Historisch Archief 1877-1940
DE A M STER D AM MER WEE K BLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1216
f
P
Dr. Kuyper de stelling heeft verdedigd,
dat de waardigheid der Kegeering tegen
over de Eerste Kamer gered zou zijn ge
weest, indien zij, Regeering, hetzelfde wets
ontwerp, zooals het door de Eerste Kamer
verworpen was, nog eens bij de Tweede
Kamer had ingediend, om dan door de
leden der Tweede Kamer, die wet in den
geest der Eerste Kamer te laten
amendeeren; en later met een, niet door de
waardige Regeering zelf, maar door de waar
dige Kamer gecorrigeerde wet, in volle
waardigheid nog eens voor de Eerste
Kamer te verschijnen.
Hoe vindt iemand het uit?!
Men heeft dit middel, aanbevolen door
een Christen-staatsman, om de
ministerieele waardigheid hoog te houden,
verge. leken bij het spelen met een doorgestoken
kaart En inderdaad, duldde de waar
digheid van het Ministerie niet een naar
den wensch der Eerste Kamer gewijzigd
ontwerp in te dienen, dan was het terug
nemen der wet, met de politieke gevolgen
van dien, de eein'ge weg om aan vernede
ring te ontkomen. Met het ongewijzigd
weder indienen der wet daarentegen, als
een spelen met doorgestoken kaart, had
bet Ministerie feitelijk zich zoowel tot den
dienaar der Tweede als tot dien der Eerste
Kamer gemaakt; en wat bleef er dan
van zijn waardigheid over? Een knecht
schap zonder meer.
Lettende nu op het eigenaardige, dat
Dr. Kuypers gedachtenleven gedurende
den laatsten tijd in zijne uitingen vertoont,
dat vluchtige, ongestadige, grillige, slor
dige, onafgewerkte, hebben wij meermalen
gevraagd: zou ook dat briefje van Sept.,
waarbij hij zoo op eens een streep haalde
door een der meest bekende bladzijden van
zijn Program, niet in verband moeten wor
den beschouwd met den eigenaardigen toe
stand zijns geestes, gelijk wij dien uit het
bovenaangehaalde en zoo veel meer kennen;
m. a. w.: zou ook zijn uitspraak omtrent
de vaccinatie in dat episteltje, hetwelk
hem in de oogen van velen zijner geest
verwanten moest compromitteeren, een ver
gissing zijn geweest?
Iets over liet Lager Onderwys
in Maimheim en Müuchen.
i.
Toen ik zeven jaar geleden eene reis door
Beieren deed, ontving ik het verzoek der
Commissie van Onderzoek in zake kosteloos
onderwijs, door Volksonderwijs"' in het leven
geroepen, om mij te willen belasten met het
onderzoek in Beieren. De resultaten van myn
onderzoek heb ik in een rapport neergelegd,
dat in het orgaan van Volksonderwijs" werd
afgedrukt. Nu ik andermaal een bezoek aan
Beieren heb gebracht, heb ik gemeend van de
zeven jaar geleden aangeknoopte relaties gebruik
te moeten maken, oin nu ook eens eenige andere
onderwerpen het Lager Onderwijs betreffende
te onderzoeken; vooral trokken my'ditmaal aan
de uitvoering en werking van de wet op den
Leerplicht en die ziken, die in de laatste
jaren by' ons het onderwerp van feilen strijd
in de onderwijswereld zijn geworden. Het toeval
is my' daarby' gunstig geweest, immers ik was
van plan mijn onderzoek alleen tot Beieren te
bepalen, door familie-relaties kwam ik echter
ook te Mannheim met school-autoriteiten in
aanraking, zoodat ik nu ook gelegenheid
kreeg Baden in mijn onderzoek op te nemen.
Wat ik hier zal mededeelen is of geput
uit officieële bescheiden, of my' medegedeeld
dan wel bevestigd door autoriteiten, in het
bgzonder heb ik veel te danken aan de inspec
teurs van het onderwijs te Mannheim en Müncheii,
de heeren dr. Sickinger en dr. Kerschensteiner.
Hoewel ik hier en daar iets zal meedeelen
over andere Beiersehe en Badensche plaatsen,
in ho ifdzaak zal ik mij bepalen tot Miinchen
en Mannheim, omdat ik van deze steden de
meeste officieële bescheiden heb kunnen machtig
worden en de wettely'ke bepalingen ook weinig
ot niets van dij in andere steden dezer beide
staten verschillen.
