Historisch Archief 1877-1940
D VOOR NEDERLAND.
Oyer fioette's Faust",
Wanneer men zich voor een wyle afzondert
van 's levens gewoel, deuren en vensters voor
't etadsrtimoer sluit, en men belreedt het stille
studeervertrek, het hoofd vol warrelende ge
dachten, beeld na beeld van dat leven, waaruit
we ons zoo juist terugtrokken, in ons voelend
opleven, beeld na beeld, gedachte op gedachte,
doch niet in een harmonisch geheel, maar
elkaar verdringend, on-af, nauwelyks geboren,
dan is het, dat wy', ontspanning zoekend voor
den oproerigen geest, gaarne de boekenkast
naderen, in de hoop iets te vinden, dat ons
de weldaad van een rustig genot zal aandoen.
En gaan we dan met de vingers snel langs
al die banden en bandjes, welke voor den
lees-grage zy'n hoogsten schat ter wereld vor
men, vluchtig de titels lezend, niet gauw tot
een e keuze uit al die welbekende werken
kunnende overgaan, dan zal het oog allicht
een pooze bly'veri rusten op Goethe's «Faust";
onze hand talmt, we staan in twyfel, of het
ook EU weder dat werk zal zijn, dat ons. . ..
en de keus is alreeds gedaan, de kast met al
haar romans, verzen en geschriften gesloten,
we hebben jn den makkeleken stoel plaats
genomen en slaan de tragedie op:
Tltr nakt euch wieder, schwankende Gestalten l
I>ie ft-üh sich einst cleui trübeu Hlick gtvi;ii;t.
Vcrsnch' ich wolil, euch dieszmal fVst x,u Halten?
Tühl' ich mcin llerz noch jeuem Wahn gcneigt?
En Schauer faszt inich, Thrane fokt den Thvinen,
l>as strenge Herz, es iühlt sich mild imd weich ;
Was ich besitze, seh' ich wie im Weitcn,
TJnd was verscinvand, wii'J mir zu ^ irkliclikeiten."
Goethe's Faust! Een dier onaantastbare wer
ken van een genialen geest, waarin het steeds
grooter genot is door te dringen, een dier
menschelijke scheppingen, welke zich boven
alles verheffen, een monument van graniet
gelijk, ty d en stormen braveerend, een reusachtig
iets in de oneindigheid! Eene natuur-weer
spiegeling, eene bloedry'ke, ademende phantasie,
welke leven is en toch geen leven, eene
tooverwereld, die de werkelijkheid geeft, gezien
door een schoonheidsspiegel, een wonder in
he>t wondere heelal!
"Werd in een dichtwerk ooit de strijd
tusschen Goed en Kwaad, welken elke mensch,
in welke mate dan ook, te strijden heeft, op
zoo grootsche wijze vereeuwigd ? Niet, dat
«Faust" een, wat men noemt, moraal-stuk
zoude zijn, jn den zin van
deugdbegripjesaanpryzer! Dit te beweren zou eenvoudig
belachelijk zijn ! Doch »Faust" is, in den hoog
sten zin van 't woord, zeer zeker n brok
moraal, de strijd tusschen duisternis en licht
met de eind-overwinning van het laatste, het
lied van den zoekenden menschengeest, tredend
uit donkeren nacht in steeds heller licht, ten
slotte de goddelijke zon naby ! Doch de moraal
ligt niet bovenop, ze zit diep in het werk;
het is niet de moraal van een betoogenden
veelweter, moraal, die parmantig gezegd wordt,
maar tot handeling geworden moraal, gelyk
alle groote tooneelschry'vers ons gaven; zóó
Shakespeare, zóó Molière, zoo allen! EQ daar
om bl\)ft »Faust" n van die werken, waaraan
de mensch zich immer kan laven als aan een
gestadig vloeiende bron. Zyn wortels zitten
diep in het leven, zyn Waden, bloemen en
takken voeden zich aan der aarde vocht, het
is een leven In het leven, de in woord ge
brachte wijsheid van geheel een genieën-leven,
bijkans de met een schoonheidswaas ontsluierde
oF&uiikfon.
SALOMY JANE'S KUS
4) DOOR
BRET HARTE.
(Slet.)
