Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1179
voorgesteld, doet zulke onbescheiden vragen
niet en heeft trouwens andere zorg.
Wel is het een woestijn waarin Lotte heeft
rondgedoold. Ik loof den goeden smaak en
het savoir faire van den auteur, die de bijzon
derheden van dezen onvolmaakt verleden tijd
niet meer dan aangeduid heeft. De
p-eutschheid beeft hier niet van doen, maar ook onze
verbeelding heeft haar rechten: zij vult aan
wat niet verhaald wordt, zij weet ook wat zij
niet ziet.
Wat mag de reden wezen dat wij zoo weinig
met Lotte begaan zijn ? Himmelhoch jauchzend
zegt zij van Peter: Hij betaalt mij niet, God
dank!'" en zum Tode betrübt, als Peter
gestor? ven is : Als ik maar huilen kon, vroeger huilde
ik om eea haverklap."
Tegen zooveel allerlaagschheid is onze sym
pathie niet bestand. 11 t spreekt van zelf, ook
indien Lotte de vleeschgeworden gemeenplaats
mocht blijken, ook dan nog is het onreclit ge
heel aan de zijde van de fariseesche wereld.
Maar is het nood«akelijk, wou ik vragen, is
het ook maar dienstig voor de intentie van den
schrijver, dat wij in variatie op GretcSiens
verzuchtiug van Peter en Lotte moeten zeggen:
«-Begreife nicht was er an ibr ftjd'i." Wat, Huet
van Klaasje Zevenster zei, is evenzeer toepas
selijk op deze m'n of meer geregistreerde juf
frouw. Zoo valt dus door gebrek aan kunst
de les der kunst in 't waier."
Wanneer mij de vergefelijke zwakheid over
komen moest, dat ik een der jongere of oudere
mannen van dit tooneelspei benijden zou, dan
gold mijn afgunst zeke- niet den geinfecteerden
schoonzoon, die zich na de pijnlijke onthullingen
van zijn vrouw blijkbaar gaueert, voor het voet
licht te komen. Ook niet papi Ricaudet wi^ts
leven wel even genoegelijk als van Poots te
vreden landman heennlt; maar wiens twistzieke
en woordenrijke vrouw mijn zenuwen, naar ik
vrees, op een te zware proef zou stellen.
Neen, hoe meer ik er over denk, hoe benij
denswaardiger mij het bestaan toeschijnt van
Hart, Peters vriend en contubernaal, bovendien
juridisch student in het negende jaar en in zijn
snipperuren procuratiehouder van den auteur.
Wat een leven heeft zoo'u dier! Dat leutert en
luiert den lieven lacgen da?, .«Iaat een eukelen
keer een oog in een boek, vindt, spijze en drank
tegelegenertijd klaar staan, heeft geen cent op
zak, maar houdt er toch het leven bij. Als het
vrolyok vo^elkyi.", waarvan Vondel zong. leeft
hij op den boer, ja zelfs op Mevrouw De Boer.
Ai vóór jaar en dag heeft, papa wegens Barts
sociaal-deuiocratiscbe neigingen allen toevoer
afgesLeitn; er blijkt niets van andere inkom
sten of hulpbronnen; juffrouw fi'igels maand
boekje z-)U veeleer een maanboekje. verdienen
te lieeten. ... H ie kom ik aan zoo'n baan'je l
Eu als de snuit.-r nu nog maar iets aardigs
or bijzonders zei! Hoor hem den lof verkondi
gen van den patnaiclialen tijd in hèland van
Kanaaa.
'Toen was er geen erfrec'it, toen kende men
geen wettige en onweUigr kinderen, toen was
er geen vader onbekend", toen werden er geen
vrouwen verleid en geen kinderen in het riool
verdronken, toen waren er geen jury's die hun
e^r-wrekeiide mannen vrijsp aken, lo^n waren
er geen annonces *geen crediet te verleenen
aan mijn huisvrouw", toen bleven er geen
mannen ongetrouwd omdat zij niet te eten
hadden, toen bevorderde meu geen leugenachtig
stelsel van Malthm, toen bestond er geen nood
zakelijke prostitutie, toen was de vrouw geen
stuk eigendom"....
D.t is noch geestig nccH diepzinnig en de
oude vaudeville-coupletteu waarvo ir het Boek
Genesis zoo dikwijls de stof geleverd heeft,
winnen het van deze bravour-aria, zoo niet in
fijne scherts dan toch in goed humeur.
