Historisch Archief 1877-1940
4* '
f;
No. H92
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
YOO
Doel KMerboml.
Waar vroeger by de opvoeding van de meeste
kinderen, n maatstaf werd aangenomen: strikt
gehoorzamen, en by afwijking van het pad der
deugd, dezelfde wyze van straffen toegepast
op allen; daar begint men nu gelukkig al
meer en meer in te zien, dat by het
beoordeelen van begane fouten, mér dan een opper
vlakkig onderzoek moet worden ingesteld, naar
het sociaal milieu waarin de jonge delinquent
is opgevoed. Men kan als vaste waarheid aan
nemen natuurlijk de uitzonderingen niet
medegerekend dat in de eerste plaats, de
opvoeding die het kind heeft ontvangen, be
slist over zy'n verder levenslot.
Ieder heeft zy'n strijd in het leven, de een
vroeg, de ander laat l Zonder strijd, geen over
winning; maar op welke wyze moet die behaald
worden, wanneer een kind om zich heen niet
anders heeft gezien, dan struikelende, vallende,
opstaande en weer vallende menschen?
Onlangs deelde ik in dit blad mede, dat er
alleen in het 'aar 1897 niet minder dan 1408
kinderen beneden den leeftijd van 16 jaar door
het kantongerecht werden veroordeeld.
Gebrek aan goede leiding en het verblijf in
een gevaarlijke omgeving, zy'n de hoofdoorzaken
van het kwaaddoen.
Zelfs de eenvoudigste plant heeft leiding
noodig, wil ze tot volle ontwikkeling komen-,
en een jong wezen met een onsterfelyke ziel,
met zoo'n gecompliceerd gemoedsbestaan als
zoo'n klein menschje nu eenmaal is toebedeeld,
zou kunnen opwassen tot een goed mensen,
zonder dat er van leiding sprake was. Een
veld vol onkruid moge schilderachtig zy'n voor
het gezicht, vruchten zal het niet opbrengen!
Lang, veel te lang is er door ons gewacht,
met bet uitroeien van het onkruid dat zoo
welig tiert in onze maatschappij. We hielden
ons verre van het uitgebreide veld, waarop zoo
oneindig veel valt te arbeiden.
We verwonderen ons en ergeren ons met
groote ergernis, over de boosheid der menschen
in het algemeen, en die van het opgroeiende
geslacht in het by'zonder.
Maar wij deden niets om het sociale milieu
waarin dit jonge geslacht verkeert, te ver
beteren l
Lacassagne zegt: De erfelijkheid speelt de
kleinste rol; het sociaal milieu de grootste]"
Ze kunnen dus wellicht gered worden, de
kleine vagebonden!
Ja, maar niet met de hulp van enkelen!
Allen die hart hebben voor de kleinen, die
later als volwassen menschen de maatschappij
zullen intreden moeten medehelpen, hetzij door
zelf werkzaam te zy'n, hetzy' met hun geld de
goede zaak te steunen.
'sKinds herte is als was!" Ik weet niet
wie die woorden heeft neergeschreven; maar
zy zy'n waar I Vatbaar als het kind is voor
indrukken, zal hetgeen hij om zich heen ziet
gebeuren, niet slechts oppervlakkig door hem
worden waargenomen,. maar door hem worden
verwerkt, en als voorbeeld gesteld hoe later
zelf te handelen.
Men kan niet voorzichtig genoeg zy'n met
het behandelen van zaken en het bespreken
van dingen, ongeschikt om te worden opge
vangen in de graag-luisterende oortjes der
kleinen! Ruwe uitdrukkingen en liefdelooze
opmerkingen worden maar al te spoedig aan
genomen; en, wanneer er geen tegenwicht is,
namelyk, wanneer de kinderen niet in de ge
legenheid zy'n, ook van een andere zijde het
leven en het menschdom te leeren kennen,
dan bestaat er alle kans, dat de eenmaal aan
genomen ruwe handeling en den daaruit
voortvloeienden ruwen toon, van geslacht op ge
slacht zal overgaan.
Laatst was ik op een middag getuige van
twee uitingen, die blijk gaven van een geheel
verschillenden gemoedstoestand by' kinderen
van ongeveer gelyken leeftyd.
Het eerste was een jongen, ^niet ouder dan
een jaar of zes, die een paard, dat aan den
teugel werd geleid, van achteren, naar het
scheen met een scherp voorwerp telkens in
het lyt prikte.
Hy' deed het zoo gniepig, dat ik slechts aan
het steigeren van het paard bemerkte, dat er
iets gebeurde.
