, want dan
moest het nog vrij ver weg zijn. Of er geen
ander hotel in de buurt was? Jawel, Jim
Smith had, geloofde zy, twee bedden voor
vreemdelingen, het konden er ook wel drie
zijn. De heeren konden, als zij met de blok
hut tevreden wilden zijn, den nacht ook wel
in hun bedden doorbrengen, terwijl zij, de oude
man" en Ma rei ar'' (Maria) zich met wat
stroo zouden kunnen behelpen. Daar Jim Smith
maar drie Engeische mijlen verder woonde, ver
klaarden wij, de goede dame niec te willen
lastig vallen, en vroegen den weg naar het
logement.
Ma-rei-ar!'' riep zij nu, zich naar de huis
deur keerende. De geroepene kwam dadelijk
naar buiten. Zonder merkbare oorzaak kreeg
ik van mijn linkerbuurman een hevigen stomp.
Prachtig om te schilderen!'' fluisterde hij. Ik
moet hier opmerken, dat dit lid van het gezel
schap zich vroeger in Parijs op de schilderkunst
had toege'egd.
Nadat hij vijf jaar op de boulevards had
rondgeboemeld, riep zijn vader hem terug, en
sinds dien tijd hield hij zich bezig met het
schilderen van getallen in de boeken van de
zaak van zy'n vader.
Ma-rei-ar" was werkelijk mooi. Wy'hadden
nauwelijks tijd gehad, de lange, bruine vlechten
en de schitterende donkere oogen te bewon
deren, toen de oude vrouw uitriep :
Zet de heeren over de kreek en wijs hun
Jim Smith's huis l"
Snel sprong het meisje met haar bruine
bloote voeten in het bootje, dat dicht bij de
hut lag, en bracht ons spoedig aan den over
kant, l)e schilder was plotseling weer vervuld
van geestdrift voor de door hem zoo snood
verlaten kunst en zwoer, dat hij binnenkort
een studiereis in deze streek zou ondernemen,
die zoo rijk aan natuurschoon was.
Aan den overkant gekomen, wees Maria ons
den weg. Wij vroegen, hoeveel wij haar schul
dig waren. Wij nemen voor zulke kleinig
heden nooit iets aan," zeide zij. Of wij niet
iets voor haar konden doen ? Zij zou niet
weten, wat. Wij drongen er op aan, dat zij
een wensch zou uitspreken.
Well", zeide zij eindelijk langzaam, als
een van de heeren wat tabak bij zich heeft,
zou ik wel graag een pruimpje willen hebben".
Het schilder-enthousiasme van mijn vriend
zal, vrees ik, nooit verder dan de boeken van
zy'n vader gaan.
II.
De zusters uit Vassar.
Zy hadden beiden in Vassar gestudeerd, de
zusters Jackson, en zij wilden nu in hun eigen
onderhoud voorzien. Nadat zy ongeveer een half
jaar by een oom een beetje hadden geliefhebberd
in zy'n courantenzaak, richtten zij zelf een
weekblad op in een stadje in de nabijheid van
New-York. Daar zulk een blad daar reeds be
stond, was dit een gewaagde onderneming,
maar zij hebben tamelijk veel succes gehad en
kunnen nu onbezorgd de toekomst tegemoet
zien. Met den heer Thompson, den redacteur
en uitgever van het concurreerende blad staan
zy op goeden voet, al bestrijden de beide
bladen elkander in hun hoofdartikelen hevig.
Het eene is namelijk democratisch en het an
dere republikeinsch. Als de heer Thompson een
van de beide zusters ontmoet, noodigt hij haar
uit, ijs te gaan eten. Zulke uitnoodigingen
worden altijd aangenomen, want ten eerste is
in de geschiedenis geen voorbeeld bekend, dat
een Amerikaansch mei>je ooit ice-cream" beeft
afgeslagen, en dan maar waartoe zouden
wij andere redenen geven.
Nu gebeurde het op zekeren dag, dat de
kassier van de bank in het stadje werd ver
mist. De geheele plaats was overstuur, want
er werd een groot deficit in de kas ontdekt.
De beide bladen gaven dikwyls bulletins uit,
om hun lezers, die bijna allen hun depots in
de bank hadden, over het aangroeien van het
ontbrekende bedrag op de hoogte te houden.
Want zulk een tekort wordt nooit kleiner.
Acht dagen later vloog Ethel, de oudste van
de beide zusters, in groote opgewondenheid het
redactielocaal binnen.
Mabel", riep zy, wij moeten dadelijk een
bulletin maken, zij hebben hem I"
Wie heefc wien?" vroeg Mabel onschuldig.
