Historisch Archief 1877-1940
Nö. 121S
D E A M S T IE U DA M M E K WE E K B L A D Y O R N E D E R L A N D.
ontwikkelde 19e eeüwefs zooveel doen.
Ook is 't goed voor de ratten, die bij
giroote getallen de kamers binnentrekken,
vooral wanneer er 'n doode is. In die
kamers worden overdag en 's nachts aller
lei snuisterijen gemaakt tegen de somma
van 90 cents voor 144 stuks, opdat lieve
jongetjes Ze kunnen geven aan kuische
meisjes als zoovele getuigenissen voor hun
liefde. En de jongetjes en meisjes, die ze
zelf of wier ouders ze gemaakt hebben,
leven voort in of buiten hun kamerholen
als ratten onder ratten, verfoeid om hun
vuilheid en onzedelijkheid door de reine
jongetjes en de kiesche meisjes, vooral
wanneer die tot rijke mannen en huise
lijke vrouwen zijn opgegroeid. »Home"
wil heelemaal niets meer zeggen in Lon
den, maar 't ergste is, dat de menschen
verstompt door de omstandigheden .gewoon
raken aan zulk 'n omgeving en zulk 'n
lot;. Ze leven voort; ze dooden niet, zich
zelf noch anderen.
Londen is grotesk in z'n ellende. Lon
den is in ieder opzicht produkt en type
van 't kapitalisme, 't Is bedriegelijk van
uiterlijke welgedaanheid; 't is wee van
efterend vuil achter de gladde, gelijke
muren van z'n eentonige, sombere
huizenreeksen. In 't groene Noorden werd in
'98 gevonden, levende in 'n hok achter
'n goed uitziend huis, 'n man met vrouw
en 5 kinderen en 2 ezels en 'n hond. De
stank van 'n stervend meisje van 16 deed
dit ontdekken. In 't zelfde jaar in't
\\restEnd stierf 'n 75 jarige vrouw, waarvan
de dokter constateert: »'t Lichaam was
levend van wormen. De kleeren grijs van
insekten. De kamer was in vervuilende
toestand. Alles was volkomen overdekt
met wormen." 'n Soortgelijk geval komt
kort daarna weer voor in 'n ander deel
van 't Noorden. En zoo voort in alle
deelen van Londen, en zelfs bij Londen
in half-landelijke plaatsjes. Gevallen, die
meest alleen voor den dag komen door
stank, moord, dood en wreedheid aan
kinderen. Gevallen, die in 'n wél-geordende
samenleving niet moesten kunnen voor
komen, maar stellig niet moesten geheim
blijven.
Door de woningnood is de kazernebouw
ontstaan, die volgens Haw e. a. de
volpropping verergeren, en juist de ergste
krotten opleveren. Daar is heelemaal geen
lucht meer te happen. Zoodra daar 't bederf
begint, verspreidt 't zich veel gemakkelijker
en over meer duizenden dan in de
bedorvenste huizen of huiskamers. Londens
sterftetal is gemiddeld 17 per duizend.
'n Aantal vrij goeie kazernen heeft 20 p. d.
Maar er zijn er met 30 en 40 p d. De
besmettelijke ziekten woeden vooral in de
kazerne-woningen.
Woning is in Londen voor de massa
dus niet te krijgen. Wat er is, is slecht
en wordt bewoond tegen de wet. Komt
't toezicht daar achter, dan moeten de
bewoners eruit; veel meer kan :t toezicht
niet doen. Eén staaltje, 'n Man, vrouw
en 5 kinderen werden in ien kamer wonende
gevonden. De huis-eigenaar werd gedag
vaard, maar zei, dat hij 't heele huis aan
slechts n familie had verhuurd. De
huurder werd gedagvaard, maar zei, dat
hij de kamer aan 'n familie van 3, niet
van \1 had verhuurd. De kamer-bewoner
?werd gedagvaard en hij moest binnen 7
dagen 'n eind maken aan deze
opeenhooping van 7 menschen in die ene
pMMll
SALOMY JANE'S KUS
3)
BOOB
BRETHAKTE.
Tech z;at Salomy Jane dien avond, nadat
haar vader naar bed was gegaan, bij 't open
venster \ïan de woonkamer, schijnbaar lusteloos
in kalm nadenken verzonken, maar feitelijk
met ingespannen aandacht het oor leenend aan
ieder gf.luid. 't Was een prachtige maan-avond.