Salomy Jane sliep dien nacht niet veel, even
min als haar vader. Maar tegen den morgen
viel hij afgemat in een onrustigen slaap, tot
de zon hoog aan den horizon stond. Geheel
anders was 't met zijn dochter gesteld; zij
lag met 't gelaat naar het raam gewend, het
hoofd half opgericht om ieder geluid op te
vangen van af 't gekraak der door de zon
gespleten dakplanken boven haar hoofd, tot
't verwy'derde rnischen van den wind in de
toppen der pijnboomerj. Nu en dan verviel ze
in een soort droomerige extase iedere phase
der geheime samenkomst weer doorlevend
met den arm van den vluchteling om haar heen
geslagen, zy'n kussen op hare lippen de
woorden die hij haar had toegefluisterd in het
oor de geboorte van haar nieuw leven! Dan
weer volgden oogenbliKken van onuitsprekelyken
angst, waarin ze zich verbeeldde dat hij wel
licht stervende lag in de bosschen, met haar
naam op zijn lippen terwijl zij hier werke
loos neerlag en ze schrikte overeind om hem
te hulp te snellen. Zoo duurde dit voort tot
een zwak bleek licht zich aan"t uitspansel ver
toonde, gevolgd door een nog zwakker rose
op de toppen der witte sierra's; toen stond ze
op, en begon zich haastig te kleeden. Maar
zoo levendig was haar vertrouwen hem te zullen
weerzien, dat ze even toefde om haar bruin
linnenkleedje en gelen zonnehoed voor den dag
te halen, de kleeren die ze gedragen had toen
ze hem voor 't eerst had ontmoet. En slechts
tweemaal had ze hem gezien! Slechts
twsemaal! 't Zou wreed zyn te wreed indien
ze hem nooit meer terugzag l
Zachtjes daalde ze de trappen af, onderwijl
luisterend naar de geregelde ademhaling baars
vaders in zijn slaapvertrek; en toen, bij't licht
eener flikkerende kaars, krabbelde ze een paar
woorden voor hem op 't papier om hem te
smeeken zich toch niet buiten 't huis te wagen
tot zij teruggekeerd zou zijn van haar verken
ning; en 't briefje open op tafel neerleggende,
spoedde ze zich naar buiten in den komen
den dag.
Drie uren later werd mr. Madison Clay ge
wekt door een luid geklop. Eerst meende hij
dat 't zijn dochter was, die, zooals gewoonlijk,
hem 's morgens kwam wekken, en hij liet een
gebrom hooren als bewy's dat hy' 't gehoord
had, terwyl hij nog eens dieper onder de dekens
kroop. Toen werd hy' met een plotselingen
hts gelin^cn;
mmer ruit,
herinnering van een, die reeds met het leven
heeft afgedaan :
Was ich besitze, seh' ich wie im Wciten,
Und was veïscüwaml, wir<l mir za Wirkliehkeiteu."
Daarom is het wel aardig, zoo nu en dan
de meestal Duitsche strijdschriften te lezen,
waarin men het er nog steeds niet over eens
is, of «Faust" wel zoo'n belangrijk werk is
als het de menschheid voorkomt. We denken
dan onwillekeurig aan de woorden, die Goethe
zelf «Proktophantasmist" in den
»Walpurgisnacht" laat zeggen :
Ich sag's euch Geistcrn ins Gesiclit!
Den Geislesde^potismus leid' ich nicht;
Mcin Geist kaun ihn nicht excevcircn. (Es v'ml
foii<titaï!~!.
Heut, seh' icli, \\\}\ mir nich
Doch cine Kcise nchiu' ich i ,
Vnd holle noch, vor meinem Ictx.tcri Schrift,
Die Teufel nud die Dichter XH hezwiugen, '
waarop Mephistopheles dan spot:
Er wird sich jjlcich in eir.e Pfüue setxeo,
Das ist die Art, wie eïsich soulagirt,
Und weun Blutttgcl sich an scuiein titeis^ ergetzen,
Ist er vou Geistmi und vou GeUt curivf'
Een vraag blyft het echter, of «Faust" een
theater-stuk is. Een theater-stuk! Deze
benamirg heeft langzamerhand eene minder gun
stige beteekenis gekregen ; men denkt by dit
woord onwillekeurig aan eene publieke ver
makelijkheid voor Jan en Alleman, een
laagbij-den-grondsch onderoni-je, waarmee mende
menschen na den eten tusschen acht en elven
bezighoudt. In die beteekenis genomen, is
»Faust" zeer zeker geen «theater -stuk". Doch
sFaust", genomen als «Faust" zelf, leent zich
ook niet direct voor de planken. Daarvoor is
bet te veel buiten bet tooneel om geschreven.
De dichter, in zy'n breedte van visie, stoorde
zich niet aan de engheid der coulissen- wereld.