Orer al wat men weten kan en niet weten
kan, heeft dit veelbelovend, maar weinig vol
brengend jongmensch zijn oordeel gereed. Pa
radoxen, aphorismen en sententies schuit hij
als een Maartsche sneeuwbui om zich heen, het
is letterlijk een wandelende scheurkalender
Zie hier nog enkele paarlen uit Barts
spreukeuschat:
Als een paar trouwt, ondergaat het eerst
een dosis classicisme op het stadhuis en daarna
een dosis romantiek in de kerk."
Deze wereld heeft maar n gebrek: dat er
vrouwen en dat er arbeiders zijn; je ziternu
opgescheept."
Zullen wij het den jeugdigen wijsgeer euvel
duiden als hij ten laatste, vervuld van een zeer
verklaarbare ingenomenheid met zich zei ven,
uitroept: Wat zou ik een goed raisonneur
geweest zijn in stukken met een verdord vijge
blaadje!"
Het gerucht gaat dat Het Zevende Gebod"
eerlang in druk verschijnen zal. Mocht men te
rade gaan het boeksken naar aiouden trant
met een titelplaatje te versieren, dan behoort
de auteur aadere juffrouw Bout daarvoor
de scène van het ei te kiezen. Bedrieg ik mij
niet, dan is in dit tooneel de tendenz van het
stuk gesymboliseerd. Het onfrissche, kwalijk
riekende ei, waarop juffrouw Engel de jongere
generatie, die bij haar in vriendschap is, poogt
te onthalen, mag in dit verband worden opge
vat als het zinnebeeld eener bedorven maat
schappij waarvan de kinderen van den nieuwen
dag zich met weerzin en walging af wenden; de
hospita daarentegen vertegenwoordigt de wijs
heid der eeuwen en de gehechtheid aan wat
historisch gegroeid is, als zij niet zonder bitter
heid den overmoedigen knapen toevoegt: //Leg
ze dan zelf!"
Wanneer ik mij evenwel goed bedenk, dan
wint het slottooneel het misschien nog ia pole
misch-symbolische beteekenis. Eer Lotte rade
loos en op n na redeloos is heengegaan,, is
haar het bankbillet uit de hand gegleden dat
haar morganatische schoonvader haar ten afscheid
gaf. Alles loopt aan en af in de kamer en nie
mand bespeurt het kostbaar papier, totdat
eindelijk de pastoor het ziet onder het prevelen
van zijn gebed, zich bukt en het opraapt.
Er is hierin iets dat valsch klinkt en doet
denken aan iemand die op den drempel, met de
deurkruk in de hand, nog even een insolentie
zegt. Ook kan dit niet het laatste woord zijn
van des dichters idealisme dat hem ia zijn beter
oogenblikken bezield heeft en een ontroerend
accent van verontwaardiging in zijn stem heeft
gelegd, waar hij de ontploffing der gemeenheid
schilderde, die de kleinen en eenvoudigeu bederft
en vermoordt.
Dat de gangbare moraal zoo al niet een pro
duct, dan toch een weerspiegeling is van den
maatschappelijkeu toestand, is een denkbeeld
zoo weinig nieuw, zoo wijd en zijd beaamd, dat
het waarlijk niet de moeite loont daarvoor pro
paganda te maken.
Indien pater Jozef Dobbe zijn studiejaren aan
het seminarie niet op onverantwoordelijke wijze
verbeuzeld had, indien hij ook maar goed katho
liek was, zou hij in den naam van zijn kerk en
van haar levensbeschouwing voor zijn zuster
andere en beter troostgrondeu hebben gehad
dan de banaliteiten waarmede Gaaike bet nu
stellen moet als zij hem dd bijzoaderbeden van
haar rampspoedig huwelijk verh lalt.
Een kwalijk beheerschte, oabekookte m den
zin van halfgare haat tegen la prê.raille het
woord is van Napoleon waarin hij niets
anders dan een getabberde politie ziet, doet
hem ten eenenmale vergeten dat de kerk nog
heden ten dage, j» een macht, van behoud en
reactie is, maar evenzeer de draagster van som
mige der beste en onvergankelijkste gezindheden
van ons geslacht, vergeten dat eeuwen lang
in Europa niets groots en goeds is tot stand
gebracht dan als onderwerping aan het aan
doenlijk gebid: Doe dit te mijuer gedachtenis!
