Historisch Archief 1877-1940
No,
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
en d» vuutljjtt ia rood, die de strijd
pergonifbert.
D*ae motieven, overgebracht op de hoofd
personen, stellen osa Otlm voor «h de denkende
geest, T/ïor als Heide ea vruchtbaarheid en
Zeii kis d» 6ad ««j strijd en vuur, van leven
ea dood.
Van dei» hoofdpersonen zien we in vele
schetsen de ontwikkeling hunner kleeding en
attributen, die als zt>ot«i« symbolen de grond
gedachte van het geheel versterken. Zoo zien
?w$ Isüv. Odi»'$ wacht weergegeven door den
8jj«or GuBgnjr, soa w\j*heid door de rawsa
Hogiji en Maair «n jsjja verhevenheid door den
adelaar; terwijl Vio*- daarentegen omgespt is
dijor den kr«<ehtgordet dei liefde Megingiard
en gedekt door het tewwschiM ; en Lofci, door
zyg wjufgordel, gija doodssehil t en zw ard,
b«ataand# uit Uel, woli en slang, ais van zelve
aangeduid.
$in ds*» hoofMwe» groepeerea aiefc
heldt8» J99* *i d« eigenaardig» kenmerken in
kl«*difl& dw hn* persoonlijke hoedanigheden
W4*r«even, en die op verschillende teekeningen
«ÜTOwig geöetsillfcMfd «gn ; terwijl we dwu-aa-.
tegegi in «o. 33 Jï«< paradijs der Helden,
GladsMm den vi}/4e» bwreht van Walhull een geheel
ovewicht krijgen, wwr de godea-trilogi»
gezijt*a op hunne boogzetels oader den levens
b«om, de heiden wachten die in den kamp
een ensemble- tableau. geeft ons
HO, 34» fen tweede schets voor GladaeiiB, waar
HiltÉe, Sigurd de» hoorn reikt, terwijl de belden
ter stijjdj gereM stwa en Alvade» onder den
kruin van den levensboom, Ygdrawl gezeten is.
Waar do anrleje teekeningen ons langzaam
h«& ontstaan der vorwejj doen zien, geven dezen
ons ei?» blik op het gebe;!, het resultaat zouden
W9 fcvujaen zeggen der ta'rijke stu^es langs
dm wa#d. Ook een schets van een
Walhuren?rij war aftn't-ifting va? bet volgeDde citaat;
Beneden dit glanslooze Leven is een
woeligefittijjd, dwh boven waxjht Odin de helden, dte
vieJec is «erlyken kamp ; daarheen voeren hen
vleklooze zwanennwagden op witte
wolkenKMaec", do*t ons als gfheel, de bedoeling' van
dt-n heer Molkenboep beter begrijpen.
In hfleveire de motieven door d«n ontwerper
gekeaqn, en die verschillende afleidingen hiervan,
juist 3yt>, moeten we in het midden laten en
voor rekening van zijn twee jaar, lange studie.
die wel getuigt van, een ernstig inwerken en
steelij) a,Üg doorvoer.cn,
Zooals we reeds boven zeiden is dit ook
slechts, pen indruk die de teekeningen or.s
gaven, daar het ons niet mogelijk was, in alles,
zonder voldoende toelichting of bestudeering,
óett ^«ez- Mplkenboer te volgen op zijn tocht
door de Noorsch Germaansche godenwereld.
jjeze tentoonstelling is als een vervolg van de
gexjachteD, vroeger in Minceltjn uitgedrukt, maar
nit toegepast niet op een zelf gekozen verbaal,
iaa.ar gebaseerd op een bestaanden grondslag
en als zoodanig dus veel ingewikkelder, en we
zouden zeggen een stap vooruit op den weg
dien de heer Motkenboer zich hiermede
gekozen heeft.
R. W. P. Jr.
Jliajseries.
J& ne doute pas que j'aimerai toujours
la, nature d/icii, c'est qaelque chose
camane les japonaiseries: unefoisqu'on,
crime- GÜa, on ne s'en repent pas.
VINCENT VAN GOGH.
