Historisch Archief 1877-1940
No, 1202
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
gebied, en in verband met plaatselijke
omstandigheden naar eigen inzicht han
delen. Zij worden echter verantwoordelijk
gesteld voor ieder verlies van grondgebied.
Wij kunnen voor de echtheid van dit, tele
grafisch uit Ganton overgebracht bericht
natuurlijk minder goed instaan dan voor
die van keizer Wilnelm's rede. Maar de
mededeeling schijnt ons de algemeene
stemming in China vrij juist weer te geven.
.Mocht die stemming leiden tot
eenekatastrophe voor de vreemdelingen in China,
en de laatste telegrammen geven alle
aanleiding om aan te nemen, dat zulk eene
katastrophe reeds heeft plaats gehad
dan zullen de mogendheden helaas niet
kunnen ontkennen, dat zij slechts oogsten,
wat zij zelven gezaaid hebben.
iMiiiiiiiimiimiiiiiiiiitiiiitiiiiiiiiiiiiimiiiiiii
llllllimlllllllltllltrf»
Sociafó
v v
ttiiiiiiimiimiMimi
iiiiiiiiiimimmtiiiiiiimiiiiiimtiimmimii
Nog iets oyer CflfiperatieMionwfin c. a.
Tot de voordeelen van coöperatief-bouwen,
behoort ook de zekerheid van gezonde en
geriefelijke inrichting der huizen. Zoodra
tot oprichting eener dusdanige vereeniging
besloten is, komen de bouwplannen natuur
lijk al spoedig in behandeling. Nadat die
door een architect of bouwkundige opge
maakt zijn, wordt er door de leden de
npodige aandacht aan geschonken, want
dit volgt van zelf uit net groote belang
dat zij er bij hebben. Als men dusdanige
besprekingen bijwoont, is het bepaald
interessant om op te merken, hoe zelfs door
degenen, die hoegenaamd geen vakmannen
zijn, gewezen wordt op gebreken, onjuist
heden, verbeteringen enz. waarop door den
deskundige wel eens niet of niet voldoende
gelet was. Zoowel het groote belang der
aanstaande bewoners-eigenaren als de kracht
der samenwerking, o_efenen hier eenen in
vloed ten goede uit, inderdaad niet gering
te achten.
Ten slotte wil ik van de voornaamste
voordeelen nog even aanstippen, het voor
komen van »buurtbederven"door co
peratiefbouwen. Dit nader te omschrijven is
onnoodig. In oude stadsgedeelten is dit
niet te vermijden, doch wel in nieuwe
wijken als er de coöp. bouwvereenigingen
welig tieren. De bepaling, dat de huizen
alleen door leden bewoond mogen worden,
terwijl uitzonderingen daarop de goedkeu
ring van het bestuur behoeven, waarborgt
het gehalte der bewoners. Lichtvaardig
wordt hierin nimmer gehandeld, voorna
melijk door ieders persoonlijke aansprake
lijkheid voor het geheel, volgens art. 19 der
Eerste Nederlandsche wet op de coöpera
tieve vereenigingen, in de Eerste Kamer
den 15 Nov. 1876 met algemeene stemmen
aangenomen.
De 28 hier bestaande coöperatieve bouw
vereenigingen hebben een zeer groot aantal
huizen, wel verschillend in soort,_ doch allen
bestemd voor n gezin. Dit is mogelijk
voor steden als Haarlem, waar de gewone
grondprijzen per vierk. Meter tusschen ?15
en ? 4 varieeren, doch in Amsterdam en
Rotterdam zijn de minste grondprijzen te
hoog, tot het brengen van coöperatief- bouwen
aldus,onder ieders bereik.Maar daarom heeft
in die twee grootste steden van Nederland het
coöperatieve stelsel van bouwen toch wel
degelijk recht van bestaan. Die noodzake
lijke afwijking daar, van de hier algemeen
gevolgde wijze, onderwierp ik reeds meer
malen aan het oordeel van deskundigen en
de algemeene sympathie op het na te noemen
systeem verkregen, geeft mij voldoende aan
leiding het eenigszins uitvoerig mede te
deelen.
Ik begin met te erkennen, dat de duurte
der grondprijzen in de beide grootste steden
het bouwen van geheele huizen voor n
gezin beperkt tot enkelen, wien dit mocht
convenieeren. Dien enkelen blijf ik die toe
passing aanbevelen, als beantwoordende
het meest aan het doel. Doch zij die een
deel van het perceel dienen te bewonen
kunnen dit coöperatief blijven doen en er
toch, zonder meer te betalen dan in gewone
buurhuizen, groot voordeel door krijgen.