Alle tooneel -conventie zette hij met een d
daigneus gebaar op zy, den vry'en teugel latend
aan zy'n ongebonden phantasie, zich niet wil
lende beperken, om alles ter wereld r.iet ! En
zoo kwam er eene grootsche tragedie tot stand,
welke, in zeker opzicht, geen diama genoemd
kan worden, een poëem in dramatischen vorm,
dat zich wel verwringen en verkneden laat tot
een heerlyk stuk voor de planken, doch dat
geschreven werd zonder gedachten aan die
kleine en toch zoo grootsche ruimte achter
den voorhang, een poëem, dat zich in een te
weidsch plooiend gewaad beweegt, om zich
voor goed te laten insperren in de nauwte van
het tooneel.
Groote acteurs en actrices echter, getroffen
door de schoonheid van de Faust- en
Gretchenhistorie, geen algeheele voldoening vindend
in de productie der meer alledaagsche tooneel
schrijvers, wierpen zich steeds met gretig gebaar
op deze prooi, gelukkig iets gevonden te hebben,
waarin zij al de macht hunner kunst konden
uiten. Daarom mag het eene verblijdenis
genoemd worden, de komst van een vreemd
gezelschap in ons land met de «Faust" op
zijn repertoire, naar aanleiding waarvan deze
weinige woorden over die grootsche tragedie
zijn neergeschreven. Al is het dan ook niet
«Faust" in zy'n geheel, wat wy' in den Stads
schouwburg te genieten krijgen, we moeten
dankbaar zy'n voor wat men ona van Goethe's
meesterwerk biedt; het zal onze verbeelding
helpen verlevendigen, en als wy dan weer
eens in het stille studeervertrek het boek ter
hand cernen, zoo zal het ons zeker gemak
kelijker vallen dan voorheen, een juist begrip
van Goethe's bedoeling te krijgen.
Een andere hand zal over de
opvoeringzelve schrijven.
Jou. W. BROED HLET.
i de Hoofdstad.
De figuur van Franz Liszt is steeds omgeven
geweest van een legendarischen nimbus, welke
ruim voedsel verschaft heeft aan het ontstaan
iimiiiiiiuiiiiiiiiiiimMiiimiiHiiMiiiimill
schrik wakker, en mompelde een gesmoorden
vloek want de gebeurtenissen van den
vorigen avond stonden hem eensklaps weer
helder voor den. geest, en hij herinnerde zich
hoe hij van plan was geweest vroeg op te staan.
Met n sprong was hij 't bed uit.
Eindelijk beseffend dat 't kloppen aan de
buitendeur waa en daarbij een bekende stem
vernemend, wierp bij zich haastig in de kleeren
ho de de trappen at en bereikte zoo de kamer
beneden. De deur stond open en op den
drempel was zijn bloedverwanc eau oud
bondgenoot in menig bloedige veete,
Breckenridge Clay!
Ge neemt 't leuk op, Mad!" zei deze met
half bewondert nde verontwaardiging.
Wat is er aan de hand?" vroeg de ver
baasde Madison.
Ge moest er allang van door zijn," zei
Breckenridge barsch. 't Is alles goed en wel
om je van den domme te houden; maar Phil
Larrabee's vrienden hebben juist zijn lijk ge
vonden, met kogels doorboord en zoo dooi als
een pier en ze hebben nu twee van zija
stiefbroers op je afg?zonden. En als een dwaas
ga je me daar die verwenschte dingen, op de
plek achterlaten," ging hij brommig voort,
terwyl hij Madison's stofjas, hoed en geweer
van zijn paard afnam, dat gezadeld aan de
deup stond. Gelukkig dat ik ze ia 't bosch
vond op weg hier naar toe Je hebt nauwelijks
tijd om nog over de grens te komen, en je
vrienden ginds te bereiken voor dat ze je pakken
Haast je war, ouwe) Wat sta je daar te kijken
en te sufi'en ?
Madison Clay had hem met verbaasd en ont
steld gelaat aangestaard. De gebeurtenissen
van d»n vorigen avond stonden hem nu eens
klaps helder en duidelijk voor den geest. Hij
begreep hoezear de schijn tegen hem was. Het
schot; het vinden van Saloroy Jane alleen in
't bosch haar ontsteltenis 0:1 de bezorgdheid
waarmee ze hem spoedig van de plek had
weten te verwijderen het verdwijnen van
't geweer en nu deze nieuwe ontdekking,
dat ze zijn jas en hoed genomen had om zich
te vermommen! Zij had in die vermomming
Phil Larrabee gedood, na eerst zijn vuur te
hebben uitgelokt! Zij, zijn eigen kind, Salomy
Jane, had zich bezoedeld door een misdaad te
begian, die slechts een man paste had een
smet op hem geworpen door in zijn rechten
te treden en had op bedriegelijke wijze
een vijand in den val gelokt!
Geef me dat geweer," zei hij heesch.
