Historisch Archief 1877-1940
No. 1213
DE AMSTERDAMMER- WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
6)
door Mr. ISIDOEK HEN,
H. (Slot).
Arme vrouwen, arme heerendeshuizessen
en bovenal arme booien, die lijdt aan de traag
heid van wetgevers en aan de nawerking der
zeden van lang verleden tijden.
Maar klagen geeft niets. Gedaan moet er
worden.
Wat ? Waarmee kan de toestand, die met
den dtg kritieker worden zal, gebeterd worden?
Allereent moet gezorgd worden dat de dienst
boden hun werk kennen. Immers: dein eerst,
als mevrouw in technisch opzicht de mindere
is van hare dienstboö, zal ze die gaan achten
als 'n mensen, en niet als 'n middel alleen
geschapen tot haar belief.
Huishoudscholen en kookscholen allerwegen
opgericht en. waar bestaande, krachtig gesteund.
Vanzelf zouden de gediplomeerde dienstmeisjes
hoogere rechten kunnen doen gelden dan thans
't geval is, eene hoogere bezoldiging kunnen
genieten dan hun nu wordt gegeven.
Dan zouden ook meer beschaafde elementen
zich toeleggen op huishouding en de verhouding
van mevrouw en dienstbode op den duur beter
worden.
En dan zouden ook verschillende mevrouwen
minder vies zijn, de handen zelf uit de mouw
te steken, hierin eene verandering liggen die
allen ten goede zal komen.
Maar dan, ten tweede, is wettelijke regeling
van het dienstbodencontract meer dan
wensehelijk.
Let wel: geene uit de lucht gegrepen rege
ling,?niet het werk van den jurist die niets
van de wereld gezien heeft dan de vier muren
van z\jn studeervertrek, k niet 't werk
van eenen rechter, die in vele gevallen de
menschen niet anders kent dan van hunne meest
hatelijke zijde, maar 't werk der dienstboden
zelf en 't werk van huisvaders en huismoeders
zelf en allen die 't eens zullen worden.
Daar moet 'n maximumtyd gesteld worden,
gedurende welken de dienstbode werken
mag daar moet 'a. gedeelte van den dag
haar vry'e, volle eigendom bly'ven.
Die uren moeten voor alle gezinnen binnen
zekere stads-kringen dezelfde zyn, opdat een
ontduiken dadelijk in 't oog springe, en de
huishoudschellen inmiddels kunnen rusten.
Rusten dus tevens alle loopjongens en
kruideniersbedienden, die van dergelijke regeling
veel profijt zullen hebben. Wie komt thans
voor hen op?
En dan geene uitgaansdagen", maar minstens
nen vrijen namiddag en nen rustdag
(Zonof Zaterdag) per week. Voor Katholieken en
Joden tevens alle kerk- ev. feestdagen heel of
half vrij, voor anderen een daarmede over
komend aantal vrije middagen of dagen.
En bovendien, ten derde, wettelijke be
palingen, waarbij bovenmatige arbeid verboden
wordt en de mevrouw, die haar dienstmeisje
uitzuigt, met den strafrechter kennis maakt.
Dat is echter een heel moeilijk, ondankbaar
en omslachtig werkje.
Daarvoor is noodig een ly'st van verschillende
dienst-, emplooien."
Tevens noodig eene rangschikking van ge
zinnen naar stand, omvang, grootte en karakter
van 't bewoonde huis.
Zoodat b.v. een gezin van 6 personen met
7 kamers, trappen, op bepaalden stand, 2 dienst
meisjes moet werk geven en niet kan rusten
op n arm, ongelukkig vrouwspersoon.
Ge ziet dus, dat dit heel veel studie zal
vereischen. Daarom is 't noodig, dat 'n bureau
gevestigd worde, waar huisvrouwen en dienst
boden hunne gegevens komen inbrengen, die
door deskundige personen systematisch gerang
schikt kunnen worden en als grondslag kunnen
dienen voor eene latere regeling van het dienst
bodencontract.