Wien? Vraag je dat nog? Jy zult nooit
een flauw begrip van de journalistiek krij
gen ! Zij hebben Valentine, den kassier van
de bank! Als je de laatste nummers van onze
courant nakijkt, zal je zien, dat de man 150,COO
dollar heeft gestolen, als je soms nrg niet weet,
van wien er sprake is. En wij zullen het be
richt, dat hy' gevangen is, geheel alleen heb
ben ! De chef van politie is ju'st naar
NewYork vertrokken, waar de man zit. Hij heeft
een bericht per telefoon gekregen, waarvan
niemand weet, behalve ik "
Mabel haastte zich naar de drukkery', om
de noodige schikkingen voor het bulletin te
maken, terwijl haar zuster, zonder zich uit
te kleeden, aan het werk ging, om het nieuws
op papier te brengen.
Een oogenblik later kwam Mabel geheel
verslagen terug.
Geen blad papier meer !" riep zij, wat
moeten wij doen?"
Wel alle !" Maar Ethel eindigde haar
zin niet, want ten eerste is zij een lady en
ten tweede heeft zij in Vassar gestudeerd.
En vóór vanavond kunnen wij geen papier
uit New-York laten komen," zeide Mabel in
wanhoop. Zij had byna geschreid, maar een
student uit Vassar doet dat niet, al vallen de
ongelukken als hagel op haar neer.
Wacht, ik heb een idee!" riep zij. Schry'f
jy de geschiedenis maar op en laat haar zet
ten, ik zorg voor papier."
En Mabel greep tioed en handschoenen en
sr.elde weg. Eenige minuten trad zij kalm en
gelaten binnen bij den redacteur van het con
curreerende blad.
My'nheer Thompson", zeide zij wij hebben
niet veel papier meer, kunt u ons nitt helpen ?"
Dit was geen ongewoon verzoek, daar men
elkaar in zulk een geval gaarne bijstaat.
Met het grootste genoegen was de heer
Thompson er toe bereid.
Smitb," riep hij tot den chef der drukkerij,
stuur juffrouw Jackson zooveel papier, als zy
wenscht te hebben."
Een uur later ging de heer Thompson naar
huis. Extra-tijding!" riep een couranten
jongen, terwijl hij den redacteur een exemplaar
van het concurreerende blad in de hand duwde.
De heer Thompson snelde terug. Smith,"
riep hy, er moet dadelijk pen bulletin"
worden gemaakt. De meii-jirs Jackson hebben
groot nieuws, en wij moeteu zoo spoedig moge
lijk volgen."
Een bulletin," vroe» de drukker, een bulletin?
Dat is volkomen onmogelijk, waijt wij hebben
getn stuk papier meer. Juffrouw Jackson heeft
zich den geh.elen voorraad laten sturen."
De goede drukker is nog altijd niet bekomen
van zijn verbazing over wat nu volgde. Zijn
toss" brak namelijk in een donderend, dreu
nend gelach uit. Hij lachte, totdat de tranen
langs zijn blonden snor druppelden.
ftu behoorde de heer Tnompson met een
van de zusters te trouwen. Maar in deze ware
geschiedenis kan men onmogelijk de gebeurte
nissen veranderen. De heer Thompson noodist
de beide dames nog altijd op ice cream uit,
dus is de hoop, dat zij elkander krijgen, nog
niet verloren. Men beweert, dat hij tiacht
te weten te komen, welke van de beide
dames het papier-idee heelt gehad. Zij en
geen ander!" moet hij hebben gezegd. Het
zou eeuwig jammer zijn, wanneer zulk een ver
standige vrouw voor de journa'istiek verloren
SNUIFJES.
wnqazonb&n.
<y
MHHiiiiiiiiiiinmmrmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKidiiiiiiifiHiMmiwiiiimiiiiiiii
De Sultan en onze gezant
Zeer geachte Redactie'.
Naar aanleiding van de berichten betreffende
eede abnormale bejegening van onzen afgetre
den gezant te Constantinopel, had men het
volste recht om van de zijde van de regeering
eenige, zij het ook voorloöpige, explicaties te
mogen verwachten.
My' dunkt dat het buiten de directe
regeeringssfeer levende gedeelte van de natie nog
wel iets anders wil zijn dan belastingmateriaal.
Is het au fond weer een kwestie tusschen
Referendaris Zus en Pacha Zoo over 'n medalje
of zoowat, soit, dan laat de zaak ons koud.
Maar is het de bedoeling geweest om in de
persoon van den gezant het souvereine volk
van Nederland te treiïen, dan verlangen we
minstens te vernemen, of ook dit geval wederom
verduwd wordt door de casuarismaag van het
Departement van Buitenlandsche Zaken tot
schade van onzen naam.
Onder vriendelijke dankbetuiging,
Hoogachtend,
CN.
Ik lees in Het Centrum het volgende:
»UIT LIMBURG.
»De verkiezing voor een lid der Provinciale
Staten heeft in het kiesdistrict Sittard plaats
gehad.
»De Kath. kiesvereeniging had geen
candidaat gesteld, doch aan candidaten ontbrak
het geenszins.
»Zelfs de heer Kamps, die weleer in
Sittard's gemeenteraad wenschte te komen, en
zulke heerlijke circulaires in het licht zond.
achtte zich geschikt om in de Provinciale
Staten Sittard's belangeu te verdodigen.