Hoewel ik op eenigen afstand was, riep ik
den jongen toe, het arme dier niet zoo te
plagen. Maar een spotachtig lachen was het
antwoord.
Telkens keek hy' naar my' om, als hy het
arme dier weer een prikje gaf, en hoezeer ik
me haastte om hem iu te halen, het drietal
liep te snel voort.
By' een politiebureau gekomen, hield het
geplaag even op. Maar daarna werd het weer
voortgezet.
Gelukkig verdween het paard in een smidse,
en de jongen wierp me een brutalen lachenden
blik toe.
Tien tegen een, is die jongen in een ruwe
omgeving opgevoed; en waarschijnlijk heeft hij
nooit geleerd, dat het plagen van weerlooze
dieren iets laags is.
Een tegenhanger van het bovenvermelde was
het volgende:
Voor een boekwinkel stond een man een
oorlogsbulletin te lezen. Aan zijne zijde was een
meisje van een jaar of zes.
Met angstig vragenden blik keek zij naar
hem op, en vroeg toen met een bedrukt
stemmetje:
Toch niets kwaads voor de Boeren, paatje ?"
Neen liefje I" was het antwoord. Het kleine
gezichtje verhelderde, en mij kwamen de tranen
in de oogen.
Ik zeg weer: Tien tegen een, dat dit kind
leeft in een omgeving, waar zy geen ruwe
woorden hoort, maar een vriendelijke behande
ling ondervindt.
Ik sprak zoo even van een tegenwicht, name
lyk, de kinderen in de gelegenheid te zien ge
steld, waar zy niet uitsluitend met de proza
van het leven kennis maken.
Zulk een tegenwicht vormt de Ned.
Kinderbond."
De Kinderbond wil op kinderlijke wys, de
kinderen van alle standen doen deelen in de
ontwikkelingsbeweging van onzen tijd, zij leert
hun verantwoordelykheidsgevoel versterken, als
ook de liefde voor menschen en dieren, zich te
verplaatsen in anderer toestand (dit laatste is
iets, wat ook aan veel volwassen menschen
mocht worden geleerd!)
Geen kwaadspreken en hulpvaardig zy'n;
geen wreedheid of leedvermaak, zelfstandigheid,
zedelyken moed l...
Dit alles te ontwikkelen, in het nog voor
goede indrukken vatbare gemoed, ziedaar het
doel van den nu acht jaren geleden
opgerichten Ned. Kinderbond.
Art. II der statuten zegt: De bond tracht
haar doel te bereiken door: a. het houden
van bijeenkomsten op geregelde ty'den met
clubjes van een zeker aantal kinderen, onder
leiding van daartoe bevoegde personen; &.
door het verspreiden van goede lectuur; c. door
het geven van moreelen steun of raad.
Reeds zy'n er 10 afdeelingen, in verschil
lende plaatsen van ons land, waar de commissie
leden allen met veel ijver haar taak vervullen.
De bond heeft tot hare presidente mevrouw
Van der Hucht?Kerkhoven, terwijl mej. Suze
Groshans secretaresse en mej. Marie Jungius
administratrice is; allen in den Haag woon
achtig. Hoewel er reeds tal van contribueerende
leden zy'n, hoopt het hoofdbestuur door meer
dere gaven in staat te worden gesteld, haar
nuttigen werkkring steeds te kunnen uitbreiden.
Een maandelijks verschijnend Correspondentie
blad, onder redactie van het genoemde drietal,
waarvan het abonnement ? l per jaar is, houdt
de belangstellenden op de hoogte, van hetgeen
door den bond wordt verricht.
De presidente zegt in het eerst verschenen
Correspondentieblad, de volgende
behartingswoorden: Wel is het een groot en heerlijk
doel waarnaar wy streven !"
Moge dan ieder die sympathie voelt voor het
werken van den bond, door steun uitdrukking
daaraan geven!
VBRi.
Gebouw YOOF Trouwen in Kopenhagen.
Zooals de Deensche vrouwen alle andere met
hun tentoonstelling voor vrouwenarbeid in 189 5
zijn voorgegaan, zullen ze als dit jaar hun Kvin
dernes Bygning" (gebouw voor vrouwen) verrij
zen zal, ook daarmee een voorbeeld geven aan
alle Europeesche vrouwen.
Wel was er reeds in 1898 in Kristiania sprake
van een dergelijk gebouw yhet Camilla (Jollet
huis", dat men daar wilde oprichten, in plaats
van een monument voor deze begaafde schrijf
ster en een der eerste baanbreeksters van de
vrouwenzaak in Noorwegen; maar dat plan is
nooit verwezenlijkt.