Stel b.v. een huis in drieën bewoond. Ik
neem dit als voorbeeld, doch de toepassing
blijft dezelfde, hetzij een perceel voor twee,
vier of meer gezinnen bestemd mocht wezen.
Kosten van grond en bouw ?15000.
De eigenaar zou voor huurprijzen te
zamen 7% pCt. berekenen, de coöperatieve
bouwvereeniging doetevenzoo. Den eigenaar
Een JoereiÊop in Zid-RndÉL
Vry naar het Duitsch.
's Avonds was Stepan gekomen om ons mee
te deelen, dat zyne vrouw hem zooeven een
zoon had geschonken. Tegely'kerty'd noodigde
hy' nuj en mijn oudsten leerling, een jongen van
12 jaar uit, als peetmoeder en peetvader tegen
woordig te zy'n by' den doop, die den volgenden
dag zuu plaats hebben. Wij namen de
uitnoodiging aan, ik zelfs met blijdschap, want
al lang had ik gewenscht een doopplechtigheid
by een russische boerenfamilie by te wonen.
Bovendien was Jelèna, Stepans vrouw, ons aller
lieveling. Den vorigen zomer had sy nog bij
ons gediend, als eene der flinke jonge Djèwki"
(dienstmeisje) en men kan zicb geen mooier
beeld voorstellen dan de 17-jarige boerenschoone,
met haar stralend gezichtje, vroolyke bruine
oogen en prachtige tanden. Altijd was zij
opgewekt en van den vroegen morgen tot den
laten avond hoorde men haar in de gangen
van het huis bedrijvig heen en weer trippelen.
In het dorp was zy' als het mooiste meisje
hekend. Zij zelf scheen niet het minste ver
moeden te hebben, hoe goed haar het
djewkikostuum stond: een sneeuwwit, geplooid hemd
met een bontgeborduurden rand, een korte
gekleurde rok, een krans van frissche bloemen
in het haar, met lange neerhangende linten,
om den hals een snoer van veelkleurige koralen.
Daarbij de bloote voeten, die, nooit door eenig
komt het minstens toe, voor de vroeger
omschrevene risico's enz., de coöp. b.v. maakt
hare berekening, aldus:
4 pCt. voor rente,
l > > aflossing,
l » » grondlasten, straatgeld en
assurantie,
1/4 » » onderhoud.
7 M pCt. totaal.
Voor een perceel moet dus door de 3
leden per jaar betaald worden f 1050.?.
Naar den maatstaf van andere dergelijke
perceelen, betalen:
het lid voor het benedenhuis, 2
verdiepingen f 550.
het lid voor het Ie bovenhuis,
l verdieping en *A zolder . . » 300.
het lid voor het 2e bovenhuis,
l verdieping en M zolder . . » 200.
Na geregelde betaling, komt het gunstige
tijdstip dat de schuld der vereeniging geheel
gedelgd is.
De perceelen, nemen we b.v. aan dat er
20 gelijken zijn, worden getaxeerd door drie
onpartijdige zaakkundigen. Vermoedelijk
overtreft dan die_ taxatie den kostenden
grijs, doch hoe die zij doet niets ter zake.
epalen wij die dus maar op vorengemelde
? 15000, is dan ? 300000 waarde, eigendom
der leden op _het moment der geheele
hypotheek- aflossing.
Daarvoor geeft de vereeniging 3000
aandeelen van ? 100 uit, waarvan de leden
kosteloos krijgen:
van een benedenhuis
53/!05 = u/üi in ?15000is 78n/2i aand.
van een Ie bovenhuis
30/io5 6/ai in idem is4218/ii »
van een 2e bovenhuis
20/ioi = 4/2i in idem is28l2/2i »
dus voor ieder perceel
(2I/2i) . . ~Ï50 aand.
is voor de 20 perceelen 3000 aandeelen.
De onderdeelen van aandeelen zijn door
onderlinge overname tot geheelen te brengen,
want de onzijdige schatting evengenoemd
maakt de deeling daarvan in ?100 als de
zuivere waarde, ten eenen male juist.
De coöperators hebben dus ieder het hun
komende getal aandeelen van ? 100
efiectieve waarde gekregen, zonder finantieele
opoffering hoegenaamd. Die kunnen aan
toonder zijn, omdat er geen obligo op rust.