Maar dat alles moet uitgaan van huisvrouwen
en dienstboden en allen, die meenen dat de
toestand onzer dienstmeisjes eene uiterst onregel
matige is.
Eene vereeniging dus gesticht, waar zoo mannen
als vrouwen en jongelieden en meisjes lid kunnen
wezen, dienstboden tegen veel lagere con
tributie, die ook voor alle anderen heel laag
zal moeten worden gesteld.
Die vereeniging zal huishoud-en kookscholen
oprichten of steunen en zich belasten met het
plaatsen van hare kweekelingen in goede be
trekkingen".
Die vereeniging zal voorts een bureau op
richten als ik boven heb aangewezen, en maat
regelen nemen voor eene diepgaande regeling
van het dienstbodencontract, maar alles,
alles zal lapwerk bly'ven, indien ze niet tevens
een derde taak op zich neemt.
6e hebt gezien dat, krijgt de dienstbode haar
recht, het houden van dienstmeisjes kostbaar
wordt, eene groote luxe.
't Dienstbodencontract, laten wij er geen doekjes
om winden, is uit den tijd.
't Behoort niet meer in onze beschaving thuis
eene heerschappij uit te oefenen over het liji
van eenen medemensch en gy allen hebt
zoo ik constateerde, bemerkt dat het houden
van dienstboden, wil men niet treden in eene
uiterst onzedelijke verhouding eene zeer dure
liefhebberij wordt. Voor 'n burgerman althans
niet te bereiken.
Maar in gemoede, mevrouw, waartoe zoudt
ge u lasten en beslommeringen aanhalen, die
onnoodig zijn, volkomen overbodig?
En ziet ge aan den anderen kant niet in hoe,
als de afhankelijkheid van de dienstbode een
geheel onnoodige toestand is, uw dienstcontract
niet nog veel onzedelyker wordt?
Laat me u even bewijzen, mevrouw, dat ge
u onnoodige zorgen hebt in 't hoofd gehaald
en ge geene dienstbode noodig bebt.
Waarom immers is 't u te doen als u een
meisje .huurt?"
Om t>ij uzelf te zegen: ziezoo, daar heb ik
nu eens iemand tegen wien ik goed kan bulderen
en razen en die ik bevelen kan als 'n zwarten
knecht ?
Me dunkt van neen.
Ten minste: eene verstandige huisvrouw en
ik neem aan dat gy die dit leest verstandig
zyt eene verstandige huisvrouw is blij, als
ze zoo min mooglyk hoeft te bevelen.
't Komt er voor haar dus aan niet op het
bevelen-mogen, maar op 't doen van het noodige
huiswerk.
Mevrouw: wie doet uwe onverwachte bood
schappen ? De kruier of de A. B. D.
Mevrouw: wie haalt uwe asch en vuilnis
weg? De straatreiniging.
Mevrouw: wie wascht de ruiten van uw huis ?
De glazenwasschery.
Mevrouw: wie poetst uwe schoenen? De
schoen poetser.
En, zoo ge Jood zy't: wie ontsteekt Zater
dags uw vuur, maakt uw kachel aan, brengt u
theewater, houdt uwe kachel warm ? de
sabbath-vronw.
Mevrouw: wie wascht uw goed ? De bleeker.
Kijk eens aan: al te maal huisdiensten, die
de meid vroeger deê. En ge zuit me moeten
toegeven dat het lijstje dus zou kunnen worden
aangevuld:
Wie maakt uwe bedden op ? wie reinigt
's morgens vroeg uwe kamers ? wie kookt
of bezorgt 's middags het naar uwen smaak
bereide eten ? wie doet in de visiteklok de
deur open als u 't zélf niet kunt? En zoo
heel veel andere vragen.
Als ge een net huishouden hebt, dan heeft
alles zoowat z'n eigen tijd.
Welnu, denk u eens dat al die opgesomde
huishoudelijke diensten u door verschillende
personen werden verricht. Ge hadt alles even
goed of nog beter bezorgd, en spaarde: 'n keuken,
fornuis, dienstbodenkamer, veel licht, veel brand,
veel zeep, soda, koffie, suiker, thee, rommel,
drukte, zorg... en heel veel standjes en onaan
genaamheden.
