Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lingwezen kunnen dte cijfers ons een goed
beeld geven.
Over deze materie immers bestaat een
uitvoerige statistiek van 1895 over 70 am
bachten, met C1199 patroons 21366 leerlin
gen. Van de patroons werkte 23 4 pet. met
leerlingen.
Enkele voorbeelden daaruit zijn zeker niet
onwelkom 1). Zeer hoog zijn de cijfers bij de
aant. leerl. aant. mrs.
m. leerl.
op 100 meesters
Boekdrukkers 1952 725
Smeden 1638 65.1
Banketbakkers 86 6 51.2
Blikslagers 594 31.3
Behangers 57.1 42.6
Schilders 54 36
zeer laag bij de:
Schoenmakers 18 7 14 7
Mandenmakers 16 5 14 4
Wevers 32 3.1
tegenover de normale
verhoudig van 34.9 23.4
In de steden waren 9719 leerlingen op
17065 meesters of 57 pCt. op het land 11647
op da 44134 of 264 pCt. met contracten.
van de 100 meesters werkten in de steden
34.4 op het land 19.2 met leerlingen. En
over het algemeen bleek dat het aantal
contracten in verhouding hooger werd met
het aantal inwoners.
De novelle schrijft nu voor, omtrent het
contract, dat het binnen 4 weken na den aan
vang van den leertijd schriftelijk moet zijn
gesloten en behelzen: ambacht, leertijds
duur, verplichtingen en mogelijkheid van
verbreking. De reeds vermelde "Hand
werkskamers zullen bevoegd zijn nadere bepa
lingen omtrent vorm en inhoud van het
leerlingcontract te geven. Z^er gebruikelijk
is het zich daarbij te bedienen van gedrukte
formulieren, zooals dat van het «Verband
Deutscher Gewerbevereine" e. a.
Wat den inhoud aangaat is ook hier 't
leergeld niet algemeen en raakt evenals in
Oostenrijk de inwoning eenigszins uit de
mode, terwijl omtrent den leerüjdsduur een
variatie is van 3 maanden tot zes jaar.
Van de 96 pt!t. der meesters die den duur
van, hunnen leertijd opgaven, bij de boven
genoemde statistiek had meer dan de helft,
569 pCt. een leertijd van 2 tot 3 jaar,
18.8 pCt. van 3-4, 12,1 pot. van 1?2.
't Geheele gemiddelde is 312 jaar. De
novelle bepaalt als regel 3 jaar tot een
maximum van 4 jaar tot welke grens de
Handwerkskammern bepalingen maken
kunnen.
De proeftijd is 4 weken op zijn minst,
en zelden hooger.
Niet ieder mag leerlingen aannemen.
Na '97 geldt de bepaling dat men 24 jaar
moet zijn n:
of den door de Handwerkskamer voorge
schreven leertijd of tenminste 3 jaar geleerd
en het gezellen-examen hebben afgelegd.
of gedurende 5 jaar persoonlijk het am
bacht zelfstandig of als meesterknecht
hebben uitgeoefend.
De driejarige leertijd kan vervangen
?worden door het bezoek van een leerwerk
plaats of ambachtsschool.
Wat dit laatste betreft deelt het rapport
mede dat het ambachtsschool wezen zeer
ontwikkeld is in Duitschland. Bijna overal
is een Fortbildungsschule, voor wier bezoek
door den werkgever aan zijn werklieden
beneden 18 jaar moet vrij gegeven worden.
Vaak is dit schoolbezoek verplicht.
In den laatsten tijd heeft men aan de
ambachtsscholen zoogenaamde leerwerk
plaatsen verbonden waar praktisch onder
wijs gegeven wordt. Algemeen zijn deze
echter nog lang niet.
In enkele, vooral Zuid-Duitsche staten,
heeft men aansluitend daaraan veel werk
gemaakt van een leerlingexamen, met proef
1) Zie 't Rapport pag. 72 en verv.
PADRE IGNAZIO.
v Naar het Engelsch van Owen Wister.
S) Door G. W.
De goede padre was niet heel eerlijk, toen
hij sprak van een eenvoudig maal, Toen de
aguardiente voor zijn gast werd binnen gebracht,
had hij zijn ordera gegeven, en hij wist hoe
uitstekend dergelijke orders zouden worden
uitgevoerd. Hij woonde alleen; hij leef Je in den
regel zeer eenvoudig, maar zelfs de best voor
ziene disch te Sin Fernando kon bij somm'ge
gelegenheden de zy'ne niet overtreffen. Ea dit
was voor hem een gelegenheid!
