Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
Onze dUoden,
i.
door Mr. ISIDORB HEN.
Dat onze dienstboden ons meer dan eens
reden tot klagen geven is een zeer bekend feit,
dat ook in de kolommen van dit blad reeds
dikwijls is besproken.
De dienstboden zijn. lomp en eigenzinnig,
weten van hun werk dikwijls niets af en weige
ren terechtgezet te worden, treden brutaal op
tegen mevrouw, pruttelen tegen 't verschenen
van kleine kind'ren, ontvangen meer loon dan
vroeger, krijgen procenten van slager en bakker,
en beschouwen hun volk" als 'n kapitaal
waarvan ze zooveel mogelyk moeten trekken.
Ze zy'n astrant" en interessant", doen tot in
't oneindige kleine voorschotten voor huishou
delijke behoeften en kunnen menig kastelein
uit Duiteche Wifasbladen lesjes geven in 't schrij
ven van rekeningen.
Daarb\j oordeelen gij over noodige stoffers,
boenders, enz. en verspillen zeep en soda, dat
je 't hart er bij vasthoudt.
* *
*
Wil men genezing brengen, dan is 't on
ontbeerlijk te weten, waardoor de kwaal ont
staan is, hoe 't komt, m. a. w. dat we lijden
onder genoemde misstanden. En dan vinden
we terstond drie oorzaken: 't feit dat meer
betrekkingen thans open staan voor vrouwen,
de groot-industrie en de nieuwere ideeën.
Kruieniers- en barbiersdochters worden
schooljuffrouwen, winkeldochters enz. slechts de
minste onder haar g&an nog in dienstbetrek
king. Over 't algemeen worden dus de dienst
meisjes uit andere lagen der maatschappij
gerecruteerd dan vroeger 't geval was, in alle
gevallen: minderwaardige individuen dan vroe
ger. Waarvan 't gevolg is, dat ze niet als
vroeger thuis konden leeren wat by mevrouw
noodig was, en minder goed overweg kunnen
met hun werkgevers. Vandaar brutaliteit
leege vaten bommen het hardst. De dienstb
voelt zich vrij, omdat ze elk oogenblik naar
de fabriek kan gaan, waar ze meer vrijheid in
particulier leven geniet dan in den besten dienst.
En ten derde beginnen züeen vaag vermoeden
te krijgen van hunnen afhankelyken toestand,
en, ofschoon ze zich nog geen juist denkbeeld
ervan hebben gevormd, hoe de vork in de steel
zit, ze zien toch hoe de zusters, nichten en
vriendinnen van de fabriek veel meer vrijheid
genieten dan zij. Hoe die kunnen doen en laten
wat zij goedvinden, en niemand zich bemoeit
met hun particuliere leven.
Zóó wordt het voor menig huismoeder, laat
staan voor een jocggehuwd vrouwtje zóó bont, dat
ze 't niet langer kunnen uithouden, zuchten
en klagen, en manlief met roodgeweende oogen
's middags begroeten.
Wat te doen ?
Eilieve, laten we eerst even zien, of we niet
wat al te partijdig geoordeeld hebben, en nagaan,
of de dienstboden niet recht hebben zich te
beklagen, en of ook haar de dienstbetrekking
niet op den duur onhoudbaar wordt.
En dan kunnen wij beginnen met te zeggen,
dat het contract, dat u uitdrukkelijk of stil
zwijgend met een dienstmeisje sluit, in den
regel hoogst immoreel is.
Schrik niet ik maak u geene verwijten, 't Is
uw schuld niet, of beter: 't is uwe schuld niet
alleen, maar ge wordt gedragen door de
heergchende meening, en nog nooit heeft n van
u of uwen stand er om gedacht, dat er iets
onzedelyks zou kunnen liggen in de verhouding
van mevrouw en dienstbode. Maar misschien
opent het volgende uwe oogen.
Wat zoudt ge zeggen mevrouw, als iemand
u geld bood, als ge 12 uur achter elkaar zon
der ophouden piano zoudt spelen ?