Dat hij op zijne wijze het oude lied aanheft
van: .cReisst die Kreuze aus der Erde!" zal
niemand hem verwijten, mits het ous slechts
vergund zij den tred een weinig te verhaasten,
waar zijn stern overslaat en hijzelf gaat gelijken
op den stier voor wiens oogen do roode lap
wordt gewaaid.
Ik ben mij bewust den heer H .vermans een
ernstig compliment gemaakt te hebben door
aan zijn werk hooge eischen te stellen. Legt
men al wat er zwaks en vergankelijks in is,
terzijde, verwijdert men als van een opgegraven
kleinood zorgvuldig al het onreine en bijkomstige,
dan is hetgeen overblijft, schoon ietwat geha
vend en ontluisterd, onzen eerbied overwaard.
Dit drama wil meer zijn dan een onderhou
dend verdichtsel, der argelooze en verstrooiing
zoekende burgerij ten tijdverdrijf. En het is
inderdaad meer. Het is geschreven door een
hand die wachtte op de ingeving van het hart;
al fluistert de muze der kritiek, dat gezegde
hand nu en dan vergeefs gewacht heeft. Het
is de zielsgeschiedsnis van een menscli die zijn
voeten ten bloede liep op de harde steenen van
's levens jirnmer en wee; al blijkt hier en daar
dat zij soms meer gestameld dan verhaald is.
Het is een hoofdstuk uit de gemoedservariugeu
van een werelddeel; zij het ook dat de
inwendige stemmen voor het luisterend oor van
den dichter niet alt.ijd verstaanbaar zijn geweest.
Het is een woord van protest, een kreet om
wraak, een gebed om recht, een klacht trillend
van ontferming en ongeduld en omhoog rijsend
als het veelstemmig, helaas, te zelden welluidend
koor aller gejaagJeu en geplaagdea iu de
eeuwenheugende tragedie die het mensclielijk leven heet.
C. F. VAX DER HORST.
Mnziefc in 4e Hoofdstad.
Donderdagavond kon men zich in het hartje
van Frankrijk verplaatst wanen, als men een
blik wierp op het programma van het concert
in het Concertgebouw. Het was alles Fransch
en klonk alles Fransch, behalve het
Fervaalvoorspel van d'Indy, dat meer verwant scheen
met de duitsohe kunst, dan de andere
orchestwerken. Deze waren Saint Saëns' onderhou
dende, gracieuse 2s symphonie in a op. 55,
Berlioz' Danse des Sylphes uit la Damnation
de Faust, vol fijnheid en elfenachtige lichtheid
en Godard's pikant geinstrumenteerd fragment
»Au village" uit de Scènes poétiques.
Al deze werken nu dienden in zekeren zin
tot omlystiiig der solovoordrachten van
Marcella Pregi, de beroemde zangeres, over wie
ik eenis;e weken geleden met heel veel warmte
heb geschreven. Tnans had zij hare keuze
laten vallen op «Lis nuite d'été', een drietal
gedichten van Tn. Gautier, door Berlioz op
muziek gezet; op de sContes mystiques" van
Stéphane Bordèse met muziek van Paladilhe,
Widor en Fauré; en daar tusschen het
overen overbekende Piinis Angelicus van Franck.
Wat mij reeds op dien liederavond eenigszins
opgevallen was, maakte zich thans opnieuw
bemerkbaar, n.l. eene indispositie aan het
begin harer voordrachten, die zich uitte in
detonatie en ook in het krampachtig samen
trekken der keelspieren. Dit laatste verdween
echter reeds spoedig, het detoneeren eerst
tegen het slot bij de «Contes mystiques". Ik
meen dit te moeten releveereu, omdat eene
groote zangeres met een beroemden naam, gely'k
Pregi, daarom toch niet het privilegie mag ver
werven tot onzuiver zingen. Wat men een begin
neling kwalijk zou vergeven,moet by een kunste
nares van reputatie nog zooveel te zwaarder
wegen. Dat echter daargelaten, heb ik niets dan
lof voor de voortreffelijke wijze waarop zy n haar
programma gekozen had, met by'na geheel on
bekende zaken, n waarop zy het spiritueele
in de verschillende werkjes tot uiting wist te
doen komen. Vooral de »Contes-mystiques"
maakten een diepen indruk, als compositie
zoowel als voordracht. Het Panis Angelicus,
met mevrouw Hutschenruyter aan de harp, de
heer Mossel aan de violoucel en de heer Kroon
op het orgel, werd door het publiek bis ver
langd en verkregen.
