Historisch Archief 1877-1940
No. H96
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
vooral uitvoerig wordt de kwestie van de
halfbloeds besproken, de zonen van kolonisten (Boe
ren en Engelsen) en aangevoerde negerslavinnen;
immers de inlanders zelf waren ook al te veel
aangetast door de vryheidzin om als slaven
behandeld te kannen worden in 'en tgd toen
men meende, dat het zwarte ras daartoe voor
beschikt was. Maar voor ons blijft het interes
santst de Boer en z'n omgeving en prachtig
is de beschrijving daarvan en van de trek in
de . rondkappige ossewagen de bergen op, de
hoogvlakten over, van bron tot bron onder
voortdurende stryd tegen de Bosjesmannen
enz.; maar niets vond ik zo heerlik als de
wetenschap, dat het geen praatje is om ons
trots te maken, maar echte werkelikheid, die
noch bestaande rasverwantschap van ons volk
met de Boeren.
Die vrouw 'in de leunstoel met de voeten
op de stoof, dat kasje aan de muur waar het
kostbaarste, het porselein, in staat, die vry'ery,
dat samenzitten van vry'er en meisje de hele
nacht door tot vóór het volk op is, het deed
me zo goed het noch eens weer te lezen,
want ik herkende er volkomen m'n eigen
Friese volk in.
Plaats Friese boeren onder die luehtstreek
en er zal alleen het wennen aan het kliemaat
nodig zy'n om er echte Afriekaanders van te
maken nee, wacht even, noch iets: het roken
zou noch gaan, zie je, maar het schieten....
daar hapert noch al zo iets aan.
Zie, dat schijnt ons hele volk bij intuïetsie
te voelen, die bloedsgely'kheid, vandaar die
alles en allen doordringende simpatie; maar
vooral in de van beschaafde streken ver afge
legen oorden zal men die gelijkheid noch meer
op prijs stellen dan bij ons; daar worden de
Afriekaanders noch beter gewaardeerd in al
hun deugden en gebreken; en het is 'n troost,
dunkt me, dat het ras noch niet zo veel afwijkt
van het onze, want we kunnen er moed door
kragen op de toekomst van ons eigen land. Oefen
alle jonge mannen van het land in de wapenhan
del, in geregelde spierwerking, in de oorlogskunst
in n woord en met het verhoogde bewustzijn
van eigen kracht zal ook de oude
vryheidzucht aan 't licht komen. Nu heeft men het
gevoel van onmacht, omdat we groot gebracht
zijn in 'n verering van staande legers, die er
b\j ons niet recht in wil en daar komen
de Boeren en wijzen weer de weg aan, die ook
ons volk kan inslaan om weerbaar te wezen.
Gelukkig ons volk, ah het die inslaat en 'en
volksleger krijgt.
Maar laat het dan ook dit boekje lezen om
zich te overtuigen dat er geen nodeloze angst
voor zo'n volk past bij ons en laten de mensen
daarnaast onze historie opslaan om datzelfde
ras terug te vinden; dan zal men zich her
inneren, dat ook hier Noord en Zuid n
waren, dat hier het héle Zuiden door 'en Spinola
(Roberts) veroverd werd, maar dat het Noorden
toen verder alleen z'n strijd streed tot de vrij
making toe. Laten ze dan dit boekje lezen en
weten, dat de natuur en de elementen hun
daarginds even goed zullen helpen als ze ons
volkje deden, zij het dan ook andere; en dan
zullen ze niet meer twijfelen aan het sukses, dat
ten deel moét vallen aan vastgeloof,
vryheidsliefde, vertrouwdheid met land en natuur en
kalmte ontleend aan het vrije buitenleven.
DAME£.
*IEE
Adrt-nnr-ilai YOOF Dienstboden.
Internationaal congres te Parus.
Ziezoo! nu wordt het meenens! In Amerika
is men bezig voor dienstboden het
acht-uurwerken-systeem ingang te doen vinden.
De Neieyork Herald heeft de koe bij de ho
rens gevat; of het beestje zich nu zal laten
leiden ?
Ik betwijfel het. Niet omdat ik den ernst
van den Netoyork Herald verdenk. In de verste
verte niet, maar, ik beu toevallig bekend met
enkele Amerikaansche toestanden.
In Amerika klaagt men steen-en-been over
dienstboden. Die zijn onhandelbaar. Geen spoor
van ontzag tegenover de lieden bij wie zij
werkzaam zijn.
nik werk; « betaalt. Wie staat nu hooger?
ik zou denken ik". Dat is hun gewoon relletje,
waarvan zij geen syllabe afnemen. Soyons justes!