. »0ok de heer Dols behoorde tot de
candidateij. Deze nu heeft zy'n toevlucht genomen
tot een, naar 't schijnt machtig middel, tot
het.... bier.
«Naar ik verneem werd er in 160,
zeggehonderd zestig herbergen lustig gedronken.
»De uitslag der verkiezing was: herstemming
tusschen de heeren Pyls en Dols.
»Nu werd de heer Pijls tot candidaat ge
steld door de Kath. kiesvereeniging.
»Nog eens kon men drinken naar hartelust.
Mtt een zwaar hoofd en waggelende beenen
trokken vele kiezers 's avonds huiswaarts. Ze>
hadden gestreden voor de goede zaak.
»De heer Dols is gekozen.
»Elk weldenkende walgt van zoo'n rommel.
Laag is het peil der kiezers, die zich laten
omkoopen met eenige pinten bier.
»Zóó wordt de kiezing eenvoudig iets
walgelijks. Zoo wordt ze de aanleiding tot dronken
schap met haren geheelen treurigen nasleep.
«Moge Limburg voor dergely'ke verkiezingen
bewaard bly'ven !
»Zou de kiesvereeniging nu begrijpen, dat
ze iets meer te doen heeft, dan enkel een
candidaat te stellen ?
»Zou het niet dringend noodzakelijk zy'n,
dat er ook op de dorpen afdeelingeu worden
opgericht van de Kath. kiesvereeniging?
»Dat de eerste verkiezing van 1900 velen
oogen opene, en men ernstig werke, om geen
herhaling te beleven van dergely'ke
drinkgelagen."
Dit bericht heeft mij aanvankelijk teleur
gesteld. Niet omdat ik Kamps of Pijls
liever gekozen had gezien dan Dols och
neen, het is mij precies hetzelfde wie er
lid van de provinciale Slaten in het her
togdom wordt, als ^ijn naam maar op een
s uitgaat want dat klinkt me zoo zuiver
Limburgsch. Dols zal de waardigheid wel
goed bekleeden, ik houd me daarvan
overtuigd.
Neen, wal mij hinderde was de schijn,
alsof Limburg, dat ik altijd als de be
schaafdste provincie had geprezen, nu een
blijk zou gegeven hebben van inferioriteit.
Uit kiezen te gaan met een zwaar hoofd
en op waggelende beenen, bedilzuchtige
lieden zouden het kunnen veroordeelen als
niet behoorende tot de openbare zeden
naar christelijken of humanitairen eisch.
Maar al spoedig kwam de vraag bij mij
op, kan dat bericht wel waar zijn ? Ook
in de beste couranten komen wel eens
leugens voor, en dan, Sittard ligt ver
hier uit de buurt, het is dus zoo gemak
kelijk te belasteren. Steeds meer naden
kende geloofde ik weldra er niets meer
van. Dat kan je begrijpen, zei ik bij
mezelf, het district Sittard is nu al jaren
achtereen, niet minder dan het beste deel
van de provincie, opgevoed door den
Limburger Koerier. Die met pek omgaat
wordt er mee besmet, zegt het spreekwoord,
maar natuurlijk kan je even goed zeggen.
wie met dien Koerier omgaat wordt er van
zijn gebreken door gekureerd. Waarschijn
lijk is dat vertelseltje niets anders dan een
middeltje, door de vijanden van pastoor
Thissen want och hemel, zelfs die man
heeft vijanden! aangewend om hem
zwart te maken .... Daar ze je nu eens,
zal het in de pers heeten, wat Thissen van
zijn Limburgers maakt!
En toch al moest het later blijken,
dat dit Centrumbeiichl niet in al/e deeJeu
onjuist was, komt Limburg er dan nog"
niet betrekkelijk goed af ? Men denke zich
eens, dat in een provinciaal kiesdistrict in
Holland, Zeeland of Utrecht, 100
kroeghouderg, daartoe door een candidaat in staat
gesteld, gratis een verkiezingsdrank had
den geschonken, zou dat, als in Sittard en
omstreken, een gewoon kruikje bier zijn
geweest? Tien tegen n, dat de man daar
een kruik jonge of oude klare zou hebben
verbruikt, hoofd voor hoofd een liter Schie
dam, en in plaats van kiezers, die, zooals
te Sittard, eenvoudig wat boven hun bier
waren, zou men hier in Holland een kiezers
corps hebben ontmoet, waarvan de nuch
terste allhans in n opzicht op een snip
zou hebben geleken. En dan, dien ik ver
der de opmerking te maken, mij is op
geenerlei wijs bericht, dat hier of daar de
Sittardsche stembussen van tafel zijn ge
vallen, of met de tafels zijn omgewipt.
Zoo heel onvast moeten dus die Limbur
gers niet op hun beenen hebben gestaan.
Ik verzoek den lezers dit te bedenken,
vóór zij zich laten verleiden af te geven
op een beschavingspeil, dat sinds jaren
onder de hoede van mijn vriend Thissen
staat.