Uw kleurlingen zullen mij als een der
hunren beschouwen," lachte Gaston op zijn stoffige
kleeding wijzende. Ik ben geheel ongeschikt
om met u aan tafel te gaan."
Hij ook was nu evenmin waarheidlisvend als
z\jn gastheer. In zijn valies, dat een Indiaan
van zijn paard geladen had, bevonden zich
eenige behoorlijke kleedingstukken. En al
spoedig, na het aanwenden van frisch wa'er,
borstels en schoon linnengoed, keerde tot den
padre een jeugdig gast terug, wiens aangename
vormen en innemend voorkomen den priester
balling evea welda Mg aandeden als hun gesprek
over reizen het had gedaan.
Zij begaven zich naar de eetzaal, en namen
plaats aan het hoofdeinde der lange tafel. Want
de ouderwetsche Spaansche gewoonten werden
op Sinta Ysabel del Mar in eere gehouden,
ongeschonder, feodaal.
Zij waren de eenige voornamen die aanzaten;
tusschen hen en de gente de razon had men
ruimte open gelaten. Achter den stoel van den
padre stond een Indiaan, die hem bediende,
een tweede achter den stoel van Gaston Villeré.
Deze bedienden, geheel in het wit. presenteer
den de talrijke schotels aan de gente ft na en
vulden hunne glazen. Aan het benedeneind
bediende n knecht de meselados de kleur
lingen. Er waren verschillende vleeschschotels,
gebraden kwartels, gebak en meelspijzen; ook
de donkere, versche olijven; druiven; allerlei
soorten van pruimen en vijgen; geconn'jte
vruchten; witte en roode wijn de witte vijftig
jaar oud. Het zachte licht van waskaarsen
bascheen frissche bloemen, prijkend in vazen van
oud Mexicaansch of Spaansch porcelein.
Daar zaten aan het eene eind der tafel de
in bonte kleeding uitgedoste Californiërs, te
zeer verdiept in hetgeen hun voorgezet werd
stuk en vragen-beantwoording. De novelle
spoort er indirect toe aan.
De verplichte examens blijven dus nog
tot de wenschen behooren, waarvan het
Rapport een lijstje opgemaakt heeft van
18 stuks, die echter reeds door de novelle
geheel of' gedeeltelijk zijn vervuld. Vast
stelling van een meesterprosf, verplicht en
dan vooral praktisch onderwijs, verscher
ping van -het staatstoezicht zijn er de voor
naamste van.
Naar aanleiding daarvan is nog a zaak
te vermelden, nl. de inrichting der
leerwerkplaatsen in Baden, die wij evenwel
tot het slot bewaren. Hier willen wij eerst
do Zwhsersche regelingen mededeelen.
Daar zijn eigenlijke leerling wetten slechts
in de cantons Neuchatel, Gsiièye, Freiburg
en Waadtiand, verder zijn er in algemeener
wetten, bepalingen die er op betrekking
hebben.
Ia al deze wel ten, die overigens onderling
nogal verschillen, zijn de leerlingen in den
landbouw uitgesloten.
Het leerlingwezen is echter in Zwitser
land algemeen en het schriftelijk contract
is er vrij ontwikkeld. Ia Si. G.illen, waar
omtrent het Rapport nog al cijfers geeft,
waren 73 pCc. schriftelijk en als 111311 daarbij
reken t de leerlingen bij de ouders zelfs 87 pCt.
Voor een zeer groot deel is dit contract
een gedrukt formulier, door deöchweizersche
Gewerbe Verein opgemaakt, of door een
vakvereeniging verstrekt. Ia procenten:
bandw. handel, meisjes
forml. Suhw. G. V. 47 5 21
» vakvereen. 17
» armbesturen 25 5 O 25
gew. schrift-coutr. oo 90 78.75
Deze contracten bevatten in hoofdzaak;
gelijke bepalingen aau die, welke wij reeds
hebban vermeld. Slechts omtrent den
arbei Isduur per dag een nie! onbelangrijke
zaak zijn de wetten uitvoeriger. Al zijn z<
niet mild! Zw bepaalt Waaddand den werk
dag van den leerling op 10 uur, waar dan
weliswaar de tijd voor onderwijs afgaat.