Al naar gelang van omstandigheden kan
men nu voortgaan met betalen van dezelfde
of andere bedragen (nu huurprijzen gewor
den) als vroeger, want de netto winst wordt
van dat oogenblik af aan: »dividend".
Wordt de huur onder het normale cijfer
gebracht, dan kan het geval voorkomen,
dat de waarde der aandeelen beneden pari
daalt, doch dan blijft het lidmaatschap
der vereeniging ook waarde behouden,
aangezien alleen leden van die lagere huur,
als bewoners tevens, profiteeren.
Dit laatste komt mij waarlijk het meest
overeenkomstig voor, met het uitgangspunt
der coöperatie.
Haarlem. M. P. DE CLEKCQ.
lllMmMiiiimiiiiiiiiiiiii
IMMHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIII
Mnziefc in fle Hooltafl.
Zijn meestal de zomermaanden oorzaak dat
de concerten gestaakt worden, de studenten uit
Upsala vonden juist daarin aanleiding om bunne
schreden uit het verre vaderland naar hier te
richten en ons een blik te gunnen in de kunst
beoefening van het Scandinavische schiereiland.
Het zal menigeen wel vreemd zijn voorgekomen
in al die mannen, van zoo sterk uiteenloopenden
leeftyd, studenten te moeten beschouwen:
vermoedelyk zijn er vele alte Herren" by', zooals
in Duitschland, zy genoemd worden, die na
hunne promotie nog voeling houden met de
clubs, waartoe zy in hunne studententijd be
hoord hebben. Doch wij hebben slechts te
vragen hoe zingen zij. En dan moet er op
geantwoord worden, in hooge mate voortreffely'k.
Waar het in de allereerste plaats op aankomt,
n 1. op de intonatie, daar was al zeer weinig op te
zeggen; slechts in het laatste nummer liet de
\zuiverheid iets te wenschen over.
Mogelykerwyze ook een gevolg van vermoeidheid \ De
compositiën, welke werden voorgedragen, waren
zeer eenvoudig en onopgesmukt, ongeveer in
het karakter van het volkslied! De Duitsche
schoeisel gekneld, bijna een volmaakten vorm
vertoonden.
Zy had veel vrijers gehad, maar Stepan had
haar hart veroverd, en zoo werd zij zy'ne vrouw
ondanks den tegenstand zy'ner ouders, die een
rijkere bruid voor hun eenigen zoon wenschten.
Nu was er bijna een jaar verloopen, en zij
werd moeder, onze kleine Jelèna, zelt nog half
een kind.
's Morgens vóór den doop begaf ik mij naar
een jodenwinkel om de noodige doopgeschenken
te koopen. Deze bestaan uit: een klein zilveren,
of gouden kruisje aan een ketting of lint, een
stol voor een japon voor de jonge moeder, dito
voor een hemdje voor het kind en een geschenk
naar verkiezing voor de baker, 't Spreekt van
zelf dat de qualiteit der geschenken afhangt
van de beurs der peetouders: de quantiteit is
onder alle omstandigheden dezelfde.
Alvorens wij onzen pelgrimstocht naar Stepans
huis ondernamen, hielden wy' het voor geraden
eerst by' de oude, aan ondervinding rijke njanja
(kindermeid) raad in te winnen omtrent onze
houding gedurende de plechtigheid. Gelukkig
dat wy' dit deden; want nooit zou het ons ge
lukt zyn veilig door het labyrinth van allerlei
formaliteiten heen te komen zonder vooraf in
gewonnen inlichtingen. Reeds kwam de knecht
ons aankondigen dat het ry'tuig gereed stond,
en na haastig een kop thee gebruikt te hebben,
gingen wy' bet huis uit. Een gloeiende hitte
beving ons toen wy buiten kwamen. Ofschoon
het pas 5 uur was, stond de Julizon hoog aan
den hemel en zond hare stralen meedoogenloos
op de dorstige aarde. Sedert vier weken hadden
wy geen droppel regen gehad en het was on
beschrijfelijk stoffig. Zoo goed als het ging
wikkelden wy' ons in onze Burkos" (een soort
ruime, linnen fietsman tel).
