Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1182
fouten en tekortkomingen tegen de heerlijke
argeloosheid, het' goed humeur in het proza,
de sublieme karikatuur in de teekeningen.
't Is 't beste wat Speenhoff tot dusverre in
de tijdschriften leverde en wel een bijzondere
vermelding waardig
Ouderdom", door Ina Bakker is een schets,
met goede kwaliteiten, maar nog wat ondui
delijk en fragmentarisch. Beschreven is door
haar het berusten na wanhopigen tegenstand
van twee oudjes, die, omdat ze van verschillende
godsdienst zijn, ieder in een andere stichting
door dominéonder dak worden gebracht, in
hun laatste jaren nu van elkaar gescheiden.
Vervolgens is er het vervolg van de be
kroonde novelle, Moeder Wassink'' van Anna
Koubert; Gedichten door Evangeline, waarvan
ik dit citeer:
Kom mee nu lief, naar de lindelaan,
Waar het herfstlicht sprankelt
Groen goudene vlammen
Over takken en stammen;
Waar 't tintelt en vonkelt
In trillende bladen
Op wuivende draden ...
O, kom nu, lief, laat ons nu gaan!
Kom mee nu, lief, naar den blauwen vliet,
Waar de riethalm ruizelt
Waar de golvekens babb'len
En droomerig kabb'len;
Waar 't fluistert en suizelt
In zilverig loover,
Dat wuivend buigt over ...
O, kom nu, lief, mee naar den vliet!
De heer C. Gysberti Hodenpy'l vertelt de
historische bijzonderheden over de oprichting
van het Mausoleum der Oranjes, wat verder
nog verduidelijkt wordt door afbeeldingen.
In de schilder-bespreking van de maand is
Georges Eekhoud aan 't woord, over den te
vroeg gestorven Hippolyte Boulenger, het hoofd
van de z.g. Tervueren's school, die in Belgi
het landschap schilderen deed herleven. Atmos
feer, kleur en beteekenis van 't dorp en bosch
van Tervueren, Boulenger's lievelingsstreek,
wordt door den heer Eekhoud beschreven, als
ook worden eenige historische bijzonderheden
medegedeeld, waarby' met verontwaardiging nog
eens melding wordt gemaakt van het wanda
lisme die koning Leopold beging, door de
ruïne van het oude kasteel van den Prins
van Oranje, waarin nog geheel gaaf een opmer
kelijke bas-relief van Frangois Rude, Het wilde
zwijn van Calydon" voorstellende, bewaard was
gebleven, dóór dynamiet te laten springen.
Een officieele beeldstormerij in 1897.
In het Redactie-opstel wordt een beetje den
spot gedreven met onze tooneeltoestanden,
terwijl in de boekbeoordeeling besproken wor
den: Verzen van Jeanne Reyneke van Stuwe
(zeer gunstig). Verzen van Jeannette Nyhuis
(met reserve). Doodzonde" van Ternooy-Apel
en Op Zee" en Vijftig van Marcellus Emants.
In Overzicht van het Buitenland door mr.
Plemp van Duiveland worden eenige hartige
woordjes gezegd over de gemoedsstemming in
Engeland, in hoofdzaak naar de gepubliceerde
meening van Sir Wemys Reid, die doorgaat
voor een type van den nog niet geheel ver- ]
blinden Engelsman.
Het muziekstuk is Slaapliedje", van Lize
Kuyper.
G. VAN HULZEN.
BOEKAANKONDIGING.
Gods Leidingen in mijne Levensgeschiede
nis, door OTTO FUNCKE. Uit het Duitsch.
Höveker en Wormser, Amsterdam.
Waarschijnlijk zal de titel van dit boekje
er schuld aan hebben, dat het niet eens ge
opend wordt door hen, die van die Leidingen
Gpds" niets moeten hebben. Want zeer groot
is' het aantal van hen, die met wrevelig onge
duld zeggen: nu laat er dan in vredesnaam
een God wezen als 't niet anders kan, maar
die Hem dan toch liefst op een afstand houden,
op de manier van een constitutioneel vorst,
dien men te beter kan dulden naarmate men
minder van Hem merkt. Zij zullen hun eigen
zaakjes wel opknappen."
Volkomen gegrond komt mij voor de
daartegenovergestelde bedenking: indien God is,
dan zal Hij toch ook wel wat doen en mogen
doen, en als Hy' in alles is, dan zal Hij toch
ook wel in uw en niïjn leven zijn; en als dat
zoo is, dan zal Hij er toch ook wel in te vin
den zijn door hen die Hem er willem zoeken
en kennen. En is dat zoo, dan is het toch niet
al te dwaas, te veronderstellen, dat de vrucht
van dat zoeken en kennen niet geheel zonder
belang, ook voor anderen wezen zal.