't Werk zou veel beter en vlugger worden
gedaan, zou z'n vasten tijd hebben. Praatjes
met slager en kruidenier, vrijers aan de deur,
stoeien door 't huis, kwade gezichten, verdwe
nen. Bevelen niet noodig. Met niets u te be
moeien, als waart ge in 'n hotel, 't Werk gaat
zijnen eigenen, rustigen gang.
Eén maar" is er slechts.
Hoe kunt ge al die menschen vinden, ver
trouwen ?
Zeker, voordeelig uitkomen zal het u. Maar
hoe bent u tegen oneerlijkheid gedekt ?
En als de beddenjuffrouw ziek is, hoe 'n
andre, zoo n, twee, drie te vinden?
Al dien last kunt ge u, naar ik zeg, besparen.
Stel eens, mevrouw, dat er eene maatschappij
bestond, eene DIENSTVERRICHTINGMAATSCHAPPIJ,
die aannam tegen minder geld dan uwe dienst
bode u op stuk van zaken komt te staan, alle
huishoudelijke bezigheden te verrichten.
En die maatschappij u instond voor alle
schade, onder welken naam dan ook, die de
ontrouw of onhandigheid harer werklieden en
meisjes u berokkende.
Kopje gebroken, betaald. Glas gebroken,
betaald. Horloge gestolen, vergoed. Als 't werk
werd verricht door kundige, handige mannen
en vrouwen en meisjes ook van fatsoenlijken
stand veel vlugger zou geschieden en u
minder moeite en lasten zou berokkenen.
Gy hebt plotseling iemand noodig ? Even aan
de telefoon, naar 'n kiosk of 'n station om den
hoek, en ge zijt in enkele minuten geholpen.
Dan zoudt ge toch meenen in 'n Paradijs te
zy'n aangekomen!
Wel, dat Paradijs hebt ge onder uw bereik
en dien ideaaltoestand kunt ge mogelijk maken.
Reeds begrijpt ge, hoe.
Juist, de vereeniging waarvan ik sprak, zal
deze derde taak hebben te vervullen. Zal eene
coöperatieve maatschappij moeten oprichten,
die alle diensten, noodig voor uw huishouden,
verschafte.
Dat is de derde taak die haar wacht, en
hare meest omvattende.
Het stichten dus van eene
Dienstverrichtingmaatschappij.
Laat mij in 't kort zeggen hoe ik me deze
denk. Maar duidelijk uitspreken dat ik slechts
in breede lijnen aangeef hare bestaanbaarheid
Hoe ze er uit zal zien, zal afhangen van
nadere feiten en meeningen door belangheb
benden ten geschikten tijde aangevoerd.
De vereeniging waarvan ik sprak, neemt het
initiatief tot het stichten van eene coöperatieve
dienstverrichting-maatschappij.
Coöperatief, want veel kapitaal is niet noodig.
Wijkverblijven voor de dienstboden in ruste,
met bibliotheek en ontspanningslokalen, en
kiosken voor de dienstbrengers op wacht.
Coöperatief, opdat de dienstboden zooveel
mogelyk bly'ven hun eigen meester en zy' belang
hebben by' den voorspoed der Maatschapy'.
Leden van deze maatschappij kunnen worden
behoorlijk geëxamineerde, desnoods medisch
onderzochte personen, die huiswerk van zekere
soort gedurende eenigen tyd voor hunne reke
ning willen nemen. Zooveel mogelijk late men
eene dezelfde persoon hetzelfde werk verrichten
opdat, door deze diepgaande arbeidsverdeeling,
zy meer geschiktheid en vlugheid zich kan
eigen maken voor het werk in kwestie.
Nu abonneeren zich de bewoners van een
bouwblok by de maatschappij, tot het leveren
van diensten. Dan komt '8 morgens een juffrouw
by alle bewoners van dat blok de bedden op
maken, enz. kleeden kloppen, stoffen, dweilen,
enz. van huis tot huis al naar de klok die
mevrouw belieft.