Onze voortreffelijke kunstenaar Louis Coenen,
die, na een langdurige ziekte, sedert eenigen
ty'd wederom deel neemt aan het muziekleven
der hoofdstad, gaf Zaterdagavond een
sonatenavond, waarop hij, in chronologische volgorde,
eenige componisten aan het woord deed komen,
die men kan beschouwen als baanbrekers voor
den tegenwoordigen sonatevorm, nl. Piiilip
Emm. Bach, Jos. Haydn en Mozart met Beet
hoven tot afsluiting van dien ontwikkelings
gang. In het tweede deel werd dan nog een
werk van César Franck gespeeld, hetwelk,
na Beethoven (A-dur op. 101) wel geen climax
opleverde, maar toch bleek te zyn een
claviercompositie, vol geest en nobel in zijn factuur.
De heer Coenen had daarvoor eene tnematische
analyse geschreven, die voor velen het genot
zal verhoogd hebben en welke getuigde van de
warme bewondering, die de heer Coenen den
sympathieken Franschen meester toedraagt.
Daar de heer Coenen blykbaar instructief
heeft willen werken en dan ook hoofd
zakelijk als paedagoog optreedt, wil ik speciaal
nadruk leggen op het gewicht van een zoo
danig paedagogisch experiment en alleen nog
er bij voegen, dat m. i. ook aan Domenico
Scarlatti een plaats had moeten toegekend
worden, te meer rog daar zyne werken
levensvatbaarder zijn dan die van Ph. E Bach.
Twee noviteiten kwamen in de afgeloopen
week by de Nederlandsche Opera tot uitvoe
ring en wel van verschillend genre: Het Lu
cifersmeisje, een »Einakter", en een Ballet
pantomime sKrans of Kroon" van David
Koning Jr.
Het Lucifersmeipje is een allerliefst sprookje
van H. C. Andersen, hetwelk door August
Enna als opera in een bedry'f is bewerkt.
Dat nu een allerliefst sprookje ook een opera
moet worden, waarop men dat praedicaat mag
toepassen, is nog niet alty'd waar. De muziek
van Enna levert er het bewy's van. Ik voor
my vond het jammer dat het lieve verhaal
ten tooneele is gebracht. Het teere, en ge
voelige dat in zoo'n sprookje niet alleen niet
misstaat, maar zelfs veelal de bekoorlijkheid
er van uitmaakt, wordt eene banaliteit wan
neer daar moderne decors en overladen muziek
met schetterende instrume tatie bijkomen.
Wanneer Enna getracht had eenvoudige, popu
laire melodieën aan zyn werk ten grondslag
te leggen en daarin een voorbeeld genomen
had aan Humperdinck (Kansel und GrsteU
dan ware er niet in die mate gezondigd tegen
de verdramatiseering van iets wat zulks niet
toelaat. Djch de melodieën waarmede Enna
zyn »Einakter" voorziet, zy'rt eenigszins
Italiaansch getint en zwelgen in sentimentaliteit
zoodat de verhouding eene valsche is ei er dus
zelfs geen poging gadaan wordt om de m
jalliance tusschen onderwerp en muziek te
rechtvaardigen.
Voorts wil ik wel erkennen, dat er eanige
momenten in voorkomen, waar de componist
van Cleopatra eene zekere stemming bereikt
en die dan ook niet nalaten indruk te maken
op het publiek. Met den besten wil van de
wereld kan ik echter in «het Liicifersmeisjo1'
geen groot kunstwerk erkennen. Toegegeven mag
worden, dat naast de voortbrengselan van
het «verisme", Enna's sprookje werkt als een
visioen van lelieblanke onschuld. Het zou my
niet verwonderen als vooral kinderen met
graagte de voorstellingen van het
L'icifersmeisje gaan bezoeken. Wordt hun kunstgevoel
dan wel niet in hooge mat^ ontwikkeld en
geleid, zeker zal hun zin voor philantropie
daardoor worden opgewekt.
Mej. Truus Urlus speelde het stukje aller
liefst en met naïve uitdrukking in geoaren en
standen, hare stem is mooi en belooft veel
voor de toekomst, doch mist thans, vooral in
de middentonen, nog die volneid die Enna
voor zyn figuur verlangt. Want hier en daar
is de instrumentatie zoo sterk dat er van het
jonge wezentje eene meer dan kinderlyke
stemontwikkeling verwacht wordt om tegenover
het orkest een aequivale: t te stellen, en men
zou meenen dat de rol gezongen moet worden
door een jeugdige dramatische zangeres Doch
zooals gezegd, mej Urlus maakte van de partij
wat zy er thans bij mogelijkheid van .maken
kan en daarmede leverde zij eene zeer
syinpatieke creatie.