Verwonderd reikte Breckenridge hem 't wapen
over, terwijl een boos vermoeden langzaam in
hem opkwam. Madison onderzocht 't slot en
den loop: Een lading was afgeschoten. Het
was waar! 't Geweer viel uit zijn handen.
Luister eens, ouwe," zei Breckenridge met
betrokken gelaat, er is hier toch geen verraad
in 't spel geweest? Je hebt er toch niemand
anders voorgespannen om de daad te doen?
van allerlei phantastische voorstellingen in en
buiten het rijk der kunst.
Geboren in het schoone Hongarye, het land
der Zigeuners met hunne Czardas en andere
wilde nationale dansen, heeft Liszt zy'n vurig
temperament en zijn zin voor schitterende
kleuren als nationaal type met de geboorte
mede gekregen. Later vindt men hem te Pary?,
waar h\j dan eens een troetelkind is der
Parijsche salons, dan weder zich terugtrekt in
de eenzaamheid, om een vurig aanhanger te
worden van het Saint-Simonisme; daarna werpt
hy zich weder midden in de wereld en doet
van zich spreken, zoowel door zijn verbindtenis
met de gravin d'Agoult, als door de schit
terende overwinningen op zijn beroemdste
rivalen, de pianisten Chopin en Thalberg be
haald. Te midden van dat alles ka?v bij nooit
afstand doen van de gedachte zich in den
priesterlijken stand te hegeven.
Na tien jaren de meest grandiose triomphen
gevierd te hebben als pianist, neemt hij plot
seling afscheid van zijn virtuosen-loopbaan
om een eenvoudig plaati-je te aanvaarden als
kapelmeester aan de opera van den Groothertog
van Weitnar.
Dan echter begint zijn leven een anderen
loop te nemen; van dan af oefent Liszt invloed
uit op de muzikale wereldgebeurtenissen. In
de eerste plaats door zijn roerende vriendschap
voor Wagner, in de tweede plaats omdat te
Weimar, Liszt zy'n gaven als componist op
meer omvattende wy'ze tot ontwikkeling kon
laten komen dan tot dusverre.
Zelden wordt er zoo verschillend over een
componist geoordeeld als over L\szt Dat men
Berlioz en Wagner bij hun leven niet steeds
die bewondering heeft toegedragen, die hun
toekwam krachtens hunre groote gaven, is
begrijpelijk; het nageslacht tracht echter goed
te maken wat tengevolge van de bekrompen
heid van den tijdgenoot is misdreven. Bij Liszt
echter is het anders. Ook bij is, tijdens zijn
leven, als componist door het slijk gesleurd
en hoewel bij Wagner slechts drie jaar over
leefd heeft, zijn er nog tal van kunstenaars
van moderne richting, die do beteekenis van
Liszt als componist niet op de juiste plaats
weten te stellen. Bsk'end is het dat Wagner
zich in zijn briefwisseling met Liszt vol be
wondering heeft geuit over enkele zijner
symphonische Dichturigen ; doch ook in een brief
van Wagner aan Hans v. Bülow -9 Nov. 185G
vindt men het volgende over Liszt als com
ponist:
»Liszt's neue Kompositionen haben mich ganz
gewonnen ; die Esel und das sii.d sie ziemlich
alle werden lange zu thun hal)en,ehesiedieses
Phanomen unterbringen. Mir ist erklar und nah'
selbst da wo ich ihui ferner stehe. und ich bin
ber den eminenten Wertb seiner Sehöpfungen
mit mir ohne allen Widersprucheinig. In St. Gal
len wo man eine Art Musikfest für uns (voor
Wagner en Liszt) bereiiete fütirte er mir
seinen Orpheus und die Preludes auf, von
denen ich den ersteren für ein ganz einziges
Meisterwerk von der liöjhsten Vollkommenheit
halte. Auch die Preludes, denen ich nur etwas
mehr OriginaJiiiit des Hauptmotivs wünschte,
sind schön, frei urid nobel.
Dit citaat laat, dunkt me, aan duidelijkheid
niets te wenschen over. »Die Esel (waarvan
Wagner spreekt) welche dieses Ptianomen
nicht unterbringen kunnen," zijn tegenwoordig
niet minder talrijk dan vroeger en daarom
verdient het alle waardeering dat de heer Max
van de Sandt den moed had, hier op zijn
eersten pianoavond den toehoorder een volledig
Liszt programma aan te bieden. Een buiten
gewoon grooten indruk maakte op mij zijne be
roemde h-moll sonate en de Fantasia quasi
sonata over een piar deelen van Dante's Divina
Commedia. In bouw, in uitdrukking en in
energie acht ik beide werken ware meester
stukken. De uitvoering er van was wel in staat
om den toehoorder het beeld voor den geest
te tooveren, dat de toondichter voor oogen
gezweefd moet hebben. Maar ook de
zoogeHlllflIIIIIIIMTIIIIIIIIMIIIItllll
naamd dankbare salon-stukken «Consolation,
Valse impromptu en Au bord d'une source"
vonden in Max van de Sandt een gracieus
vertolker. De verdere nummers van
hetimponeerende programma bestonden uit de Fantasie
en fuga, over B. A. C. H. uit de variatiën op
den BasfO Continuo van het eerste deel van
een der Bach'sche cantaten en uit de
«.Todtentanz-Paraphrase quasi variaties op Dies irae".