Hoe het komt weet ik niet, of het kunst
gevoel ia h,«t algemeen op zoo'n laag peil
staat, mogelijk wel, maar opvallend ia het
verschil tusschen de Japansene artikelen die
men thans in verschillende winkels als direct
geïmporteerd ziet aangekondigd, en de
Japansche voortbrengsel e» inzonderheid aarde
werk en lakwerlt waar onze grootmoeders en
overgrootmoeders zoo trotsch op waren. Als
DE PBES1IENT
uit liet Engelsch,
D& Awerikaansche Geconsolideerde
LichtMaatschappü" was aan alle uitvinders door het
g^heele. land, bekend. Hare kantoren werien
aJg 't ware voortdurend bestormd; toch kan
he.t niet ontkend worden dat menigeen, het
healigdom hoopvol binnentrad, om het teleur
gesteld en geruïneerd weer te verlaten. Kn
zoo&ser wa* een ieder hier«an overtuigd, dat
zich menige sombere legende had vastgeknoopt
aan de transaotiè'n der maatschappij roet de
meest bekwame uitvinders, en zy-zich.daardoor
den bynaam van Octopus had verworven.
De man, dien de technici b$ voorkeur op~
zochten, -was de energieke president, tevens
hoof d-aandeelhouder der maataehapp^, die met
ongeëvenaard succes de- o; erati^n leidde. l£en
zeer merkwaardig man was hij een ieder
moest dit erkennen. Zyn naam was synomiem
van handelsgenie. Met zooveel ijver had hij
alles om zich heen weten te consolideeren, dat
hy ten slotte zelf geconsolideerd raakte, en n«
een zeldzaam toonbeeld was van een man met
versteend hoofd en hart. Dat de Ouwe" zoo
als hq vajak achter jajn rug door zyne bekwame .
assistenten betiteld werd, ooit, door wien !
ook, beetgenomen zoij kunnen warden, gold
eenvoudig voor onmogelijk.
Nu gebeurde het dat, op zekeren
gedenkwaardigea achtermiddag, de pre-ident in zijn
kantoor zat te schemeren. Er werd aan de
half geojjaod» dqar gekopt; h\j keek op; een
jong m^osclj. trad binnen met een visitekaart je
in de hand, dafc hjj voor den grooten man
neerlei, 0^1 toen, met vlugge baadbeweging, het
gloeilicöfe bosen ds la»t«»r« te does
ontbranden.
Het was een keurig stukje karton, waarop
nietg anders te Jezcn stond dan:
H. M&BBUUB8T,
Uitvinder d&f &uwigdurende Limp,
Ne-w-York,
Die ra\jriheer verlangt u te spreken", zei
de klerk.
De voorzitter liet even zijn blik over het
kaartje, gaan; toen, d«n klerk met een
ongeloqvig, lachje aanziende:
,Dat wordt me wat al te sterk! Gisteren
een duiselakunstenaa? mat eeuwigdurende be
weging, en vandaag een ander met een
eeuwigbran«teacto> lamp. Ziet hy er gevaarlijk uit^ of
m«n r,!et dergelijke zaken nog voar oogen tad
en zich in ver«ehillende musea te goed kon
doen, men zou al een zeer treurig denkbeeld
van Japansche kunst krijgen. En ik geloof ook
werkelijk dat dit met veten het geval is d t»
ia galanterie- winkels en bagars, zaken zien
uitgestald, dikwijls nooit uit Japan afkomsti»,
die vreemd, grillig van vorm, en bont van
kleur, hun een totaal verkeerden indruk geven,
van wat dit volk vertaag.
Helaas worden ook daar ginds veel artikelen
vervaardigd, uitsluitend voor de Europeesche
markt en komt misschien weinig van het goede
tot o&S; ik bedoel van dat werk, waaruit spreekt
alleen de liet te om het goed en mooi te
makan en niet de bijgedachte, of hoofdgedachte
wellicht om te zorgen dat bet zeer verkoop
baar is, hetz\j door geringen prij^ of bij dure
voorwerpen dat men maar duidtslqk kau zien
ai het werk dat er aan geweest is; het resul
taat is daar bijzaak.
Daar zich tot deze categorieën vrywel al de,
al dan niet eerlek g«ïaporteerde Japansehe
artikelen later terug brengen, is het een ver
ademing af en toe datgene te zien wat nog
getuigt, van zin tot het schoone alleen om der
schoonheid wille. Waar de rijkdom niet zit in
de veelheid van goud of snijwerk maar in de
eenvoud en juistheid van modeléen vorm.