Op gelyke wijs gaat het met alle andere
huishouddiensten.
Natuurlyk draagt de Maatschappij dan zorg
dat de dienstboden behoorlijke rusturen en
rusttijden hebben. En verzekert u tevens tegen
diefstal enz. door haar personeel bedreven,
voor schade door hunne onhandigheid veroor
zaakt.
Buitendien laat de My. ook nkele diensten
verrichten. Dus: kruiersdiensten, hulp voor
eene mevrouw die door dienstmeisje of
werkvrouw is in de steek gelaten, even 'n dokter
halen, logé's bedienen, enz. enz.
En buitengewone abonnementen tot het leve
ren van alk diensten. Mevrouw schelt of tele
foneert of loopt naar de kiosk op den hoek,
of naar het wykgebouw, en een gedienstige
geest is terstond bereid, alle mogelijke orders
van mevrouw te volvoeren.
Laten wy dus nog eens duidelijk doen uit
komen welke voordeden onze
dienstverrichtingmaatschappij haren abbonné's zou kunnen aan
bieden.
Voor de dienstboden: geregeld werk met
geregelde rusttijden, behoorlijke vacantie en
verzekering tegen ziekte en invaliditeit.
Ontvangen van een loon op coöperatieven
grondslag bepaald, dus: in hare positie onaf
hankelijk en zelf by machte voor hare belangen
op te komen, nu niet meer by iemand waar
voor ze bang moet wezen, doch by hare eigen
associée's.
Onheusche behandeling door wien ook heeft
ze niet meer te vreezen. Extra diensten extra
betaald.
Vry'e beschikking over vrijen tyd, en de ge
legenheid te over tot beschaving van geest en
hart of oefening in haar vak.
Maar bovenal worden zy de technische meer
deren van mevrouw, die hare bevelen niet meer
hebben af te wachten.
En een zeer verkorte arbeidstijd, dus meer
mensonwaardig bestaan, en daarbij: hoogere
loonen.
Voor mevrouw: geregelde gang van 't
huishouden, door niets gestoord. Minder schel
len. Geen vrees, dat 'n dienstmeisje haar in
den steek laat. Bediening door stille, handige
personen. Minder belasting. Minder
gasverbruik, minder stoken. Geen vrees voor te
intiemen omgang met de kinderen. Assurantie
tegen onbekwaamheid en onbetrouwbaarheid
van dienstdoend pertoneel. Kalmere atmosfeer
binnen de muren van hare woning. Vluggere
en nettere bediening. Geen huisarrest by
uitgaansavonden der dienstbode. Besparen van
heel veel ergernis!
't Bovenstaande heb ik tot de dames gericht,
omdat ik wist dat dit de eenige weg was om
de mannelijke nieuwsgierigheid in te palmen
tot eene daadwerkelijke belangstelling. Maar
in gedachten heb ik gesproken tot alle mannen
en vrouwen, tot alle jongelingen en meisjes die
eens een eigen huis denken te stichten.
Laat, bid ik, uwe gedachten eens gaan over
de erfenis uit vroeger dagen, het dienstcontract.
Zie, hoe dat is onredelijk en onzedelijk, en
niets dan eene wettelijk gesanctioneerde knecht
schap en slavernij. En hoe het noodig is,
daarin verandering te brengen. En hoe die
verandering niet komen zal en niet komen kan,
als wij niet de handen uit de mouw weten te
steken, en op die wys toonen, dat we nog ge
voel hebben voor onzen verdrukten medemensch.
En hoe die betere toestanden komen kunnen
en komen zullen, zoo eene Vereeniging tot
verbetering van den toestand der dienstboden
haren zegenryken arbeid zal kunnen aanvaarden.
Alleen kan ik dit niet bewerken.
Maar ik verwacht dat allen die't wel meenen
met de dienstboden, deze laatsten niet het
minst, of allen in wier belang het is dat de
verhouding van huisvrouw en dienstbode een
meer gezonde, betere worde.
Ook al begrypen ze mijne voorstellen niet
geheel.