Niets -is by ons zoo conservatief als het
onderwijs, zei eens een fabrikant tot mijn vriend
dr. Jennes te Kotterdam. Aan die woorden heb
ik by myn onderzoek dikwijls gedacht, want
zaken op het gebied van het onderwijs, die by
ons nog bediscussieerd worden en tot soms
hevige botsingen tusschen vooruitstrevenden en
behoudsmannen aanleiding geven, zijn ginds al
zoo geheel in het volk doorgedrongen, dat men
er niet eens meer over spreekt. Met enkele
voorbeelden wil ik dit bewijzen: Nog maar
weinige steden in ons land hebben schoolbaden,
over het voor-en-tegen wordt nog heftig gedis
cussieerd, flauwe aardigheden kan men er nog
uit den mond van overigens ernstige en ver
standige menschen dagelijks over hooren, in
Baden en Beieren is haast geen school, althans
in de steden, meer te vinden, waar ruen geen
schoolbaden heeft; bij den bouw van nieuwe
scholen wordt daarover heelemaal niet meer
gepraat, immers het spreekt van zeif, dat er
schoolbaden in gemaakt worden, die hooren er
even goed in als schoollokalen.
Een ander voorbeeld: Schoolvoeding is bij
ons een zaak van particuliere liefdadigheid,
het zou een lijvig boek worden, als men er in
wilde verzamelen, wat in den allerlaatsten tijd
over de noodzakelijkheid, om de schoolvoeding
door Gemeente ot' Rijk te laten betalen, is
gesproken, een eenigszins flink gesteld amen
dement bjj de behandeling van het
LeerplichtOntwerp kon geen meerderheid in de Tweede
Kamer verwerven, ten slotte werd een water
en- melk-amendementje aangenomen, dat
eigenhjk niets meer was dan eene bevestiging van
hetgeen al lang bestond. Ik sla het
Jahresbericht ber den Stand der sliHtischen Schulen
in Mannheim im Schuljahr 1Ü99/19JO" op en
vind daar, dat de Gemeente Mannheim in
den yorigen winter voor schoolvoeding uitgaf
M. 17,644,21, dus meer dan tien duizend gulden.
In Miinchen wordt om twaalf uur een vol
ledig middageten met soep en vleesch gegeven,
met het oog op de afstanden mogen daar ook
kinderen blijven eten, die er voor kunnen be
talen, men is in dit opzicht intusschen zoo
vrygevig, dat niemand betaalt, die zelf niet
verlangt te betalen. In de laatste twee jaren
zy'n er ook dank zy het initiatief van Dr.
Kerschensteiner Ferienhorte gesticht, waar de
kinderen gedurende de vacantie bezig gehouden
worden, ook door het maken van kleine uit
stapjes, de stad gaf daarvoor in het afgeloopen
jaar een subsidie van M. 3000, de rest betaalde
eene vereeniging, de ouders betalen niets; in
Mannheim bestonden reeds lang Knabenhorte,
deze voldoen zoo goed, dat er nu ook dit jaar
voor het eerst MiHchenhorte bijgekomen zijn.
Een derde voorbeeld: De Bond van Ned.
Onderwyzers begint zich voor de quaestie, of
algemeen kosteloos onderwy'-i gewenscht is, te
interesseeren, de groote discussies daaro.er
moeten dus nog beginnen, de commissie van
onderzoek van Volksonderwijs" U in haar
onderzoek blijven steken, voor een by ons nog
zoo in de lucht hangende zaak al ? kosteloos
onderwijs kon daze vereeniging niet langer geld
disponibel stellen. In Beieren bestaat algemeen
kosteloos onderwijs al sindsjiren, ieder kind gaat
naar de volksschool van zijn wyk, de kinderen der
ministers, zelfs van prinsen bezoeken de volks
school, toevallig zat dit jiar de zoon van
prins Wittgenatein naait den zoon van een
werkman. Het eigenaardige nu van dezen toe
stand is juist, dat men daarover nooit praat,
de algemeene Volksschule is zoo diep iu het
volk doorgedrongen, dat het heele.naal geen
bijzonder onderwerp van gesprek was, toen nog
pas kort geleden de opperni.f ceremoniemeester
van den Prins-Regent zijne bside zonen van
eene bijzondere school, waar hij ze eerst ge
plaatst had, wegnam en op de volksschool deed.
Zeer streng wordt daarby vastgehouden aan
het reglement, dat g-bic ft de school vaa zijne
wyk te bezoeken, zoodat de kinderen van de
hoogst geplaatsten dezelfde school moeien be
zoeken, die ook door da kii der^n der werk
lieden wordt bezocht, van standenscholen is
er dan ook in Müachen absoluut geen sprake,
er bestaan wel een paar bijzondere scbolen,
maar die hebben zoo bitter weinig te beteekener,
dat zij niet meer dan twee a driehonderd leer
lingen hebben van de ongeveer 50,000 kinderen,
die in de termen vallen de school te bezoeken.