De heer Peter Raabe dirigeerde het gehvel
met veel smaak en gloed. De zachtere tinten
van het orchest hadden nog meer uitgewerkt
kunnen worden.
En wat zal ik nu schrijden van «Krans of
Kroon ?" Moet ik er PU verslag van geven
of er goed gedanst is V Moet ik nu ver
melden of de dames van het corps de ballet,
hare spieren goed gebruikt hebben? Op dit
terrein durf ik my niet wagen ; ik verklaar mij
gaarne totaal onbevoegd om hierover te oor
deelen. Moet ik dan schiij vcn of de heer Koning
er in geslaagd is eene muziek te componeeren
waarop gemakkely'k en prettig gedanst kan
worden? Ook daarvoor ben ik huiverig. Zil
ik dan over den inhoud van het sprookje gaan
schrijven, en over den prins die volgens de
toelichting, den ouderdom bereikt heeft om te
huwen, en den vader, die hem deze gewichtige
gebeurtenis '*) zal mededeelen ? Och neen,
laat ik alleen zeggen dat de allitereerende
titel van het werkje mij een dito beschrijving
deed verwachten van het sprookje en dat ik
dus daarin wel een beetje teleurgesteld was.
Laat ik verder verklaren dat de heer David
Koning Jr. bly'k heeft gegeven eene uitstekende
kennis te bezitten van het gebruik der ver
schillende orchestinstrunieuten, zoodat het ge
heel vol afwisseling en met smaak is
georchestreerd, dat ik echter tot mijn leedwezen dien
wegsleependen, onweerstaanbaar verzengenden
melodischen gloed heb gemist, die naar ik mij
voorstelde, bij de bewonderaars van dat genre
de grootste attractie uitmaakt.
* *
Ik wil niet verzuimen met een enkel woord
een kunstenaar te herdenken, die in den
vreemde geleefd hebbende en ook daar ge
storven, hier vele vrienden en vereerders
telt ik meen den grooten meesterzanger
F>itz Plank. Den 21en December was hij
by eene repetitie van den «Freuchütz" uit
een luik gevallen en had daarbij zware
inen uitwendige kwetsuren opgedaan. Aanvanke
lijk vreesde men het ergste voor hem, doch
omstreeks den lüen kwamen er betere berichten
over hem in. Het mocht echter niet voor goed
zijn; den löan Januari bezweek hij aan een
beroerte, een zwaar zieke vrouw en verschil
lende kinderen achterlatende.
Fritz Piank was geboren den 7 November
1848 te Weenen. Na by Friedrich Schmitt en
Josef Giiisbacher gestudeerd te hebben, kwam
hij eerst aan de opera te Mannheim en drie
jaar later aan die te Karlsruhe, waarvan hy
tot aan zijn dood een sieraad was. Hij had met
den grooten tenor Sehnorr von Carolsfeld
(4en eersten Tristan in '(31) niet slechts zijn
voortrett-lijke eigenschappen als kunstenaar
en zanger gemeen, doch ook zijne corpulentie.
En mocht deze hem wel eens in den weg
gestaan hebben tot het bereiken van eene
ideale uitbeelding zijner partijen, zoo spoedig
men hem hoorde, kon men zulks vergeten,
evenals bij Schnorr. Zijn Kurwenal, Klingsor,
Sachs, om slechts enkele partijen te noemen,
waarin hij ook te Bayreuth opgetreden is,
zullen onvergetelyk blijven. Voor een paar
jaren verwierf hij zich ook hier vele vrienden
toen hij in de Wagnervereei.iaing fragmenten
zong uit «die Meistersinger". Later heeft men
hem voor de geheele Sachs-partij willen
engageeren. Het mocht echter geen van beide
malen gelukken. Eere zijn nagedachtenis'.
ANT. AVERKAMP.
*) Da cursiveering is van my.
Hier ter stede is opgericht eene
zangvereeniging, onder de naam «Amsterdarnsch Gemengd
Koor", ter beoefening van den koorzang in den
uitgebreidsten zin. Tot directeur is benoemd
de heer Otto de Nobel. Dames en heeren die
muzikaal ontwikkeld zyn, kunnen zich voor
het lidmaatschap aanmelden by den heer J. H.