Twee vpijnboomen, vlak bij de deur, voor
uitgeschoven schildwachten gelijk van 't dichte
woud <Jat zich op een afstand bevond, wier
pen kiun lange schaduwen als donkere paden
in cte richting der hut, en zonden hun geu
rige uitwasemingen door het open venster naar
binnen. Versieringen als wingerdranken en
bloemen moest men in de nabij eid van Jane's
woning niet zoeken dat spreest; de neder
zetting was te jong, het leven te praktisch
voor zulke ijdele zaken. Maar de maan ver
lichtte fantastisch de gansche omgeving gaf
ronding aan de scherpe lijnen der afdaken,
tooverde schaduwen op de kale vensters, en
?verborg barmhartig door haar lieflijken schijn
het onooglijke van kiezelhoopen, van schrale
stompen en overblijfselen van verbrande boomen
voor de deur.
Zelfs Salomy Jane was onder de begooche
ling toen ze half zucht, half geeuw slaakte bij
het inademen der pijnboomengeur. Plotseling
evenwel richtte ze zich overeind.
Haar geoefend oor bad een zwak klik, klik"
vernomen in de richting van het woud; haar
vlug begrip en landelijke opvoeding stelden
haar in staat daarin den hoefslag van een paard
te onderscheiden op steenachtigen grond; haar
lokale kennis zeide haar dat het geluid moeit
komen van de plek waar de gebaande weg
voerde over een bestraat gedeelte, geen kwart
mijl verwijderd van waar ze zat en binnen
de grenzen van hun domein. Dwalend vee
kon 't niet wezen, want de hoeven waren be
slagen; 't moest een ruiter zijn, die den nacht
te baat nam om hier binnen te dringen, en
dit voorspelde niet veel goeds voor een man
als Clay. Ze stond op, wierp haar shawl over
't hoofd, meer als vermomming dan om zich
tegen de koele nachtlucht te beschermen en
ging de deur uit. Door eene plotselinge inge
ving gedreven greep ze het geladen geweer
haars vaders niet zoozeer gevaar voor zich
zelve vreezende dan wel omdat het als voor
wendsel kon dienen. Regelrecht ging ze op
't bosch af, zoolang mogelijk in de schaduw
kamet. De man, 'n teringlijder, deed z'n
best maar kon niets anders krijgen binnen
de gestelde termijn. Toen werd hem nog
14 dagen tijd gegeven, 't Was in Juli
1898. Tot December kwam hij telkens
voor, en telkens kreeg hij opnieuw 14
dagen zoekenstijd, omdat er werkelijk niets
te vinden was. Er was op gelet, dat hij
zocht. Eindelijk na kerstmis ging de man
met z'n familie uit deze kamer in dit huis
naar 'n andere kamer in 'n ander huis.
Weer werd de familie door 't toezicht
bezocht, en teveel gevonden voor n
kamer; maar'de man was intusschen met
de tering naar 't hospitaal. Komt hij er
ooit uit, dan begint de drijfjacht opnieuw.
Zoo ;gaat 't met de overgroote massa der
Londensche armen. Ze worden verdreven
en opgejaagd. De huren worden bijna
overal hooger. Soms gaan de huizen naar
de grond, en komt 'n betere klasse te
wonen op de plaats, waar hun krotten
gestaan hebben. Maar zij gaan weer wonen
in andere krotten, of maken andere
woningen tot nieuwe krotten. En toch,
als aan eüklasse 't recht wordt gegeven,
de andere uit (de huizen te zetten, heeft
die andere klasse dan niet 't recht te
eischen, dat ze weer in 'n huis gezet wordt!
Gemeentescholen, spoorwegen, groote han
delszaken en weinig-eischende vreemde
lingen koopen heele buurten op, verjagen
de bewoners, en bouwen er hun reusachtige
gebouwen, of gaan er zelf met hun families
in wonen, en brengen zoo of de buurt
zelf, of de naaste buurten in nog slechter
toestand dan ooit te voren. Want de
uitgedrevenen woonden einar niet voor
huu plezier. Ze moesten er wonen voor
hun brood, en nu gaan ze in de nabijheid
de slaapruimten nog meer overvullen.