Het is ook volstrekt geen eer een bijzondere
school te bezoeken, want de flinke jongens
en meisjes uit alle klassen der bevolking
bezoeken de Volksachule en er zijn dus altijd
bijzondere redenen voor hen, die het niet
doen, welke in de meeste gevallen of niet
pleiten voor hun vlijt, of voor hun ver
stand. Bijzondere scholen, door godsdienstige
gezindten opgericht, zooals wij er zoo vele
hebben, zijn absoluut onbekend, in Baden
gaan de kinderen der verschillends godsdien
stige gezirdten op dezelfde Volksachule: Prote
stanten, Katholieken, Israëlieten, Oud-Katholie
ken en... Frei-R^lijiöie; tijders het godsdienst
onderwijs, dat zooala bekend is, in Daitschland
op school wordt gegeven, woont ieder leerling
het onderwijs van zijn geestelyke bij en de
Frei-Religiö*en gaan naar huis, in Beieren
kent men Katholische Schulen, Evangelische
Schulen en Simultanschulen, de laatste voor
iedereen, die er heen wil gaan. Streng wordt er
echter weer tegen gewaakt, dat dit geen star
dsscholen worden, men moet de school zijner wijk
bezoeken, is echter de katholieke of de
protestantache school wat ver af gelegen en eene
Simultanschule in de nabijheid, dan mag men
de kinderen daarheen zenden, dit geschiedt
nagenoeg altijd, zoodat op deze scholen dus
ook de kinderen van verschillende standen
naast elkander zitten.
Ik zou nog tal van andere sterk sprekende
voorbeelden kunnen geren, maar dat zou mij
te ver voeren, n echter mag ik niet weg
laten, omdat de zaak in ons land juist dezer
dagfn flink bediscussieerd is. Dezer dagen
sprak het kamerlid, de heer Heldt, in de
Amsterdamsche afdeeling van het Nederl.
Oaderwijzersgenooïschap over het toekomstige
herhalingsonderwijs, hy schetste dit onderwijs,
zooals by zich voorstelt dat het mo;t worden:
vakonderwijs voor de verschillende vakken van
beroep, welke de leerlingen vaa plan zijn te
kiezen of reeds gekozen hebben. Maar dat is
hem in die vergadering slecht bekomen, School
hoofden en autoriteiten, als de heeren Den
Hertog en Versluijs" zeat de N 11. Ut. van
14 Sept. in eene correspondentie uit Amster
dam toonden zich afkeerisj van het plan
om het voortgezet lager onderwijs zoo dichtte
doen naderen tot zuiver vakonderricht als de
heer Heldt voorstelde. Op eene enkele uit
zondering na vond de heer Heldt in de ver
gadering niet anders dan tegenstanders en deze
wilden, dat het herhalingsonderwijs het karakter
van algemeene ontwikkeling zou behouden."
In Mannheim nu heefc men juist het stand
punt, dat de bestrijders van den heer Heldt
innamen, na zeer rijpe ervaring totaal
eerlaten en de Fortbildiingsschnle zoo ingericht,
als de heer Heldt het verlangt. Ook ginds zijn
de algemeene-ontwikkelings-autoriteiten lang
aan het woord teweest, maar de werklieden
verlangden voor hunne kinderen dat onderwijs,
hetwelk deze voor hun verder leven in de eerste
plaats noodig hadden. Natuurlijk is algemeene
ontwikkeling ook zeer goed, maar de werklieden
kunnen nu eenmaal niet evenals de meer ge
goeden hunne kinderen verscheidene jaren den
kost voor niet geven, zeer spoedig, in de meeste
gevallen dadelijk, na het verlaten der lagere
school moeten de kinderen een vak leeren en
zich in dat vak zoo goed mogelijk bekwamen.
Onderwijs daarop gebaseerd is dezen welkom,
daarvoor hebben zij eerjge avonden gaarne
over, nadat zij over dag reeda sous zeer hard
hebben moeten zwoegen, maar in ander onder
wijs stellen de meesten geen belang, het brengt
hen niets verder. Wie dat nu willen betreuren
en mooie theoretische beschouwingen houden,
dat het toch zoo droevig is, als zoo'n werk
mansjongen hij heef zonder t en luj liadt met
een t schrijft en hij Karel den Groote met Karel
V verwisselt ot nog erger van beide Karels
niets weet, die mogen dat gerust doen, wie
zich echter op het standpunt van den werkman
stelt, moet dezen gelijk geven, als hij voor zijne
kinderen het onderwijs verlangt, waarvan
zij voor de toekomst practische voordeelen
kunnen trekken. Het jongste verslag der stad
Mannheim zegt daarover voornamelijk het vol
gende: Die Fortbildungsschule für Knaben
vermochte ihrer Aufgabe, Vermittlerin zw'schen
Schule und Leben zu sein, nur in
unvollkommenster Weise zu genügen. Zur Erreichung
besserer Ergebnisse im Betriebe dieses
Unterrichts sind nun nach der neuen Organisation
die Schuier in erster Linie nach den von ihnen
gewahlten Serufen zu
[Jnterrichtsklassenzusammengefaszt. Uurch diesa Gestaltung ist die
Knabenfortbildungsschule das geworden, was sie
im Sinne des Gesetzes sein soll, eine
Fachsclwle, in der die Schuier angeleitet werden, die
aus der Elementarschule mitgebrachten
Kenntnisse auf die speziellen Verbaltnisse und
Erfordernisse des Iciinftigen .Bmt/esanzuwenden. iïr
die Zffeckmiiszigkeit der neuen Ordnung
sprechen zwei Thatsachen: einerseits die auffullige
Verminderung der ungerechtfertigten Schuiver.