In. alle deze werken bewees Van de Sandt
dat hij, een der laatste leerlingen van Liszt,
zijn meester door en door kent en begrijpt en
wat niet minder veel beteekent, dat hy de
meening van velen durft braveeren en als Lis
tapostel overal de grootheid van zy'n meester
wil verkonden.
Een dergely'k streven verdient waardeering.
Moge Van de Sandt die ruimschoots inoogsten.
ANI. AVEBKAMP.
Jij h?bt 't toch zelf openlijk en royaal ge
daan "
Ja, bij God!" barstte Madison los, met
heesche stem. Wie zegt van neen?'1
Gerustgesteld, hoewel in de meening dat
Madison zyn zenuwen door een extra borrel
voor de daad had gestaald, waardoor zijn
suf heid zich liet verklaren zei Breckenridge
kortaf: , maak dan voort, en stijg op, als j s
wilt dat ik je vergezellen zal."
Ga naar de corral en haal me een paard,"
zei Madison langzaam, hoewel niet zonder zekere
waardigheid. Ik heb Salomy Jane nog iets te
zeggen voor ik heenga." Hij hield haar
briefje, dat hij juist gevonden had, in de
bevende hand.
Getroffen door 't gedrag van zijn bloedver
want en de verhouiing kennende die er tusschen
vader en dochter besto.id, knikte Breckenridge
toestemmend en verliet hem haastig. Alleen
gelaten woelde Madison met de vingers door
't haar, streek 't papier glad waarop Salomy
Jane's waarschuwing stond 'gekrabbeld, en
schreef op de keerzijde:
Je hadt 't me mosten bekennen dat jij het
was die 't deed en niet aan je ouden vader
moeten overlaten om uit te vinden hoe je je
zelf en hem hebt te schande gemaakt door een
lage, gluiperige vrouwenstreek! Ik heb gezegd
dat ili 't gedaan heb en alle schande en oneer
op me genomen. Als ik er levend afkom
en dat is me tamelijk onverschillig behoef
je me niet te volgen. Huis en vee behooren
je voortaan toe; maar je bsnt niet langer de
dochter van je onteerden vader
Madison Clay."
Nauwelijks was hij hiermede gereed, of
Breckenridge verscheen met hoefgetrappel en
een paard dat bij aan de hand geleidde, triom
fantelijk aan de deur.
Je hebt diiivelsch geluk, man! Hier is
't gestolen paard van rechter Boompointer, dat
schijnt losgebroken en zich bij de andere
paarden in de corntl had gevoegd. Stijg er
op en je bent gered eer men je in kan
halen ben je veilig over de grens."
Ik ben geen paardendief," zei Madison
barsch.
Memand beweert 't maar je zou een
j groote gek zijn als je er geen gebruik van
j maakte. Ik kan getuigen dat je het onder je
eigen paarden hebt gevonden. Ik zal Boom
pointer zeggen dat je het hebt en je kunt het
hem terugzenden als je in veiligheid bent. De
rechter zal heel blij zijn als hij 't dier terug
krijgt en je nog danken op den koop too. Ben
! je klaar met je brief aan Salomy kom dan."
! Madison Clay aarzelde niet langer. Ieder
i oogenblik kon Salomy Jane terugkeeren tot
l zulk een stomme echt vrouwelijke streek zou
i ze in staat zijn en hij was niet in een
' stemming om haar in 't bijzijn van derden, te
zien. Hij lei 't briefje op tafel, wierp zijn huis
nog een haastigen afscheidsblik toe, in de vaste
iiiiiiilliinMliMiiiiMiiinmiMl
antip ruit,
Les osipes tam
par JTJDITII GAUTIKB.
Bij het verschijnen van het eerste deeltje
dezer serie, waarin, met een kleine toelichting,
de uitheemsche dansen, die voor velen een
groote attractie op de Parysche tentoonstelling
vormen, worden opgenomen, wezen we bij
bespreking der Javaansche dansen, op de on
geëvenaarde schoonheid van standen of bewe
gingen, op de gratie van houding en gebaar
die haar zoo zeer kenmerken.