Esendam, Oosterpark 43.
'Salut aux Boers!"
Men zond ons een Fransch gedichtje toe,
opgedragen aan Paul Krüger en te zingen op
de wy'ze van het Transvaalsche Volkslied. De
tekst is geen vertaling, maar «geïnspireerd"
door de lezing van het bekende Volkslied
«Kent Gij dat volk vol heldenmoed?" Jammer,
dat de auteur, de heer Wangermez, vergat den
naam der componiste, mej. Cath. F. yan Rees,
te vermelden.
TeplscMlderiieii,
By de talryke navolgingen van het aarde
werk der Haagsche fabriek «Rozenburg" die
aan Cülenbrander haar reputatie te danken
heeft, is het aangenaam eens faience te zien,
dat van eigen opvatting getuigt. En dit is
zeker al een der grootste verdiensten, die de
tegels van den heer L. Nienhuis, onlangs in
de kunstzaal der firma Goudeket geëxposeerd,
kenmerkten.
Geen onbestemde kleurencombinatien, die
door hun toevalligheden wel eens bekoren, maar
zuivere, decoratief opgevatte studies naar
vogels en planten, die in hun eenvoudigheid
hier en daar aan de Japanners verwant schijnen.
In het bijzonder merkten we hierbij op een
kachelplaat in liciit en donker geel met groote
vogels, wier uitgespreide vlerken, het vierkant
omsluiten. Een tableautja met geestige reigers
en een grooter met hanen en kippen tegen
O. I. kers uitkomende, vertoonen zeer goede
eigenschappen, zoowel van teekening als kleur.
In de herhaling der veertjes van deze zeer
typisch geteekende vogels is een ornamentatie
gezocht, die tevens goed het karakter weergeeft.
Esn voorstelling met rl*mi go's, die ons aan
een dergelijke aquarel van Dysselhof deed
denken, is als kleurcombinatie wat zwak, even
als een troep witte ganzen, die ook te
ongedecideerd is. O /er het geheel echter doen deze
tegels ons veel verwachten, en zullen zy by
de accurate teekening, door meer verschil in
kracht der kleuren, zeer zeker nog winnen.
Zi vertoonen in ieder geval een zelfstandige
gedachte, die te appreciëren is
R, W. P. Jr.
In het Fdbruari-nuramer van Tlie Studio
geeft de heer Pu. Zücken een levensschets van
Jakob Maris. Toepassende de woorden van
B,ilzac bij Victor Hugo's dood: «Messieurs,
l'Europe va perdre un graad esprit", deelt de
schrijver verder een en ander van Maris'loop
baan mede. Hoe hy, na bij Stroebel gewerkt
te hebben, op het atelier van van Hovekwam
en, met hem naar Antwerpen vertrok, vervol
gens na een tijdelyk verblyf in den Haag,
zich te Pary's vestigde, waar hij met zijn
broeder Matthijs de commune meemaakte, en
ten slotte zich den Haag voor goed als woon
plaats koos In het bijzonder wijst den heer
Zilcken op het enorme geheugen van Mdris
voor vorm en kleur, dat hem in staat stelde
zijn meeste doeken uit het hoofd te schilderen,
die door hun «atmosfeer toen steeds den indruk
van »plain-air" maakten.
Behalve een zeer goed portret bevat dit
artikel reproducties naar tal van studies en
schilderyen, die als souvenira aan Dordrecht,
Amsterdam, molens e. a. ons meest a'.len wei
bekend zijn.
Het nummer van 3 Januari van het in den
Haag verschijnende weekblad HMandia, bevat
een reproductie naar een krijtteekening van
Vincent van Gogh, terwijl de rubriek «Be
kenden en Onbekenden" een portret geeft van
dezen te vroeg gestorven kunstenaar, dat een
verkleining is, naar een zelfstudie, in»lesHom
mes d'aujourdhui" destijds gepubliceerd. De
teekening «Wanhoop" wijst ons als op nieuw op
de kracht waarmede Vincent, ondanks zyn
dikwyls tekort schieten in tecnnische vaardig
heid, toch zijn indrukken kou weergeven. Het
zyn louter afbeeldingen, het zijn ernstig ge
sproken woorden, zij dringen tot u door, en
wekken bij u op, de emoties die de schilder
zelf doorleefde.