Op dat standpunt heeft de schrijver dr. theol.
Otto Funcke, predikant der Friedenskirche te
Bremen, zich ook geplaatst, en van dat stand
punt uit deelt hij zijn eigen jonge leven, tot
den dag dat hy als predikant optreedt, aan
zy'ne lezers mee.
Op welke wyze?
't Komt my voor zóó, dat zij die om den
titel allereerst het boek in handen zullen willen
nemen, door den inhoud zullen teleurgesteld
worden. Want dr. Funcke is, ofschoon hij
uit volle overtuiging zegt: ook mij ging, schoon
geen Elia, de Heer voorbij", allerminst wat
men by' ons te lande een gereformeerd" man
noemt. Daarvan is blz. 141 met haar
vraagteeken achter kennelijke
gebedsverhooring een afdoend bewijs. Hij is, wat wy'
noemen een zeer gematigd evangelisch man of
wel een bijbelsch christen, een van het ras der
gemoedelijk-geloovige vrijzinnige predikanten
van een halve eeuw geleden. Evenals zij houdt
hy er een gemoedelijk vroolijke levensopvat
ting op na, niet beperkt door den geest van
het raak-niet-smaak-niet roer-niet-aan-bestaan.
De vertalende hand kan het dan ook niet laten
ergens, als het een beetje over de hooge schoe
nen gaat, de opmerking te maken, dat dr. Funcke
wel wat al te luchtig over zijn jeugdige ver
maken denkt.
Toch zullen ook zij, die wel kunnen zien
dat het zonnetje in 't water schijnt en niet
dadelijk zonde en schuld zien in een grap of
jeugdige dwaasheid, met die Leidingen Gods"
geen vrede hebben, 't Verhaal daarvan moet,
dunkt me, zy'n óf episch, óf dramatisch óf
lyrisch. Of in den trant van het epos: Israël,
gedicht door Israëls profeten; ót in den trant
van de roeping van Mozes en Samuel of de
verschijning van God aan Elia, aan Saulus, aan
Luther, aan Parker; óf in den trant van intieme
uitboezemingen als vele psalmen; lyrische
zielsinstantané's. Forsch, aangrijpend, stout, w
gslepend, of: teeder, bekorend, zacht. Nooit
langdradig, saai, vervelend.
Nu zou ik niet durven beweren, dat dit
boek van dr. Funcke van dit laatste noch het
een noch het ander was, in weerwil van vele
vriendelijke kykjes in zijn leven.
De vertaalster bracht het over in goed
Hollandsch.
Ik zeg : vertaalster. Ofschoon het niet op den
titel staat wie het boek vertaalde. My'n
veronderonderstelling, dat een vrouwehand het
deed, berust op de waarneming, dat die hand
telkens schrijft: studiosis, in plaats van stu
diosus. Dat lijkt me een vrouwefout.
Deventer. W. ZAALBERG.
De Zee, door HENDRIK DE MABEZ. W. J. W.
Becht, Amsterdam.
Dat is een boek van hartstocht : door de vier
hoofdstukken ervan voelt men de gloed van
de schrijver zelf gaan, na het eerste verhaal
niet crescendo maar gelijkmatig hevig. Dat is
niet meer de liefde, dat is de begeerte. In het
eerste verhaal, de Elegie van de zee, verliest
de jonge man door het sterven van z'n bruid
z'n geloof en krijgt weer kracht door z'n gaan
tot de mensheid en haar weedom, zoals de
Kleine Johannes. Dit is een soort geloofsbe
lijdenis, die meteen verklaart de voorliefde bij
de schry'ver tot het nagaan van die mensheid
en haar hartstocht.