Niet alleen de dienstboden, alle diensibaren in
Amerika inboorlingen althans zijn
kortaangebonden bij het onbeschaamde af.
Kom eens met pak-en-zak aan in een groote
stad; wenk een koetsier u met hebben en
houwen naar het door n op te geven hotel te
brengen. De man buldert u kwaadaardig toe,
dat hij er u wil brengen, omdat hij uu
eeumaal menschen vervoert, maar over uw bagage
ontfermt hij zich niet. Daarvoor moet u eerst
weer iemand anders opsnorreu.
In een restaurant van den eersten rang, be
stelt u, na de spijskaart te hebben geraadpleegd,
uw diner. Eerzame Hollander! gij, die gaarne
alles op zijn elf-en-dettigste verricht, wat ko
mische verrassing staat u te wachten! In een
ommezieutje reut een kellner met een reusach
tig blad in zijn handen, op uw tafeltje af. Hij
zet alles tegelijk razend vlug voor u neer. Ja
wel! daar staat uw soep, uw croquetje, uw
visch, uw Chateaubriand, uw zwezerikje met
doperwteu, uw kippetje met compote, uw dessert,
in n woord, al bet door u bestelde.
Het ongewone van die uitstalling en uw
mindere vlotheid in 't Engelsch slaan eerst uw
tong in boeien. Na vijf minuten keert uw
Hollandsche afgemetenheid en deftigheid terug.
U tikt. Boem! daar staat de kellner weer
voor u.
)/Neem alles weg; laat de soep staan en breng
de spijzen in de volgorde, zooals ik ze opgaf."
De man antwoordt u in zijn afschuwelijk
Amerikaansch-Engelsch, dat men zoo iets in
Amerika niet doet. Hij keert u den rug en
vliegt naar het andere eind van de eetzaal.
Terwijl gij woedend uw mes hanteert, alsof
gij uw Chateaubriand wilde vermorselen, ziet
gij met leede oogen hoe de vette jus van uw
kippetje reeds aan het stollen is. Eet smakelijk!
Misschien neuriet gij inwendig, al is 't ook in
't Engelsch: »Home! sweet home! there is no
place like home!" En wanneer u het bekende
deuntje van deze zoete woorden niet te binnen
schiet, dan wed ik, dat gij deukt of zegt:
Oost-West
Thuis best.
Vlug zijn die Amenkaantjes; vlug als ratten.
Heeft u lust een tochtje te doen door een van
. die reusachtige inrichtingen waar men allerlei
vleesch-preparaten vervaardigt? Best! Entrez
toujours! tegelijk met u gaat een levende vier
voeter naar binnen. Dat is ook het nige wat
gij tegelijk met het varken doet. Het beest
wordt geslacht, gewasschen, geschoren, aan
stukken gesneden, gezouten, gebakt, vermalen,
weet ik wat al. Als u de fabriek verlaat, ziet
u de worsten ter verzending gereed liggen,
worsten gemaakt van den knorrenden viervoeter
die met u binnen kwam I....
Revenons a nos moutons: de dienstboden,
Amerikaansche lammeren nog zachtzinniger dan
onze Hollandsche. Welgestelde burgers in Ame
rika houden ook twee meiden. Als ik in
Amerika moest wonen, zou ik stellig het voor
beeld volgen van veel dames, 's Morgens een
paar uur per dag een werkvrouw nemen voor
het ruwe werk; zelf meewerken (tusschen ons
gezegd met handschoenen aan, want een ruwe,
verwerkte dames-hand vind ik leelijk) in een
restaurant eten en 's avonds ons innig-gezellige
r thee-uur in eere houden.
De meiden hebben in Amerika ook haar »at
home"! Heusch l Dan moet Mevrouw thee,
koekjes en limonade leveren, om de vriendinnen
te onthalen. Geven Meneer en Mevrouw X. of
Z. een diner en begaat mevrouw de onvoor
zichtigheid eenige dagen voor het feestmaal een
of andere aanmerking te maken of berisping
uit te deelen, dan blaten de lammeren niet.
Zij zwijgen. Een paar uur vóór de aankomst
der gasten treden zij met gepluimde hoeden
en ruischend-zijden rokken de kamer binnen
en snauwen hun meesters toe: aWeleave".
Een gewone Amerikaansche truc.