De huren van de slechter wordende
slaapruimten worden al hooger. We spraken
in den beginne van de konkurenüe der
huurders, die de prijs bovenmate opvoert
ten genoege der eigenaars, 'n Drijfjacht
op groote schaal jaagt natuurlijk ook de
prijzen geweldig op. Maar er is meer.
Hoe meer menschen kleine gedeelten van
't huis in huur hebben, hoe enorm hooger
de opbrengst is voor de eigenaar, behalve
dat er ook van te besteden zorg aan de
woningen bij zulke stapelplaatsen van
menschen geen sprake behoeft te zijn.
't Direkt voordeel van de eigenaar brengt
mee al maar onderverdeeling en hooger
huur. Haw deelt mee, dat m n der
slechtste buurten van 't East End in
Augustus 1898 voor ieder van 'n twaalftal
woningen van 2 kamers de weekhuur werd
opgevoerd van 4 sh. G d. op 7 sh. d. (van
f 2.70 op/'4.50). Nieuwe bewoners moesten
£ 2 of f 24 deponeeren voor de sleutel, en in
Oktober deden de huizen al 8 sh. of ?4.80
per week. Als geprotesteerd wordt ant
woordt troostvol de eigenaar dat de huren
van alle huizen de hoogte ingaan. En de
eigenaar heeft gelijk. Dat er dan ook
huur-oproeren plaats vinden, bijv. in
Stepney, is niet te verwonderen. Mocht
werkelijk 't toezicht zoo nu en dan her
stellingen van de woningen eischen. dan
stuurt de eigenaar om te beginnen de
bewoners er uit. Onbeteekenende reparaties
worden aan 't huis gedaan. En naeenige
dagen kunnen nieuwe bewoners dubbele
huur betalen voor de verbeterde woningen.
Zoo doen de allerarmsten voortdurend goed
aan de rijken, terwijl de rijken de mond
vol hebben van goed doen aan de armen.
IIMIIIIIIIIIIIMIIIIIlnilllllllill
der pijnboomen blijvende. Waar die ophield,
bleef ze staan; wie 't oo'i zijn mocht, hij moest
haar voorbij wilde hij het huis bereiken.
Toen scheen de geheele omringende natuur
in zwijgende afwachting. Alles rondom was
doodstil zelfs de slagschaduwen door de
maan te voorschijn geroepen schenen ais ver
steend; weldra echter kwam er een geritsel
als van eenig groot dier tusschen de varens
en daarop trad een afgestegen ruiter in 't volle
maanlicht.
't Was de paarder.dief da man dien ze
had gekust!
Eén ondeelbaar oogenblik werd haar gewoon
lijk zoo nuchter verstand door een vreemde
hallucinatie beneveld, die haar wild het bloed
door de aderen joeg: Wat men haar had ver
teld was niet waar hij was opgehangen
en dit was zijn geest! Hij zag er dan ook in
derdaad bleek eu spookachtig uit, zooals hij
daar nu stond, onbewegelijk, beschenen door
het licht der maan, en hij droeg dezelfde klee
deren waarin ze hem 't laatst gezien had.
Ongetwijfeld had hij haar zien naderen, en
wilde haastig haar te gemoet gaan. Maar in
z'n haast gebeurde het dat hij even struikelde
en dit feit bracht haar tot de werkelijkheid
terug; geesten plegen dat niet te doen. Een
gevoel van groote verlichting kwam over haar.
Geen moordenaar ook, die het op het leven
van haar vader gemunt had, was het die hier
had rondgeslopen alleen deze ongelukkige
vluchteling. Het bloed steeg haar naar de
wangen ; haar koelbloedigheid, haar moed keer
den weer, en 't was zelfs eenigszins uitdagend
dat ze zei:
Ik hield u voor een geest."
Dat had ik moeten zi,n," gaf hij ten ant
woord, terwijl hij haar strak aanstaarde ; maar
ik geloof dat ook in dat geval ik hier terug
gekeerd zou zijn."
't Is gewaagder het in levenden lijve te
doen," sprak ze met geveinsde luchthartigheid ;
want het gevoel van verlichting, dat ze een.
oogenblik te voren gekend had, begon plaats
te maken voor een vreemde, zenuwachtige ge
waarwording, half vrees, half verwachting. Dus
waart gij 't, die hier in de buurt hebt rond
gezworven en die sporen achterliet in de verre
weide?"