In de Idylle geeft hij de Psychologie eener
kinderliefde. Ik vind alleen het begin iedillies ;
voor 't overige is het een realisties drama,
dat zich afspeelt met dat kinderpaartje tot hun
16e jaar. Ik vind die schepseltjes met hun
overspannen geestjes noch al akelig; en of ze
natuurlik zy'n ? Antwoord : »zy' waren geen
gewone kinderen", zoals de schrijver gelukkig
zegt Het Drama geeft de hartstocht van de
minder gelukkige minnaar, die in z'n begeerte
naar haar zover gaat haar man te overzeilen;
enDe Comedie, waarin zo'n soort vanLidewyde in
haar hartstocht iemand van z'n wettige vrouw
aftroggelt, nu dat mag van haar kant gezien
de komedie zijn, van de kant van Ida de
achterblijvende vrouw gezien, had ook dit ver
haal een drama genoemd kunnen worden. Dus
in de schrijver is gloed genoeg en een van de
vereisten, het hoofdvereiste voor goede kunst
is dus aanwezig, maar hij moet zich wat meer
inhouden en dan er moet ook om de taal
gedacht worden; die eis van de jongerenis voor
ons jongeren-zelf onafwendbaar en dan moeten
toch enkele dingen hierin worden aangewezen :
b. v. Bert Redel was een hoop, een schitterende
hoop in Vlaanderen. Zy'n jonge pen had een
krachtig en zangerig vers gebaard 1) (blz. 4) ;
een aureool was rondom dien jongen dichter,
die als de synthese was van het algemeen ge
voel en die zoo, als een idool werd voor het
jonge volk (blz. 5) (al te veel Frans, meneer
de Vlaming I) de roos werd lelie (blz. 5) ;
maar toen hy' den dokter zag opstaan, het hoofd
schuddend als iemand die ontmoedigd, het
opgeeft, toen weende zijn hart van liefde, maar
bonsde in triomf zijn hart van geloof (blz. !)).
(Had hij twee harten n van liefde en n van
geloof? Of weende en bonsde «datzelfde jonge
hart7' mischien tegelyk ? En dan noch : stel
u maar eens een schreiend hart voor:); golfjes
die een stuk uit den zandberg beten (minder
gelukkig bij het wegspoelen van het zandkasteel
op 't strand) (blz. 26) en zo zijn er noch wel
meer dingen die mij niet bevielen in de taal en
schildering. B. v.een vrouw: »groot,slank,met don
ker bruine haren,waardoor vlammen vuur liepen,
als uitwasemingen van vleesch vol passie". De
gloed hoeft de goede smaak dunkt me niet te
verbranden. »Mate es tallen dingen goet", zegt
de schrijver van de Reynaert terecht.
Haarlem. S.
1) Ik kursieveer ook by' 't volgende.
In de duinen, door E. HEIMANS en JAC.
P. THIJSSE. Amsterdam, W. Versluys.
Het tegenwoordige jonge geslacht mag dan
gebukt gaan aan overlading, ze krijgen toch
maar veel prettiger onderwijs dan wij. Het
hele Lager Onderwijs gaat meer en meer be
rusten op -'en uitgaan van de natuur, maar
de grootste weldoeners voor onze kleinen zy'n
zy die ze naar buiten lokken om de natuur,
de wereld van planten, insekten en vogels op
de plaats zelf te bespieden. Daarom is het
schrijven van boekjes als het bovenstaande
zulk 'en goed werk. Opgewekt, geheel op
de hoogte van hun liefhebberijen, dwepend
met de mooie natuur slepen ze je mee, al ben
je ook 'en leek; al heb je tot je spijt vroeger
nooit veel aan de plantkunde gedaan, de kennis
van de insekten en vogels genegeerd, kortom
de natuur alleen oppervlakkig waargenomen,
vol lof voor 'en schilderachtig hoekje, mijme
rend op 'en schaduwrijk plekje en toch k
genietend. Zij werken niet storend op dat
genot in maar willen het verdiepen,
verinnigen; zij willen je ook niet maken tot
het evenbeeld van die Dokter Sy'fer, die de
dingen maar hoefde aan te zien om alles in
rubriekjes te zien vervallen, welke hy' dan
elk z'n etieketje kon geven. Nee, de kleine
Johannes behoefde voor dit boekje niet te
griezelen: deze beide mannen zy'n
zielsverwanten van hem.
En het is geen oppervlakkig werk ook, voor
zover ik er over kan oordelen als leek, want
de schry'vers hebben niet het geheel willen
nemen : »de groote rykdom der duinflora en
fauna maakte het noodzakelijk, dat wij ons
beperkten." Ook is hier voor degene die
goeie ogen heeft noch veel zelf te vinden en
juist dat aansporen, om de dingen zelf na te
gaan en de schry'vers als men kan aan te
vullen in het tijdschrift De levende natuur,
dat maakt het boekje zo ontwikkelend.
Het spreekt van zelf dat men nooit tevreden
is, dat men toch ook wel eens weten wou hoe
deze of die bloem heette en groeide maar men
weet nu de weg om er achter te komen.