Zoete broodjes bakken helpt niets. They do
leave".
En deze stakkertjes, zou men langer dan 8
i uur per dag laten werken?! Foei! j
Als zij 's morgens om half zeven beginnen,
moeten zij 's middags om half drie op haar
lauweren rusten.
Wét te doen P
Een dubbel stel meiden nemen? De twee
vermoeide sloofjes doen aflossen door twee
anderen, die dan het sloven en zwoegen kun
nen voortzetten tot 's avonds half elf?
Dat wordt een dure grap. De dienstboden
zullen met vermindering van werk-uren grif
genoegen nemen; nooit met vermindering van
loon, pardon, van salaris. Een dienstmeid is
tegenwoordig niet meer in een dienst maar in
een betrekking.
Ik bedenk wat! Mevrouw en n of meer
dochters zouden s' morgens om 6 uur, fluks uit
de veeren kunnen springen; het werk verrichten
tot in den voorm'ddag, en Annie en Daisv
beleefd uitnoodigen tegen half drie de besogne
over te nemen.
De Neieyork Herald heeft interviews doen
plaats hebben; hij heeft zelfs schriftelijke oordeel
vellingen uitgelokt. Zoowel van de dames als
van de Annie's en Daisy's.
Een vermakelijke poespas zal dat zijn; nog
vermakelijker dan de antwoorden door
Mejufvrouw Alberdingk Thijm geïnd op de twintig
door haar gestelde gewetens-vragen. In ieder
geval hebben de antwoorden, door de enquête
uitgelokt, den Herald tot nadenken gebracht.
Zijn ernstig gemijmer heeft hij tot een resum
saamgevoegd, waarvan de hoofd-artikelen luiden:
1. Huisvrouwen moeten even goed praktische
ervaring hebben van haar verantwoorde
lijkheid en de haar opgelegde plichten als
van de plichten die zij haren dienstboden
opleggen.
2. Er behoort door verkrijging van algemeene
ontwikkeling en door speciaal voor het doel
ingerichte huishoud-scholen gezorgd te
worden dat er nimmer gebrek kan zijn aan
goede dienstboden.
3. De betrekking van dienstbode moet in
aanzien stijgen; zij behoort ontdaan te
worden van alles wat zweemt naar gering
schatting.
4. De hervorming van den dienstbodenstand
moet algemeen en continueel zijn; niet
persoonlijk en voortschrijdend met horten
en stooten.
5. Voor degelijk dienstpersoneel moeten de
zelfde regels gelden als voor den fabrieks
arbeider tegenover den werkgever.
0. Van weerszijden brenge men in toepassing
de moreele codex vervat in de tien geboden.
Acht-uur werken is wenschelijk voor hen die
inspannenden arbeid verrichten, voor hen die
in stoffige, benauwde, gedruisch-makende werk
plaatsen zijn opgehoopt, maar voor Amerikaansche,
Hollandsche of welke vrouwelijke dienstboden
ook, zie ik er de noodzakelijkheid niet van in.
Een verstandige, ordelijke huisvrouw deelt
het huiswerk verstandig en ordelijk in. Dan
gaat alles van een leien dakje. Een onver
standige huisvrouw slaagt er zelden in dienst
boden aan zich te verbinden.
Het botte onverstand en de weet-nieterij van
Mevrouw korrt ten nadeele van haar
onderhoorigen en hoe langzaam die ook mogen zijn
in het verrichten van haar dagtaak, bij nig
onrecht haar aangedaan, vertoonen zij plots
Amerikaansche vlugheid en poetsen de plaat.
Een wanordelijke huisvrouw is een buiten
kansje voor wanordelijke dienstboden. Het werk
wordt slordig en onnauwkeurig gedaan. In ge
zinnen waar twee meiden zijn, knnnen zij onder
goede leiding zonder eenig gevaar voor hare ge
zondheid het werk best af. Zij vatten het leven
en de vervulling van haar plichten zoo kalmpjes
en nig-leuk op. Een harde ruk aan de
huisschel werkt electriseerend op ons. Niet aldus
op uw keuken-maagd of tweede meisje. Zij
loopen geen stap vlugger naar de voordeur dan
anders.