Ook al kunnen zy niet al mijne conclusiën
beamen.
Dat die allen, groot en klein my' hun bewijs
van instemming zenden, zij 't aan de Redactie
van dit blad, zy 't aan de Reguliersgracht 43
Amsterdam.
En dat zij allen zullen zeggen lid te willen
worden van eene vereeniging, die trachten zal
naar verbetering van 't lot der dienstboden, dat
is tevens van hun eigen lot. En middelen be
ramen, die tot dat doel Zullen kunnen leiden.
Marie yon Ebner-Escüenliacli.
Op het slot Zdislawic in Moraviëwerd
Marie Dubsky den 13den September van het
jaar 1830 geboren. De geboorte van Marie, kostte
het leven van hare moeder, barones von Vockel.
Toen Marie tien jaar oud was, kwam zij onder
de leiding aan haar stiefmoeder. Geen slechte,
kwaadaardige stiefmoeder uit een boekje ; die
vrouw was een beminnelijke, tweede moeder
vol toewyding voor het moederlooze kind.
Als heel jong meisje werd Marie om den
anderen avond door haar ouders meegenomen
naar het Burgtheater. Ademloos, met gloeiende
wangen en schitterende oogen, zat Marie in een
hoekje van de loge, alles volgend, alles in zich
opnemend van de handeling op het tooneel.
Een tooneelstuk schrijven I lauweren oogsten
in het Burgtheater ! ... Jarenlang liet die ge
dachte haar niet los.
En Marie schreef, schreef, schreef... vellen
vol, cahiers vol.
Verzen, tooneelstukken, novellen, romans.
Zy was zeventien jaar, toen haar stiefmoeder
besloot, de pennevruchten van haar dochter
door een kenner te doen beoordeelen.
Zy' wendde zich tot Grillparzer. Met voor
beeldige welwillendheid, met de
beminnely'kheid van den echten artist, worstelde Grillparzer
door het fijne, geserreerde schrift van het
jeugdige gravinnetje, van de werkzame, jonge
schrijfster.
Zy'n oordeel was zoo gunstig, zoo be
moedigend, dat Marie, schreiend van blijde
ontroering, besloot haar ideaal te verwezen
lijken: schry'ven en zich naam maken. Zy
heeft geschreven en is beroemd geworden.
Op haar negentiende jaar, trouwde zy met
haar neef, met den kaptein Maurits Baron van
Ebner-Eschenbach. Hy was vijftien jaar ouder
dan zy'n uitverkorene. Met haar man maakte
Marie van Ebner-Eschenbach, een grondige
studie van historische, wetenschappelijke en
letterkundige werken.
Baron Eschenbach werd als veldmaarschalk
gepensionneerd. Toen het echtpaar vry was
in de keuze van een woonplaats, brachten zy
den zomer door op het landgoed, waar Marie
was geboren en den winter in haar geliefd
Weenen.
De Oostenrijksche land-adel wordt met
bizondere voorliefde door haar geschilderd.
Fyn, geestig, vol humor, schalk, ondeugend,
neemt zy' op bekoorlijke wijze een loopje met
de kortzichtigheid en vooroordeelen van haar
standgenooten. De beste harer werken zy'n
tot in de kleinste bizonderheden doorleefd.
De groote mate van subjectiviteit die Grill
parzer reeds diagnostiseerde uit de opstellen
van het zeer jonge meisje, heeft haar nimmer
verlaten.
Zy' geeft zich geheel; zy leeft haar personen;
vooral de strijders en lyders.
Zij kent geen teemenden preêktoon, haar
moraal ligt niet duim-dik op eiken regel;
haar hoog-moreele inzichten dringt zy haar
lezers niet op. Als een reine, verzoenende,
tot zachtheid stemmende en inkeer brengende
geest, zweeft haar levensbeschouwing over alles
wat door haar vaardige hand wordt geboekt.
In «Onverzoenlijk", »De twee Gravinnen",
»Een kleine roman", geeft Marie von Ebner
Eschenbach kunst.