Een zeer groot verschil toch vormen deze
dansen, in hunne statige deftighoid met onze
polka's en walsen, die dan ook uit een ge
heel ander beginsel voortspruiten. Men zou
ze kunnen vergelijken met de revérences uit
een menuet onzer voorvaders met de eerbiedige
kniebuigingen der gestaartpruikte heeren. Ook
hierin kan schoor.heid van beweging zijn, waar
aan dan ook, indien men thans een
wederopvoering hiervan ziet, de schilderachtigheid
der costumes, het hare toevoegt.
Een geheel ander karakter, dat waarschijnlijk
met de geaardheid van het volk in nauw ver
band staat, dragen de dansen der Egyptische
schoonen; ten onzent voornamelijk bekend als
la danse du ventre, la darse des verrc-s etc.
Deze, geboren uit zingenot, vetfijnd door
overprikkeling missen totaal die schoonheid,
die kalme waardigheid, welke de Javaansche
dansen eigen zijn De begeleidende muziek,
op de eentoonigheid waarvan het lichaam, of
liever een gedeelte ervan zich beweegt, mist
ook de bekoring die de gamelang klanken in
al hun eenvoud zelfs te weeg brengen.
Een derde doeltjf, gewijil aan de chants de
Madagaskar geeft ons voorbeelden van zeer
melodieuse liederen, waarin zoowel »de dagen
der weck" als »de zeer beminde" en andere
meer of minder belangrijke onderwerpen bezon
gen worden. We leeren hieruit, dat »Diman"/ie,
on fait sa toileite," en evenals ten onzent wel
vóoi-komt. Lu-ndi, la téte est bien lourde, en
dat Jendi Ie jour de tnariage is. We kunnen
haast zeggen tout comme cbez nous; ook de
muziek vertoont meer verband met onze
Westersche. Judith Gautier schrijft hiervan dan
ook trouwens: »II est vrai que, déja avant la
conquéte, la reine Rar.avaio, chiétienne, et
atteinte par Ja civilisation, avait forméun
orchestre a l'européenrie, une musique royale;
et beaucoup de ses musiciens attitrés font
partie de l'enaenible nouveau."
De latere Franscbe inlijving zal verder het
hare er wel toe bijgedragen hebben, en hoewel
misschien meer voor onze ooren begrijpelijk
mist deze muziek toch «enigszins haar oor
spronkelijkheid, die vaak hare bekoring is.
Als sous-presse wordt aangekondigd »La
musique Indo-Ghinoise, Chant Annamite et
Danse Cambodgienne."
R W. P. Jr.
overtuiging dat hij 't voor altijd verliet ?at
met n sprong op den rug van 't gestolen
paard, en van zijn bloedverwant vergezeld ver
wijderde hij zich in snellen draf.
Ken volle week bleef dat briefje ongestoord
op de tafel liggen, vlak tegenover de rpen
deur. Bladeren, pijnappels, vogels en eekhorens
waren de eenige bezoekers die gedurende
de heete, kalme middaguren de woning binnen
drongen, terwijl die 's nachts aan schuwe,
roofzieke dieren een schu'lplaats bood; maar
door geen lid der Clay-familie werd die ooit
weer betreden. Men wist in 't distrikt dat
Clay over de grens -sas gevlucht; zijn dochter,
meende men, was hem den volgenden dag
gevolgd en men veronderstelde dat het huis
gesloten was. Het lag aan een zijweg en
weinigen kwamen er voorbij, 't Hongerende
vee in de corral brak eindelijk los en ver
spreidde zich in 't bosch. Op zekeren nacht
werd het briefje door een windstoot, die
krachtiger dan gewoonlijk door het huis joeg,
van de tafel op den vloer geworpen, waar het
in een spleet terecht kwam en daar langzaam
verrotte.
Maar hoewel Salomy Jane gespaard bleef
voor 't verwijt haars vaders, behoefde ze dat
briefje niet om te weten wat er gebeurd was.
Want toen ze in 't schemerlicht dien morgen
't woud betrad zag ze Dart uit de schaduw
van een pijnboom tot haar komen. De onge
kunstelde juichkreet die haar ontsnapte bestierf
haar op de lippen, toen ze bij 't daglicht zijn
gelaat aanschouwde.
Je bent gewond," zei ze, zijn arm harts
tochtelijk grijpend.
Neen maar dat zou er niet toe doen als?."
Je dacht dat ik bang was van nacht alleen
terug te keeren toen ik 't schieten hoorde;
maar ik l>en gekomen," ging ze opgewonden
voort. Ik rende hierheen zoodra ik de twee
schoten vernam; maar je waart verdwenen.