Zij bezitten een benijdenswaardige plaoiditeit
in alles. Zóó kunnen zij het best uithouden. In
een gezin met n dienstbode werkt in den regel
de huisvrouw dapper mee. Staan haar povere
krach'en haar niet toe, mee te werken, zooals
zij ?ou wenschen, dan zegt Mietje, Keetje of
Truitje: ,Mevrouw mot maar werk maken van
een andere meid 't is mijn hier veel te druk.'1
En de blozende Mietje, Keetje of Truitje gaat
er onbekommerd van door, der lijdende huis
vrouw met haar bleek gezicht en donker
omkringde oogen het pretje gunnend met Kaatje
of Leentje van voren af aan te beginnen
tot die er ook het bijltje bij neerlegt. In
storm-drukke huishoudens is meestal wisseling
van personeel. Wanneer de dienstboden haar
bezigheden op haar gemak af kunnen; wanneer
zij goed voer, een warmen stal en flink verval
krijgen, dan drijven zij de belangeloosheid zoover
van te blijven.
Naar mijn meening behooren zij tot de aller
laatste categorie arbeidsters voor wie men den
acht-uur-dag moet invoeren.
Op het //Congres international de la
condition et des droits des femmes" dat in dit jaar
te Parijs zal gehouden worden zullen de vol
gende stellingen ter sprake komen:
Uit een maatschappelijk oogpunt: de gelijk
heid der werkloonen.
Uit een staatsburgerlijk oogpunt: dezelfde
prerogatieven voor de beide sexen.
Uit een staatkundig oogpunt: gelijke rechten
vtor den man en de vrouw.
Wij vertrouwen dat het beginsel bij gelijken
arbeid gelijk loon, een beginsel is eenvoudig
van billijkheid en wij vinden het juist dat de
vrouwen voor de wet verantwoordelijk en aan
de schatkist belastingschuldig aan de beraad
slaging der wetten waaronder zij komen te staan,
kunnen deelnemen.
Alle inlichtingen omtrent het van den vijfden
tot en met den achtsten September te Parijs
te houden congres moeten gericht worden aan
mevrouw Marguerite Duranl aan de bureaux
van de Fronde, rue St. Georges 14, te Parijs.
CAPBICE.
Vereeniging ter behartiging van de
belangen der vrouw.
Men verzocht ons onderstaanden brief, ver
zonden aan de hoofdbesturen van het Ned,
Ond. Genootschap en van den Bond van Ned.
Onderwijzers, geheel of gedeeltelijk in ons
blad op te nemen:
«Een paar maanden geleden werd in het
Weekblad De Amsterdammer (het nummer
van 20 Jan. 1900) en daarna in Het Schoolblad
(van 30 Jan.) een wantoestand besproken op
onderwijsgebied, die naar het ons voorkomt
dringend verbetering behoeft.
»Wy bedoelen de regeling van het onderwijs
in de handwerken voor meisjes, o. a. in de
scholen van het district Heerenveen, zooals
die onlangs op aandringen van den districts
schoolopziener is tot stand gekomen, eene
regeling, waardoor het geheele aantal lesuren
voor meisjes in sommige gemeenten aldaar
aanzienlijk is vermeerderd boven dat van de
jongens, zonder eene daarmee gepaard gaande
evenredige tractementsverhooging van de onder
wijzeressen.
«Krachtig werd in De Amsterdammer het
verderfelijke en het onbillijke van zulke maat
regelen uiteengezet; o. i. verderfelijk in de
eerste plaats voor de leerlingen, voor wie een
te groot aantal uren, doorgebracht op de
schoolbanken, noodzakelijk schadelijk moet
werken; verderfelijk in de tweede plaats voor
de onderwijzeressen, aan wie door deze ver
meerdering van lesuren en zulks nogal in
veelal zeer talrijke klassen, eene veel te zware,
vermoeiende taak op de schouders gelegd
wordt in vergelijking met die der onderwijzers.
»Doch bovenal meenen wij te moeten pro
testeeren tegen de grove onbillijkheid eener
dergelijke regeling, omdat die vermeerdering
van het aantal lesuren niet gepaard gaat met
eenige verhooging van salaris, eene onbillijk
heid, die ons des te onrechtvaardiger lijkt,
omdat nu aan diezelfde scholen de taak der
onderwijzeres zoo veel zwaarder is dan van
hare gelijk gesalarieerde mannelijke collega's.
»0ns bewust van onzen plicht tegenover de
vele vrouwen, wier belangen hierbij P het
spel staan, meenden wij, dat het op den weg
onzer Vereeniging lag, op u, leden van het
hoofdbestuur, een beroep te doen ten behoeve
van alle onderwijzeressen, die aan u hare
belangen hebben toevertrouwd en tot de be
hartiging van wier belangen wij meenen, dat
uwe Vereeniging in de eerste plaats geroepen is.