Een genoegen was het ons dan ook dezer dagen
b(j de ftroia van Veen en Co Dawrak 90 in
een voor- en achterzaalvje tal van voorwerpen
te zien, die zoo ver af stonden van, laten we
het noemen, wiukel-japMisctj, als fujv. een goed
sehüderövan een chromo- lithografie. Hier was
aardewerk, uitmuntend door eenvoud van vorm
en kleur, beeldjes statig en deftig, door de
glans van het glazuur over de rustige lijnen
der contouren, bronzen, kranhtig en strak, m de
uiting van hun materiaal, snijwerk ia ivoor en
hout en tul van andere zaken, waaruit we«r
dadelyk de zeldzame virtuositeit van den Ja
panner sjwak. Wanneer men dergelyke dingen
ziet, als ook de «eer goede specimen die bijv.
de kunsthandel der firma Van Winselingh
bazit, dan kan men zich de uiting van Vincent
van Gogh begrepen, die ik hierboven neer
schreef, en die men zich bezviraarly'k
vereenigbaar kau denkea met de prullaria die als
Japantck ong ia de maag worden gestopt,
en noch de eenvoud noch de schoonheil van
dat volk en land bezitten; en alleen dienen
om hen, die wel eens gehoord hebben van het
mooie in de Japansche kunst, maar het onder
scheidingsvermogen hiertoe missen, totaal vaa
de wys te brengen. Wanneer men in dezen
tijd van opp rvlakkigheid en uiterlvjken schijn,
zich niet zeer juist rekenschap tracht te steven
van het wezen (ter dingen, zal men nooit komen
«it schromelijke verwarring tusschen schoon
heid, smaak en mode.
R. W. P. Jr.
Stille steóen.
Op den weg van Sluis naar Brugge langs
het kanaal ligt het plaatsje Damme. Het be
staat op den huidigen dag slechts uit enkele
huizen, waaronder nog een of twee gebouwd
op het einde der middeleeuwen en in wier
midden een raadhuis prijkt, dat waard zou
zyn een stad van minstens dertig duizend in
woners te dienen. Op het plein er voorstaat
het zeer verdienstelijk standbeeld vaa Jacob
van Maerlant, die hier werd geboren. Hij
staart in streng peinzende houding voor zich
uit; zqn eene been voor het andere; achter
hem liggen eenige boeken opgestapeld. Het
is de dichterlijke visie vastgezet in steen.
Met zy'n middeleeuwsche baret
verpersoonhikt hy de romantiek met stevige distinctie.
Weer en wind heeft den steen ingevreten en
uit zyn kraag drinken de vogels des hemels.
Nadat ik de trappen van het raadhuis had
beklommen en in een groote, ieege zaal was
terechtgekomen, waar een twintig
paarnieuwlukt bij op dien andere: onschadelijk,
droomerig, gemakkelijk uit het veld te s a*n ?"
Neeu", antwoordde Masters, de klerk, van
dezelfde soort ia hij niet; hy is rijzig, keurig
gekleed, deftig, en heeïbeleefd een merk
waardig man in alle opzichten, zou ik zeggen".
Wel", hernam de president, vraag hem
op een anderen <'ag terug te willen komen;
't is me niet mogelyk hem van middag ce
ontvangen. Laat bem liever over veertien dagen
eeas aankomen. Meestal vergeten ze het na
zoo langen tijd heeiema*!".
In gedachten verzonken wierp de president
zich achterover in zijn leunstoel. Het werk
voor dien dag was afgeloopen, zyn geest kon
zich uu vry met de toekomst bezig houden;
maar soms vroeg hij zich aarzelend af, ot hij
wel voortdurend opgewassen zon blijven tegen
den omvang zijner zich. steeds verder uitstrek
kende plannen.
En nu kwam juist heden, na een dag van
buitengewone g«e.-tesinspanning, op dit iate uur
nog wel, het krankzinnige idee van ten
eeuwigbrandende Krop en a! de buitensporige ge
volgen daaraan verbonden, zich aan zijn aandacht
opdringen.
Wat hem vooral hinderde, was het ieit, dat
die gedachte hem maar niet wou loslaten.
Wrevelig stemde hem het vermoeden, dat zijne
zenuwen overspannen moesten zijn. Geen wonder
dus, dat hij niet al te best gehumeurd den
klerk, naar 't scheen met een tweede bood
schap beiast, terug zag kaeren. Hij keek den
jongen man ontstemd aan, nu hij hem een
klein, zwart kistje, ongeveer vijf duim in 't
vierkant, in de hand zag dragen.
Wat moet dat ding?" vroeg hij barsch. Ik
verlang 't niet te zien. Breng 't naar Waxham
die is aity'd bezig met allerlei
duivelskunstenarijen laat hij me vertellen wat het is."
Reeds keeede de klerk z ch om ten einde
het bevel uit te voeren, toen een haastig
Wacht even!" hem in de ooren klonk, een
bew\js boe de groote man zich zelf weer geheel
meester was; want nooit hal iemand nog hem
een laiaard genoemd.
Zet die doos neer hier op mijn lessenaar
en verzoek Waxdam en mijn secretaris bij ra\j
te komen."