Ja; ik kwam regelrecht hierheen nadat ik
ontsnapte."
Ze voelde hoe zijn oogen haar verslonden,
maar waagde 't niet de hare tot hem op te
slaan.
Waarom " zoo begon ze aarzelde
en vroeg eindelijk ontwijkend: Hoe zijt ge
hier gekomen?"
Gij hebt me daartoe geholpen."
Ik?"
Ja. Die kus van u gaf me nieuw
leven gaf me de kracht om te ontsnappen.
De huisjesmelkers profiteeren op alle
mogelijke wijze van de woningnood. Ze
hebben 'n heel sis'téem van uitzuiging.
Ik noemde al 't sleutelgeld, dat soms de
ongeloofelijke som van £50 of ?600 bedraagt,
bewijs dat niet cèlleen de allerarmsten uitge
mergeld worden maar ook de meer gegoede
arbeidersklasse. Wanneer 't plaatselijk
Bestuurde belasting der eigenaars verhoogt,
omdat zij toch meer huur ontvangen, dan
gaan de eigenaars in koelen bloede hun
huurders aanzeggen, dat ze vanwege ver
hoogde belasting de huur weer moeten
verhoogen, en gewoonlijk richten ze dat
zoo in, dat de nieuwe verhooging meer
inbrengt dan de verhoogde belasting be
draagt. Weer winst voor de bezitters.
Worden om ne of andere reden 'j> reeks
krotten verkocht, dan kunnen de huisjes
melkers altijd meer betalen dan eerlijke
bouweis, die de boel naar de grond zouden
willen gooien, om er goede huizen te
bouwen en die tegen behoorlijke prijs te
verhuren. 7oo blijft 't bedrijf in handen
van de huisjesmelkers en
speku.'atiebouwers.
Behalve de armen en de arbeiders zijn
ook de volgens de wet aangestelde
irispekteurs en opzichters de slachtoffers van 't
brutale bedrijf der huiseigenaren en hun
trawanten. In de boven de opzichters
staande plaatselijke Raden zorgen de
spekulatiebouwers, huisopzichters en huis
jesmelkers in de eerste plaats stem te
hebben. In n distrikt van Londen wilde
geen huiseigenaar den inspekteur 'n woning
verhuren. Zoo moest ten slotte op kosten
van 't distrikt voor de man 'n huis ge
bouwd worden. Maar zoo staan die amb
tenaren voortdurend voor 't dilemma: hun
plicht of 'n rustig leven.
Met de zoo op allerlei vuile manieren
verkregen kapitalen zetten de Londensche
huiseigenaren hun bedrijf ook voort in de
omstreken van Londen, om die volgens
't zelfde sisteem te bederven. Ze bouwen
maar raak, en de huizen zijn binnen
korten tijd even gevuld en verrot als in
de oudste en vuilste buurten van Londen
zelf.
Dat onzedelijkheid en drankzucht van
dit alles de gevolgen zijn, zal iedereen wel
willen gelooven. 't Volk wordt letterlijk
uit z'n huizen gedreven naar de huiselijker
kroegen. Dat is iets dat drankhervormers
nog maar al te dikwijls vergeten. Ook
zwakte, uitputting, tering en allerlei ziekten
gaan zooals de statistieken van Haw ge
noegzaam bewijzen, meest samen met de
grootere opeenhooping van menschen.
't Ergst zijn ten slotte de kinderen er
aan toe. Zouden ze nog vroeg sterven!
want die leven blijven hebben 't
allerellendigst. Van den beginne af zonder
iemand, die om ze kan geven, zonder
woning om in te rusten, groeien ze op in
de straat, eigenlijk ieder voor zich, en
toch joijgens en meisjes in de schande
lijkste aanraking met elkaar. Honderduizend
pond en meer durft de City opbrengen om
inlandsche kinderen in de Hoedan door
wat onderwijs geschikt te maken als werk
materiaal voor 't Empire-kapitalisme, maar
geen hand wordt er uitgestoken naar die
kinderen vlakbij, die smeriger dan wilden
in holen en gangen hun bestaan
voortsleepen. Zoo zijn de Jingo's.