Stel u eens voor, dat u in behoeftige omstan
digheden verkeert, elke dag rust u schulden
zou brengen, en ge moet arbeiden, om even 't
hoofd boven water te houden.
Nu kom ik en bied u eene voldoende som
aan, als ge op 'n intiem soiréetje piano spelen
wilt. Ge neemt, argloos, 't aanbod met bei de
handen aan.
Daar blijkt u, dat 't soiréetje duurt van 8
tot 8 en u, onophoudelijk, dansende paren aan
den gang moet houden.
Wat zoudt ge daarvan wel zeggen?
Ik sta achter u en als ge niet behoorlijk
speelt en onvermoeid doortrommelt, beloof ik
u geen penning te zullen betalen.
Wat dan?
U zegt dat zooiets onmogelijk is, dat u
erbij neer zult vallen, lichamelijk en geestelijk
op gaat, en meer aan den dokter zult heb
ben te betalen dan u van ons ontvangt . ..
Volkomen juist, mevrouw luidt mijn
antwoord maar u wist dan toch dat u spelen
moest, en ik kan m'n gasten die dansen willen
toch niet laten rusten l ...
U vindt me gemeen, laag, schandelijk en
uitzuiger . . .
Wat ik u heb gedaan, ondervindt meer dan
n dienstmeisje.
En nu wil ik graag gelooven dat geen van
allen, die dit blad lezen tyrannenzyn voor hun
personeel, maar elk van u heeft toch wel 'n
nicht, of 'n vriendin niet waar ? die niet
zoo precies 'n engel is. Welnu: laat haar dan
't volgende lezen en beschouw het niet als
aan u gericht.
'n Welgestelde dame huurt een
neurasthenisch meisje. Groot gezin op netten stand.
Acht a negen kamers, geen werkster, 't meisje
kan moeilijk 'n andere dienst vinden (denk om
haar slechte gezondheid!) en heeft 'n oude
moeder te onderhouden. Mevrouw weet dit alles,
maar trekt er zich niets van aan, omdat het
arme kind niet klaagt en liever zich dood-suk
kelt voor haar oude moeder, dan den kans te
loopen, haar goeden" dienst kwijt te raken.
Daar hebt ge 't kaïnsargument.
Ben ik de hoeder van mijnen broeder?"
moet k zorgen dat ik m'n dienstbode niet laat
dpodwerken? Wist ze niet, dat ze 'n zwaren
dienst kreeg en moest ze zelf niet weten of
ze voor 't werk geschikt was of er ongelukkig
door zou worden? Maar als mevrouw daarvoor
niet zorgt en 't dienstmeisje overlaadt met
werk dat ze er nét niet bij neervalt, dan, als ge
uw dienstmeisje laat werken zonder er naar
te vragen of 't werk wel voor haar geschikt is,
dan, z\jt güge hebt het woord zelf 't eerst
genoemd, dan zyt gij... een uitzuigster.
HET MODEBNE DIENSTCONTRACT IS EEN
ITZUIGINGSCONTRACT.
Ik zal trachten, 't u met feiten aan te toonen.
Ge weet, dat ge met uwe dienstbode 'n con
tract sluit, 'n dtensfcontract.
Wat gy noemt 'n nieuwe meid huren," dat
noemen de juristen een contract sluiten,"
en wat gij noemt 'n dienst of 'n huur," dat
noemen de juristen een contract." Aan die
termen hebt gij U voorloopig te houden.
Een contract is eene overeenkomst.
Om een overeenkomst te sluiten moet men
overeen komen.
De yerkooper moet zeggen: die en die waar
lever ik u," en de kooper moet daarmee genoe
gen nemen.
De kooper moet zeggen: zooveel geld geef
ik u," en de verkooper moet daarmee genoegen
nemen.
De partijen moeten dus omtrent twee zaken
zijn overeengekomen: omtrent het te leveren
voorwerp en den te betalen prijs.
Precies zoo gaat het, als u een dienstmeisje
huurt.
Het dienstmeisje verkoopt natuurlijk niet
zichzelf, maar haren arbeid.
Gy betaalt daarvoor 'n prijs, dien we loon"
noemen.