Ten slotte noch 'en gave bij die opgewekt
heid in 't vertellen, n.l. de tekenkunst. Heel
aardig tekenend zijn de schetsen er door de
schrijvers zelf bijgevoegd.
Haarlem. S.
E. L. VOYNICII, De Horzel, vertaalt uit
het Engelsch door LOUIRE ZAALBERG.
'2 Deelen. Haarlem, De Erven F. Bohn.
Deze roman is een aangrijpend boek vol
spannende tafereelen.
De hoofdpersoon Athur Burton is een
Engelschman en de natuurlijke zoon van een
Italiaansch priester Montanelli, die opklimt tot
den hoogen rang van Cardinaal.
Na den dood zijner moeder komt de jonge
ling, die het geheim zijner geboorte niet kent,
onder leiding van den Padre" die voorloopig
nog maar directeur is der Bibliotheek van het
theol. Seminarie te Pisa. Vader en zoon zy'n
door de innigste genegenheid aan elkander
verbonden, maar Montanelli is priester en
Arthur wordt lid van een club die de bevrij
ding van Italiëwil tot stand brengen desnoods
door geweld. Het is vooruit te zien, dat er
een botsing komen zal; maar die komt later
dan men zou hebben verwacht. Arthur is een
oprecht, geloovig zoon der kerk en Montanelli
is niet een kleingeestig of bekrompen man.
Als de jongeling aan zy'n vaderlijken vriend
meedeelt by welke party' hij zich heeft
aangesloten, ontstaat er geen zweem van verwij
dering. Het wederzydsch vertrouwen wordt
geen oogenblik geschokt; Montanelli is alleen
bezorgd dat zijn zoon in ongelegenheid zal
komen. Hy wier een reis naar Rome en
zy'n verheftingiot Bisschop aangeven, als Arthur
ook maar vermoedt, dat hem eenig gevaar zou
knnnen dreigen. Luister, Carino, zegt hy, je
behoeft my geen verklaring te geven. Zeg
alleen maar: blijf" en ik geef my'n reis op.
Arthur beslist dat Padre" gaan zou, en
hy krygt tot nieuwen biechtvader Cardi, die
zich spoedig in zy'n vertrouwen weet te drin
gen, zich voordoet als een ijveraar voor de
zaak van Italiëen hem alzoo in de biecht al
zijn geheimen ontfutselt.
Zoo wordt de jonge man tegen zy'n wil |een
verrader van de goede zaak en van zijn vrien
den. Als hy' ontdekt dat het biechtgeheim is
geschonden en niet alleen zy'n vrienden, maar
ook het meisje dat hij liefheeft, hem houden
voor een Judas, dan sterft in zy'n hart al zy'n
liefde voor de kerk, hij haat voortaan haar,
hare priesters en dus ook den godsdienst dien
hy niet van de kerk leerde onderscheiden.
Het boek moet beschouwd worden als gericht
tegen de priesters. Maar van den man die
hen bestry'dt en haat met een volkomen haat,
wordt niet gemaakt een held zonder vlek of
rimpel en de priesters worden niet voorgesteld
als monsters.
Arthur die als de Horzel" door allerlei
schotschriften zy'n tegenparty' zoo diep moge
lijk tracht te wonden en later als samenzweer
der de bestaande orde bedreigt is te
onmeedoogend, maar hy' verliest de sympathie niet
van de lezers, want men begrypt, hoe hij
zoo geworden is.
Ook is Montanelli niet een onwaardige als
Cardi die het biechtgeheim schond. Hy tracht
den misstap zy'ner jeugd goed te maken door
te leven als een heilige." Niemand kan hem
minachten. Maar hy kan op zy'n standpunt
en in zijn hooge positie niet anders doen dan
de party bestrijden die zich tegen de kerk
verzet. Hevig is zijn zielely'den maar hij blijft
trouw aan zy'n verleden, ook als hy' zy'n zoon
moet opofferen, en hij is niet minder een mar
telaar dan Arthur die als een misdadiger wordt
neergeschoten.
Deze roman bevat zeer veel schoons en is
in goed Nederlandsch overgezet.
V. H.
Gonda van Overduin, door F. J. VAN
UILDRIKS, geïllustreerd door C. KOPPENOL.
Almelo, W. Hilarius W.zn. ?2.40 geb.
f 2.90.