siiumnisse, adrerseits die reichen Zusendungen,
deren sich die Lehrmittelsammlung seitens der
Lehrherren und Geschaftsfirmen zu erfreuen
hatte"; dus werkgevers en werklieden toonden
over de nieuwe organisatie hunne tevredenheid.
De verdeeling is, in overeenstemming met
de behoeften tot 4 hoofdcategorieën gebracht:
1. iür Kaufleute, Bure*uarbeiter and Handler,
2. für Handwerker, 3. für die nicht gelernten
Berufe", 4. Iür Geringbefaaigte. De tweede
categorie is dan weer onderverdeeld in: a.
Backer, Konditoren, Metzger, b Blechner und
Installateure, c Tapeziere und Schneider, d.
Schlosser, Schmiede und Eisendreher, e. Maurer
und 0;ensetzer en /. Schreiner, Gypser und
Tüncher. Ook de herhalingsfcbool voor meisjes
was vroeger im wesentlichen eine Wiederholung
der bereits in der Volkeschule behanielten
Gege^stande", maar ook deze is geheel veran
derd en voornamelijk HauïliaUungsunterriclit
geworden. In Müachen bestaat hetzelfde prin
cipe, maar het is, in overeenstemming met deze
veel grootere stad, nog scherper doorgevoerd.
Zoo heeft men voor meisjes naast de allgemeine,
hauswirt schaft iche" ook eene kaufmainiscbe
Abteilung", waar o. a. onderwijs in Fransch,
Engelsch en stenographie wordt gegeven, terwyl
men voor jongens o a. ook vindt afJeelingen
voor photographen en litbographen, voor kunst
draaiers, zadelmakers, voor schilders enz. Het
geheele herhalingsond rwijs, in Baden zoo goed
als in Beieren, voor jongens zoowel als voor
meisjes, is natuurlijk geheel kosteloos. Terwijl
dus in deze groote Duitsche steden de ervaring
geleerd heeft, hoe het herhalingsonderwijs be
hoort te worden ingericht, kunnen de wenschen
der arbeiders, elders in toepassing gebracht,
bij onze school-autoriteiten nog heelemaal geen
genale vinden. Ea nu zegge men rcij niet:
dat is ambachtsonderwijs, voor een deel ja is
dat zoo, voor een ander <ieel echter niet, boven
dien het aantal ambachtsscholen in ons land
is no» zeer gering en dan nog maar voor zeer
enkele vakken ingericht.
Niets bij ons zoo conservatief als het onder
wijs, het sterkst bleek mij dat, toen ik een
onderzoek instelde naar de positie van den
klasse-onderwijzer, zijne verhouding tot het
hoofd der schoo! en wat verder met deze qaaestie
in verband staat. Daarover echter in mijn
volgend artikel.
Schiedam. M. HOEN.
imiiiHiitiiiiiiiolimiliiifiliiMIllimiDMt
Een jaar arMö.
Dezer dagen verscheen het eerste Jaarverslag
van de Vereeniging Centraal Bureau voor Soci
ale Adviezen," en 't is zeker in alle opzichten
gepast naar aanleiding daarvan hier iets mede
te deelen van deze instelling jn hare werking
ten einde eenigszins een denkbeeld te geven
van wat uit haar groeien kan indien de wen
schen in dit jaarverslag uitgesproken en de
verwachtingen erdoor gewekt in vervulling gaan.
Een bekentenis vooraf en wij zullen wel
niet de eenige zijn, die deze afleggen na het
doorlezen van het verslag namelijk dat wij
verleden jaar, toen naar aanleiding van de
ontwikkeling der plannen tot een dergelijk
bureau door dr. Kringaard, enkele bekende
mannen op sociaal gebied eene oproeping
deden en na aanvankelijk vinden van instem
ming tot stichting overgingen, niet hadden
gedacht, dat het eerste jaarverslag reeds zooveel
goeds zou kunnen melden.
,Wy' vermoeden daarom dat velen nu nog
even ongeloovig zijn en 't is ook voor dezen
dat een overzicht der werkzaamheden dienstig
kan wezen.