Voor 't bestaan van die overeenkomst is 't
dus noodig dat u en het dienstmeisje zijt over
eengekomen omtrent het te leveren voorwerp
en den te betalen prijs.
f7 zult dus moeten zijn overeengekomen
omtrent den te [verrichten arbeid en het te
betalen loon.
We zyn er.
't Is dus niet genoeg dat u 'n meisje aan
neemt, maar u moet bovendien zorgen dat 't
meisje van te voren weet wat ze moet doen
en hoeveel ze moet arbeiden.
E a nu vraag ik u in gemoede, of ge wel
eens hebt opgeteld wat het dienstmeisje uwer
vriendin (zal ik maar zeggen) alzoo bij haar
moet verrichten.
Ik zal u deze optelling hier sparen, 't Zou
voor vele mijner lezeressen wel wat langdradig,
vervelend, en ... pijnlijk misschien óók worden.
En dan zult u wel tot de ontdekking moeten
komen dat u, bij 't sluiten van uw contract
u nimmer rekenschap hebt gegeven van de
waar" die uw dienstmeisje u moest leveren.
Maar zult u zeggen ik neem 'r toch
aan voor 't gewone huiswerk!
Bestig. Doch, eilieve, is 't schuld van uw
dienstmeisje als uwe kinderen modderspatten
maken op 't tapijt ? de gang doen onderloopen
met druipende paraplu's raadpleegt ge haar
of u ettelijke logé's zult houden, over de
klok van diner of souper over de aard der
te bewerken gerechten ?
Eene goede meid, mevrouw, doet meer dan
'n slechte.
Die waarheid is heel eenvoudig, zult ge
zeggen, en dat had ik niet noodig u mede te
deelen
Al wel.
Nu even 'n logisch redeneerinkje: Eene
slechte meid doet 't werk. Ze zal misschien
niet zoo mooi boenen of schuren als 'n ander,
onhandig zijn met 't aanmaken van kachels en
fornuizen en wat achterna gereêen" moeten
worden, 't noodzakelijke huiswerk, waarvoor
ge haar hebt aangenomen, komt af.
'n Slechte meid doet 't werk.
'n Goede meid doet dus... meer werk.
'n Heel geschikte, opperbeste boödoet...
veel meer werk.
We: nu, waar komt dat meerdere werk
vandaan ?
Antwoord: dat meer" of dat veel meer"
werk is alles wat in huis of voor uw persoon
met eenige mogelijkheid kan verricht worden
MINUS het noodzakelijke huiswerk.
M. a. w. wat 'n dienstmeisje doet, hangt
heelemaal van hare krachten af. Wat u uw
dienstmeisje doen laat wordt niet bepaald door
't contract, wordt niet bepaald door 't
roodzakelijke huiswerk", wordt ook niet bepaald
door billijkheid of gewoonte, maar door de
physieke en inoreele gesteldheid zelve van uwe
dienstbode.
In gezonde, eenvoudige taal: uw dienstmeisje
moet doen al wat zij kan.
Dit beteekent, dat 'n gezonde, vlugge, ge
dienstige modeldienstbode moet slaven en
zwoegen zoover hare krachten gaan.
Dit beteekent, mevrouw, dat ge van uw dienst
meisje haalt, wat er van te halen is.
Dit beteekent, mevrouw, dat ge uw dienst
meisje : uitzuigt.
Precies hetzelfde wat ge mij zoo straks ver
weet, toen ik u 12 uur piat o wilde laten spelen
voor hoog loon precies hetzelfde doet gy.
Maar neen, ge doet nog heel veel erger.
Want gij geeft allerminst hoog loon.
Gij behandelt uwe dienstbode niet als uw
gelijke.
Gy BEVEELT, terwijl ik u VROEG te spelen.
En nu laat ik 't knorrig humeur van uwen
man of de brutaliteit van uwe kind'ren en de
last van uw logé's en visite geheel buiten
rekening.
En, als uw dienstmeisje eindelijk tot het besef
komt dat u te veel van haar vergt en u dreigt
den dienst te verlaten als ge er niet
keukenmeid of een dagmeisje bij neemt, dan,
mevrouw...