Laten we nu niet denken: zoo zijn »y,
niet wij. 't Boekje van Haw is om 2
I:< zwoer dat ik terug ?ou keeren om u te
danken levend of dood."
Ieder woord dat hij sprak had ze vooruit
kunnen raden, zoo duidelijk schenen haar thans
de omstandigheden toe. En ieder woord dat
hij sprak dat gevoelde ze was de waar
heid Toch streed haar nuchter verstand er tegen.
Wat geeft 't of ge al zijt ontsnapt, als ge
hier terugkeert om weer gepakt te worden?"
vroeg ze levendig. Hij trad iets dichter op
haar toe, maar 't was als werd hij meer ver
legen naarmate zij haar zelfbeheersching terug
kreeg. Ook zijn stem klonk gebroken, als van
uitputting, toen hij stamelend uitbracht:
Ik zal 't u zegden. Ge hebt meer voor me
gedaan dan ge denkt. Ge hebt me tot een
ander man gemaakt. No ie heeft een ander
man, vrouw of kind, voor me gedaan wat gij
deedt. Ik heb nooit een vriend gehad enkel
een kameraad, zooals Red Pete, die me op
pikte en de buit met me deelde. Ik wil dit
leven dat ik leid vaarwel zeggen. Ik
wil beginnen met mijn schuld jegens u af te
doen " hij zweeg, ademde zwaar, en ver
volgde met moeite: Mijn paard is ginds
vastgebonden. Ik wil het u geven. . Rechter
Boompointer betaalt er u duizend dollars voor.
Ik lieg niet God is mijn getuige! 't Was
te lezen op een plakkaat aait een der boomen.
Neem het, en ik zal te voet heengaan.
Neem 't. ??'t Is het eenige wat ik voor u
doen kan en ik weet dat ik daarmee mijn
schuld nog niet voor de helft vereffend heb.
Neem 't uw vader kan de belooning voor
u opeischen als gij 't niet kunt.';
Zulke eigenaardige begrippen van recht
heerschten er in dit merkwaardige land, dat
noch de man die 't aanbod deed, noch 't meisje
dat het ontving, ook maar een oogenblik 't
onlogische of onkiesche er van gevoelde, noch
ook hoezeer 't indruischto tegen alle eerlijkheid,
of in strijd was met de onderstelde bekeering
van den paardendief. Toch weigerde Salomy
Jane, maar op ardere en zwakkere gronden.
Ik wil uw paard niet hebben hoewel
vader 't mogelijk wel zal willen maar ge
moet uitgehongerd zijn. Ik ga wat voor u halen."
Ze keerde zich om en wilde heengaan.
Zeg eerst dat ge 't paard wilt aannemen,"
zei hij, haar hand grijpend.
Bij zijn aanraking bloosde ze opnieuw en
trachtte zich te bevrijden, denkende dat er
wellicht weer een kus volgen zou. Maar hij liet
haar hand varen. Toen. met iets vrijmoedigs
in haar houding, keerde ze zich weer tot hem
en zei: blijf hier staan; ik kom zoo dadelijk
terug;" en als de schaduw eener schuwe, vlie
dende bosch-nymf gleed ze weg in 't maanlicht
tot ze haar woning bereikte. Hier voorzag ze
zich niet alleen van voedsel en whisky, maar
ze nam ook een lange stofjas en hoed van haar
vader mee. Deze zouden als vermomming
kunredenen voor ons van groot belang: 1°. '
omdat we eruit zien, hoe »No Room to '
Live'' de »Man-in-the-Street" oplevert, d'ie
thans te Londen dat alle klachten
verdoovend lawaai maakt, dat patrtottsme
wordt genoemd; 2°. vooral omdat we
kunne-n nagaan dat dezelfde oorzaken
dezelfde gevolgen zullen hebben.
Spekulatiebouw, huisjesmelken en zoo meer zijn
in Amsterdam ook wel bekend. Londen
is in 'n veel verder stadium. Maar schande
lijke toestanden zullen hier de meuschen
ge n haar beter houden, dan de Londeners
reeds zijn.
W.
Inziet in e Houfflstail,
De Liedertafel »Apollo" beeft eer gehad van
haar werk; het was een acboone avond?den
eersten October een avond, den
tachtigjarigen Heinze waardig.
