No. 1194 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De ontmoeting der twee Keizers te Berlijn. De Boerenkapel in Europa of de vriendelijke buren. DE HEBBEN FRANSCHMAN, DUITSOH EN RUSSIKOFP : Wil jelui wel eens stil wezen, onze Engelsche buurvrouw is zenuwachtig en houdt niet van jelui muziek. Grenswachters (Simplicissimus). KEIZER FBANZ JOSBPH : _ Wat ben ik toch bljj dat uw Grootvader m\j in 1866 niet alles afgenomen heeft! KEKER WILHELM : Ik ook, want dan had ik nu niet zoo'n hartelyken vriend hier kunnen omhelzen ! Jongens! Roberts wil in Pretoria een feestmaal geven; laten wij hem nu de soep zoo heet maken dat hy zijn grooten mond brandt. Help! Help! (La vie pour Eire) Bordeaux. De Boeren-Deputatie. (Lust. Blatter.) GEN. ROBERTS: Adjudant, ik ga op mgn lauweren rusten. ADJUDANT : Ia u niet bang, generaal dat het bed erg klein zal zijn? (Humoristische Blatter, Berlin.) TKANSVAAL : Moord ! Moo?oord ! CHAMBEELAIN : Schreeuw maar, niemand helpt je toch ! DE REOEEBIBOEN (Unisono.) 't Spyt me wel, maar ik kan u niet helpen; probeer 't'eens bjj de buren asjeblieft. Voornaam bezoek op de Wereldtentoonstelling. (Lust. Blatter). MR. FRANSCHMAN: JOHN BULL: MADAME LA FBANCE : O mon Dieu I Kom nog niet binnen, ik ben nog en négligé. Paras VAN WALES : Dat hindert niet, 'k ben zoo iets wel gewoon! Kom binnen mijnheer, en wees welkom. Zoo! ben je nu plotseling beleefd ? 'k Geloof dat je myn geld liever hebt dan m\j enfin! als je je fatsoenlijk gedraagt wil 'k wel eens een kijkje nemen. (Moonshine.) Waarom verkoop j\j dat afschuwelijke bericht, hè? Om centen te krijgen meheer!