Dan zal ik u hoogelijk respecteeren als u
dadelijk aan dien wensen gevolg geeft.
Hoeveel dames zyn er niet, die de meid laten
vertrekken en het met andere probeeren, totdat
ze eindelijk een ander ongelukkig schepsel
treffen dat weer op hare beurt wordt uitge
zogen ?.. .
* *
*
Ik zeide zooeven dat u 'n contract sloot met
uwe dienstbode.
Ik doe amende honorable.
Ge sluit gén contract.
Want ge zult allicht tot de ontdekking zijn
gekomen dat ge gén arbeid vraagt, die te
voren bepaald is, maar de persoon van uw
dienstmeisje geheel en al aan u onderworpen is.
Dat gij beschikken kunt over haar.
En nu heb ik nog wel 'n gunstig geval
genomen.
Ik heb aangenomen dat uw dienstmeisje een
vrij kamertje tot haar beschikking heeft, dat
niet tochtig is en niet al te koud.
Hoeveel fatsoenlijke dienstbodenkamertjes
zijn er in 't groote Amsterdam?
Dat ze voorts niet blootstaat aan de
ver.eiding vanwege uwe zonen of uwe huisvrienden.
Wat ge in werklijkheid van uw dienstmeisje
lebben wilt, dat is; haar geheele
persoonlykleid.
Als ge bij contract beschikken woudt over
uw vermogen of over de helft van uw vermogen,
dan zou dat niet mogen, geen contract heeten,
onzedelijk wezen.
En nu moet ge u zelf eens afvragen of iemand
die ongelukkiglijk minder met aardsche goe
deren bedeeld is dan u, pi iemand nu wel zal
mogen beschikken over zijn heele lyf en leven ?
Of 'n contract waarbij uw evenmensch,
mevrouw, zich aan u verbindt, zooals Faust
zyn ziel verkocht aan den duivel, waarbij
uw medemensen zijn lyf aan u heeft verloren,
of dat 'n contract kan zijn, of dat niet is
onzedelijk.
Prof. Menger zegt ergens: Met welke ont
zetting zien onze tegenwoordige
volksverbeteraars terug op de ongehoorde" heerendiensten
van vroeger eeuwen, zonder te merken, dat
hunne verhouding tot hunne dienstboden precies
dezelfde is."
Doch ik heb de hoop, dat ge u bewust zy't,
'n uitzuigster te zyn.
Ik heb de vaste hoop, dat ge diep betreurt
eenen mensch in slavernij te houden.
En ik heb de hoop, dat ge al wat ia uwe
macht is zult doen, om die schandelijkheid van
ons gezegend Holland te verdelgen.
Kom, geen kousenbreien voor naakte
negervoetjes maar denken om 't heil van die
bij u woont, in uw huis.
Eerst de haard vrij van zonden, dan goed
doen in de verte.
Maar zijt ge helaas niet tot de overtuiging
gekomen dat ge op stuk van zaken letterlijk
niets anders zijt dan eene uitzuigster, dan ...
Brei dan kousen voor negerjongetjes, ja, voor
kikkerpootjes als ge wilt. Maar ik zal mij te
eeuwigen dage schamen dat mijn schrijven
bezoedeld is door uwe oogen.
(Wordt vervolgd.)
Vrouwene studenten te loscon,
Mevrouw Verbitskaia, eene medewerkster
van den Courrier te Moscou, geeft daarin een
interessante studie over den materieelen toestand
der vrouwelijke studenten aldaar. Ziehier den
uitslag van haar onderzoek.
Vijf studenten hebben verklaard dat zij er
niet zeker van waren iederen dag voedsel te
kunnen krijgen; eene leeft uitsluitend van
brood en thee; twaalf geven 10 kopeken
(?0,12Yt) daags uit voor haar voedsel, twee
harer slechts 5 kopeken. Van de 84 studenten
wie men naar haar middelen van bestaan vroeg,
hebben 54 geantwoord dat zij er geen vaste
hadden. Zes krijgen van hare ouders 3 roebels
(?4.08) per maand, vijf krijgen 5 roebels (?6.70)
en een enkele 25 roebels.