Hij boog zich voorover en beschouwde aan
dachtig het kleine, zwarte kis(je. Het was van
hout, keurig bewerkt, met parelmoer ingelegd;
toch droeg het de sporen van veel te zyu
gehanteerd en gebruikt.
Zeer voorzichtig trok de president het naar
zich toe» en hield er het oor tegen. Er was
geen geluid van tikken dat raderwerk verried
daarbinnen. Het deksel werd door middel van
een eenvoudig 3Üveren beugeltje metsluithaak
ea stiftje gefloten.
't Volgend' oogeablik «touden Waxham, de
secret ark en de klerk om den lessenaar. De.
voorzitter reikte< het kaartje van den uitvinder
zijnen helpers toa, en weas met' den vinger
gemaakte klompen stonden, vernam ik ia een
aangrenzend vertrek eenig gestommel, waarop
een jonge vrouw lachend te voorsehyn trad ea
mrj beduidde haar te volgen in de groote voor
zaal, nu tot mijn verwondering tot
herbergkamer ingericht, voorzien van huffjt en d«
noodige jsnever en liqaeurea. Hier werd ik
verwelkomd wederom met lachende vriendelijk
heid door een jonge schoone, die my toesprak
in een eigenaardig Vlaamscb. dialect, waar
van het vevst'ian den Noord-Nederlander
niet gemakkelijk valt. Zonder omwegen
deed zrj de deur van de aangrenzende raads
zaal open. Eveneens een hoog en plechtig doch
door kleine vensters zwak verlicht lokaal. Een
kolossale, een manshoogte-lange vuurtang stond
nog bij den schoorsteen, zooals ook de oude
ijzers waarop eens de blokken hout bran.lden.
De juffrouw ging nu stil in een hoek zitten
op een mooi gesneden oude bank en ik wan
delde op en neer in den schemerenden hoo ;en
zaai, rondziende of uit den nacht der voor
tijden niet menig stuk van vroegere dagen,
opdoemde voor myne zoekende oogan. Ia de
plechtige stilte kwamen voor myne berustende
herinnering de welvotdane, breede en bloeiende
gezichten van Vlaanderens groote tijden. Korte
stevige gestalten van goedlevende burgers en
burgervrouwen, breedgeschouderd op korte
beenen en magere, edele gestalten zooals Van
der Weyden en Pourhug ze hebbea
geeonterfeyt op doek en hjut. Zij daalden neer ait
de hoo^e zolderingen voor mya verwonderde
herinnering;, terwy'J hut naast my' bloeiende
leven der jongs schoone vrouw wegzonk
in doodsche materie tot beeld geworden,
?» *
De voorstelling op den schoorsteen geschil
derd heeft zeer guledea door den tijd maar
is nu mooi van kleur. Er naast hangt een oud
schilderij, voorstellende den dood van Abel,
tsvee naakte menschen waarvan de een den
anderen met een kaods slaat en deze op den
grond valt. De tafal en de banken, drie of vier
eeuwen oud, dienen nog voor den tegen
woordigen gemeenteraad, die hier zy'ue zittingen
houdt.
Da komst van een vreemdeling sebeea ia
de plaats ruchlbaur gewurden en weldra ver
scheen de broeder van het j'ïnge meisje die
my kond deed, dat hij het oude uurwerk van
het raadhuis moest gaan opwinden en vroeg
of ik plezier had heia te volgen. Het was
moeilijk te weigeren en ik beklom den zolder
en vandaar met behulp van allerlei ladders oa
gevaarlyke planken den toren tot waar het
raderwerk zichtbaar was. Daar moest ik bij
wonen hoe hij de ingewikkelde torenklok op
draaide en aJüoewei 4e cijfers nog ean kwartier
van twaalf uur verwijderd waren, beweerde
hij dat het refcds noen was en dat ik ook het
slaan van dat oude meesterstuk van mechanica
zou hooren. Zoo nauw nam men het niet in
Damme en de raderen, stangen en hamers
begonnen een vervaarlijk ea onbegrijpelijk
spectakel.
Tusschen deze houten balken en bij deze
antieke raderwerken leek deze man een middel
eeuwer en bij mij kwam de gedachte op, dat
Maerlant er zoo uitgezien moest hebben, toen
hy 25 jtar was. Ook het dialect wat hy sprak,
de modulaties van zijn stem, vast, kort en
krachtig, met naïif zich gevende intonaties en
toch zacht geleek op wat wy uit dien ty'd over
hebben. Nergens zijn de middeleeuwen zui
verder bewaard dan in deze vervallen en
stervende steden vaa West-Vlaanderen. De
opene, openhartige lachende mond van zijn
zuster, die stil en vriendelijk was verdwenen.