Wie de volheid en teerheid van haar zacht,
vrouwelyk gemoed wil leeren kennen, gry'pe
naar haar verzameling aphorismen, die in 1860
verscheen.
Ofschoon zy zelf nooit kinderen had, is bij
haar het moederlijk element sterk ontwikkeld.
Eenige dagen voor de viering van hun gouden
bruiloft verloor Marie von Eschenbach, haar
trouwen levensmakker.
Den winter van 1898 bracht zy' in Rome
door. Een verblijf in de eeuwige stad was
de vervulling van een lang gekoesterden wensen.
Met jeugdige verve heeft de
acht-en-zestigjarige vrouw geschreven over haar indrukken
in Rome opgedaan.
»Ik ben te oud", zegt zy, »dat my'n verbly'f
in Rome my in de toekomst nog van groot
nut kan zijn, maar de heerlijke herinnering
aan alles wat ik zag en leerde kennen, is voor
my een reden tot dagelyksche dankbaarheid."
»0ud worden, beteekent ziende worden",
luidt een van haar aphorismen.
Een harer gezegden: »hoe verstandig moet
men zy'n om alty'd goed te wezen" heeft zy' zelf
zooveel mogelyk betracht.
Haar zacht oordeel, haar alles van een ander
begrypen, ook wat men verzwijgt, haar zuiver
inzicht, haar meevoelen met al wat menschelyk
is, heeft haar gemaakt tot een steun en vraag
baak voor velen.
Wie met zijn bezwaren en verdriet tot haar
komt, gaat niet onbemoedigd en hopeloos heen.
Haar portret vertoont haar geheel zoo als
zy nu is: een vriendelijke, zachtzinnige, oude
vrouw.
Vastheid van karakter staat ook nu nog te
lezen om den ernstigen mond, in den denkenden
blik van haar vriendelijke oogen.
Op den 13den September, den datum waarop
wy den geboortedag van onzen hoogbejaarden
Nicolaas Beets herdenken, hebben de geest
driftige Oostenrijkers op onbevangen wy'ze
uiting gegeven aan hun vreugde over het feit,
dat een hunner ryk begaafde en beminde
kunstenaressen haar zeventigsten verjaardag
vierde. PARVUS.
iiiiiiiiMMiiiiiliiMiiiiiiMiiiiiiimiMmmmiiimiiiiiiiMltHimilHHllHllllli
iiiiiiiiiiiiiiniiiiiHiii ........... i ........ iiiiiii
Suiker als medicijn. Suzanne Reichem
Selma von Lengefeld.
Suiker werd vroeger veel gebruikt voor
inen uitwendige toepassingen, en ook tot het
voorkomen van rotting bij organische stoffen
en by het verbinden van wonden. Nog in
1885 zond dr. Fiseher een rapport over deze
methode, aan een der voornaamste Duitsche
bladen. Vele voorbeelden van haar gebruik
in de geneeskunde, vooral by gevallen van
koorts, worden vermeld. Hieronder volgt een
typisch voorbeeld, zynde een mededeeling van
graaf Bernstorff aan de Berliner Rundschau
zy'ne eigen ervaringen verhalende.
»Ik wensen een speciale werking van suiker
te bespreken, welke ik ondervonden heb. Ge
durende het jaar 1888?'89 was mijne stand
plaats te Kameroen, als eerste officier op den
kruiser «Habicht" en kreeg ik een kwaadaar
dige koorts gedurende de vele reizen in de
moerassige districten tusschen Mimi en Calabar
Behalve ernstige diarrhée had ik zware
galkoorts, die nog toenam niettegenstaande groote
giften kinine. Toen kwam een brandende dorst
dien niets kon lesschen, tot ik toevallig een
weinig suikerwater dronk. Het resultaat was
uiterst verrassend ; het martelend gevoel van
dorst verdween of was tenminste zeer ver
zwakt, daarna verminderde de overproductie
van gal en ik gebruikte geen ander voedsel
dan suiker en water, ongeveer tien tot twaalf
glazen per dag, zoodat ik gedurende vijf dagen
letterlijk van suiker leefde. Later, toen ik
te lyden had van terugkeerende aanvallen van
koorts zelfs nadat ik eenige jaren te huis ge
weest was, nam ik altijd mijne toevlucht tot
dezelfde behandeling en al tyd met hetzelfde
resultaat. Myne mededeeling van het voorge
vallene aan een geneesheer in Pion, maakte
dat deze suikerwater aanbeval aan de bewoners
van een groot dorp aan het Plönermeer die
veel van koorts te lyden hadden. Steeds volgden
goede resultaten. De koorts verscheen aldaar
na het aftappen van het meer, waardoor een
groot gedeelte van het land droog kwam te
liggen. Dit veroorzaakte een soort van malaria
overeenkomende met die welke zich vertoonde
gedurende den bouw van »Wilhelmshafen".