Tragi" (vooruit!) Akim, de koetsier, klapte
keizer zou hier iets van zy'n gading ge.onden
hebben! De marsch Hare uns Svea" van
Wennerberg, de Brautfahrt zuHardanger" van
Kjerulf, het Frühlingslied" van Kapfelmann,
en het lied «Du Nord, du mein hohes, mein
telsiges Land" waren als compositie, ondanks
hunnen eenvoud, of liever juist daarom werkjes
waaruit een groote diepte van gemoed en karakter
spreekt.
Het koor besaat uit een tachtig man en is,
men kan zulks dadelijk bespeuren, louter uit
beschaafde en ontwikkelde mannen samenge
steld, die de wyzen van hun vaderland lief
hebben en er trotsch op zy'n. Het doet hun
goed dat men ze mooi vindt, die eenvou
dige, tot het hart sprekende liederen en zy
beyveren zich ze schoon weer te geven. De
klank van de bassen is ryk en sonoor; die van
de tenoren een weinig vlak; misschien ligt
zulks ook aan de vocaliseering van hun taal.
Behalve de zuiverheid, die ik straks reeds
roemde, viel nog op te merken de fraaie en
gezonde nuanceering, wars van alle onzinnig
effectbejag. lijljt'daad de directeur Ivar
Hedenblad heeft reéht om trotsch te zy'n op zy'n
koor. Jammer dat de woorden niet op het
programma voorkwamen, des noods in eene
Duitsche vertaling. Dat zou ons ook een ky'k
gegeven hebben in de poëzie dezer Zweedsche
zangstukken.
Ik wil verder niet verzuimen een paar woorden
te wijden aan een der beide einduitvoeringen van
het Amsterdamsche conservatorium van Toon
kunst, waarvan ik een gedeelte bywoonde. Uit den
aard der zaak stonden niet alle voordrachten
op gelyke hoogte; er werd echter veel
voortreffelyks ten gehoore gebracht, waarvoor trou
wens de uitgelezen schare van leeraressen en
leeraren tot waarborg strekt. Niet onvermeld
wil ik iaten, dat de jonge dame, die St. Saëns
cello-concert speelde, op mij een zeer
gunstigen indruk maakte ; een indruk van rypheid
in muzikaal opzicht, die de schoonste beloften
doet koesteren voor haar toekomst. Het meer
dere of mindere welslagen van een of ander
solonummer maakt deze slot-uitvoering van het
conservatorium echter niet zoozeer belangryk
veeleer het feit dat alles thans werd uitgevoerd
met orchest, waarin men -wel enkele bekende
gezichten uit het Concertgebouworchest aantrof,
doch waarbij toch verreweg het meerendeel der
partyen door leerlingen bezet was.
Met mij tien gelukwensch aan den heer Dan.
de Lange, wil ik tevens den wensch uitspreken
dat hy' eerlang een geheel orchest van leerlingen
om zich heen moge scharen. Na deze korte
bespreking kom ik thans terug op de
feestviering der
Nederlandsche
Toonkunstenaarsvereeniging
en dan, wel in de eerste plaats op het drama
tische werk van Coenders?Van Milligen
Darthula".
De tekst van Darthula onderscheidt zich
gunstig van de meeste operateksten, die ik
in den laatsten tijd ontmoette, door zy'n voor
naamheid; voornaamheid van stof als van be
werking. Het was een gelukkige gedachte van
den heer Coenders, om een greep te doen in
de Ossian-zaugen. Darthula leent zich zeer voor
eene dramatische bewerking en de heer Coenders
heeft uitnemend party getrokken van
desituatiën en de persoonsgroepeeringen, zoodat de
aandacht steeds levendig bly'ft en de belang
stelling voor de optredende personen voort
durend gaande gehouden wordt, Overweging
verdient het misschien of na de stervensscène
van Darthula het tumult van de schare van
Cavibar en het vechten niet achter in plaats
van op het tooneel zou kunnen plaats vinden.
Wat nu de verzen betreft, zoo moet ik erkennen
dat het den heer Coenders niet altijd gelukt
is vloeiend nederlandsch te schryven. Af en
toe ontmoet men hinderlyke germanismen in
den zinbouw, daarnaast echter ook veel smaak
voor muziek in de taal. Het volgend citaat moge
voor beide beweringen ten bewijze strekken.
Zwaar zweeft het zwerk
eea lijkkleed zwart,
boven de golven.
Zwoegend de zee
Zucht uit haar wee.
En al haar smart
In haren zerk, door storm bedolven.
De schipper die eenzaamly'k stuurt in den nacht,
Hij luistert de wondre, de weevolle klacht,
Als lag een God in sterven.