Maar bij uitzondering mag het ook weer
eess 11 uur worden, maar nooit meer dan
GO in de week, en nimmer 's nachts of
Zondags. Zoowel in dit kanton als in de
andere mag de Raad afwijking-en voor be
paalde industrieën toestaan. Toch komen
in den laatsten tijd bepalingen daaromtrent
ook i 11 de contracten voor, alhoewel meestal
de leerling nog net even lang werkt als
de werklieden.
Men moet daarbij echter in het oog
houden, dat door de invoering van leer
plicht, de leerlingen L'j aar ouder aankomen
dan bij ons mogelijk is.
Herhalings- en vakscholen zijn er ook
voldoende, al kan men dat van het bezoek,
vooral door de meisjes,vaak niet altijd zeggen.
IQ St. Gallen bezochten_ van de 1410
leerlingen in 't handwerk 872 zoo'n school,
of Cl pOt., van de 391 in den handel 235,
of GOpCt. en van de 415 meisjes 24 of G pCt.
Men bedenke daarbij dat, in St. Gallen
37 pCt. der eerste, 81 pCt. der tweede en
40 pCt. der laatste categorie eene middel
bare school had doorloopen alvorens in de
leer te gaan.
In geheel Zwitserland waren in '95 203
vakscholen.
Nog een enkel woord over de commissies
van _toezicht, aan wie de zorg voor het
leerlingwezen is opgedragen.
In Waaddand en Neuchatel zijn de
Conseils de Prudhommes ook met deze
zaak belast en in plaatsen waar deze niet
zijn, bestaan afzonderlijke commissies, die
een voortdurende controle uitoefenen welke
evenwel ook berusten kan bij vaksyudicaten,
mits deze de meerderheid van patroons en
arbeiders vertegenwoordigen, en natuurlijk
van elke partij een syndikaat bestaat.
Deze aparte commissies kunnen onge
twijfeld veel goed doen.
Ook hier zijn de wenschen vele. En dat
natuurlijk wel in de eerste plaats die om
MiiiimiiMiiiiittiiiiiiiMiiHititinmiHimliHMi
om veel te spreken, en aan het andere de
bleeke padre, die niet ophield zijn gast vragen
te doen over llachel. Alleen reeds het noe
men van een straat bracht hem tal van her
inneringen over de lippen, en als zijn gast hem
wilds vertellen van een nieuw werk, bracht hij
het onmiddellijk op vroegere werken van den
schrijver. Zij hadden het ovor Alfred de Vigny
en over Victor Hugo, van wien de padre niet
hield, Lang na de dulce of zoetjes'', wanneer
de gewoonte meebrengt dat de varineros en
andere minderen, die aan den maaltijd hebben
deelgenomen, opstaan en de gente /inu alleen
laten, bleef de gastheer in de holle eetzaal
zitten, den gast vertellend van zijn vroeger
Ie/en in Parijs, en met belangstelling luisterend
naar de verhalen omtrent het tegenwoordige
Tarijs. Zoo b'.eef het tweetal plakken, de een
de:i ander opwekkend, terwijl de kaarsen op
brandden en de Indianen met hun lange baar
den zwijgend achter bun stoelen stonden.
Maar wij motten mijn piano eens opzoeken !"
riep de gastheer. Want zij waren ten lange
leste lustig aan hat kibbe'.en geraakt. De padre
had, met onwillige ooren en een ondeugend
lachende uitdrukking in de oogen, steels het
hoofd zitten schud :en terwijl de jonge Viller
he:n de Trovatore voarzong, al met zijn vork
op de tafel de maat slaande.
Kom mij dan bekeeren,'1 zei Faire Ignazio,
terwijl hij hem voorging «aar de piano.
onizetti heb ik altijd ku:inen bewonderen. Me
heeft ten minste muziek in zich. Hoe de
wereld zoo kan wegloopen mat dien Verdi,
met zijn straatmuziek. Maar kom nu!
Ga zitten en zie of ga mij bekeeren kunt.
Alleen, pas op dat ge mijn armen kleinen
Erard niet verbrijzelt onder de hoeven van
Verdi l Ik heb hem meegebracht toen ik hier
kwam. Die piano hoort ook nog tot den ouden
tijd. En o, beste jongen, het orgel dat wij
hier hebben is nog minder ! Zoo oud '. zoo oul!