In Kopenhagen echter hoopt men nu reeds
met het bouwen van dit huis te beginnen, dat
als een voortzetting zal zijn van de tentoonstel
ling, die met zooveel succes werd bekroond.
Toen hebben de vrouwen de beteekems en
de macht leeren inzien van samenarbeiden
en organisatie, daarom zou het jammer geweest
zijn, als na het korte bestaan vaa deze tentoon
stelling, weer alle verschillende
vrouwen-vereenigingen ieder hun eigen weg gingen.
Reeds veel vroeger had juffrouw Ragnhild
Goldschmidt met geestdrift en onvermoeiden
ijver voor haar geliefkoosd plan een thuis voor
vrouwen" gewerkt. Zij meende dat een derge
lijk gebouw een natuurlijke verzamelplaats voor
vrouwen uit, alle lagen der maatschappij zou
vormen. En toen men nu een batig saldo van
ongeveer ? 13,000 overhield van de tentoonstel
ling van vrouwenarbeid, besloot men deze som
aan te wenden tot het nut van alle Deensche
vrouwen.
Hoe kon men dit geld dan beter besteden,
dan het te beschouwen als het begin van aller
geliefkoosd plan, een gebouw voor vrouwen.
Wel was het aanvangskapitaal zeer klem, maar
de dames van het voorloopig bestuur waren on
vermoeid in het verzamelen van geld. Door de
hulp van alle vrouwen moest dit gebouw tot
stand komen, om dit mogelijk te maken, werd
de inschrijving zeer laag gesteld.
Eindelijk, na een ge jaren is men dus zoo
ver, dat men kan beginnen met de uitvoering
van dit veel omvattende plan.
Men heeft nu ongeveer 100,000 kr. (circa
/ 67,000) bijeen maar daar alle bouwmaterialen,
evenals de arbeidersloonen in de laatste jaren
gestegen zijn, moet een deel van het oorspron
kelijk plan vervallen. Zooals het nu in Kopen
hagen tot stand komt in het centrum van de
stad, zal het 't middelpunt voor alle reeds nu
bestaande vereenigingen worden, die nu in ver
schillende lokalen gevestigd zijn.
Daar zai de vrouwenbond haar vergaderzaal,
en haar kantoor voor betrekkingen voor vrouwen,
krijgen.
De leesvereeniging voor vrouwen, die in haar
uitgebreidheid in alle talen, bijna onovertrefbaar
is, zal daar haar leeszalen vinden, evenals de
handels-vereeniging voor vrouwen ook daar ge
huisvest zal worden, eufln in n woord alle
vereenigingen voor vrouwen hoopt men in dit
gebouw te eoncentreeren.
Maar ook de arbeidsters zullen hier een thuis
vinden, waar een ruime leeszaal met vele tijd
schriften en dagbladen hun na een dag van ar
beid verpoozing aanbiedt. IQ deze zaal stelt
men zich voor geregeld leerzame en onderhou
dende voordrachten voor de arbeidsters te houden
of hun door lichtbeelden een aangenamen avond
te bezorgen. Ook zullen de gymnastiekzaal en
de badkamer voor fabrieksmeisjes gratis open
gesteld worden, terwijl anderen een geringen
prijs voor het gebruik daarvan moeten betalen.
Een kliniek, en een consultkamer, waar vrouwe
lijke artsen aan liet hciofd staan, zullen aan dit
gebouw verbonden worden.
Gedurende de tentoonstelling van vrouwen
had men voor 't eerst een restaurant voor vrouwen,
en uit het succes dat dit restaurant had, moest
men wel afleiden, dat het in een lang gevoelde
behoefte voorzag.
Vele zelfstandig arbeidende vrouwen hebben
's middags geen tijd om naar huis te gaan eten,
weer anderen, die van buiten komen zijn genood
zaakt door hun geringe verdienste in goedkoope
restaurants of in gaarkeukens te eten.
't Was juist met het oog op deze vrouwen
dat men dit restaurant oprichtte, 't Was vrien
delijk en huiselijk ingericht en men at er goed
voor uiterst billijke prijzen. De bediening ge
schiedde door keurige dienstmeisjes, die geen
fooien mochten aannemen.
Ook een dergelijk restaurant zal in
Kvindernes Bygnmg komen, tevens hoopt men hieraan
een vakschool voor dienstmeisjes te verbinden
eu misschien ook een kookschool.