«Ernstig dringen wij dus bij u aan krachtig
te protesteeren tegen zulke onbillijkheden als
nog onlangs zelfs door Gedeputeerde Staten
zijn bekrachtigd, en alles in het werk te
stellen, om een beteren onrechtvaardiger toe
stand in het leven te roepen.
»Moge onze roepstem niet vergeefsch zy'n I
Namens het Bestuur der Vereeniging
ter Behartiging van de Belangen
der Vrouw,
(w. g.) A. DOBBE, Presidente.
A. DEOOGLEVEE FORTUUN,
Secretaresse."
Iets o?er fle Finsclie vrouwen.
De omstandigheid, dat het kleine Finland,
evenals nu de Afrikaansche republieken, het
slachtoffer is van brutale overmacht en geweld,
maakt, dat we allen vol belangstelling de ge
beurtenissen van den laatsten tijd in Finland
volgen.
We kunnen zoo goed meegevoelen met de
Finnen, hoe hard het voor hen moet zijn aan
gevallen te worden in hun heiligste rechten
in hun nationaliteit en vrijheid.
Nu staan ze op de hoogte van de
WestEuropeesche beschaving, maar kan dat blyven,
als de Russische invloed zich meer en meer
geldend maakt in Finland, als de vrijheid der
pers belemmerd wordt, als geen lezing, geen
voordracht meer gehouden kan worden, dan
die door de strenge censuur goedgekeurd zijn ?
De waardige, stille manier van protesteeren
der Finnen tegen Ruslands ruw geweld heeft
ons een eigenaardigen blik gegeven op het
Finsche karakter. Geen heftige, bloedige en
vergeefsche opstanden waren het gevolg van
het keizerlijk manifest, dat geheel in strijd was
met Finlands grondwet. Neen, groote droefenis
en rouw heerschte in ieder huisgezin, maar
stil en gelaten droegen ze hun lot. Een depu
tatie van 500 afgevaardigden die een monster
adres van het geheele Finsche volk overbrach
ten, smeekte den Czaar zy'n besluit te ver
anderen.
Men weet met welk gevolg !
Als hoofdtrekken van het Finsche volk
worden altijd eerst genoemd, dat ze stil en
gesloten, langzaam in hun bewegingen zyn,
en een taaie volharding en groote berusting
in Gods wil bezitten. Deze eigenschappen
gelden natuurlijk evenzeer voor de vrouwen
als voor de mannen, maar in zijn schetsje
over Finland noemt Dr. Georg Brandes nog
andere kenmerken van de Finsche dames.
Meer dan de andere Noorsche dames schijnen
deze een Europeesche beschaving te bezitten;
ze spreken verscheidene talen en bewegen zich
gemakkelyk. En overal waar men ze treft
maken ze den indruk zich volkomen thuis te
gevoelen. Als voorbeeld daarvan noemt Dr. Br.
de talentvolle schilderes Aliue Toppelius; de
begaafde tooneelspeelster Ida Aalberg en Minna
Kauth, de moedige strijdster voor zelfstandig
Finsch geestesleven en voor de vrouwenbe
weging, zijn echter betere voorbeelden van het
echt Finsche type. De positie der Finsche
vrouwen was beter dan in de meeste andere
Europeesche landen, tengevolge van de
Zweedsche wetten, die zeer gunstig voor de
vrouwen waren.
Maar toch was die volstrekt niet bevredigend.
De wet van 1784, die tot voor eenige tiental
jaren in werking was, beperkte de vrouw zeer
in haar ontwikkeling en vrijheid en maakte
de gehuwde vrouw volkomen afhankelijk van
haar man, wat haar eigen persoon, haar kin
deren en 'haar bezittingen betrof. Frederika
Bremers boek »Hertha," dat in Zweden zooveel
gemoederen in beweging bracht, veroorzaakt
ook in Finland een groote opschudding en
lokte een heftige polemiek uit. Adelaïde
Ehrnrooth trad toen voor het eerst in Finland
op in het openbaar als vurige verdedigster der
vrouwenrechten. Frederika Bremer had door
haar boek velen in Zweden en Finland de
oogen geopend voor de gebreken van het
onderwijs van de meisjes. Langzamerhand werd
dit verbeterd.