De schrijver eindigt met vermelding der
uitwerking van suiker op de zenuwen,
kalmeerende en dus slaap veroorzakende.
(Maandblad gewijd aan hygiëne en industrie
van dr. van Hamel Roos en Harmens).
Nu zy door Droogstoppel -berichtjes weer
ter sprake is gekomen, zou ik gaarne iedereen
die belang stelt in de allerliefste gewezen
tooneelspeelster Suzanne Reichemberg, willen
aanraden te lezen wat Arsène Alexandre over
haar heeft geschreven. Dat hoogst interessante
levensbericht over de gevierde kunstenares, is
eenige jaren geleden verschenen by Juven te
Pary's. Een mooi boek (zeer geschikt voor ge
schenk aan een dame, zooals tegen St. Nicolaas
in veel advertenties staat) met keurige illustraties
en een hoffelijk inleidingswoord van Jules
Claretie, directeur van het théatre francais, het nooit
volprezen Maison de Molière. Hoe gaarne ik
ook propaganda maak voor ons kernachtig,
schoon Hollandsen, moet ik nu toch ronduit
bekennen, dat ik heel blij ben, dat de lief
tallige Suzanne Reichemberg geen Hollandsen
verstaat en dus geen Hollandsche couranten
leest. Die dorre, onvriendelijke mededeeling
zou zeker voor een oogenblik een pruilenden
trek om haar geestigen mond te voorschijn
roepen en heel even een smart-rimpel groeven
in haar mooi voorhoofd.
Over een zoo ijverige, beminnelijke kunste
nares schrijft men niet in zulke botte bewoor
dingen. »Züis getrouwd met een heer uit
Bourgogne". Die «heer uit Bourgogne" is een
voudig om het uit-te-proesten ! Naamlooze
vennootschappen kunnen er ampertjes by door
maar een naamlooze >heer uit Bourgogne" is
een paskwil.
>Zy die zich nog altijd >Mademoiselle" liet
noemen en reeds getrouwde kinderen had".
Deze mededeeling is onkiesch en grimmig
tegenover de ingénue van het thétre francais,
wier gelyke in volmaakte gratie en onberis
pelijke dictie moeilijk te vinden zal zijn.
Waarom toch dat nieuwsgierige, onbeschei
den turen in de glazen woningen zooals onze
beschaafde en gedistingeerde mevrouw Holtrop
van Gelder zegt, van kunstenaars ? Enkel
en alleen om er iets leelyks in te ontdekken ?
en daarna met burgermans-sty'f heid een buiging
te maken voor eigen deugdzaamheid ? !
Wdt hebben wij te maken met het moeder
schap van Suzanne Reichemberg ? Heeft zy
ooit een beroep gedaan op onze vrijgevig
heid, om te voorzien in het onderhoud van
haar kinderen ?
Wat staat die vrouw als actrice hoog, die
ondanks baar rijpe levenservaringen, de onna
volgbare «ingénue" wist te bly'ven.
Dat zy zich «mademoiselle" liet noemen,
klinkt vermakelijk voor ieder, [die iets weet
van fransche zeden en gewoonten.
De jeugdigste persoontjes uit den gegoeden
stand worden met «madame'' aangesproken.
Dat zy' zélf zich noemde en teekend e
»mademoiselle" pleit voor haar bescheidenheid.