Het programma bevatte: Ave Maria voor
koor, Tenor sulo en orchest, fragmenten voor
solostemmen uit de oratoria »Sancta Caecilia"
en »die Auferstehung". Bede voor koor met
bariton-solo en tot slot »Euterpe" voor koor
solo en orchest.
Dat deze nummers allen van den grijzen
jubilaris zijn, behotf ik wel niet extra te ver
melden; doch wel wil ik er even op wijzen
dat de teksten voor het grootste gedeelte door
zijne onvergetelijke gade zijn gedicht.
Het programma gaf een schoon en juist beeld
van Heir, ze als toondichter. In het Ave Maria
kon oen genieten van 's componisten zin voor
schoone klankcombinatiën en vloeiende
melodiek; zeer mooi en effectvol klinkt de tenorsolo
maar vooral met veel gloed en climax bereikt
de uitdrukking haar toppunt in een fugato
voor koor aan het slot.
In de fragmenten uit Sancta Gaeciliaen Aufer
stehung kon men zien hoe Ileinze geheel thuis
in den oratoriumsti.il van die dagen met zijn
recitatieven en Aria's in da capo-vorm. Ook
in de instrumentatie herkent men overal de
hand des meesters.
Toch zou het mij niet verwonderen als het
talrijke en overtaliijke publiek van de Bede
met baritonsulo het meest genoten heeft. En
geen wonder want dit nummer is buiten
gewoon frisch en boeiend en als dan aan het
slot de baritonsolo inzet wordt een waarlijk
verheffende uitwerking verkregen.
Al had Heinze niet meer dan dit nummer
gecomponeerd, dan zou het toch voldoende
zijn om hem daarmede in de liedertafeis po
pulair te maken.
Het slotiiummer »Euterpe" slaagde eveneens
zeer goed vooral het pompeuse unison aan
het einde.
De liedertafel Apollo voerde de koorwerken
op voortrirr'elijke wijze uit. Schoone klank,
zuiverheid, juiste uitspraak, fraaie nuancee
ringen en een goede onderlinge stemverhou
ding?ziedaar in hoofdzaak de eigenschappen
waarop Apollo trotsch mag zijn. DeheerFred.
Itoeske bewees op nieuw een uitnemend leids
man te zijn, niet alleen van het vocale gedeelte
maar ook van het orchest hetwelk in hem een
omzichtig dirigent vond. Het orchest kweet
zich hoogst verdienstelijk van zijn taak.
Zonder eenigen twijfel mag men den heer
Rogmans den eerepalm toekennen als solist. Zoowel
in het Ave Maria, als in de tenor partij van Sancta
Caecilia zong hij buitengewoon fraai en met
een benijdenswaardig rustige toongeving.
iiiMitiiiHiiiiiMtiiiiiitiifiiiiwinHiniM
nen dienen om zijne heldhaftige gedaante te
verbergen, die, naar ze meende, iedereen moest
opvallen zooals het haar deed. Daarna spoedde
zézich weer naar hem toe. Maar voedsel en
whisky schoof hij op zij.
Luisttr," zei hij; ik heb 't paard in uw
corral gfjaigd. Daar zult ge het morgenochtend
vinden; en ieder zal meenen dat het losgebroken
is en zich bij de andere paarden heeft gevoegd."
Toen barstte ze los. Maar gij gij wat
inoet er van u worden? Ze zullen u vangen!"
Ik zal zorgen dat ik weg kom," sprak
hij op gedempten toon als als "
Als wat? " vroeg ze bevend.
Als ge mij nog eens moed wilt geven zoo
als ge reeds eenmaal hebt gedaan I" stamelde hij.
Ze wilde lachen heengaan. Maar ze kon
niet. Plotseling sloot bij haar in zijn armer,
met een langen kus, dien ze weer en weer
beantwoordde. Opnieuw stonden ze daar, elk
ander omstrengelend, als twee dagen te voren
maar niet meer dezelfden. Want de koele,
trage Salomy Jane was eene andere vrouw
geworden, met de hartstochten en de toewijding
eener wilde.
Mogelijk was er iets van 't bloed baars vaders
in dat beslissend oogenblik in haar aan 't gisten
geraakt. De man stond met het hoofd fier
opgericht en vastberaden.
Hoe heet geï" fluisterde ze snel. 't Was
de kortste weg voor een vrouw om haar ge
voelens onder woorden te brengen.