Een bureau als dit is niet iets geheel nieuws.
Reeds sedert jaren bestaat to Parys het door
den graaf de Chambrun gestichte en door
hem, wat niet te vergeten is, met zijn
millioenen begiftigde Mtisée Social, dat in hoofd
zaken gelijke bedoelingen heeft als ons Cen
traal Bureau en waardoor dr. Eringaard dan
ook op liet denkbeeld gekomen is.
Dat is het volgende, dat er een plaats zal
zijn waar ieder, van welke richting of partij
hij ook zij, een voorlichting zal kunnen krijgen
ten opzichte van praktische dingen die zich
voordoen op sociaal gebied, een plaats tevens,
die door de aanwezigheid van een uitgebreide
vakbibliotheek en de vaardigheid, kunde en
routine van de daar werkzamen de waar
borgen biedt dat het advies praktisch en door
werkt zal zijn.
Volgens de statuten beoogt nu het C. B. v.
S. A. met terzijdestelling van de bevordering
van eenig partijbelang",
a. het verstrekken van gevraagde adviezen
ten opzichte van de opricating, organisatie,
leiding en administratie van instellingen en
regelingen, welke beoogen de maatschappelijke
positie der arbeiders en van hen, die naar het
oordeel van het bestuur ten aanzien van hunne
economische positie met dezen gelijk te stellen
zijn, op eenigerlei wijze te verbeteren;
6. het verzamelen en verspreiden van gege
vens omtrent instellingen en regelingen als
onder a bedoeld;
e. het vormen van een bibliotheek, bevattend
werken en bescheiden over het maatschappelijk
vraagstuk in zijn verschillende vertakkingen,
voor zoover betreft de onder a bedoelde instel
lingen en regelingen".
Bij de gevraagde adviezen komen dus nog
de mededeelingen van in 't algemeen gewenschte
bescheiden.
Zooals men ziet omvat de werkkring het
geheele sociale vraagstuk, de arbeidertquaestie
in den meest uitgeureiden zin. En wanneer
een vereeniging als deze reeds nu wy'zen kan
daarop, dat ze inderdaad een bepaalde en niet
meer te missen persoonlijkheid geworden is in,
de kringen van belanghebbenden en belang
stellenden, dan is dat om vele redenen een
goed teeken en vreugde waard.
Vooreerst wil het ons voorkomen dat men
er terwille van de arbeidersbeweging blij om
mag zijn. Niet zoo zeer direct omdat ze nu
goede adviezen kan krijgen, maar wel omdat
ze er blijkbaar om vraagt. Dat bewijst dat ze
met den groei in omvang cok innerlijk mee
gegroeid is en zich heelt ontwikkeld tot een
meer praktische beschouwing van de sociale
taak die zij te vervullen heeft. Het zou voor
een tiental jaren niet licht voorgekomen z\jn,
dat om advies gegaan werd bij een dergelijk
bureau l
Wij willen daarmede niet zeggen, dat het
nu juist van arbeiders kant storm loopt. Maar
als men het verslag inziet krijgt men toch
wel eenigzins den indruk, dat ook door de
arbeiders zelf geraadpleegd wordt in vrij vol
doende mate. Van de 67 adviezen die in dit
eerste, niet geheel volle, jaar werden gevraagd,
kwamen er 38 van vereenigingen van werklieden
of daarmede gelijk te stellen personen, en
zooals het verslag zegt van alle windstreken
wat de overtuiging betreft : de hoofden in
(het) register van aanvragen vormen een ware
staalkaart van vertegenwoordigers van allerlei
religieuse en sociale gevoelens''.
Dat moet ook want het is de bestaansvoor
waarde van het Bureau. Het laat zich niet
in met politiek in theorie of praktijk. Het is
slechts het uitvloeisel van het besef, dat het
arbeidersvraagstuk het belangrijkste is van het
oogenblik en dat het zijn nut moet hebben,
dat ieder die dat om eenige reden wenschr,
ingelicht worden kan waar hij met dat vraagstuk
i in aanraking komt. Nu eenmaal alle partijen
wy laten in het midden ot' zij daarbij van
de nood ten deugd maakten de noodzake
lijkheid van sociale politiek hebben erkend en
dj arbeiders der verschillende categoriën de
onverschilligheid voor dergelijke bemoeiingen
hebben afgelegd, is iets dergelijks ook inder
daad mogelijk. Nu doet het er niet toe of A.
meent op deze wijze den socialen vrede uit
den hemel te zullen neertooveren in den strijd
der maatschappij, of dat B. meedoet uit vrees
voor wat hij erger noemt, ot'C. ten slot te denkt
dat er hier ook wel iets te halen is men niets
afslaan moet dan vliegen. Immers de statuten
van eene coöperatie ot een vakvereeniging, het
arbeidersreglement bij een bepaalde onderne
ming, of de toonregeling in een zeker bedrijf
blijven hst zeltde of een. rood ot' een b au w
man ze op het papier bracht, indien beide ze
practisch moeten aanpassen aan o e bestaande
maatschappelijke orde en toestanden. En uit
den aard der zaak komen de werkkrachten
voor het bureau toch allicht uit het legertje
der tusschen (zijzelf zeggen wel eens: boven)
alle partijen inbtaande sociaalpolHci en s
aathubhoudkundigen, die wij in alle wat verder
gevorderde landen d«gelvk werk zien doen op
het onderhavig gebied.