Het guitige en goedaardige van harea blik,
de vorm van haar gezicht completeerden deze
voorstelling. In de volkstaal zijn hier tal van
middeleeuwsche woorden en spreekwijzen on
veranderd peblevei', zooals ia geen andere
streek der Xederiariden, en hier allén viadt
men soms de oplossing van menige dubieuse
beteekenis, die men te vergeefs in de boeken
zou zoeken.
MIIMIIIMMIHlIIIIIIMHIIltlllllllllJIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMMUUIUIIUmlIfïUrMl
naar het etui. Dit is't allernieuwste." klonk
het sarkastisch vac zijne lippen.
Eeuwigdurende beweging zit er niet in,"
sprak Wsxham, de expert der Maatschappij,
anders zouden we eenig geluid hooren."
Mogelijk Zit 't vol zuren en ontplofbare
stoffen," zei de secreta'is, en zal 't geluil
komen ais de zuren de onlplot bare stof hebben
bereikt."
En wat heeft deze mijnheer Morehurst,
uitvinder van de eeuwigdurende lamp, wel van
zijn doos-je gezegd?'' vroeg de president zich
tot den kttrk wendend,
Hij zei, dat als u 't etui zou openen, u de
lamp zou zien," was 't antwoord.
a uitvinder staat beneden, ik zou ervoor
zijn, dat we hem nitnoodigden boven te kornen,"
zei Waxhann.
Bast," beaamde de voorzitter. Vier dappere
mannen zullen toch wel in a'aat zijn een
enkelen idioot te woord te ataan."
De heir Mordhuret werd door den klerk
binnengeleid.
Dat hij een gentleman was ia den vollen zin
van het woord, en in 't volle bezit van zijne
geestvermogens, kon zeker niemand in twijfel
trekken. De chef en diens staf waren er niet
op voorbereid deze verschijning te zien, een
beschaafd man, in de kracht des levens, die
zich met groote gemakkelijkheid bewoog en
wiens grijze oogen ouder een massief, breed
denkersvoorhoofd schitterden.
In een oogopslag had do heer Morehurst
den toestand begrepen en gemoedelijk glim
lachend :
Dit is geen bommenzaak, mijne heeren,
stel u gerust", sprak hij; het is alles in den
haak, onschuldig en doeltreffend. De construc
tie cler lamp, welke materialen er voor noodig
zijn om een andere te maken die prec'us een
der is, dat alles zal de uitvinder u uitleggen
tegen vergoeding", voegde hij er haastig
aan toe, als practisch man van zaken.
De voorzitter en de heer Waxham keken
elkaar in sprakelooze verbazing aan.
De voorzitter herstelde zich 't eerst.
Mijnheer Morehurst", zei hy, hoe komt
iemand van uwe blijkbare ontwikkeling zulk
een dwaze benaming te kiezen, en een
menschelijke uitvinding met het woord eeuwig iurend
te brstempelen?''
Omdat", antwoordde de heer Morehurst met
volkomen zelfbeheersching, het juist die be
naming is, die op mijne lamp past; want
tenzij ze door een of ander ongelukkig toeval
gebroken wordt, zal ze duizenden jaren licht
blijven geven, of, wat voor oas hetzelfde is,
ze zal eeuwig schynen".
Hoe lang heelt ze reeds onafgebroken ge
brand?" vroeg de voorzitter scherp.
Drie jaar'', was bet antwoord; hoewel 't
woord branden" hier niet precies van toe
passing is, want dat zou verbruik"
beteekenen, en mijn lamp verbruikt niets, geen gas,
Mi«r met het zien van de klok ea den
zolder was het bezoek nog niet ten einde.
Mijn cicerone daalde met nj$ af inde
benedengewelven, naar een soort crypta, wier ronde
en zorgvuldig gemetselde eolommen den grooten
bouw uchraagoW Esae bleek, grijze taqatering
hing door deze lage gewelven. Hy wee» me
op esn hoop steenen, van den afbraak van een
gedeelte van het raadhuis voortkomende en
toonde me de grootte van deze brikken, waar
van hij er een herhaalde malen in zijae hand
nam en tegen een modernen brik uitmat,
waarbij Week, dat er minstens vier modernen
op een middeleeuwsche brik gingen en in de
manier, waarmee h\j die aanvatte, hanteerde
en besprak en bijna liefkoosde met de hand,
lag een groote belangstelling, die bijna
ronrend was.
Het was alsof hy voelde het element van
onze huizen, den zorgvuldig geprepareerden
steen, die ons beschermen moet tegen weer en
wind en ons het dak moet geven, waaronder
wy onze hoofden ter ruste ieggen.