Als ik een beter bemachtigen kon, ik zou er
zelfs mijn piano graag aan opofferen maar
ach, die rammelkast i i niemand een cmt waard,
behalve zijn eigenaar! Maar kom nu l Zit
u zoo goed? En r,a zijn gast van alles voor
zien, wijn, sigaren en een aschb?.kJ3 in zijn
nabijheid gezet te hebben, ging de palre zelf
op zijn gemak in een luierstoel zitten om de
onmogelijke muziek van 11 Trovatore te leeren
begrijpen.
Omstreeks middernacht was al wat Gaston
zich van de opera kon herinneren, tweemaal
gespeeld en gezongen. De man, die bekeerd
moest worden, zat niet langer in zijn stoel,
maar stond bij de piano te zingen. DJ machtige,
meesleepende melodieën, de bezielende gloed
van den zuidelijken meester hadlen hem ge
pakt. Verdi is gegroeid," riep hij maar al.
Verdi is een reus geworden." En zijn lichaam
een algemeen staatstoezicht te verkrijgen,
desnoods met, bewaring der cantonnale
zelfstandigheid. ]
Het uitsluitend schoolbezoek wordt hier \
eveneens minder gewenscht geacht en de
invoering van leerlingwerkplaatsen aan- ,
bevolen. !
Deze instelling te bespreken en zoo weder
op de algemeene beteekenis van de quaestie
te komen rest voor het slot van deze be
spreking.
(Slot volgt). H.
QHniititftiii'iiiitiiiiiMiiitiMiiiiiiiiiiiiiniHtiMiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Mnziel ia fle HoolMaö.
Zeer aangenaam werden de leden van het
Concertgebouw verrast met de toezending van
een programma, als proeve van bewerking, j
zooals men zich voorstelt de programma's van
nu af aan in te richten, gedurende het win
terseizoen (November tot Mdi). Bahal'6 de j
naamlijst van direc.eur en leden van het orchest, l
vindt men er eene »thernaüsche analysa" l
van een of ander nieuw werk en zao er |
solisten optreden eei portret en een levens- j
beschrijving van de(r,) betreff-)nde(ii) solist(e).
Voor het concert van l November is o is
toegezegd eene thematische analyse van de
Symphonische Fartasie »Aus Italierr' win
Richard S'rauss, welke echter reeds acht dagen
te voren, op 25 Ojtober, ten geiioore gebracht
werd. (*)
Men raadt het reeds waarom ik meen dat
die maatregel van de directie van het Concert
gebouw zoo zeer moet worden toegejuicht.
Reeds lang bestond er behoefte aan analyses.
In dfl circulaire, welke door de directi;; van
het C jncertgebouw met hat proefnummer is
verzonden, wordt gewezen op e«n meer serieuse
wijze van kunstbeoefening, welke langzamerhand
ingang heeft gevonden. Dat is zeer j ui-t en daar
mede gaat gepaard een andere wijze van muziek
hooren. Het publiek wil niet alleen muziek
gevoelen, het wil ook muziek begrijpen. De
verschillende analyies voor Wagner's drama
tische werken hebben ontsaggelijk veel nut
gesticht en gereeden aftrek jjsvonden. Dr. JJugo
Riemann, Arthur II.ihn, Wilhelm Kiatte, e. a.,
hebben met de bekende boekjes der B
jchold-uitgave, op het gebied der concertmuziek, even
zeer in een werkelijke behoefte voorzien. Doch
hoeveel nieuwe werken worden er niet uitgevoerd
in het Concertgebouw, waarvan zulke boekjes
niet bestaan en die den toehoorder uit den aard
der zaak niet of weinig boeien omdat hij ze
niet begrijpt. ladien de analyse van Sirauss,
»Aus Italiën", reeds verspreid ware geweest op
het concert van 25 O-tober, zou het werk,
daar ben ik zeker van, nog veel grooter indruk
gemaakt hebben. Bij de Nikisch-concerten te
Barlijn worden reecLs geruimen tijd zulke
Programmbibher uitgegeven; verheugen wij er
ons dus over, dat men bij ons ook hiertoe is
overgegaan !