De vele scholen voor gemeenschappelijk
onderwijs voor meisjes en jongens, die in Fin
land verrezen, bewezen dat de ouders hoe
langer hoe meer begonnen in te zien, dat de
dochters evenveel recht hebben als de zoons
op een opvoeding, die hen later zelfstandig
maakt. Zoo werd er in 1883 een privaat gym
nasium voor jongens en meisjes in Helsingfors
opgericht. Ook is het onderwijs op de Finsche
volkshoogescholen gemeenschappelijk voor jonge
mannen en vrouwen, zooals ook het onderwijs
op industriescholen en universiteit voor de
vrouwen open staat.
Wat de communuale en politieke rechten
van onze Finsche zusters betreft, dan zien we,
dat ze al heel wat rechten bezitten, die bij ons
nog tot de vrome wenschen behooren.
Al sedert eenigen tijd hebben de Finsche
vrouwen communaal stemrecht en zijn ze ver
kiesbaar voor het armbestuur en schoolcom
missies en nu onlangs heeft de wetgevende
macht in Finland het wetsontwerp aangenomen,
dat bepaalt dat voortaan de vrouw evenals de
man verkiesbaar zal zijn voor iedere stedelijke
openbare functie. De gekozenen kunnen de
rechten haar door de verkiezing geschonken
aanvaarden of weigeren onder dezelfde voor
waarden, die op dit oogenblik voor de mannen
geldig zijn. (Wanneer zullen wij zoo ver zijn ?)
Ook verkreeg de gehuwde vrouw in 1880 het
recht en het beheer over het geld, dat ze door
eigen arbeid verdient en werd haar recht om
handel te drijven zonder de toestemming van
haar man uitgebreid, namelijk in die gevallen,
dat de man in de gevangenis zit, of haar
verlaten heeft, of als de echtgenooten van
elkaar gescheiden leven. In 1884 werd de
eerste Finsche vrouwenvereeniging gesticht,
misschien was de tegenstand, die deze
vereeniging in de eerste jaren van haar bestaan
heeft ondervonden, nog grooter dan in
andere landen, omdat in Finland het idee van
organisatie vooral voor vrouwenarbeid, nog zoo
weinig doorgedrongen was.
Een eigenaardigheid van deze vereeniging
wil ik hier nog even melden: deze vereeniging
is democratisch georganiseerd in zoover dat
er geen bestuur bestaat, maar de leden zelf
alle besluiten nemen.
Het hoofddoel van deze vereeniging en ook
van het orgaan van de Finsche vrouwenbewe
ging »Koti ja Yhteiskunta" is de ontwikkeling
der vrouwen.
Maar het verwijt dat de vrouwenbewegingen
in andere landen zoo vaak treft, n.l. dat het
damesbewegingen zijn, kan zeker niet tegen
de Finsche vrouwenvereeniging gericht worden,
want in Finland nemen de arbeidsters ijverig
deel in deze beweging.
Al heel spoedig begon deze vereeniging, die
behalve in Helsingfors ook in Wiborg, Kuopio,
Tammersfors en andere steden afdeelingen
heeft, praktisch te werken.
Men stichtte een bureau voor inlichtingen
en betrekkingen voor vrouwen (wel in
denzelfden geest, maar niet zoo uitgebreid als mej.
Marie Jungius nu voorstelt om in Nederland
op te richten); populaire voordrachten voor
arbeidsters worden geregeld gehouden, een
zomerschool voor naaisters eu kookcursussen
voor fabrieksmeisjes werden opgericht.
Langzaam maar zeker wint de vrouwenbe
weging in Finland steeds meer veld ; een der
ijverigste strijdsters daarvoor is op het oogen
blik barones Alexandra Gripenberg met wie
de Nederlandsche dames afgevgardigden zeker
op het congres in Londen in den vorigen
zomer kennis hebben gemaakt.
BKTSY NOKT.
iiiiiimintiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiitiniiiiiiiiiMiiiiHiiiitHi
Vrouwelijke doktoren in krankzinnigen
gestichten. Dr. Rukwabai. Vrien
den ontvangen op de tentoonstelling te
Parijs. Geisha's.
Op een onlangs in Hessen saamgekomen
vergadering van geneesheeren in krank
zinnigen-gestichten hield de geneesheer
directeur uit Heppenheim een voordracht over
het wenschelijke vrouwelijke doktoren op te
leiden voor psychiaters. De resultaten in ver
schillende landen verkregen, waren zoo gunstig,
dat dr. Ludwig met kracht en klem aandrong
in die richting voort te gaan. Vrouwelijk ge
duld en vrouwelijke scherpzinnigheid zouden,
naar zijn vaste overtuiging, de patiënten in
't bizonder en de psychiatrie in 't algemeen
ten goede komen.