Suzanne Reichemberg was het verwende
kindje van een veeleischend publiek en van
de schrijvers in wier stukken zy hoofdrollen
vervulde of creëerde. Zeer uitvoerig kan men
dit alles lezen in het boek van Arsone Alex
andre. Suzanne Reichemberg heeft zich byty'ds
teruggetrokken »in de volheid van haar talent"
zooals Jules Claretie getuigt, en die heeft toch
zeker wel recht van meespreken ?
De fijn beschaafde en ontwikkelde Suzanne
Reichemberg wist waar haar kracht schuilde,
in het moeilijke genre van «ingénue". Haar
leeftijd belette haar in dit genre door te bly'
ven spelen. Byty'ds zich terugtrekken verraadt
een groote handigheid. Haar finantieële om
standigheden zy'n van dien aard zou »de
heer uit Bourgogne"! daarvoor gezorgd hebben ?
dat zy niet om den broode aan het tooneel
behoeft te bly'ven. De geestige, >ingénue"
voelde niet de minste roeping na haar
glansperiode een middelmatige tooneel-moeder te
worden.
Met frische lauweren is zy vertrokken. Die
kunnen nu rustig verwelken in de echtelijke
woning. Haar klinken zeker nog in de ooren
de spontane, geestdriftige byvals-betuigingen;
voor een »succes d'estime" heeft zij zich zelf
behoed. Een »ingénue" met een scherpen,
verstandigen kijk op de hooge eischen die men
aan tooneelspelers stelt.
Jules Lemaitre zeide van haar: «Mejuffrouw
Reichemberg, heeft de zuiverste kristal-stem
die ik ooit het voorrecht had te hooren. Zy
is »de volmaaktheid zelf". Deze formule aller
minst ironisch gebruikt, (zooals men dat wel
eens pleegt te doen, wanneer men haar op
kunstenaars toepast, voornamelijk op al te goed
bekende schilders) is geheel van toepassing
op mejufvrouw Reichemberg.
Selma von Lengefeld, een jong meisje dat
in Zurich studeerde is tot doktor in de
philosophie bevorderd. Zy deed met glans examen
in al de vakken waarvoor zy zich aan de
universiteit had laten inschry'ven: geschiedenis,
chronologie, sanscriet,, archiefleer en
paleographie, vakken die tot nu toe weinig door
vrouwen gekozen waren. Zy' stamt uit het
zelfde geslacht von Lengefeld, waaruit de
echtgenoote van Schiller stamde.
CAPRICE.
* ?
*
Noga. 300 gr. suiker; 200 gr. zoete aman
delen (gedopte) 10 gr. boter.
De amandelen worden gebroeid en fijn ge
hakt. De boter in de koekenpan gesmolten
en daarbij de suiker gevoegd. Men roert tot
ze lichtbruin is; dan doet men er vlug de
amandelen door, roert nog even tot ze goed
warm zy'n en dan stry'kt men de massa op een
met boter besmeerde plaat. Met een natte
citroen rolt men het deeg uit en snijdt er
ruiten in. Men laat het koud worden en
breekt dan de ingesneden ruitjes er uit.
By nader ingewonnen inlichting vernemen
wy dat de Figaro niet juist op de hoogte
gesteld was, toen zy in de wereld het nieuws
verspreidde dat de firma Kirsch & Co. te Brussel
al de robes van de gezamenly'ke inzending de
la Collectivitéde Couture de Paris (salon de
Lumièr) aangekocht heeft. Deze aankoop
geschiedde door de vereenigde Huizen Ilirsch
& Co. Het huis Kirsch & Co. te Amsterdam,
zooals reeds bericht is, zal na de sluiting der
Parysche tentoonstelling deze kleedicgstukken
in zyne salons exposeeren.
Dit bericht is voorzeker door de dames met
belangstelling ontvangen; wy twijfelen dan.
ook niet of de belangrijkheid dezer expositie
zal zoowel de dames hier als die uit de pro
vincie tot een bezoek uitlokken.
v ©r f r is s oliën, d© d x* £t xi.