En wederom ging hy me voor de trappen
op en daar in een der zalen wees hij naar
boven, waar in de houten balken van de zol
dering in hout gebeden beelden en voorstel
lingen zichtbaar waren. Ia de hooge zaal
waarin een zwak licht door de hooge en kleine
vensters valt maakten deze kunstwerken een
vreemd effect en dat vooral wegens de zeer
kras-realistische voorstellingen en my'n gid&
merkte op dat men tegenwoordig naar de
gevsngenis zou moeten verhuizen indien men
het waagde zulke dingen heden te maken.
#
De gevel van dit merkwaardige gebouw dat
getuige is geweest van VlaaijUerens grooten
tijd, is behoorlek gerestaureerd, opgepoetst en
bedorven door de al te ijverige vrienden van
het verleden. De mensch waar hy wil
ingrypen in het werk der natuur verknoeit meestal
meer dan hy goed maakt, wanneer hijdehan
den slaat aan datgene wat de groote
meesteresse volgens vaststaande wetiua met moeite
heeft gewrocht. De geschiedenis der hagels
en stormen, van den zoni;e8chyn, van lust en
menscbenleren, van. glorie en ar.gst, zy staan
opgeteekerid in de geschiedlioeken der muren.
en gevels. Da golven des tijds hebben zwaar
gebeukt tegen de steenen van Damme en tot
op eenige stukken zyn de wallen door hen
weggespoeld.
Dtjze «tukken van oude vestingwerken dienen
nu als aardappeleiskelders en bet spichtige
gras der door de oorlogen gegeeselde wallen,
fluistert vreedzaam in de eenzame winden.
Eeutuaal wemelden hier de landen van men
schen en de zwJen dw schepen waren ontel
baar op de naburige wateren. Zware vestingen
bedekten den giond en beschermden eene
grootwillende bevolking, Hoecke was een wel
varende plaats, maar van die tijden is daar
niets niew te zien dan een paar grafsteenen.
in het voorportaal van de Jcerk, de letters en
figuren zijn bijna gehee) weggesleten door de
voeten der menschen waarvan geslacht op ge
slacht gegaan is, gekomen, gegaan.
Ook bet verder op liggmide Sluis is eene
stad die afneemt met den dag. « families der
rijken zyn bijna allen uitgestorven en laatste
alstarnmeiingeii van geslactiten zijn naar Hol
land verhuisd. Drf oude huizen der patriciërs
zijn in tweeën gesplitst en dienen nu tot kleinen
wmkel ot' school en er i» geen uitzicht dat
bet aienscüenieven er nog eenmaal zal bloeien.
la den omtrek zijn de sschoone lanen van
wilgen en olrnen e eeu La de andere gevallen
en alle struiken uitgeroeid en de korenvelden
zijn verdwenen, oai plaats te maken voor de
cultuur der biste». De vreemdelingen die zich
hier dikwijls gaarne zoude vestigen om stil ea
afgezonderd te leven, blijven met langer dan
een of twee dagen en gaan weg, klagend dat
er zoo weinig boomen en schaduw zyn. Alteen
eenige onbekende Duitsche schilders denkend
hier voornamelijk plein-air te viuden, zwerven
hier nog in den zumer rond.
geen olie, geen spiritus; het is ook geen
electrisch liehi. Juister uitgedrukt, sedert ik
haar drie jaar geleden maakte, heer'c mijn
l»mp gesehenen'.
tin schijnt ze na daaronder, zonder hitte
uittestnlenr'1 vroeg de president vaa den Oc
topus.
Zeker", zei de uitvinder.
Vergenoegd wreef zich de president de han.
den. Ik zou uwe lamp gaarne zien", sp.ak
hij; dat alks schijnt ongeiooflyk".
Als u me wik verjorioven het licht boven
uw lessenaar uittedraaien, zal ik ze u met ge
noegen toorien", antwoordde de heer Morehurst.
De uitvinder boog zich over het kistje, trok
het kleine zilvereu stifije uit den beugel ea
maakte het deksel open.
In strijd met alle bekende regelen en
begiGselen, verspreidde zich het licht der eeuwig
durende lamp door het gtheele vertrek een
helder, zilverachtig licht, dat het oog aan
genaam aandeed.
De chef, de expert, en Haler, de partikuliere
secretaiis mannen, die meenden dat op het
gebied van verlichting de wetenschap hun niets
meer te leeren had ze waren allen stom
van verbazing.