* *
*
Dr. Rukwabai is nu '29 jaar oud en staat
als directrice en practiseerend dokter aan het
hoofd van het groote hospitaal te Sutra, haar
geboortestad. Het ziekenhuis werd door
de Engelsche regeering te Sutra gebouwd.
Een vleugel van het gesticht is geheel-en-al
ingericht voor pestlijders. Allén dr. Rukwabai
is bij machte de vooroordeelen van haar lands
lieden te overwinnen en de menschen te be
wegen maatregelen te nemen tegen het heilloos
voortwoekeren der afschuwelijke ziekte. De
Hindoes vereeren Rukwabai als een heilige;
wat niemand gedaan krijgt, gelukt deze vrou
welijke dokter met een enkel woord, soms door
n bestraffenden blik uit haar ernstige oogen.
Zij is van zeer bescheiden afkomst; volgens
de zeden en gebruiken van haar land hadden
de ouders de achtjarige Rukwabai reeds ver
loofd aan een knaap een paar jaar ouder
dan zij. Toen het echter op trouwen aan
kwam, Rukwabai was toen lüjaar oud, liep
zy op een drafje weg van den voor haar
gekozen man en keerde terug naar de ouderlijke
woning. De ouders ontfermden zich over hun
Maar dit boekje doet meer: het is 'en wijs
gerig boek en doet ons als van zelf over allerlei
kwesties nadenken: b.v. over het voordeel van
het leven op het htnd boven het stadsleven.
De schrijfster is 'en vurige vereerster van het
eerste en het boek heeft ook 'en algemeen
karakter daardoor: het sluit zich aan bij de
haat van 'en Frederik van Eeden tegen de
grote steden als de pestbuilen van de maat
schappij. Zy wijst er op dat »de groote en krach
tige persoonlijkheden zelden worden aange
troffen meer dan een drietal geslachten ver
wijderd van voorouders, die in de open lucht
leefden en een natuurleven leidden" en dat »het
noodzakelijk is, dat de artiest en denker, die
zich ten doel stelt het menschdom te onder
richten in iets schoons en goeds, die een
roeping te vervullen heeft, niet te ver van het
weerbarstig dochtertje en trachtten niet haar te
bewegen bij den voor haar gekozen man te
gaan wonen. De ouders werden tot een zware
geldboete veroordeeld omdat zij de voortvluch
tige echtgenoote weer in huis hadden geno
men. De arme Rukwabai werd gerechtelijk
vervolgd. Haar geschiedenis werd bekend in
Madras, Bombay en Calcutta. Eenige Engelsche
dames ontfermden zich over het jonge vrouwtje,
dat hardnekkig bleef weigeren samen te wonen
met een man, dien zy niet liefhad.
Het medelijden werd omgezet in goud, dat
van alle kanten toevloeide. De kosten van
het proces en de geldboete der ouders werden
gedekt. Rukwabai werd een heel eindje van
manlief weggestuurd. Men zond haar naar
Londen, waar züging studeeren en den dok
tersgraad haalde. Toen keerde zij naar haar
land terug, waar zy nu haar krachten en uitge
breide kennis wijdt aan talloos veel zieken.
Vrees voor besmetting kent zy niet. Rustig en
waardig, zonder pose, zonder ophef, zonder
reclame of Turksche trom, volbrengt zij met
opgewektheid haar zware dagtaak. Rukwabai
ziet er lief uit. Zy heeft een mooi, slank
figuur, iets vorstelyks in haar rijzige gestalte
en een zacht, zeer ernstig, regelmatig gezicht.
* * *
De Pary'zenaars rekken ter wille van de
tentoonstelling hun verblijf in de stad. De
badplaatsen zullen het pijnlijk gewaar worden;
de landgoederen staan langer leeg dan ge
woonlijk. Iedereen vraagt van heinde-en-verre
vrienden te logeeren om de tentoonstelling te
zien, die waarschijnlijk einde dezer maand
klaar zal zijn.
De vlotte Parisienne zendt sierlijke, gepar
fumeerde briefjes aan haar vrienden en vrien
dinnen die te Parys wonen, en noodigt ze uit,
haar het genoegen te doen op dien en dien
dag, op dat en dat uur te komen déjeuneeren,
dineeren of soupeeren in Zwitserland, in
Finland, in Rusland, in Italië, in Denemarken
of in Holland.