Te Parijs bij de «SociétéFranchise d'
ditions d'Art", vertegenwoordiger L. ilenry May,
verscheen onlangs een werkje, dat wel der
vermelding waard is. Onder den titel van
«Silhouettes d'artistes" n.l. verzamelde de heer
Voeling Kam Band een zevenügtal portretten
van Fransche kunstenaars door hem zelven
geteekend, waarby hij in het kort het meest
kenmerkende omtrent hun werk aanteekende.
In het voorbericht zegt Alexandre Hepp hier
over : »D'un trait, »avtc rie:i" comme on dit
dans Ie jargon des ateliers, il fait une
silhouette, caiape un personnage dans l'atmosphère
de son oeuvre; d'un mot, d'un souvenir, d'une
appréciation piquée en passant, il claire sa
nature, fixe sa maniere, les choses mooie de
sa vie, voquées, décrites, autour de lui
s'animent, concourent a la faire connaitre
mieux, Ie complètent."
DJ meest uiteenloopende personen zijn hier
vertegenwoordigd, Berjimin Constant, Ie peintre
orientaliste, wiens geacheveerde schilderijen
ons de oostersche harems binnenvoeren, tot
Louis Dhurmer sl'intellectuel au bon sens du
mol", die alle kracht zoekt in de gedachten,
afgescheiden van de voorstelling. We zien hier
een portret van Auguste Rodin, «qui va seul
dans son rè/e, continuant son oeuvre, sans
découragement, sans faiblesse, et assez haut,
pour ne pas voir les turpitudes dont on
l'entoure, ni entendre les imbécilitéa qu'on
débite sur son compte". Ook Sisley die met
Claude Monet, Pisarro, Degas e. a., »a lutt
Ie plus opinifurement pour la pleine et diffuse
lumière et aon rule dans la peinture", is hier
vertegenwoordigd.
Zooals men ziet, zijn de bijschriften niet
een register van den Burgerlijken Stand dat
dag en jaar van geboorte vermeldt, maar korte
kenmerkende beschouwingen, en als zoodanig
dus veel eigenaardiger dan een dergelijk, in
1883 reeds bij den uitgever E. Bernard, onder
den titel van »Nos Peintres dessinées par
eux meines" verschenen werk, van A. M. de
Bélina dat telkens aanvangt met M.... est
néu.... il est lère de l'aca lemie .... etc.
D^rgely'ke notities kunnen voor den
kunsthistoriker van groot belang zyn wellicht, voor
den gewonen lezer zijn zij op den duur zeld
zaam droog.
Hoewel dus geen geheel nieuw denkbeeld
is de bewerking, van Sühouettes d'artistes, toch
een eigen vinding, die hier en daar een zeer
goeden kijk op het werk der kunstenaars geeft.
Al zijn allen voor ons niet even bekend en
missen we enkelen, wier kunst ze tot goede
bekenden gemaakt heeft, »et qui auront
peuttre leur tour dans une prochaine serie",
toch is het aangenaam velen er in terug te
vinden die door hun werk, een plaats onder
de schare der kunstenaars hebben ingenomen,
en waaraan de heer Ram-Baud ons met een
enkel woord voorstelt. R. W. P. Jr.
M en TijflscMft.
Taal en Letteren.
Taal en Letteren" ziet er in zijn nieuwen
roodbruinen omslag aariig uit, en ook de in
houd is belangwekkend.
Er is van Dr. Buitenrust Hettema een zeer
persoonlijk gestyleerd opstel over taal, waarin
h^t individueele van eiken woordkunstenaar niet
alleen verdedigd, maar voor hem als onafwend
bare eisch wonit gesteld. Zoo goed als het
denken, zegt, Dr. Hettema, is de taal indivi
dueel. Dit is gansch de menscli! Ia volgende
&fl. zullen meerdere opstellen volgen onder de
algemeene benaming 't, Nederlands en z'ii studie",
Het zijn de zelfde gedachten door hem in de
G ds van 1S9G gepubliceerd als het Fries en
z'n studie, en die nu meer algemeen bijgewerkt
zijn.
Dan is er van J. Kiopmans Vondel-studie"
IV." Van K. P. dn Vries een bespreking van
de kerkelijke twisten te Amsterdam; van Bui
tenrust Hettema een opstel over
Nieuw-NeJerlaiid^c'ie Veis-K'inst en daarbij nog vt'le andere
kleine mededtelingeu.