Dart."
En je voornaam ?"
Jack."
Laat me nu gaan, Jack. Verberg je in de
bosschen tot zonsopgang. Ik zal terugkomen."
Hij litt haar los. Toch toefde ze nog een
oogenblik.
Vermom je in deze kleeren," zei ze met
van geluk stralende oogen houd je ver
borgen tot ik kom." En toen verliet ze hem
haastig. Maar halverwege op weg naar buis
vertraagde ze haar tred, en 't was alsof haar
hart haar drong nogmaals terug te keeren. Ze
stond stil, en keek om naar de plek waar hij
gestaan had. Ware hij er nog geweest, ze zou
waarschijnlijk zijn teruggekeerd. Maar hij was
verdwenen. Ze slaakte haar eerste zucht, en
spoedde zich toen huiswaarts, 't Moest zoowat
tien uur zijn. Spoedig zou de dag aanbreken!
Ze was tot op korten afstand van haar deur
genaderd, toen de slapende bosschen en de
stille lucht plotseling schenen te ontwaken door
een scherpen knal.
Als verlamd bleef ze staan. Een tweede knal
volgde, die weerkaatst werd tot aan de ver
wijderde corral. Maar spoedig herkreeg ze haar
zelfbeheersching en stormde wild de bosschen
weder in.
En onder 't loopen beheerschte haar deze
ne gedachte: Hij was achtervolgd geworden
Mejuffrouw van Gelder m /geen onbekende
in Amsterdam, hoewel de concertzaal ha-ar
tamelijk vreemd Jzal geweest zijn, gewend aln
zij is om in de opera op te treflen, zooals tot
dusverre. Haar schoon en vol orgaan kwam
in het Concertgebouw ook goed uit, hoewel
de toon meer vastheid moet ferkrijgen en de
adem beter en energischer moet beheersclrt
worden.
De heer Corn. Bronsgeest is een jong zanger
(bariton) met niet groot, maar zeer aairgenaam
orgaan en beschaafde uitspraak. Het kwam
mij voor dat hij het duitsch beter en gemak
kelijker beheerscht dan het Eederlandsch. Ik
meen dat de heer Bronsgeest zijne studiën
nog niet voltooid heeft; in ieder geval zij hem
ten zeerste aangeraden het vibrato af te leeren
en zich toe te leggen op een vrije, losse en
ongedwongen manier van den toon aan te
zetten Ook aan de ademhaling moet nog veel
zorg besteed worden, zijn schoon orgaan zal
er slechts bij winnen en zijn omvang zoo-wél
als zijn kracht zal er bij vergroot worden.
Zal ik nu nog schrijven over de talrijke
ovaün die den grijzen componist ten deel
vielen? Me dunkt de vlugge dagbladpers
maakt zulks wel overbodig; het Weekblad zou
met de bloote vermelding dezer i'üiten todh
maar achteraan komen hinken.
Eene uitzondering wil ik echter maken;
het betreft een feestgave die den jubilaris
zeker bijzonder getroffen zal hebbern; ik maen
een album saamgesteld door een zijner meest
begaafde oud-leerlingen mej. M. R. van West.
Behalve een opdracht aan den jubilaris in
gebonden taal, bevat het een woord aan het
publiek, eere opsomming der compositiën van
Heinze en een tabel van belangrijke data uit
zijn leven in chronologische volgorde gerang
schikt. Een aantal portretten uit verschillende
tjjdperken van zijn leven, o. a. n met zijne
gade versieren verder den inhoud. Jammer
is het dat men er niet een paar regels muziek
uit een zijner werken, als autograaf, bij heeft
kunnen voegen ; dat zou nog eene bijzondere
aantrekkelijkheid verleend hebbon aan de
bezitters van het album. Doch ook thans
zullen vermoedelijk vele vrienden en vereerders
er prijs op stellen, het fraai uitgevoerde
boekske te bezitten. De firma G. Alsbach & Go.
alhier, brengt het wel niet in den handel, doch
heeft een beperkt aantal exemplaren tegen
matigen prijs verkrijgbaar gesteld.
AXT. AVERKAJIT.
Door een misverstand, had ik geen gelegen
heid verleden week onder het stukje van
mej. van Zanten nog een «naschrift" te plaatsen.