Zoo lang dit gebouw nog niet bestaat, is dit,
restaurant voor vrouwen midden in de stad
ingericht, terwijl nu ook pas in een van de
buitenwijken van Kopenhagen een dergelijke in
richting geopend is. Beide verheugen zich in
een druk bezoek en veler belangstelling. Geen
wonder als men weet dat een goed middagmaal
bestaande uit twee gerechten, slechts 2S et. kost.
Een warm ontbijt kost maar 18 et.
Ook liggen hier vele couranten, zoodat de
bezoekster hier tevens in de gelegenheid is,
op de hoogte te blijven van de vragen van den
dag.
De dames-voormiddags-club zal in dit ge
bouw ook een plaatsje vinden.
Zooals men zeker weet, hoopt men ook in
den huize Thugatér een dergelijke club te
stichten. Het doel van deze vereeaiging is, in
het centrum der stad niet alleen aan de dames
uit de stad, maar ook aan die van buiten komen,
een aangenaam thuis te verschaffen.
Daar in die vriendelijk ingerichte lokalen kan
men 's middags de couranten en tijdschriften
lezen; en tegen billijken prijs allerlei
ververschingen gebruiken (ook hier is het fooien systeem
onbekend).
Een groote zaal voor feestelijhe samenkom
sten, voordrachten, eu tentoonstellingen voor
vrouwenarbeid zal niet ontbreken.
Een bureau voor verkoop van de tentoonge
stelde voorwerpen zal daaraan verbonden zijn,
daardoor hoopt men dat de dames die met
handenarbeid eenig geld willen verdienen,
voordeeliger en ook gemakkelijker dan nu het geval is,
hun werk kunnen verkoopen. Ook wil men een
huisvlij'school met zeer bekwame leeraars, op
richten om den smaak en de kunst vaa
dergelijken handarbeid te veredelen.
Tot zoover hoopt men nu dit plan nog dit
jaar te verwezelijken, het gedeelte dat wegens
gebrek aan geldmiddelen tot later moet uitge
steld worden bestaat hierin dat men gaarne zij
vleugels van het groote gebouw voor verschil
lende woningen had ingericht,
Deze woningen had men in de eerste plaats
bestemd voor vrouwen die zich in de hoofdstad
voor een of ander vak moeten bekwamen, en
ook voor vrouwen uit de provincie, die geen
familie in de stad hebben en een tijdje daar
willen doorbrengen.
Verder had men nog gehoopt kamers in te
richten voor zelfstandige vrouwen, die werkzaam
zijn in een of ander vak. Hoeveel prettiger zou
voor velen het leven daar niet kunnen zijn, dan
nu in goedkoope pensions. Hoewel geheel vrij,
zouden ze toch altijd daar, in een gemeenschap
pelijke conversatiezaal, aangenaam gezelschap
kunnen vinden.
In Amerika bestaan reeds dergelijke inrich
tingen.
't Is wel jammer dat dit voornemen voor
loopig niet ten uitvoer kan worden gebracht,
maar zooals nu nog het Gebouw voor Vrouwen"
tot stand komt, kan men den Deensche vrouwen
geluk wenschen met hun uitstekend plan.
Groningen. B. NOKT.
OpToeËngsnerinneriiipn.
v.
Partijtjes.
Geloof me llosi, wanneer ik je verzeker, dat
er soms meer tact, meer inspanning noodig is,
om een troepje kinderen gedurende drie, vier
uren aangenaam bezig te houden, dan een ge
zelschap volwassenen met succes te recipieeren.
»Een kind is toch zoo gauw tevreden" hoor
ik je zeggen.