Weinigen harer vinden werk en velen moeten
niet alleen in haar eigen behoeften, maar ook
in die van kinderen, broeders of zusters voor
zien. Een student, moeder van 3 kinderen,
heeft verklaard dat zij niet eiken dag te
eten heeft.
Wat de huisvesting dezer studenten betreft,
de gemiddelde prys daarvoor is 5 roebels per
maand. Voor dezen prys hebben 3 of 4 stu
denten eene gemeenschappelijke kamer, maar
de meesten kunnen zich een dergelijke weelde
niet veroorloven en bewonen het hoekje eener
kamer van een schoenmaker of touwslager,
terwijl slechts een gordijn hen scheidt van
hun hospes.
Zoo is, volgens dit onderzoek, de treurige
toestand van de meerderheid der vrouwelijke
studenten te Moscou.
Vrouwen in Britsch-Indië.
Godsdienst en gewoonte leggen de vrouwen
in Britsch-Indiëde verplichting op haar ge
heele leven te slijten in de «zezane" (gedeelte
van het huis voor de vrouwen bestemd) en
het getal dergenen die door eene Europeesche
opvoeding van deze slavernij ontslagen zyn, is
zeer gering. Daarom zal de stichting eener
school eene gebeurtenis zyn in de vrijwordings
geschiedenis der vrouwen van Britsch-Indië,
en wij verheugen er ons over te kunnen
melden dat een dergelijke school pas te
Calcutta is opgericht door eene Engelsche, miss
Margaret Noble. Zy zal bestuurd worden door
eene aanzienlijke Brahmaansche, mevrouw
Saroda Devi. In deze school zal de Indische
taal onderwezen worden naast de Engelsche
en men zal geene pogingen aanwenden de
leerlingen tot het christendom te bekeeren.
Het oprichten van een museum.
Er is sprake van te St. Petersburg een
museum te openen aan welks inrichting alle
Russische feministische vereenigingen zullen
medewerken. Het toekomstige museum zou een
dubbel doel hebben: 1. om de evolutie en de
resultaten van het feminisme aan te wijzen;
2. om te dienen als tentoonstelling voor de
werken der vrouwen.
Te Stuttgard is een leerschool voor vrou
welijke bibliothecarissen opgericht. De ele
mentaire cursus dezer nieuwe school zal de
vrouwen voorbereiden voor het werk in eene
volksbibliotheek en zal slechts 3 maanden
duren. De hoogere cursus zal 3 jaren duren en
zal uitmuntende archivarissen kunnen vormen.
Volgens een decreet van den keizer van
Rusland zullen vrouwen kunnen toegelaten
worden tot de kanselarij aan het ministerie
van Justitie en tot al de, met dit ministerie
in verband staande, instellingen. Doch ... z\j
zullen geen recht op pensioen hebben!
In Japan bekleeden een groot aantal vrouwen
tegenwoordig baantjes bij de spoorwegen,
zooals dat van conducteur, stationchef enz.
Louise Otto Peters. Tuinfeesten. Ver
lovingsringen.
Voor de kloeke stryderes voor vrouwen
rechten, voor de oprichtster der «Algemeene
Duitsche vrouwenvereeniging", voor Louise
Otto Peters is den tienden Juni j.l. onder
groote instemming en deelneming van talloos
veel vrouwen-vereenigingen in Leipzig een
standbeeld onthuld.
Louise Otto Peters werd 26 Maart 1819 in
Meiszen geboren en stierf Ii5 Maart 1895 in
Leipzig.
Het standbeeld werd gemaakt door den
beeldhouwer Adolf Lehnert. Het gedenkteeken
is op een bekoorlijk plekje gezet, midden in
het keurig onderhouden plantsoen tusschen
de Hospitaalstraat en den Duifjesweg. Leipzig
is hierdoor in 't bezit gekomen van zyn eerste
vrouwenstandbeeld.
Verscheiden steden kunnen nu reeds bogen
op 't bezit van gedenkteekens aan verdienste
lijke vrouwen gewy'd: Berlyn (Koningin Louise),
Weimar (Marie Seebach), Annaberg (Barbara
Uttmann), Petersburg (Katharina II), Weenen
(Maria Theresia).