Ze stonden op en drongen zich om den les
senaar heen, ten einde de lamp nauwkeurig
te kunnen beschouwen, ooals het met de
meeste merkwaardige uitvindingen het geval
is, scheen ook deze hoogst eenvoudig.
Het kistje was van ebbenhout met
gebombeerd deksel en aan den solieden bodem was
de fraaie zilveren cylinder bevestigd, waarvan
de top gewelfd was, en van kristal. Onder
dezen gewelfden top was een kleine bol aan
gebracht eveneens van kristal die stevig
vast zat aan het bovenste gedeelte van den
zilveren cylinder; en in den bol die hermetisch
gesloten was, bevond zich de schitterende ma
terie, die het heldere licht uitstraalde. De
experts vertrouwden hunne oogen niet, en
zwegen; maar de chef gat alle teekenen van
tevredenheid. Al de in hem sluimerende
geestkracht werd tot nieuw leven geprikkeld,
ierwijl Waxham cog roadtastte in het duister,
was hij reeds oezig de kansen te berekenen
en plannen te maken om zich de heerschappij
van de indu trieeie- en handeiswereld te ver
zekeren. Eindelijk dwong hij zich als 'c ware
de oogen at' te wenden van de
eeuwigbrandende lamp en zag hy met levendige belang
stelling den uitvinder aan.
Dit is mooi, byzonder mooi, mijnheer More
hurst," sprak hij; en heeft u reeds patent
genomen op uwe uitvinding?"
»No» niet," antwoordde deze; 't is nog
eenvoudig een geheim, my alleen bekend."
En hoe wil u my bewjjsen, dat dit- licht
eeuwig zal duren?"
Ik zal 't u laten, tot u volkomen over
tuigd is."
Uitstekend, dat is zeken voldoende," stemde
Zy ritten lang» het kanaal en teekenen'de
kleuren op, die voorbijgaande wind doet
verBchynwi op het gladde water. Maar hun werk
is meestal vlak en zonder stemming1, zooals
de natuur in de rondte en mist d« diepte en
den j'iichenden gloed van het Hollandacbe
landschap. Ook beweren ijj dat zy door de
straatjeugd ea andere baliekluivers, die zooals
het ongedierte in oade huizen, in oude steden
soms zeer lastig zyn, niet goed kunnen werken
en in het opsmeeren hunner kleuren vaak
worden gestoord. Nu en dan ook komen
Eagelsche meisjes en vronwen uit Brugge,
niet wetend waar beter heen te gaan, hunne
boterhammen opeten op de Slnissche wallen,
aan wier voet de koeien rustig grazen bij op
komende vocht of rustig herkauwend liggen
in den drogenden Oo«twind.
Het stadsbestuur van Sluis is zoo verstandig
geweest op de wallen de boomen zooveel
mogelrjk te sparen en de Engelsche misses of
badgasten van Heyst en Knocke zyn heerlijk
verrast hier en daar eene welgeplaatste
rustbank te ontdekken onder de ruiachende kruinen
der populieren. Daar zwetsen en branwen ze
ongestoord hunne Engelsche en Duitsche syl
laben, druk als de honderden spreeuwen en
musseden, die op de daken der huizen veeJ
onverstaanbaars vertellen. En wie weet, of
die spreeuwen elkander niet meer te vertellen
hebben wat belangrijk is dan wy, kinderen
der menschen.
* »
»
In den ty'd dat de nachten op zyn langst
zyn, gaat door de straten van Sluis de klep
perman, kondigende aan de slapende stad de
uren van, de naebt »Tien nar heeft de klok,
de klok heeft tien", rekke tek en weer schrijdt
hij voort naar eene andere straat met hetzelfde
rekketek dat hy' maakt met zyn klepper. Slee
pend en half slapend haast ziogt hy de uren
langs de dommelende huizen en de laatste
syllaben scbyrien zich te verliezen in het
algemeene rustige duister. »Dat geelt eene
gerustheid" zeggen de Sluizenaars en zij zouden
der aloude gebruik, dat zoo goed als nergens
meer bestaat, in het Noordelijk Ejropa niet
gaarne zien afgeschaft. Al worUt men wel eens
wakker door het plotselinga gerekketek, de
de stemmige soesige zang van den man spreidt
de rust en de vrede als een zegen over de
daken, Z^lfs geen honden beginnen te blaffen
wanneer de man voorby' gaat en de loerende
uilen schijnen h.em te kennen als een stillen
vriend. Vooral denkt men door den klepper
man tegen nachtelijken brand beschermd te
zijn en vertrouwt men op zijn spiedend oog,
dat iedere smeulende vlam zal ontdekken.