De Symphonische Fantasie »Aus Italiën" van
Strauss kan men gevoegelijk als een
overgangswerk beschouwen. Het is hot zestiende opus
van den Münchener meester en volgt in de
rij zijner orchestwerken op zijne, onlangs door
den heer Mengelberg uitgevoerde f-inol
symphonie. Da oude vormen zyn nog niet geheel
vaarwel gezegd, doch de iraditioueele namen
van Allegro, Aadante, Sjhergo enz. hebben
reeds plaats gemaakt voor a Auf dar Cimpagna,
b In Rom's Ruinen, c Am Sirande von Sjrrent
en d Neapolitanisciies Yolksleben. Tuans
(*) Nadat dit opstel gezet was, zie ik dat
het werk herhaald wordt op het concert van
l Nov.
miiliiliiliiiiliiKiiiiiimiiiniiniimniiMHiiiiiiiiiiililiiMiiuiiiiiiiuiillllt
boog en zwenkte zich met het rvthmus der
verschillende wijzen, terwijl hij vol geestdrift
met de hand de maat aangaf. Hij wilde er
alles van hooren. Waarom herinner.ie Gaston
't zich niet allemaal? Als nu de barkentine
maar kwam en de partituur meebracht, dan
zouden zij het geheele werk doormaken ! En
hij liet zich dour Gaston de woorden er bij
leeren, zooveel als h'j er van kende. Non
bi Scjrdnr," zong hij, Xon lii Seordar di
?iiiz " Dat is geniaal! Maar men ziet hoe
het in de wereld ga.it, als men er uit is. A
nostri monti ntoriicrcino," terug naar ons
bergland. Ach ja, ook daarin speurt men het
genie!'' DJ balling zuchtte en zijn geest
dwaalde af naar -Kire landen, terwijl Gaston
vol vuur doorspeelde on de brillante liiale
tot een eind bracht.
Toen eerst keerde bij den gastheer de ge
dachte aan zijn gast tcru^; en verontschuldigend
zei hij : Ik schaam mij ovor mijn egoïsme.
Het is raeds morgen !!'
li h?b later opgezeten in minder goed
gezelschap," antwoord.ie Gaston vroolijk. Kn
ik zal er te beter om slap 311 dat ik iemand
heb kunnen bskecren,''
U hebt aan ee;; arme een aalmoes uit
gereikt," hernam (l:- p.v.lri; glimlachend. Daar
mee hebt u een goeden nachtrust on aangeaame
droomer. wel vrnliond."
Aldus, op hoffelijker wijze dan de wereld er
tegenwoordig tijd vo;-,r heeft, zeiden zij elkander
goeden nacht en schei lleii, elk in het late
uur zijl eigen kaars 'iragend door de stille
gangen en vertrekken vuu bet missiegebouw.
Tot den jongen Gaston kwam de slaap zoodra
hij in zijn 1)3 J lag en in 't geheel geen droomen.
Buiten zijn open raim hejrschte de grootsche,
plechtige duisterni; waar boven de sterren
heller schitterden. M.-üir terwijl d.; gast heel
den verderen nacht, ongestoord in dezelfde
houding, als oen kind lag te slapen, liep Padre
Ignazio tot de m.-uwe dag aangebroken was,
tusschsn de oleanJcrs de kloostergangen op
en neer. .. ?
De dag vertoonds de oppervlakte van den
Oceaan niet langer glashelder maar als een
spiegel waarover iernaniV adem j;;'ga,a,n is; en
nu wg de latere werken van Strauss hebben
learen kennen kan het ons moeilijk ver
klaarbaar voorkomen, dat dit werk bij zijn
verschijnen, in '88 meen ik te Müachen, met
een bedenkelijk hoofdschudden werd ontvangen.
Men vond het verward, te moeilijk om te be
grijpen en ook door het orchest werd het te
moeilijk gevonden om te spelen. Thans hebben
wij nog andere werken leeren kennen van
Strauss en beschouwen wij zijne Fantasie als
een compositie, waarin, meer nog dan in zijne
f-mol symphonie, getracht wordt het
uitdrukkingsvermogen van het orchest te vergrooten,
nieuwe klankcombinaties te voorschijn te
tooveren, maar vooral den toehoorder een beeld
te geven van de stof welks den toondichter
heeft voor oogen gezweefd. Strauss is hierin
zeer gelukkig geslaagd. Wel merkt men dat
zijn talent nog niet de middaghoogte heeft
bereikt; wel beseft men dat hij thans weel
deriger kleuren op zijn palet heeft; wel krijgt
men af en toe den indruk dat men met een
overgangswerk te doen beeft, hetwelk uit den
aard der zaak niet zoo volkomen is als ean
opus dat in de volle rijpheid van styl prijkt;
maar toch is de Fantasie een werk van een
grooten, echt dichterlijken geest, een werk uit
muntende door nobele melodiek en schitterende
behandeling der motieven.