Louise Otto's zonnige kinderjaren werden
gevolgd door een tijd van zware beproevingen
Op zeventienjarigen leeftijd verloor zy spoedig.
na elkander haar ouders voor wie zij een
afgodische liefde koesterde. Een paar jaar
later werd haar aanstaanden echtgenoot haar
ook door den onverbiddelyken dood ontrukt.
Een lange periode van diepe treurnis volgde.
Louise was geknakt; geestkracht en levens
vreugde waren in haar gebluscht. Gelukkig
vond zy troost in den arbeid. Zy wijdde zich
aan de letteren en nam deel aan alles, wat
op politiek gebied voorviel. De beste harer
schrifturen uit dien tijd zijn: «Liederen van
een Duitsch meisje" en haar romans «Kasteel
en Fabriek", »Nürnberg", «de Dochters van
den Burgemeester".
In het eind van Juli van het jaar 1844 ging
Louise Otto naar Gohlis bij Leipzig, waar
zij haar intrek nam bij familieleden. Een
jaar later dreef heimwee haar terug naar
Meiszen. In 1847 leerde zy den schryver
Peters kennen; zy kregen elkaar lief; Peters
vroeg Louise ten huwelyk.
Nogmaals zouden de politieke beroeringen
van 1848, Louise's nieuwe gelukszon achter
zwarte nevelen doen schuil gaan. Wegens
staatkundig vergrijp werd Peters tot acht jaren
gevangenisstraf veroordeeld. Na verloop van
den straftyd werd eindelijk den 24sten November
1858 het huwelijk dezer zwaar beproefde
menschen voltrokken in de domkerk te Meiszen.
Kort maar zeldzaam gelukkig was deze
echtverbintenis; na zes jaar verloor Louise den
man, dien zy innig liefhad, den dierbaren
geestverwant, met wien zij zoo onnoemelijk
veel leed gedeeld had.
In 1866 richtte zij in Leipiig een tijdschrift
op Nieuwe wegen, het orgaan van de door
haar met Ottilie van Steyber, Alwine Winter
en Auguste Schmidt opgerichte «Algemeene
Duitsche vrouwenvereeniging", die weldra over
geheel Duitschland haar vertakkingen had.
Dertig jaar lang stond Louise Otto-Peters
aan het hoofd van een vereeniging waarvan
zy de leidende, de bezielende, de onvermoeide
kracht was.
Gedurende dien tyd, verschenen van hare
hand werken gewy'd aan de vrouw: »degenius
van het huis", »de genius der menschheid",
»de genius der natuur".
* »
*
Onze sympathie voor de Engelschen heeft
in den laataten tyd een geduchten knauw
gekregen. En juist nu wij zoo heel erg
Engelsch doen. Weer de ironie van 't lot, En
gelsche kleeding, engelsche spelen, engelsche
gewoonten en de Engelsche taal zyn hoe langer
hoe meer by ons binnengeslopen.
Een Fransche «bonne" bij de kleintjes is niet
meer chic; de »nurse" heeft haar plaats inge
nomen. Onze kleutertjes die nog vallen over
de woorden van hun moedertaal, worden zoo
spoedig mogelyk gewend hun lipjes en ton
getjes in ds vereischte positie te brengen ten
einde over engelsche woorden en wanhopige
klankverbindingen heen te buitelen.
Hoe slechter ons klein goedje Hollandsen
spreekt en hoe vlotter het Engelsen hen afgaat,
des te voornamer.
Zoolang het in onze toongevende kringen
gewoonte blijft, ons mooi, krachtig hollandsch
aftebreken, te minachten, neus-rimpelend
te bestempelen als «een taaltje voor myn
koetsier en myn keukenmeid", zoolang zal
onze verrukkelijke taal door die toongevers
en hun kinderen worden mishandeld.
De Hollandsche taalschoonheden zullen ver
borgen blijven voor hen, die reeds op zeer
jeugdigen leefty'd, zonder eenige moeite de
Engelsche th doen hooren en voor hen, die
zoo vroegtijdig achter de grillige geheimen
van den Engelschen klemtoon geraakt zyn.