Er zijn natuurlijk steeds zaken, die op het
terrein van het arbeidersvraagstuk vallende
niet in de termen komen om beraden te wor
den in het bureau; voor een deel geldt het ook
van de arbeidersbeweging, dit ze met schade
en schande, dat is dus ook door eigen onder
vinding en bespreking, wijs en verstandig wordt,
en bijv. een socialistische veieeniging kan op
theoretische gronden wegen bewandelen welke
zelfs het meest neutrale bureau met afkeuring
gadeslaat, zooals ook een christelijke vak
bond, maar de bepalingen, die deze gedrags
lijn formuleeten, kunne.i toch nog door het
zelfde bureau worden geredigeerd.
Dit heeft zijn nut vooral voor personen, die
uit den aard van hun leven niet in staat waren
zich de kennis eigen te maken voor zulke zaken
vereischt. En dat terwille van dit nut de even
zeer bestaande bezwaren werden overwonnen.
bij de arbeiders, die om advies vroegen, ia een
goed teeken. Dat hun voorbeeld niet door
de werkgevers gevolgd wordt (er waren van
deze ^ijde slechts 6 aanvragen) bewijst, dat
het bureau zeker in het belang der arbeiders
werkt. De patroons willen er weinig van weten.
Zij hebben hun eigen bureau in het secretariaat
der Twentsche Werkgeversvereniging, en het
zijn slechts enkelen, die tot het besef zijn
gekomen, dat maatregelen ten voordeele van
de arbeiders genomen en die de lichamelijke
en zedelijke versterking en veredeling van
dezen tengevolge hebben, toch eigenlijk even
zeer inedeweiken ten voordeele van het bedrijf
waarin de arbeider bezig is. Veel advies zal
er dus van deze kant wel niet worden gevraagd
en wij vermoeden, dat de hoop van anders, door
het Bestuur uitgesproken, wel ijdel zal blijken
en blijven.
Welke is nu de verrichte arbeid ? Reeds
dadelijk werd het bureau overstelpt met aan
vragen, die tot een gezamelyk hoog cy'fer
kwamen van 67 in den loop van het jaar, en
daaronder enkele die zeer uitvoerige beant
woording vereischten. Daarvan werden 5 terug
getrokken en 11 vast voorloopig afgedaan. Van
de overige waren er 18 nog in bewerking.
Zij verdeelen zich nu over de volgende onder
werpen, waarbij men in ainmerking nemen
moet dat sommige aanvragen in meer dan n
rubriek behooren.
Spaar- en Crediet- instellingen 5, waarvan n
betreffende een Jandbouwcredietvereeniging;
Coöperatie 2*, waarvan over
verbruikscorporatie 6, over gezaiuelijken aankoop van
bedrijfsbehoetten l, over bouwcoöperatie 6, over
productiecoöperatie 7, over copartntrship-onder
nemingen 3, over coöperatief sparen l;
Werking en wijze van tot standkoming van
Kamers van Arbeid 2;
Begrafenisfondsen 5;
Pensioens- en Ziekenfondsen 2;
Vak- en andere werkliedenvereenigingen 16;
Woningvraagstuk 8;
Arbeidsreglementen bij ondernemingen 2;
Algemeene plaatselijke toonregeling en bedrijven 1.
Wat nadere bijzonderheden zullen de werk
zaamheid nog in beter licht doen zien en ook
een indruk geven van den respectabelen om
vang van den arbeid zelf.
Een der eerste aanvragen betrof de inrich
ting der statuten van een op te richten vak
vereeniging ; het bureau zorgde, dat de in
schets ontworpen statuten duidelijk werden
opgemaakt en gaf eene uitvoerige toelichting
waarom het gewenscht was de verschillende
artikelen zoo en niet anders te stellen.
Een ander maal werd de voorlichting van
het bureau gevraagd over den bouw van
arbeidswoningen in Friesland. De plannen werden
onderzocht en met (Je uit dat onderzoek voort
spruitende opmerkingen, vergezeld van plannen
en teekeningen van andere, goed voldoende
arbeiderswoningen teruggezonden.