Men heeft in Sparjs weJ den sereno, tiie zijn.
lantaarn en den grooten sleutelbos door het
donker laat slingeren, maar zyn geluid is niet
zoo stemmig ais dat van den kiepperman in
Sluis. Ea al hoorde ik onlangs de vrouw van
een Amerikaanscben schilder geweldig te keer
gaan tegen dit nachtelijk afkondigen der uren,
omdat het, zooals zij zeide, haar kinderen wakker
maakt, inen is er in Sluis aan gewend en men.
beweert er beter op te slapen. Ook verkondigt
hij duidelijker den ty'd dan. zijn collega Jantje
van Sluis ia dea toren, van het Raadhui» duur
zijn slagen. Jantje van Sluis, de kleurig
gekleede tambourpop daar aangebracht en goed
zichtbaar ter eere van den legendariscuen
trommelslager, welke gedurende de belegering
door de Spanjaarden op de gedachte kwam.
een zoo groot lawaai binnen de muren te
maken door zyn trom, zoodat de Spai jnarden.
de belegering staakten ea Sluis vrij en frank
in zijn wallen achterlieten. Dat raadshuis ig
een schoon stuk van architektuor getuigende
vaa de kracht van Nsderlands grootheid. Zwaar
en machtig en toch tiet log vaa constructie
met sierlijk geboog langs de daklijst en vlugge
verheitbg van den hoog opschietende toren.
Het is een van dia gebouwen die goed doen
aan den voorbijganger als een bladzyde vaa
den
de president toe.
ik zal het na eenigea tijd komen halen,"
zei de uitvinder met kalme onverschilligheid:,
terwijl bij opstond om te vertrekken Maar
laat mij u eerst nog op het hart drukken, dat
dit het eenigste exemplaar is, dat ik bezit en
aarom zal u, hoop ik, de uiterste zorg dragen
dat bet niet gebroken wordt. Ook moet ik er
bijvoeger, dat er in den cyiinder zicti niets
bevindt otn dien lichtbundel ie doen ontslaan.
Mocht de cyüiider of de bol bre.en, dan zou
de stralende materie ontsnappen ,en daarmee
zou het met het lichtgevend vermogen ge
daan zyn."
«Heelt u geen nauwkeuriger adres te geven
dan wat op uw kaarlje staat V vroeg de
voorzittf r van den Octopus. New-York is zoo groot.'
Dat is niet noodig; ik zal mijn schat zeker
komen haien," en inet een beleefd: Goeden
avoid" tot alle aanwezigen, daalde de man
die 't zonlicht gestolen had, rustig de trappen af.
't Groote gebouw werd, zooals gewoonlijk,
voor den nacht gesloten; de chef en zijne
assistenten waren evenwel nog verscheidene
uren bezig met beschouwingen te houden over
dit wonder, de Eeuwigdurende Lamp.
Voorloopig werd door den president bepaald,
dat eene afdeeling van zijn kolossale brand
kast, die vuurproef was, ingeruimd zou wordea
tot bergplaats van het kostbare voorwerp. Het
ontging zynen assistenten niet, dat bij ditmaal
zelf het letterslot stelde, in plaats van het
over (e Jaten aan Haler, zooals hij gewoou
was. Dit was wel een bewijs, hoe groote wasrde
hij hechtte a«in de uitvinding, want tot nog
toe had hy altijd alle kostbare geheimen, die
de brandkast ooit bevatte, aan Haler's zorgen
toevertrouwd; toch was hy volkomen open
hartig in deze zaak. Hij teekende het woord
op een reepje papier op, en verzocht Haler er
nota van te nemen, dat hij het in een der
zakken van zyn memorandum weggeborgen
had, om het daar veilig te bewaren, zooals hij
beweerde.
Hij meende deze voorborgen aan den uit
vinder verschuldigd te zyn,
De tijd van naar-huis-gaan was eindelijk
aangebroken; maar de chef toefde nog een
oogenblik, toen h\j de hoopvolle blikken zijner
helpers op zich gevestigd zag. Ze wisten, dat
het vaak zijne gewoonte waa, bij eene gelegenheid
als deze, hun de een ot andere bijzondere be
looning toe te kennen, misschien wel OM hen
vaster nog aan zjjue belangen te verbinden.
Haler," zei hjj, laat de kassier morgen
uw eigen salaris en dat van Waxham en
Masters met 10 pCt. verhoogen,'1 en toen, met
een hartelijk. Goeden nacht," spoedde hij zich
naar zijn coupé, die beneden op hem had staau
wachten en reed hij in huitengewoon opge
wonden stemming naar huis.
(Slot, volgt}.