Garden-parties, tuin-feesten worden nu ook
by ons gegeven.
Best.
Er is veel voor te zeggen, zyn vrienden
ongedwongen en in 't vriendelijk zonlicht te
begroeten. De heeren niet alty'd te zien in
de strenge omlyning hunner zwarte rokken;
de dames niet steeds te ontmoeten met de
verrassende schoonheid of de teleurstellende
magerheid harer ontbloote halzen en armen.
Mevrouw ontvangt zomers in den tuin.
Dit is de grondidee der tuinfeesten en daar
gaat het allengs heen. Nii worden voor die
tuin-ontmoetingen nog uitnoodigingen gezon
den ; allén uit naam van «Mevrouw". «Meneer"
schijnt in huis nog iets, in den tuin echter
niets te zeggen te hebben. Later zullen de
nitnoodigingen vervallen en wandelen vrienden
en kennissen elkanders terreinen binnen, op de
dagen dat mevrouw ontvangt.
Uitnoodigingen tot een tuinfeest een week,
of veertien dagen vooruit loopend een kwade
kans in ons voor geen reden vatbaar klimaat.
Een handige gastvrouw is echter even weinig
uit het veld te slaan als lord Roberts. Met
veldheersblik overziet zy de kansen en richt
zich geheel in op goede en kwade Zij laat gezel
ligheid en versiering aanbrengen in de vestibule,
in »the hall" in den salon en in de eetzaal;
de paden in den tuin worden netjes geharkt;
de bloemperken, glanzend in kleurenpracht
worden ontdaan van elk opschietend onkruidje;
het gras wordt gerold; croquet- hockey- en
tennis-veld onberispelijk in orde gemaakt;
hier en daar tentjes aangebracht, stoelen en
tafeltjes neergezet om te rusten en de aan
geboden ververschingen te gebruiken.
De gastvrouw rekent zoowel op regen als
op zonneschijn.
Jonge meisjes verschynen op tuinfeesten in
lichte toiletjes van gaasachtige, dunne zomer
weefsels; wanneer het- by mevrouw A. of Z.
gewoonte is te tennissen, croquet of hockey
te spelen, dan verschijnen de jonge dames in
effen wit of gestreept flanellen sport-toiletten;
schoentjes, hoedjes of mutsen in sty'l men
den door haar te beoefenen sport.
Oudere dames dragen by die gelegenheden
meestal gekleurde foulard zy'de; hoed en zonne
scherm liefst in harmonischen tint met de japon.
Wat brengt de wisseling der mode, het uit
sterven en weer opleven van oude gebruiken,
aardige en soms vervelende verrassingen.
Jongelieden I voor u allen, is een heerlijke
ouwe nieuwigheid in aantocht. Een gelegenheid
uit duizend wordt u geboden, de facetten van
uw vernuft en van uw gemoed te doen
flonkeren voor de vrouw, of voor den man uwer keuze.
Verlovings-ringen met inschriften komen
weer in de mode. Iedereen, die in de geluk
kige termen valt aan verloving te kunnen
denken, kan zich nu spitsen iets heel moois,
iets zeer toepasselyks, iets heel erg eigens te
bedenken. Een zelf bedachte spreuk werkt
zooveel krachtiger als talisman, dan het bot
overnemen van afgesleten dierbaarheden als:
«Nooit een ander", «Trouw tot in den dood",
«Voor eeuwig de uwe", »Myn ziel aan God,
myn liefde aan u", enz. enz.
De symboliek der edelgesteenten wordt ook
in eere hersteld. De beteekenis der volgende,
kostbare steenen is thans een voldongen feit:
'Amathyst = innige liefde; diamant on
schuld, reinheid; leven en vreugde; safir =
deugd, bestendigheid; robijn = euvel-bezweer
der; sardonyx = echtely'k heil; topaas =
vriendschap; turkoise ~ voorspoed, een aantal
vrienden; parel := tranen; opaal =
onheilbrenger aan hem of haar, die zich met dien
steen tooit.