Naast de waardeering voor de schoone en
goed gevonden alliteratie bespeurt men aan
stonds, dat het woord luistert" in den
voorlaatsten versregel hier misplaatst is; terwijl
het duitsche woord lauscht" volkomen den
zin weergeeft, die door den auteur bedoeld is.
Voorts wordt hier en daar, door het stroeve
in 's dichters uitdrukkingswijze, de zin wel
eens duister; als b.v.:
In deze grot, houd(t?) u verborgen
Daar waak en wacht
Tot zonk (?) de nacht
Daar Fingal zal voor u zorgen (!)
miiiiui
iiiiiiiimimiiiiiiHilim
met de tong, de vier prachtige appelschimmels
zetten het op een draf en het lichte open
rijtuig rolde de poort uit, den diepbuigenden
ouden torenwachter voorbij, de houten brug
en het ruimte marktplein over en kwam zoo
op den breeden landweg.
Dichte grijze stofwolken dwarrelden op; als
door een sluier zagen wij onze idyllische, witte
dorpskerk met haar groene dak on den gouden
koepel glinsteren. Wij gingen de kerk voorby',
want Stepan woonde in het naaste 5 werst
(russische mijl) verwijderde dorp, waar de doop
zou plaats hebben. Spoedig lieten wij de laatste
boeren Chaten" (hutten) achter ons. Zoo ver
het oog reikte was nu niets meer te zien als
een eindeloos goudgeel korenveld. Als grauwe
schimmen kwamen ons af en toe voorbijtrek
kende boerenwagens tegen, geruischloos met de
wielen diep in het stof weggezakt. Toen ver
anderde het karakter van het landschap. In
de verte ontwaarde men een bosch, groene
beetwortelvelden verdrongen allengs het koren,
en aan den horizont werd het naaste dorp
zichtbaar. Nog een kwartier r'ydens en de snui
vende, met schuim bedekte paarden hielden voor
Stepan's hut stil.
Men had ons natuurlijk al lang zien aan
komen. Op den drempel stond Stepan's moeder
in feestgewaad, in de hand een verschgebakken
roggebrood en een peperhuisje met zout. Dit
is de gewone welkomstgroet bij de boeren en geen
doodelijker beleediging kan men hun aandoen
als deze gaven te weigeren. Naast haar stonden
man en zoon, en achter haar de naaste bloed
verwanten. Zij kusten ons allen de hand bij de
begroeting. Nadat ik met een paar woorden
bedankt had voor de ontvangst, gingen wij naar
binnen. De chate" was van binnen feestelijk
getooid met groen.
In de groote huiskamer waar wij werden
Zulke voorbeelden zy'n niet zeldzaam.
Thans, nu de uitvoering reeds eenige dagen
achter den rug is, en de beslommeringen,
noodzakely'kerwyze verbonden aan de opvoering
van een dramatisch werk, hebben plaats ge
maakt voor een kalme rust, welke zich
byzonder goed eigent voor het houden van
retrospectieve beschouwingen, zal de componist
zelf wel reeds gevoeld hebben waar het onvol
maakte, hetwelk elk menschely'k werk aankleeft,
zich het sterkst doet gevoelen in zy'n werk.
Dat ontheft my' echter niet van de taak, myn
meening uit te spreken over zoowel het goede,
als het minder prijzenswaardige. Zooals ik
in het vorige nummer schreef, komen er in
de zangstemmen gedeelten voor, die zich tot
een belangryk hoogtepunt verheffen; o.a. by de
woorden Darthula, geliefde, wanhoop niet, ook
deze storm zal weder zwijgen"; en dan later,
by: De storm brak uw teere krachten; niet
minder by de scène van Nathos, Althos, en
Ardan (o geesten onzer vaad'ren). Daarentegen
had ik bij het grafgezang van Ossian meer
melodische weelde verwacht.
De heer v. Milligen heeft in zijn bewerking
het moderne standpunt gehuldigd. Terecht heeft
hij het leidmotief aangewend en zich daardoor
niet tot zy'n eigen grootvader geproclameerd,
(de uitdrukking is van Hans v. Bulow) maar
heeft hij getoond te zy'n een kind van zy'n ty'd.
Echter de practisch moderne toepassing van
dat standpunt is niet alty'd even gelukkig en van
evenveel kracht. Wel ontmoet men de leid
motieven in het orchest en ook wel te rechter
ty'd en te juister plaatse; maar niet alty'd is
de verschijning er van even boeiend-. niet altijd
is het orchestcoloriet van die welluidendheid
die men in een moderne partituur zoo gaarne
aantreft.