Dat móést zoo zijn, inderdaad; 't is echter
lang niet altijd het geval en bij de grootste
inspanning, bij algemeen genieten, kan je op
een kinderfeest hier en daar een //apart" of
pruilend kind vinden, dat zijn ontevredenheid
te wijten heeft aan.. . zijn ouders of aan
de moeder-alleen, zoo de opvoedingstaak op
Laar-alleen rust. Het hangt geheel af van het
gezin, waaruit het kind komt, als het zich
spoedig amuseert, zoo het, beter gezegd, gauw
pret heeft. Wilt ge, dat uw kleinen van
ganscher harte mee kunnen doen aan een gezamen
lijke kinderpret dan alweer den raad : laat ze
zelden er aan deelnemen. Zie toe in welken
kring uw kind gevraagd wordt. Onnoodig te
zeggen, dat ik daarmee niet bedoel, dat infor
matie noodig is, welke sport op de maatschap
pelijke ladder wordt ingenomen door den vader
van het feestvierdertje, noch op welken
geslachtsboom de moeder kan bogen. Het kind
wat doet je pa" is toch hoop ik nu niet meer
de rigueur. Maar het intellectueel-moreele ge
halte der inviteerende onders mag wel degelijk
gewicht leggen op de schaal, als deze naar
aannemen" wil wijzen. Wat ik je vooral op het
hart zou willen drukkeu is: laat uw kleinen
geen deelnemen aan zulke soort feestjes, die
miniatuur groote-menschenpartijen zijn. Houd
ze ver van die mondaine fcinder-soirées, die
vanity-fairs voor nog deels onbedorven zieltjes,
die dan daar, op dien gladden bodem de eerste
gevaarlijke schreden zetten, om ze later te
doen bereiken het heerlijke doel van te wor
den de grootste ,/üirt" of de meest onuitstaan
bare Don Juan !
Ik weet: 't is hard om te weigeren en helaas
nog velen zullen je //overdreven", ja misschien
wel wreed noemen, als je de uitnoodiging af
slaat, door mevr. X zoo gracieuselijk en serieus
verzonden, alsof het een diplomaten-bal gold en
niet een . .. een kinderpret. Maar later, veel
veel later, dan zullen die kinderen, die niet
reeds op zes, achtjarigen leeftijd hun sporen in de
balzaal verdiend hebben, of wier (kiuder)kamer
niet prijkt met tallooze cotillon-prijzen, je be
doeling begrijpen en ... je dankbaar zijii voor
de weigering, die toen in hun oog zoo wreed
was. Want je hebt ze voor dat schijn-genoegen,
dat o! zoo gauw verveelt, een blijvend, een
waarachtig genot gegeven, n dat onverganke
lijk is; óók door de herinneringen later. Of ik
ze dan zoo Puriteinsch. wil opvoeden, dat al
wat partijen is, uit den Booze zou moeten
komen ? Geenszins... en toch. Wat, men ge
woonlijk als partij" verstaat, ja, dut acht ik
wel degelijk uit den Booze, maar eens, twee,
ook meermalen de kinderen mét hun makkertjes
een ganschen dag naar buiten te nemen, ze daar
frank en vrij te laten genieten, zooals kinderen
dat doen kunnen, als ze niet reeds door de
ballucht bedorveu zijn, zie-je, llosi, dat is het ge
noegen, dat ik mijn kleinen van gauscher harte
heb gegund en waarvan ze dan ook nu nog
menigmaal onderling de heerlijkheid" verkouden.
Nu nog, en toch is mijn jongste al achttien !
,/Weet je nog wel die pret op Petersburg"?
Het is waarlijk geen jaar geleden, dat een der
genoodigden van toen, nu student, mijn jongen
herinnerde aan hetgeen daar genoten was! En...
een Croesus behoeft men daar waarlijk niet
voor te zijn. Met een beetje praktijk en vooral
met een boel gevoel voor 't geen de kleinen
aangenaam moet zijn, kan men ze hél veel doen
genieten, met heel weinig kosten. Het eroote i
;eheim om kinderen bezig te houden, zóó dat !
!e genotsglans als onwillekeurige cijns wordt :
jebracht is ... zelf kind te kunnen zijn. j
Hoe durft u mevrouw?" Het werd mij juist i
bij het Petersburgsche pretje mijn eerste
debut op dat gebied door den vader van
dien zelfden knaap gevraagd, en... die vraag
bracht mij waarlijk een oogenblik in verlegen
heid. Want toen kwam mij, iets, wat ik als
dood-eenvoudig had beschouwd, erg gewichtig l
voor. Ik voelde me a oogenblik onzeker: als
r eens een ongeluk gebeurde, ot' de kinderen
zich zouden vervelen ... Maar fluks kwam de
courage weer boven en dat mijn eerste debut
geen fiasco was, daarvan zou, behalve de reeds
genoemde student, u nog menig andere
toenmaals meegevraagde" kunnen getuigen. Wat
heerlijker voor de kleinen dan de rit per stoom
tram of beter nog per ouderwetsche
Janpleizier" naar de plaats der bestemming! Nauwe
lijks kittelt ze de buitenlucht of ze moeten
toonen dat ze nu heusch uit-zijn; n vangt
eeu liedje aan en hél 't troepje valt in, ieder
een dien, ze op weg ontmoeten moet weten dat
ze zoo'n pret hebben en wordt goeden dag ge
wuifd ! Eu, zonder schoolsch of pedant te zijn,
wijst ge de dichtst bij u zittenden op 't moois,
wat de natuur te zien geeft. Wie weet, zaait
ge niet een zaadje dat in dat kleine zieltje zich
ontwikkelt en hebt ge, een kleinen gast zoo
hél ter loops, een zegen op zijn levensweg
meegegeven, dien hij of zij nooit in de balzaal
zou deelachtig zijn geworden.