Eenige werklooze typografen verzochten aan
het bureau de organisatie van eerce coöpera
tieve drukkerijvereeniging te ontwerpen, ten
einde door zulk eene drukkerij althans aan
enkele werklooze typografen werk te ver
schaffen, liet bureau ontwierp eene regeling
waarbij de arbeiders medédeelhebbers worden
n in de vruchten n in het kapitaal der
onderneming.
Aanvragen betreffende opmaking of herziening
van statuten van vakvereenigingen kwamen nog
in van : agenten van politie-, bakkers-, klompen
makers-, mandemakers gezellen,
gemeentewerklieden, rijks-teletonisten, voerlieden.
Betreffende zieken- en pensioenfondsen van
werklieden in bepaalde vakken werden aan
vragen gedaan door of voor
boekhandelaarsbedienden, kassiersknechts, metaalbewerkers.
politie-beambten, diamantbewerkers, tuinlieden,
tram-conducteurs en koetsiers; de andere aan
vragen in deze rubriek betroffen algemeene
fondsen, of fondsen, verbonden aan bepaalde
ondernemingen.
Omtrent het bouwen van woningen voor haar
personeel werd na Januari door een tweetal
ondernemingen inlichtingen gevraagd. Een
i daarvan droeg aan hst bestuur op, statuten
voor een vereeniging van haar personeel te
maken. Voorts werd aan het bureau opgedragen
statuten te ontwerpen voor bouwvereenigingen
van werklieden te Enschedéen te Arnhem.
Ontwerp-statuten voor eene coöperatieve
bouwvereeniging van onderwijzers werden uit Amster
dam gevraagd. Een bestaande bouwvereeniging
te Haarlem vroeg advies over eene, door haar
gewenschte, verandering in haar statuten.
Een plaatselijke visschersvereeniging deed
een vraag over de wensche'ijkheid harer aan
sluiting bg de Ned. Visscherijvereeniging. Deze
aanvraag had een overleg met het bestuur van
laatstgenoemde vereeniging en het aanbrengen
van eenige, door het bureau noodig geoordeelde
wijzigingen iu haar statuten ten gevolge. Eene
vereeniging van voerlieden vroeg inlichtingen
over de coöperatieve associaties van koetsiers
te Parijs.
Dit zijn enkele van de voorbeelden in het
verslag aangevoerd. En men ziet dan ook, dat de
direc eur, prof. mr. M. W. F. Treub, aan wiens
kunde en werkkracht zeker voor een groot
deel het succes moet worden toegeschreven, en
zijn adjunct-directeur mr. M. S. B. Bruining
het zou druk kregen in den loop van het jaar,
ondanks de dagelijksche hulp van een drietal
volontairs gestudeerde jongelui dat eerst
de aanstelling van een schrijver, daarna de aan
koop van een schrijfmachine en ten slotte, hoe
moeilijk de financieele omstandigheden ook
waren, de benoeming van een volslagen klerk
noodzakelijk werden.
Terecht kan dus het verslag zeggen, dit het
eerste jaar er een. was van voortdurenden groei.
En de oprichters mogen inderdaad met dit
succes meer dan tevreden zijn.
Ten slotte eea woord over de wijze van
van werken.
Er bestaan een vijftal commis^iën van des
kundigen, wier keuze, evenals die van het be
stuur, waarborgt dat een zaak van alle kanten
bekeken wordt, zoo zyn er:
1. voor werküedenvereenigingen de heeren:
B. H. Haldt, voorzitter van het Alg. Ned.
Werkliedeverbond, te 'j-üravenhage; Henri
Polak, voorzitter van den Alg. Ned.
Diamantbewerkersbond, te Amsterdam; J, Huizinga,
lid van het bestuur van het Nederia':dsch
Werkedenverbmd Patrimonium" te Kampen; C.
J. van Tol, lid vaa den R. K. Volksbond te
Deiden;
2. voor instellingen en regelingen bij
ondernemingan de heeren: G. Knuttel, hoofdambte
naar bij de Nederl. Gist en Spiritusfabriek te
Delft; W. Spakier, industrieel te Amsterdam;
H. Spiekman, lid van het hoofdbestuur van de
Sociaal Democratische Arbeiderspartij, te Rot
terdam ;
3. voor coöperatie de heeren: G. J. D. C.
Goedhart, oud-voorzitter van den Nederl. Coöp.
Bond, te 's Gravenhage; K. Schonitzer, lid van
het bestuur van de Coöp. Bakkerij van Hand
werkers Vriendenkring te Amsterdam; F. E.