Ik zou haast zeggen; v. Milligen wil modern
zijn in theorie, maar is het niet alt'id in de
praktijk. Naast zeer vele gelukkige en stem
mingsvolle oogenblikken, zooals bij het begin,
vooral daar, waar zich de muzikale bewerking
om het mooi gevonden Darthula-motief groepeert
en riet minder by het optreden van het vrouwen
koor, dat in zy'n geheel een zeer schoon frisch
effect maakt; dan by het sterven van Darthula,
waar met weinig hulpmiddelen een gewild sobere
en zeer schoone indruk gemaakt wordt; naast
al deze gelukkig gedachte plaatsen zou ik
kunnen wijzen op de stormscene, waar de
overvloed van noten niet kan vergoeden het
gemis aan belangrykheid van thematische be
werking en waardoor deze scène eenigszins
monotoon wordt; dan op de behandeling der
basfiguur van het heldenthema, die naar mijn ge
voelen te hardnekkig is aangewend enwaa<van
men tegen het slot inderdaad verzadigd wordt;
voorts op den eenigszins ijlen klank van het orchest
bij de opstijgende hoornfiguur, tegenover de zoo
veel hooger gelegen triolenpassages der violen.
Het jubelmotief van Ithorna is wederom zeer
schoon gevonden en het is jammer dat de be
handeling er van geen grooter plaats in het
drama mocht bekleeden.
Indien de heer van Milligen er toe mocht
kunnen besluiten zijn werk, vooral ten opzichte
der instrumentatie eenigszins om te werken,
dan geloof ik dat wij een dramatische compositie
ry'ker zullen zijn geworden van voornaam gehalte
en uitnemende factuur.
Thans nog een enkel woord over de werken
van bet Feestconcert.
In de beide oudste compositiën, die werden
uitgevoerd, Heinze's ouverture die Waise"
(1853) en Hol's Erklarung" (1860) treft al
dadelyk het beginsel van programmamuziek.
Men kent mijne meening over programma
muziek ; ik heb die meermalen hier in dit blad
uitgesproken. Dat ik dus het beginsel gehuldigd
heb in mijne symphonische Ballade Elaine
und Lancelot" zal wel geene bevreemding ver
wekken; maar dat zoowel Heinze als Hol vóór
zoo langen tijd reeds zich aangetrokken gevoeld
hebben tot dat genre van muziek is teekenend.
Overigens vermogen beide werken nog in hooge
mate te boeien; Heinze niet het minst door
zijn af jeronden vorm, waarin men den bloeitijd
der Mendelbsohn-periode herkent; Hol meer
door de schitterende instrumentatie en de po
tische idee, waarin men den Schumann'schen
geest eenigszins kan bespeuren.
Viotta's violoncelphantasie is een uiterst
dankbaar, prachtig geïnstrumenteerd orchest.
stuk dat beroemd verdient te worden. Op den
uitgever rust de verplichting het ook in het
buitenland te verspreiden. Het is zeker even
veel belangstelling waard als het Celloconcert
van d'Albert, waarmede Hugo Becker dit jaar
de concertzalen van Europa heeft
afgereisdRoscb Haschana van Carl Smulders is een
solostuk van uiterst voornaam gehalte, naar myn
gevoelen een weinig lang en wat verward in zijn
vorm, doch zeer schoon van orchestklank.
De Hymne voor sopraan van Diepenbrock
aarzel ik niet als een der belangwekkendste
verschijningen te beschouwen van den laatsten
tijd. Met groot meesterschap en diepe
oorspronkelykheid heeft Diepenbrock de woorden
van Novalis muzikaal nagedicht. Men kan
IIIIIHIIU minimum
binnengelaten, glom en blonk alles van
zindelykheid. Het huisraad van een russische
boerenkamer is gewoonlijk primitief. Verreweg de
meeste plaats neemt het reuzenfornuis in, waar
omheen een bank loopt. Het dient tot ver
warmingstoestel en tot slaapgelegenheid tevens:
het laatste nl. in den winter, wanneer de be
woners van het huis in hun schapenvachten
gehuld, deels op de kachel, deels op de daarom
heen loopende bank zich te slapen leggen. Een
tweede bank bevindt zich langs den wand.