Toen ben ik naar de corral gtloopen, maar
je paard waa er Eiet en ik meende dat je
vertrokken waart."
Ik was ook vertrokken," zei Dart somber.
Ik doodde den man in de meening dat hij
jacht op mij maakte en ik vergat dat ik ver
momd was. Hij had mij voor je vader aan
gezien."
Ja," riep 't meisje vol blijdschap, hij loerde
op vader en jij jy hebt hem gedood!" Vol
bewondering greep ze weer zijn hand.
Maar hij beantwoordde haar handdruk niet.
Waarschijnlijk deelde deze paardendief de
inzichten haars vaders op 't punt van eer.
Luister," sprak hij barsch. Anderen denken
dat 't je vader was die hem doodde. Zoodra
ik 't gedaan had want hij schoot 't eerst op
mij liep ik naar de corral om mijn paard
te halen, denkende dat ik achtervolgd werd.
Ik reed dus in een grooten cirkel om het huis
heen; 't bleek me dat, toen ik vuurde, hij
alleen was, toen kwam ik hier terug en. wierp
(De oude stad stort in.)
Eergisteren was ik ia Luzern, 'n aardig stadje.
Het oude deel ligt aan de Reus», daar, waar
die ontspringt uit de Vierwaldstaftir?Si e; het
nieuwe deel is gelegen langs het meer.
Wat een genot is het toch oude steden te
zie», wat zijn ze mooi vaa teekei iog, wat, zijn
ze schilderachtig vau karakter! Mtn behoeft nu
juist g?eu maanden lang tusschen berden eu
sneeuwtoppen een hötelleven geleid te hebben
om onmiddellijk den weemoed te gevoelen, die
een oud stadje op kan wtkkfn. ik heb weer
genoten bij het zien van de straatjes, de huisjes,
de binnenplaatsjes en van oude, smalle, houten
bruggetjes zooaïs die over da Reusf=; ik l et) me
gelukkig gevoeld op dt; onregelmatige pleintjes
met hunne fonteinen, zoo bescheiden en zoo
mooi g-'plaatst, ik- heb me verlustigd iu het
oude raadhuis, in de gildehuüen, in de siatuetjes,
iu de trapportalen, in poortjes en doorkijkjes,
in dakcontuurs eu gevellijneu, in de kromming
der straten, in de zontffjcten en inde
schaduwvalliEg.
Ik heb ze bewonderd die onregelmatige huizen
met, hun mooie stfecen wenteltrupje*, hun
Kleurvolle icteiieurs en scbaduwiijke deur- en
veiisteromlijstingen. Ea boven al dat moois,
wat ik in 'l oude Luzein vuud, slaken hoou in
de lucht de profielen vau een oude omwallmg
en van een achttal oude vesting! n-ns. Want
in Lu/.eru re waart men het cude, als liet, met
hoogst noodzakelijk weg moet.
Al die belangiijke rtstaiiten vau de oude stad,
vii_dt men in ecu en deieifde buurt, eu \vtl in
dat deel der stad dat gelegen is, om en nabij
de Rtuss.
Verderop, aan den kant van ] et meer, lipt
het ueuwe Luzein, 1'gge.n de kaden eu de
wande'p'satscn, de, groote winkels en de l.ötels,
'n Qius;um, 'u panorama, 'u diorama tii alles
wat ten kleit e moderne stad aan reizende
vreemdelingen, kan aan'iiedcu.
Vau de kadeu uit, heelt men de geroemde
vergezichten, op de bergen e,u op het meer.
Kiuisteü'iars houden zich in de Lisuwc huurten
liever niet op. Het, le"e,L is er te wuft, te u an
ale Herig, te coimopolitifcl).
liet, karakter der archi'ectuur van moderne
woonhuizen, winkels eu hóteis is iiuu te poenig.
De kadeu en wai.delp!aat;eu zijn vervdmdvau
grootsteedscbe mooiigheid, vau dat iiioji vaa
vericböaeruiigs-veri'euigmgeii. Het moderne
Luzern bezit lange wandelkaden met- rijen
rondgekuipte kastaujeboomen, profilerend als halve
bolletjes op stokjss. Onder /ulke i OJmen voelt
geen kunstenaar zich thuis. Die omgeving en
de wijie waarop diar geleefd wordt is hem te
onüoozel, te oppervlakkig eu te uiterlijk.
Wat me echttr iu dit stadje bizonder bevalt,
is dat de b,r ide buurten, de nieuwe (11 i e oude
geheel gescheiden zija, volmaakt, gei-cheiden.