Aangikondigd wordt voor de volgende afle
veringen een geheele serie artikelen, waarvan ik
deze enkelen citeer als: Hjt middeneeuwsehe
Volkslied door J. II. v. d. Bosch;
Gevoelsiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii
IIIIIH iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiii
40 cents per regel.
TRADE
MARK.
HflARTELL'S COSNAG,
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle bekende
Wijnhandelaars en bij de representanten
KOOPMANS «fc
te Amsterdam.
Prijzen fan af ?2.51) per Flal.
J. H. D E W l T,
BOEKHANDEL
Utrecntschestraat 54.
Voorhanden 't zooeven verschenen prachtwerk:
Orauje-Nassau Galerij.
120 Platen met tekst compleet ?45.
Goudeket & Co., Rokin 50, Amsterdam,
exposeeren deze week: Alex. Boom,
«Stadsgezicht",
PÜEJILMAN^'S Geheugenleer ontwikkelt de
opmerkings- en opnemensgave, vestigt
deopmerkzaamheid, geneest zenuwachtige verstrooidheid
en versterkt het natuurlijke geheugen. Gemak
kelijk leeren van talen en wetenschappen; in
n woord aan te bevelen voor het praktische
leven. Uittreksel uit recensies: L>i N-ition,
F l o r e n z : Poehlmann heeft een methode
voor het versterken van het geheugen uitge
vonden, die delof van het belangrijkste gedeelte
der Europeesche pers gekregen h<>eft. ... 't Is
nuttig voor iedereen .... Da 'J'degraaf,
Amsterdam: . . Zijn theorie wordt met korte,
heldere zinnen uitgelegd en door talrijke voor
beelden verlucht.... Hoe meer men zich in
deze verhandeling verdiept, des te meer ge
dachten worden daarin gevo-'den, die men te
voren niet opmerkte.. . Norddeutaclie
Allgemeint Zeitwng: Een scherpzinnige en wat meer
zegt. een aanbevelenswaardige en vertrouwbare
verhandeling.. . Le Salut Public, L y o n : Wij
hebben het geluk gehad, een werk te lezen,
dat ons toeschijnt, een groot succes te zullen
hebben niet alleen in de wetenschappelijke
wereld, doch in alle standen der maatschappij.
DJ volkomenheid van menschelijke handelingen
tot het verstandig ontwikkelen van het geheu
gen, daar zonder dat inderdaad geen weten
schap of ontwikkeling bestaan kan, is het doel
van Poehlmann's geheugenleer. Journal de
(rencce : . . . . Zijn methode bestaat uit de ge
heele vermyding van verstrooidheid, uit het
concentreeren der opmerkzaamheid over ver
schillende en langzamerhand moaielijker wor
dende oefeningen. Het behandelt ook de
opmerkingsgave, de kracht van oordeelen, van
vergelijken en geeft een waarlijke
hersengymnastiek die met het mechanische inpompen
niets gemeen heeft. Barner Sclitilblatt: . . . .
Zijne oefeningen tot genezing der verstrooid
heid zijn onovertroffen. . Der iiretlichi
Mttarbeiter van Das Ijiich fiir alle. . . . Wij zouden
u daarom aanraden in vol vertrouwen de oefe
ningen van Poehlmann te volgen. . .
DiinaZtHtang, Riga: Poehlmann's geheugenlee.r heeft
met Mnematechniek niets uit te staan. Veel
meer is het een gewild concentreeren der ge
dachten op n punt. Hij wil ons eecigermate
het schaak-genie verklaren, die de geheele
wereld om zich kan vergeten, en wiens eenige
gedachtei s, zij n medespeler schaakmat te zetten.
Vergeten zei dus dat, wat ons altijd verstrooid:
de fantasie .... Kölnische Volkszeitung
Hy leert niet alleen onthouden, maar ook zelf
standig denken ... Deutsch AmerikaniscUe
Na'.urarzt. C h i c a g o: Omdat de werking van
het geheugen zoo gruwelyk verwaarloost wordt
en toch van zoo groot gew'cht is, moest een
ieder Poehlmann's eenvoudige, doeltreffende
regels kennen en zich daarin oefenen. . .
Wiener Premdenblatt: Zyn leerwijze toont ons
in korten en ook gemakkelijk te begrijpen vorm,
hoe wy op een natuurlyke en ongekunstelde
wijze een opvatting en een geheugen ons kun
nen vormen, dat ons tot alles in staat doet zijn.
Prospectussen met talryke getuigschriften en
recensies gratis bij L. POELHMANN,
Finkenstr. 2, Munchen, A 87.