Want groot, eindeloos groot is de zegen van
te kunnen zien, n'et met de oogen alleen, maar
te kunnen zien met de ziel al het schoone wat
gezien kan worden. En zóó oneindig is de macht
die uitgaat van dat schoone, dat het doet ver
geten, is 't dan soms maar voor korte wijl,
geheel doet vergeten: het leed, dat in u is, ook
het meest grievende! Waarlijk Rosi, 't is geen
ijdele praat, wanneer ik je verzeker, dat het
vermogen van te kunnen zien en te kunnen
hooren: het hoogste wat te zien en te hooren
is, dat dit vermogen mij door mijn
onvergetelijken vader geschonken, een pantser is gewor
den, dat mij beschermd heeft als de
noodlotspijlen mij ten gronde zouden gericht hebben.
A thing of beauty is a joy for ever" ik zou
er bij willen voegen: voelt ge het schoone, ge
hebt een harnas tegen het noodlot...
Schiller zei ergens in zij.i klokkeulied: den
schleelitenl) Menscli soll man verachten, der
nie besann was er volbringt. En dat geldt voor
alles... ja zelfs voor een buiten-pret. Vóóraf
worde gewikt en gewogen welke tuin, welke
uitspanning het meest geschikt, en vooral waar
het minste gevaar is. Houd er toch rekening
mee, dat je troepje steeds door je zelve of door
een van je assistenten kan worden overzien.
Die Hüupter deiner Lieben" moeten elk oogen
blik geteld kunnen worden en niet n mag,
zij 't ook maar a oogenblik, ontbreken. Voor
't overige gun ze het heerlijkste wat je kinderen
en menschen kunt gunnen: vrijheid. Laat ze,
zoolang 't hun lust, zelven verzinnen, wat er
gespeeld moet worden maar voor 't oogenblik
en dat komt onvermijdelijk voor 't oogenblik,
waarop de kleinen uit^eravot hebben, dan moet
ge reeds //verzonnen" m. a. w. al thuis beraamd
hebben, wat ge doen zult.
(Slot volgt.)
JE ,/VE.OUWKE".
1) Het woord slecht hier eerder als dom"
onbeduidend, te vertalen.
i""""1" """"""iiiiiiiiiiiiiiininiiuiiiiiimiiiimuiiiiiiiiiiiiiii»
Universiteit te Breslau Handelsscholen
voor vrouwen. Vrouw li/jke archi
tecten. Modes voor heeren.
Eindelijk heeft de Universiteit te Breslau
begrepen, dat men meer inschikkelykheid aan
den dag behoorde te leggen jegens vrouwelijke
studenten. Vroeger moesten de dames by het
eind van ieder semester, vergunning vragen
tot een nieuw semester te worden toegelaten.
Ergerlijk, belachelyk en kinderachtig! Wy
vrouwen, zouden ons tienmaal bedenken vóór
wij tot zulk een klein zielig besluit overgingen.
Beter laat dan nooit. Nu althans heeft »men"
gevoeld dat die maatregel niet langer ge
handhaafd mocht worden. Zy, die aan de
Universiteit worden toegelaten, mogen het
Hooger Onderwy's genieten tot aan den eind
term harer studiën. Tien tegen n dat de
dames-studenten spoediger den vereischten
graad en titel halen dan de heeren. Het eeuwige
«kroegjolen" en fuiven legt geen beslag op
haar tijd, evenmin op haar gezondheid. Men
betwist de vrouwely'ke studenten in de
medicy'nen niet langer den toegang tot de grieze
lige snijkamer. Het spreekt van zelf, dat de
dames de ontleedkunde op het kadaver moeten
by'wonen; een onmisbaar gedeelte van haar
ernstig wetenschappelijk vak. Die lessen
vereischen van het auditorium krachtige zenuwen
en een groote mate van zelfbebeersching.