Zonder twijfel is dit boek geschreven voor
jonge meisjes, en ouders of voogden, hoe
streng ook, kunnen 't haar gerust in handen
geven; 't is zoo fatsoenlijk en zedig als een
mensen maar verlangen kan. De auteur y'vert
voor zeer nuttige dingen en geeft allerlei wy'ze
lessen die te pas gebracht worden in een ver
haal dat de lezeresjes wel boeien kan zonder
haar zenuwgestel ook maar in 't allerminst te
schaden.
Er komt n ongeluk in voor, dat vry' erg '
is, maar de menschen die 't veroorzaken
troosten zich betrekkelijk gauw, zoowel als zij
die er de slachtoffers van zy'n.
Een drietal yry'ery'tjes houden de aandacht
levendig; zy' zijn van de onschuldigste soort en
leiden natuurlijk tot drie gelukkige huwelijken.
De heele toon is die van een beschaafde vrouw
en de illustraties zy'n heel aardig.
Trademark
THEE - E. BRANDSMA.
Trademarlc
LKIDSCH
Groot Beddenmagazijn.
Groote collectie Wiegen,
Kinderledekanten, Luiermanden,
Babytafeltjes, Babybascnles, etc.
etc. Vraagt geïllustreerde catalogus,
.E.
TANDARTS.
Plantage Middenlaan 86.
WILLEM BIJLMER,
PED1CUEE.
Singel 159.
Rafale pezii van LMooras.
Spreekuur iederen werkdag van 9 tot
12 uur en van 2 tot 5 uur.
Drie kanarievogels houdt die Muller
er op na en dan durft ie nog om ver
hooging van salaris vragen ! 't Is meer
dan erg, zoo'n weelde en dan nog klagen.
CACAO EN CHOCOLADE
is PRIMA Amsterdam.
Geen beter,
adres dan by'
solider en goedkooper
J. ELSENBURC,
N. Z. Voorburgwal 177.
TELEFOONA.DRES No. 2699.
Uitgave van J. B. WOLTERS te Groningen; |
K. TEN BKUGGENCATE,
INLEIDING TOT DE KLANKLEER,
Inzonderheid met het oog op de Nederlaiidsche Taal en de Onderwijzers
der Lagere Scholen.
Prijs fO.GO.
WED. W. VAN DER HULST,
Hofleverancier.
HEEREN MODE-EN REISARTIKELEN.
NOUVEAUTÉin Dassen, Boorden enz.; Wandelstokken, Parapluies enz.
Specialiteit in Overhemden op maat.
Mialverslraat tG9, Amsterdam.
PHIL1PPOM KETELAAR,
KALTERSTBAAT 166, AMSTERDAM.
SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige
Uitzetten en Luiermanden.
Op aanvraag wnrden prijsopgaven en modellen franco toegezonden.
Eobes-Manteaux.
Soieries-Lainages.
, f, . (Harm, £a jfaye.
de premier ordre.
TELEPHOONNUMMER 332.
fèraveur fêapetier de
<S. (M. la
733 Keizersgracht 753
AMSTERDAM.
Maison de Blanc.
A, SCHRÖDER & 0°.
Amsterdam, JLeitlsclteslraat 39/34.
SPECIALITEIT I1M
'Linnens, Tafelgoederen, Tricotages, j
HELMERS, SCHIPPERHEIJN & C°.
Vijzelstraat OS, Amsterdam,
leveren onder garantie
rood koperen Geijsers metgeémaill, Badkuipen
tegen scherp concurreerende prijzen.
TE KOOP:
een zoo goed als nieuwe
Salonvleugel,
klein formaat, zeer weinig bespeeld,
kruissnarig doorloopend ijzerraam.
Brieven, motto Vleugel", Bureau van
dit blad.
Eerste Nederl. Verzekering-Maatschappij op bet Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken,
gevestigd te 's-Qravenhage, Kneuterdjjk n. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEURINK,
Bijkantoren: te Amsterdam, Utrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderschestraat, Plan C No. 4.
Volteekend Maatschappelijk Kapitaal ....
waarop 20 pCt. is gestort.
Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1898.
Verzekerde rente
Ontvangsten over 1898
? 1,500,000.?IReserven en Zekerheidsfondsen ultimo 1898
Bezittingen ultimo 1898
16,717.290.28'""
469,260.01
1.519,902.59
Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1898
invaliditeit, gevolg van ongevallen,
5,083,683.57
5,371,226.81
38,171.666.59
41,984,463.28
Verzekering-Maatschappij HOLDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkracht verzeker i n g.
Omvat ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN.
In 1898 werd door de Maatschappij uitgekeerd o. a. voor infec
tie, influenza, blindheid, zenuwoverspanning, longontsteking, verlies
of breuk van ledematen etc.