De gasten stroomen saam op het aangeduid
terrein, waar de jolige, tintelende gastvrouw
ze verwelkomt en dan geleidt naar het door
haar uitgekozen restaurant. Het Zwitsersche
dorp is de groote aantrekkelijkheid voor
mymerzieke gemoederen. Daar strijken heel
wat lieden neer slurpend met genot uit de
groote glazen, gevuld met schuimende geelige,
koe-warme malk en luisterend naar het wee
moedig geklfngel-klep van de bellen der
grazende kudde.
»Le ranz des vaches" zoo in 't hartje van
Frankrijk, 't is dan ook eenig.
De Pary'zenaars kunnen nu lachend en
smullend met hun vrienden een reisje om de
wereld maken. Wat aan reiskosten gespaard
wordt, kan het menu ten goede komen. Wy
wenschen hun »complaisante" magen, willig al die
internationale gerechten te verduwen.
Franschen hebben over hun maag soms een
eigenaardige opvatting. Een paar jaar geleden,
zat ik op een lezing van de »Alliance frangaise"
naast de zuster van den spreker, Jean Aicard.
Zy vertelde my, dat zij regelrecht van den
trein waren gereden naar het lokaal waar de
conférence plaats had. Ik beklaagde Aicard
en zei, dat hij moest rammelen van honger,
in aanmerking genomen het uur, waarop hij
voor het laatst iets genuttigd had. Haar ant
woord luidde letterlyk: »il a l'estomac si
complaisant!"
* *
De door Pierre Loti zoo-bekend geworden
Madame Chrysanthème, heeft eenige harer
zusjes, jeugdige Geisha's, naar de tentoonstelling
te Parys gezonden. Zy zien er uit zooals alle
Geisha's: klein, popperig, met kinderachtige
gezichtjes, maniertjes en stemmetjes. Zij zingen
en dansen. Het zingen bestaat in het tokkelen
op een soort guitaar en het urenlang neuriën
van monotone liedjes, terwijl zy rustig voor
zich uitstaren met zachte droom-oogen.
In haar kleurige zijden kimono's, niet wijde,
wyde mouwen en reusachtige strikken op den
rug, hebben zy iets ijls, iets wègvliegerigs,
iets vlinder- of vogelachtigs. Haar bijnamen
zijn meestal ontleend aan de vogel of planten
wereld. Haar slappe, lenige lichaampjes zijn
by uitstek geschikt tot het niaken van schui
felende, lang-gerekte dans-pasjes, tot het
vooren achterover buigen met langzame, lokkende
zwenkingen; zy draaien en wenden de kopjes
naar alle zyden; de armen nu eens opgetrokken,
dan weer zacht neerglijdend of verlangend
uitgespreid en de handen, waarin altyd een
gesloten en een uitgespreide waaier is geklemd,
beschrijven bizarre, gratievolle lijnen. De
Japansche meisjes zyn zachtzinnig en uiterst
zindelyk; ongeloofely'k naïef en bly moedig
kinderlijk in haar onzedelijk bestaan. Zij weten
niet, dat het kuische liefhebben der vrouw
zeer enge grenzen heefc. Niemand zou zoo
verbaasd zijn als de popperige Geisha wanneer
u haar eenig begrip van vrouwelyke eer en
deugdzaamheid wilde ingieten !
Een Japansch meisje dat lust heeft in alle
«eer en deugd" te trouwen en bemerkt, dat
noch zy, noch den man dien zy' liefheeft genoeg
geld bezit om een huishoudentje op te richten,
vat een voor haar zeer gewoon besluit. Een
besluit, waarvan wy' Europeesche vrouwen ons
geen denkbeeld kunnen vormen. Zy trekt
mooie kleeren aan en hangt een leege, zijden
réticule aan haar linkerarm. Dan neemt zij
afscheid van ouders, aanstaanden man, vrienden,
magen en geburen. Zij trekt er op uit, om
met haar sierlijk lichaam geld te verdienen.
Zij geeft zich aan alle mannen die haar
begeeren, tot haar zak met goud gevuld is. Dan
trekt zij naar haar woonplaats terug, waar de
kuische ? jonge vrouw met vreugde en eerbe
toon wordt ingehaald. Zij trouwt met den man
harer keuze en leidt van dien dag af aan, een
onberispelijk zedelijk leven. »La moralitéest
une question de géographie".
C.U'RICE.
Oetoeto is "fc>oslist
d,