In den hoek onder een heiligenbeeld een
witgeschuurde lange tafel; aan den muur
goedkoope bontbeschilderde portretten zonder lijst,
voorstellende den Czaar en de Czarina (beiden
nauwelijks te herkennen), en tooneelen uit het
leven der heiligen: alles waarschijnlijk voor een
paar kopeken gekocht by een marskramer.
Maar wanneer de zon, zooals nu, door de
heldere kleine vensterruitjes schy'nt en hare
stralen laat spelen door het frissche loof, dan
maakt het gehtel toch een gezelligen indruk.
Nu echter gebeurde iets, waarop zelfs njanja
ons niet had voorbereid. De deur ging open
en gesteund door twee vrouwen waggelde Jelèna
de kamer binnen. Het arme vrouwtje kon
nauwelijks op hare beenen staan (sedert de
geboorte van het kind was er nog geen etmaal
verloopen) maar ons ter eere had men haar
gedwongen zich aan te kleeden.
In menig opzicht zijn de Russen nog echte
barbaren, ofschoon zij over het algemeen veel
beter zy'n dan de roep die van hen uitgaat.
Ik was boos over deze noodelooze wreedheid;
maar het was nu eenmaal gebeurd en een preek,
die achterna komt, zou toch niet veel hebben
geholpen. Ik zette ten minste mijn wil door
dat Jelèna dadelijk weer naar bed ging; ondanks
het protest van moeder en schoonmoeder
anders zeer lieve, oude vrouwen die deze
moeielyk beseffen wat men verzuimd zal
hebben door het wegvallen van de
althymne. Het is een eereplicht van wie daartoe
geroepen is dit werk tot uitvoering te brengen
en tevens de sopraan-hymne te doea herhalen.
En nu het viool-concert van Beethoven door
Henri Petri overheerlyk gespeeld! Zeker, dat
was een hoog genot en wanneer door zy'n op
treden de verschillende concertbesturen in den
lande er aan zyn herinnerd geworden, dat het
te lang reeds geleden is sedert Petri hier
speelde, dan heeft dit goede vruchten gedragen;
overigens waag ik het te constateeren dat
Beethoven's viool-concert, geen uitvoering der
Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeniging be
hoefde om opnieuw te doen blyken dat het
nog steeds is het concert der concerten en dat
de andere hymne van Diepenbrock wel de uit
voering der Nederlandsche
Toonkunstenaarsvereeniging noodig had, om aan het publiek te
worden voorgesteld.
Niet onvermeld wil ik laten dat als een
hulde aan de nagedachtenis van W. F. G.
Nicolai, den langjarigen president der N. T. V.,
diens Loverkens door Orelio uitstekend werden
gezongen en door mevr. de Haan?Manifanges
op het orgelconcert zijn Trost" benevens
Allerseelen van Meyroos; dat voorts de heer
Willem Petri uit Utrecht met veel meesterschap
een hoogst belangrijke fantasia voor orgel van
Sweelinck speelde, benevens een paar kleinere
werkjes van W. Petri, J. W. Kersbergen, Hol
en Litzau, die ik zeer goed gekozen vond voor
dit programma; en dat hy voorts met veel
talent zyn broeder Henri op. het orgel een
paar nummers van Bach en een van Rossi
begeleidde, benevens een paar duetten voor
sopraan en alt uit Handel's Judas Maccabaus,
door de dames Noordewier en de Haan ge
zongen. Dat ten slotte mevr. Noordewier op
heerly'ke wijze nog zong ein geistliches Lied"
van Diepenbrock (tekst van Novalis) waarin
mij vooral trof de schakeering in de uitdruk
king by den aanhef van iedere strophe Wenn
ich ihn nur habe."
Het feest van de Nederl.
Toonkunstenaarsvereeniging is uit een artistiek oogpunt zeer
goed geslaagd. Moge de N. T. V. in de toe
komstige jaren oogsten wat ze in de eerste
kwarteeuw gezaaid heeft.
ANT. AVBBKAMP.
cmiiiMimiiMiiiiiiimiiiiiiiumiiimiiiiiimiiiiMiiiiHlimiliiliiimitiiaH!
CollecMi,
Het is opvallend, zoo gering het bezoek is
aan de collectie-Six. Haar tijdelijke huisvesting
in het Suasso-museum, mocht toch voor velen
wel als een buitenkansje worden beschouwd.
En, gedachtig aan de Rembrandt-tentoonstelling
waar tot het einde toe, de toevloed steeds
wassende, dikwy'ls overmatig was, gaat men
raden naar een verklaring der weinige belang
stelling, voor deze expositie aan den dag gelegd.