Posthuma, zuivelconsulent te Assen;
4. voor ondersteuning-fondsen, de heeren:
prof. A. E. R'ihusen, wiskundig adviseur der
Eerste Nederlandsche Verzekering-maatschappij
op het leven enz. te 's-Gravenhage; mr. J van
Schevichaven Jr. secretaris van de directie der
Algemeene Maatschappij van Levensverzekering
en Lijfrente te Amsterdam
Daar kwam nog een voor het woningvraag
stuk bij. De commissie nml. die zich daarvoor in
dertijd zelfstandig gevormd bad loste zich op be
paalde voorwaarden in het C, B. cp, waaraan
haar secretaris dr. Weysrman, ambtei aar werd
en dat tot leden aanwees: mejuffrouw Joh. ter
Meulen, opzichteres van arbeiderswoningen, en
de heeren. dr. C. W. Janssen, directeur der
Senembah en Medan-Tabak-Maatschappij, en A. H.
Rahers, onderbaas, allen te Amsterdam, mr. H. L,
Drucker, lid van de Tweede Kamer te Leiden
en J. W. C. Teilegen, directeur der gemeen
tewerken te Arnhem.
De directeur nu is voorzitter van alle
commissiën en regelt hare werkzaamheden, voor zoover
de commissiën zelve daaromtrent geene wen
schen te kennen*geven.
Aanvragen om een advies worden eerst in
het Bureau behandeld, dat een concept-advies
opmaakt. Dat concept wordt aan de leden
der betrokken commissie rondgezonden, die er
hunne op- en aanmerkingen bijvoegen.
Zijn de opmerkingen van ondergeschikten
aard, dan wordt, met inachtneming daarvan,
het definitieve advies opgemaakt. Zijn zij meer
ingrijpend, dan wordt na omweiking van
het advies, voor zoover de voorzitter der com
missie zich met de gemaakte opmerkingen kan
vereenigen ? het gehee'e dossier op nieuw aan
alle commissieleden rondgezonden, opdat ieder
hunner zijn oordeel ook over de door de anderen
gemaakte opmerkingen kunne uitspreken.
Deze wijze van werken vereischt in enkele
gevallen wel wat veel ty'd, maar is overigens
in de practijk proefhoudend gebleken. Zijn
er punten, die schriftelijk niet tot oplossing
zijn te brengen, dan wordt eene commissie
vergadering belegd. Dit was echter slechts
tweemaal noodig.
Men ziet: het zit goed in elkaar, maar ook,
dat het een zaak is die geld moet kosten.
Zeer terecht wijst het verslag er op, (i at er, be
halve voor de uitbreiding van de werkkrachten
op het Bureau zelf, ook voor vergoeding van
den nu nog kosteloozen arbeid der commissiën
geld moet zy'n. Soms wordt er van deze laatsten
heel wat tijd en moeite gevorderd, die niet
steeds onvergoed mogen blijven. En de bereke
ning wyst nog zoodoende op een noodzakelijke
jaarlijkBche som van minstens ? 5000 voor deze
en dergelijke gewenschte maar nu nog onuitvoer
bare zaken. Een lichtpunt daarbij is dat op de be
grooting van Binnenl, Zaken en op die van de ge
meente Amsterdam respectievelijk/1500en / 500
zijn uitgetrokken voor steun aan het Bureau. Dit
is iets, maar lang niet genoeg. Voor de rest
en daarenboven richt het verslag zich tot allen,
die in sociale aangelegenheden belang stellen.
Een instelling als deze, wier eenige en uit
deraard geringe eigen inkomsten uit de luttele
honararia voor de adviezen bestaan, moet ge
heel leven van de contributiön en bijdragen.
Uit het overzicht dat wij van dit jaar arbeid
gaven, uit de veelheid van werk, uit de veel
soortigheid ook, blijkt, dat het bestuur terecht
kon schrijven;
Het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen
heeft niet alleen zijne levensvatbaarheid maar
zy'n onmisbaarheid getoond. Vóór de oprichting
scheen eene instelling a's de onze nuttig; na
haar inwerkingtreding is ras gebleken dat zy
noodig is. Zij is er; zij moet met welke
middelen dan ook blijven.
Misschien mag er ook van hier nog wat aan
drang uitgaan tot hulp in deze.1) Kan het Bureau
zich inderdaad onbelemmerd ontwikkelen, zoodat
bijv. ook het nu nog buiten werking gelaten
tweede doel, het publiceeren en verspreiden
van gegevens, kan worden nagestreefd, en de
bibliotheek, die nu reeds vrij aanzienlijk is,
terdege kan worden verzorgd, dan is hier een
lichaam mogelijk, da-, naast de daardoor ook
nog beter onderlegde adviezen, ook belangrijk
medewerken zal tot het brengen van orde en
organisatie in den socialen arbeid", en in het
algemeen tot kennis van de sociale toestanden
in ons land.
Daar heeft ieder belang by.
H.
1) Het adres van het Bureau is: Weesper.
zy'de 39, Amsterdam.