Maar hoeveel mannelijke studenten vallen niet
reeds van hun stokje, wanneer de pedel met
het «ly'kie" op zijn rug komt aanzetten en het
kadaver op de tafel neerkwakt! Dan is het snijden
en kerven nog niet eens begonnen. Zy, die
het doel willen, mogen voor de middelen niet
terugdeinzen. Ware men toch overal
inschikkely'k en welwillend jegens vrouwely'ke stu
denten in de geneeskunde. Voor ons, vrouwen,
is het wenschely'k onze kwalen en narighedens
te kunnen biechten aan een vrouw, die in
kunde niet achterstaat bij haar mannelyken
concurrent, en die ons met n half woord
uit den aard der zaak beter begrijpt, dan
meneer de dokter toegerust met een scheeps
lading kennis en een arsenaal goeden wil om
te begrypen en mee te voelen, wat zijn orga
nisme hem belet ooit te kunnen meevoelen.
* *
*
In Zwitserland is men begonnen ook
vrouwelijke leerlingen op door den Staat ge
subsidieerde handelsscholen toe te laten. Ja !
men aarzelt niet langer, zwart op wit te ver
klaren, dat vrouwen die in den handel werk
zaam zijn, wat verstand, plichtsbetrachting en
vertrouwbaarheid betreft, in geen enkel op
zicht voor mannelijke kooplui onderdoen ! !
Het verstand zal wel altijd een twist-appei
bly'ven tusschen beide geslachten. Zusters!
laat ons met filosofische kalmte bedenken, dat
's werelds bestel nu eenmaal meebrengt, dat
er tusschen man-en-vrouw alty'd een appeltje
te schillen overblijft. Wat heeft onze brave
moeder Eva dat toch goed ingezien ! Wy' nemen
het appeltje dus voor hetgeen het is en wen
schen volstrekt niet de eeuwen-oude traditie
strijdlustig uiteen te rukken. De heeren der
schepping houden het my' echter ten goede,
dat hun brevet aangaande plichtsbetrachting
en vertrouwbaarheid myn lachlust opwekt.
De toelating van vrouwelijke leerlingen op
de handelsscholen in Aarau, Solothurn, St. Gallen
en Winterthur werd met de beste gevolgen
bekroond.
*
-K*
In Amerika heeft men sedert lang vrouwely'ke
architecten. De Amerikanen zy'n ons met zoo
veel dingen vóór, dat wy' hun ook deze primeur
niet kunnen betwisten, maar met genoegen
ontdekken, dat ook in Europa de vrouwelijke
bouwkundigen niet meer tot de witte raven
behooren.
Erika Paulasz, een Boheemsche schoone, die
in Zürich studeerde, heeft met glans examen
gedaan voor architect. Een praktisch bewy's
van haar kennis had zij reeds gegeven door
het bouwen van een hotel te Zevenbergen.
Een klein, smaakvol hotel, voorzien van alle
geriefelykheden, die een vernuftig vrouwelyk
brein wist te bedenken en op praktische wijze
liet ten uitvoer brengen.
? * *
*
Op publieke vergaderingen, in brochures, in
lyvige boekdeelen, worden wy, vrouwen, rag-fijn
ontleed. Het gewicht en het gehalte van onze
hersens wordt met bewonderenswaardige nauw
keurigheid aangeduid; de gevoeligheid onzer
zenuwen, het onontwikkelde van onze spier
bundels ... ja, w£t van ons wordt eigenlyk
niet onder de aandacht van het publiek ge
schoven ?
Zouden wy eens revanche nemen?
En hetzelfde doen?
Neen ! Ddt zou logisch, dus onvrouwelijk
zy'n l Waar zou het heen moeten met
Schopenhauer's >Logiklosigkeit der Weiber". Dat willen
wy den killen, zelfzuchtigen wy'sgeer, die
zooveel leelijks van ons boekte, niet aandoen.
Uit pure vriendelijkheid bly'ven wy onlogisch
en bespreken in het openbaar allén het
uiterlyk der mannen. Hun innerlyk openbaren
wy aan vriendinnen, wanneer wy behoefte
gevoelen aan opwindende gesprekken. Onze
echtgenooten, aanstaande echtvrienden, broers,
neven en vrienden hooren het veel liever 'van
ons, dan van hun kleermakers en kappers.
Mag ik u daarom beleefd verzoeken ter plaatse
waar gy het noodig oordeelt het volgende te
vertellen ?
Het geheel witte chemise anglaise is in eere
hersteld. Gelukkig ! Wat was het in-leelijk,
die rose, blauwe, roode en mauve gebloemde
borsten met witte boorden en manchetten.