Al is het ook waar, dat het samenvinden van
zooveel schilderyen van Rembrandt belang
wekkender was en een gebeurtenis van den
meest zeldzamen aard, toch is het verschil in
belangstelling, die voor deze tentoonstelling
haast nihil is, buiten alle verhouding. Viel
die tegenstry'digheid waar te nemen in langer
tusschen-ruimte van jaren, 't zou voor een
teeken des ty'ds kunnen gehouden worden.
Nu kan de .eenige verklaring slechts te vinden
zyn in de omstandigheid, dat de menschen
elkaar naloopen en hunne neigingen slechts
gericht worden, door usances in de burgerly'ke
samenleving.
't Zal wel zóó zijn:
Het was blyk geven van beschaving, 't gaf
een tintje van eruditie, voor twee jaar, over de
Rembrandt-tentoonstelling te kunnen mee
praten ; het was gepast die te bezoeken, zooals
het gebrnikelyk is lid van Artis of van het
Concertgebouw te zy'n. Indien de belangstelling
voor Rembrandt werkelyk zoo gemeend was,
had toch de gely'ktjjdige expositie zy'ner
teekeningen en etsen in het Ry'ks-Prentenkabinet,
althans een tiende percent der bewonderaars naar
zich mogen trekk|$n. Dat was langena niet zoo.
Teekenend is 'misschien ook, dat op de twee
dure dagen, het bezoek aan de collectie Six
minstens even ruim is als op de andere dagen.
Toch is het te kras, het algemeene
verontachtzamen dezer tentoonstelling alleen op reke
ning te brengen van het nakomen der y'dele
gawoonten eenei z. g. »bon ton".
Wadr blijft het, dat ook by de welmeenenden
de eigenschappen eener kudde, die gedreven
moet worden, zy'n waar te nemen. Door den
ophef vooral, verlaten zy' hunne laksheid, en
aan toevallige omstandigheden meestal, hebben
zy het te danken in de naby'heid te raken
van zaken, waaraan hunne belangstelling eerly'k
gehecht is.
En dezen wensch ik nu voornamelyk op
hun verzuim te wy'zen. Ik ben overtuigd, dat
er velen zy'n, die, als de collectie weer onder
particulier dak is gebracht, het zullen betreuren
deze geschikte gelegenheid om haar te leeren
kennen, onbenut lieten voorby'gaan.
Want, die ooit met liefde hun aandacht wyden
?IIIMMMMMiMMUMIIIllMMIIIIIimmillHlllllllllllllllllllllillllimilllllimi
handelwijze als een tekortkoming schenen te
beschouwen in de eer, die ons als peetouders
toekwam. Van ons petekindje was tot nog toe
niets te zien. »Het is met zy'n toilet nog niet
heelemaal klaar," was het antwoord op mijn
vraag naar de kleine. Eindelijk konden wij het
wonder in de kamer er naast gaan bekijken.
Op den grond lag een dikke bundel, waaruit
een klein gerimpeld gezichtje zoo rood als een
kreeft te voorschyn kwam. De baker stond er
naast, zoo trotsch als een pauw. Nu wist ik,
wat my te doen stond: een zilveren roebel naast
het kind op den grond gooien en aan de baker
het voor haar bestemde cadeautje en de stof
voor het hemdje aanreiken, met eenige woorden
van lof over het bloeiende uiterlyk van ons
petekindje. En nu was de weg tot de doop
plechtigheid gebaand, d. i. wy' konden eindelijk
naar de kerk trekken.
Ofschoon de kerk slechts 100 schreden van
Stepan's hut verwijderd was, zou het beneden
alle waardigheid geweest zijn den afstand te
voet af te leggen, en zoo stapten wij weer in
het rijtuig. Alleen de vader en de baker met het
bundeltje begeleidden ons. De anderen schenen
er de voorkeur aan te geven thuis te blijven
om een wakend oog te houden op het toebereiden
der apy'zen voor het feestmaal, dat na den doop
zou gehouden worden. De baker is in Rusland
een gewichtige persoonlijkheid. Zy is het, die
bij den dpop alle verantwoordelykheid op zich
neemt. Daar in Rusland alle kinderen binnen
de eerste acht dagen na de geboorte gedoopt
worden, kan de moeder niet zelf daarbij tegen
woordig zijn en laat zij alle schikkingen aan
de baker over.
(Slot volgt).