CAPRICE.,
fat dan?
Uit het Dwitsch
van VALEEIE D.
Ella wachtte op een man. Van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat; jaar-in, jaar-uit. Zy
wist het zelf niet, maar deed het toch. Zy
had ook niets anders te doen, van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat; jaar-in, jaar-uit.
Maar de man liet op zich wachten.
Op zekeren morgen, toen zy ontwaakte,
dacht zij: Wat doe.ik? wat is myn doel?
wat wil ik ? waarom *eef ik ? voor wie ? voor
wat? En alles werd haar klaar en duidelijk.
Een mensch heeft wel eens dagen, waarop hem
alles klaar en duidelijk wordt. Op eens stond
haar alles helder voor den geest: wat zy' deed,
wat haar doel was, wat zy wilde, waarvoor zy
leefde, voor wie en voor wat: dat zy dood
eenvoudig op een man zat te wachten. Toen
schaamde zy zich diep; zy vloog het huis uit,
den tuin in, over veld en weiland, tot zy aan
een rivier kwam, waar zy hals-over-kop in
sprong. Maar Ella was een veel te goede
zwemster. Zy kon het niet klaar spelen om
te verdrinken. Toen zwom zy maar weer naar
den kant, kroop aan wal en kroop weer in 't
leven. Zij voelde zich meer dan ellendig.
Druip-nat kwam zy by haar moeder.
?Moeder! wat hebt ge van my gemaakt ?
Het is vernederend en belachelijk. U laat me
maar zitten en kalmpjes op een man wachten!"
De moeder schrok zich byna dood en dacht
dat haar dochter gek was geworden. Maar Ella
was niet gek. Zy was tot inzicht gekomen.
Zy wierp haar moeder voor de voeten hoe
haar leven tot dusverre was geweest. De nie
tigheid van dat heele leven dreunde zij op:
een beetje naaien, een beetje verstellen, een
beetje koken, een beetje vreemde talen leeren,
een beetje literatuur, een beetje geschiedenis,
een beetje piano, een beetje schilderen, een
beetje zingen, men kent trouwens het gewone
gangetje.
»En voor wie ? en voor wat ? Voor hem!
die zal komen, zien, overwinnen, zijn hof
maken en trouwen ? Is dat niet vernederend ?
Is dat geen schande en hoon? Ik ben maar
een half wezen, erbarmelijk-half! Wat ik ben,
wat ik kan, wat ik weet, wat ik doe, het is
alles half. Hij moet eerst komen, om het heel
te maken! Kan ik dan onmogelijk, me-zelf
zyn? Ik-zelf, met en door my-zelf? Heb
ik waarlijk een tweede ik noodig, om een
volledig ik te worden?"
De moeder was radeloos, schreide, was wan
hopend. Zij wist niets in te brengen. Zy stond
als door den bliksem getroffen.
Op dat zelfde oogenblik bracht het dienst
meisje een brief binnen. Het is alty'd
wenschelyk, dat op zulke oogenblikken dienstmeisj es
brieven binnen brengen. Vooral zóó'n brief.
Hy was van een dokter; een huwelijks
aanzoek voor Ella. Groote verbazing, groote
vreugde, groot gejuich. De dokter is een
sympathiek man met een goeie praktijk en een
prachtig inkomen. Hij werd natuurlyk aan
genomen ; verloving gevierd, gezwommen in
zaligheid en getrouwd.
Iedereen wenschte de moeder geluk, die zoo
uitstekend de kunst verstaan had, haar kind
op den weg van aardsche zaligheid te brengen;
met rechtmatigen trots kan zy op haar werk
terugzien; in haar kind en in haar klein
kinderen zal voor haar een nieuwe lente
ontwaken enz. enz.
Hiermee is de geschiedenis uit; zy hebben
elkaar «gekregen". De vriendelijke lezer kan
gerust zyn.
» *
*
Maar als de dokter nu eens niet was gekomen ?
Wat dan lieve moeder ? ...
F O S C. .O, SL SL IDL g: o n SL SL
-\r ezriT r is s o 11 o n. ei o d r SL n