Wie iu Luztru genieten wil van let, vuile,
echte, werkzame ieven, houde verblijf iu liet
oude deel van 't stadje.
Hij vindt, er alles wat de nieuwe wijken ook
sui.b.edeo, maar zondtr de koude drukte vau
liet cosuiopolitisci;e veikeer, zonder de aan
stellerige poeuigheid van het moderne gedoe.
?&
Op een balki n vau ten oud huis aan de
Reuss gezeten, kwam me Amsterdam in gedachte.
De huizen, aan de rivier staande, dtdeu me
denken aau het Damrak zooals ik dat gekend
heb voor de dempiug. ik daclit aau niijii vader
stad zooals die er uit zag teen ik nog jongen
was, aan de huilen van 't Water, en hoe zij
weerspiegelend m de gracht mooie, kleurige,
altijd wiebelende slargttjrs vormeud door de
weerkaalsiug van de Jichtgevtrfde kozijnfjes
lusichen de doikere bruine baksteen-dammen.
Ik dacht aan de -Pijpeuniarkt en aan de Burg
wallen, aan tet Dbi eu aan de Warrnotsgrac>-it,
aan de bruggen met hunne lmlf-cu kei bogen,
aan de boomen die wat schuin en scheef over
't water hingen. Ik dacht aan alles wat nu
reeds verdwenen is en aan wat spoedig
ver
llHnnniiimiiiin MuiiiiiiiimiiinniiiililinliiiiiiinimmiiiMiiiiiilni
mijn vermomming af. Daarna was ik getuige
hoe zijn vrienden zyn lijk in 't bofch vonden
en ik wist dat ze je vader verdachten. Ten
slotte kwam er een ander door't woud gereden,
terwijl ik me verborgen hield, die vond de
kleeren en nam ze mee." Hij zweeg en staarde
haar somber aan.
Maar dit alles was voor 't jonge meisje een
gesloten boek.
Vader zou hem hebben doodgeschoten als
jij 't niet gedaan hadt," zei ze levendig; wat
voor verschil maakt het dus?"
In ieder geval," zei hy ernstig, moet ik
zijn plaats innemen."
Nog begreep ze hem iet, maar wendde
deemoedig het hoofd naar hem toe. Dus wil
je met me meegaan en hem alles zeggen?"
vroeg ze onderworpen.
Ja," klonk zijn antwoord.
Ze legde haar hand in de zijne en samen
verlieten ze 't woud. Ze voorzag duizecderlei
moeilijkheden, maar. vóór alles troi 't haar dat
hij niet beminde zooals zij. Zij zou nooit
aldus hun geluk op 't spel hebben gezet.
Noodeloos echter waren hier zedeleer en heldenmoed.
Nauwelijks hadden ze den rand van het bosch
bereikt, ot ze vernamen hoefgetrappel, en nog
juist hadden ze den tijd om zich te verbergen,
toen Madison Clay, op 't gestolen paard van
rechter Boompointer, hen voorby rende, ver
gezeld van zijn bloedverwant.
Salomy Jane keerde zich naar haar minnaar.
En hier zou ik, als respectabel romancier,
moeten eindigen en het schuldige, hartstochte
lijke jonge meisje er vandoor moeten laten
gaan met haar onteerden minnaar, een leven
van schaamte en ellende te gcmoet. en tot
't laatst toe miskend door een misdadig, hoog
moedig vader. Maar hiermee zijn eenige feite°n
in tegenspraak, waarop deze geschiedenis is
gebaseerd. Een maand la'er stond op een
aanplakbiljet, gehecht aan een der vooruitge
schoven pijtiboomen, te lezen, dat de bezitting
byj opbod zou worden verkocht aan den meest
biedende door mevrouw John Dart, dochter van
Madison Clay Esq en zoo geschiedde het ook
Ongeveer tien jaar later, bezocht schrijver
dezes een zekere paardenfokkerij in 't Blue
Grass Distrikt," bekend om zijn harddravers.
De eigenaar, zoo werd hem verteld, was de
beste paardenkenner van 't land. Gaen wonder,
werd er bijgevoegd want men zegt dat hij
in zijn jeugd een paardendief was in
Californië, en zich alleen wist te redden door met
een. ri'ke farmers-dochter er van door te gaan.
Nu echter is hij een eerlijk en reepektabel
man, voor geen omkooping, waar 't paarden
betreft, vatbaar. En wat zijn vrouw aangaat,
die is een schoonheid! Als men haar bij de
wedrennen ziet, naar de laatste mode gekleed,
zou, men denken dat ze altijd in New-York
gewoond had, en de vrouw was van een der
millioaairs aldaar.