Iets maskerade-achtigs; iets, dat er desnoods
door kon 's morgens door fatjes gedragen
te worden op hun slenter-geschuifel langs bet
strand; óf in een bijspel om een overdreven
kappers-type te markeeren.
Bravo! geheel witte borsten. Daar haalt
niets bij. In het dragen van onberispelijk linnen
kunnen de heeren een zekere mate van dis
tinctie aan den dag leggen. Groezelig linnen
en lompe schoenen, »turftrappers", gedragen
door neven van Nurks of andere neven vinden
nooit genade in de oogen der nichten.
Hoe is het toch mogelyk dat spinazie-groene,
vlamroode, of andere kryschend gekleurde
dasjes gedragen worden?
Wie raadt onzen heeren, zich zóó
onvoordeelig aan ons te vertoonen ? !
Sokken moeten gedragen worden zooveel
mogelyk in de tint van den pantalon. Zou onze
kritische blik zich eindelijk niet meer behoeven
te ergeren aan den witten riggel, die wel
eens zichtbaar wordt tusschen bottine soms
een bottine met uithangende lusjes! je
l'ai vu, de mes propres yeux vu, ce qu'on
appelle vu!" en pantalon, wanneer de
drager van al 4at leelijks in argelooze
gemoedelykheid zit te redeneeren, onbewust van
het onesthetisch schouwspel dat hy levert?
De keizer van Duitschland wil geen heeren
in zy'n omgeving zien met zwarten rok. Voor
geschreven is smoking, uniform of gekleurde
rok. In Pary's is de zwarte rok in eere hersteld.
Alleen jongelui dragen knevels. Heeren van
middelbaren leeftyd wordt aanbevolen het
dragen van een baard. Goed ingezien. Na de
vy'ftig is een baard bij uitnemendheid geschikt
zoo niet »pour réparer,'' dan toch stellig »pour
cacher des ans l'irréparable outrage."
Uitzakkende wangen en kinnen met n of
meer verdiepingen zijn noodlottig voor het
mannelyk schoon.
CAPEICE.
!""""""""" ii
De opmerkingen van C. B. Naar aan
leiding van mevr. Th. Hoven's: De
vrouw en de Levensverzekering
II (slot)".
Gaarne laat ik het aan mevrouw Th Hoven
over om, zoo zij dit tenminste noodig oordeelt,
nader te verdedigen hare stelling, «zoodra de
ongehuwde vrouw de vier kruisjes achter den
rug heeft, kan ze gerust zeggen, dat haar
leven voorby' is."
Ik kan echter niet nalaten met een enkel
woord op te komen tegen de voorstelling, die
C. B. geeft van de gevolgen aan het uiten
dier bewering verbonden.
Wanneer bedoelde kinderjuffrouw hare
dagen voortaan »energieloos" zou moeten
sly'ten, dan treft, dunkt mij. mevr. Hoven
daarover geen verwijt.
Met hare vermani, g «zonder van af uw 20e
of 25e jaar elk jaar iets af van hetgeen ge
verdient, opdat ge op uw 50e jaar een behoorlijk
inkomen zult hebben" kan zij naar het iny
voorkomt, niet anders bedoeld hebben dan:
verzeker u een inkomen dat behoorlijk te
noemen is, in aanmerking genomen het bedrag
uwer jaarlijksche verdiensten en het schijnt
my' hoogst onbillijk haar voor de voeten te
werpen, dat een Söjarige kinderjuffrouw van
haar traktement van ? 200 niet genoeg kan
afzonderen om van af haar 50d jaar / 500 per
jaar te genieten. Een pensioen gelijkstaande
met het laatst genoten traktement is voor onze
ambtenaren zelfs nog een vrome wensch, hoe
kan dan een kinderjuffrouw verwachten 2%
maal 't hare te zullen genieten ? *)
Het bedrag der jaarlijksche kosten ad/125
is overigens nog te laag, althans 5 X 3945
is in myn land 197.25; hiertegenover staat
echter, dat ik C. B. een soliede maatschappij
zou kunnen noemen, die in bedoelt geval
slechts een premie van ? 34 40 per ? 100
verlangt en bovendien na 5 jaar den verzekerde
als aandeel in de winst jaarlijks een korting
van pi. m. 20 pCt. der jaarpremie verleent.
A.
*) De inzender ziet hier over het hoofd,
dat een kinderjuffrouw in den regel, 't zij ge
heel, 't zij gedeeltelyk, kost en inwoning ge
niet. Haar traktement speelt dus niet dezelfde
rol als dat van den ambtenaar. (lied.)
O*a,o£*,o is tooslist
ngro
d.