Ik wil er thans nog even op terugkomen.
Mfj. van Zanten schrijft dat men mij in de
eerste plaats als theoreticus en componist mag
beschouwen; maar eei ige regels vroeger spreekt
zij het vermoeden uit dat ik alle meer of
minder bekende werken over den zang onder
het oog heb gehad. Gewoonlijk eischt men
zulks niet van een theoreticus of componist.
Mfj. v. Zanten geeft met haar vermoeden te
kennen, dat ik door mijn litteratuurkennis op
het gebied van zang-werken, ten volle het recht
heb om over haar boek te oordeelen.
De conclusie die mej. van Zanten trekt over
het niet kunnen noemen van werken enz. n a
mijn uitvoerig betoog in het N o.
van 23 dezer is als specimen van zon
derlinge logica het eigendom van mtj van
Zanten.
Nog schrijft mej. v. Z. dat er voor een
ander (dan ik dus) wel degelijk nieuwe gezichts
punten te vindei zijn in haar werkje.
Als »een ander" er die in vindt, dan moet
dat »een ander" weten. Bij het schrijven van
mijn kritiek keek ik uit eigen oogen en niet
door den bril van »een ander".
A NT. A.
iimtmiminiiHliiimiiiiiiiiiHiMiiiniiiiHiti
door een zijner vroegere vijarden, en
aargevallen. Maar twee schoten w»ren er gevallen,
en hij was ongewapend. Eentklap* herinnerde
ze zich hoe ze haars vaders geweer had achter
gelaten tegen den boom waarbij ze hadden
staan praten, Goddank! misschien had ze hem
nogmaals gered. Ze kwam bij den boom; 't
geweer was weg. Ze liep heen en weer
ieder oogenblik vreezend op zijn lijk te zullen
stuiten. Eene nieuwe ingeving volgende begaf
ze zich naar de corral. Het paard was er
niet! Hij moest dus in staat zijn geweest het
weer te vangen en te ontsnappen nadat de
schoten gelost waren. Verruimd haalde ze adem;
maar 't volgende oogenblik ontstelde ze weer;
haar vader, door de schoten gewekt, kwam
haastig op haar af.
Wat is er nu aan de hand, Salomy Jane?"
vroeg hij opgewonden.
Niets,'' zei 't meisje, zich beheerschend.
Niets ten minste voor zoover ik kan nagaan."
Van nature was ze waarheidlievend, omdat ze
geen vrees kende, en een leugen kostte baar
moeite maar onbevreesd was ze niet langer,
nu ze aan hem dacht. Ik was nog niet naar
bed en ik lieo naar buiten zoodra ik de
schoten hoorde," sprak ze in antwoord cp zijn
vragenden blik.
En je hebt mijn geweer ergens geborgen
waar ik het niet vinden kan,"zei hij verwijtend.
Als 't die gluiperd van een Larrabee was,
die de schoten loste om mij naar buiten te
lokken, zou hij me met 't grootste gemak
minstens twaalf keer in de laatste vijf minuten
hebben kunnen neenchieten."
Ze had in 't geheel niet meer aan den vijand
haars vaders gedacht! Die had 't inderdaad
best kunnen zijn, die Jack had aangevallen.
maar ze maakte handig gebruik van 't denk
beeld door haar vader geopperd. Lcop naar
huis, vader, loop naar huis, en zoek 't geweer
??zonder dat kunt ge hier toch niets uitvoe
ren." Ze pakte hem bij de schouders, zich
zelve plaatsende tusschen hem en 't woud, en
dreef hem half door overreding, half met ge
weld naar huis terug.
Maar het geweer was niet te vinden, 't Was
heel vreemd het moest bij vergissing ergens
in een hoek zijn terecht gekomen l Wist hij
zeker dat hij 't niet in de schuur had laten
staan ? Maar 't kwam er nu niet op aan. Het
gevaar was geweken Larrabee's list was
mislukt hij moest nu naar bed gaan, morgen
zouden ze samen verder zoeken. Terzelfder
tijd echter besloot ze heimelijk vóór hem cp
te staan en opnieuw in 't bosch op verkenning
uit te gaan, misschien. O! de vreugde die
haar vervulde als ze terug dacht aan haar be
lofte misschien zou ze Jack gezond en wel
terugzien!
(Slot volgt.*)