De uitvoering er van was boven alle be
schrijving schoon. De duidelijkheid en de adel
van klank lieten niets te wenschen over. Waar
lijk als Strauss hier ware geweest, zou hij
opnieuw in geestdrift gekomen zijn over ons
pracht orchest. Den heer Mengelberg komt
voor de ir,studeering en leiding er van onze
oprechte hulde toe. Het is te hapen dat wij
deze Fantasie nog d kwerf te hooren krijgen
en als dan het publiek kennis genomen zal
hebben van de analyse, met de notenvoor
beelden der voornaamste motieven, dan ben
ik overtuigd dat het werk nog meer bijval zal
vinden dan thans reeds het geval was.
Voor ditmaal wil ik over het tweede num
mer van het programma, de onvergankelijke
Ve van Beethoven Met schrijven, daar de plaats
ruimte in dit blad mij beknoptheid voorschrijft
en ik r.og wil gewagen van een paar andere
hoogst belangrijke concerten.
Dan 2G.i Oktober gaven de heeren Messchaert
en Rn itgen de eerste hunner drie aangekon
digde soirees. Da volle zaal beweas dat de
Amsterdammers niet in gebreke blijven te
genietan van de heerlijke gaven, waarop dit
voorlreft'jlijk tweetal artisten ons j larlijks ver
gasten. Meesehaert had, behalve eeii vijftal
Schuberts, zes nieuwe liederen van Oscar Posa
en drie ballades van Lu ,ve op zijn programma
gezet. Dat Messchaert, gelijk weinig anderen,
het geheim kent der Sihubertsche muze is
reeds menigmaal duidelijk geoleken : ook thans
weder maakten vooral »L'ebesbotschaft'J en »die
Forelle" grooten indruk. Bijzonderen dank ver
dient echter Mssschaert voor de wijze waarop
hij zich als kampioen lanceert van den Weener
kunstenaar 0-iear PJSR. R;eds vroeger mochten
wij menigen parel van schoorie lyriek van dien
jongen meester bewonderen ; thans waren het
vooral sBaschwichtigung" (;edicht van Kich.
Dehmel) en «Sshnsucht'' (van Rk'.arda Ilach)
die getuigden van het groote en zelfstandige
talent van I'jsa. Nog hoor ik Messchaert zingen
»'lie Sde rauscht" uit het eerstgenoemde num
mer ; nog hoor ik Rüitgen daarbij de rijke
Symphonische klavierpartij uitvoeren. Wat
vooral trefi in het talent van Posa is de veel
zijdigheid in het weergeven der stemmingen ;
want de diepe en hooge ernst van
sBeschwichtigung" en het dweepende in »Sehnsucht" weet
hij evengoed te treffjn als het schalksche in
sdie Mittagsfrau".
Fa Messchaert.. . ? nu, wij weten dat hij zijn
lier slechts behoeft om te stemmen om even
gemakkelijk en even meeslepend te zingen van
plechtigen ernst als van geesügen humor.
De grootste triomf alc zanger vierde Messchaert
echter met de drie ballades van Lü,ve. Hier
bereikte de virtuositeit in zang en taal haar
toppunt. Niet dikwijls ontmoet men op de
programma's »lie luiihtliche Heerschau", »Der
Todtentanz" en »der Z-iuberlehrIi«g'; en geen
zie, tusschen ds lage, vooruitstekende rotson
kwam een schsepja aanzeilen, grauw en dof
afstekend tegen het rimpellooze water. De
priester volgde hat door zijn kijker; en zag de
boven den horizon u'tkomenie zon steeds krach
tiger de zeiltjes van d« barkentine verlichten.
De boodschap uit zijn wereld naderde; toch ...
heden had hij er eigenlijk geen behoefte aan.
Toen hij gisteren in zijn tuin zat, zou hij zich
zulk een verandering nooit hebben kunnen
voorstellen. Maar het was een feit: zijn ziel
ging niet als anders vol blij verlangen tot de
wonder. La de meeste gevallen zouden de
zangers wel te kort schieten in de behandeling
van de taal om met kan B op succes zich te wagen
aan zulke gevaarlijke experimenten. O.ilanga
laa ik in een Duitsch blad dat Messchaert'n
virtuositeit van de taal gerust tot voorbeeld
kon gesteld worden aan alle duitsche zangers.
En inderdaad, ieder die het voorrecht heeft
gehad den gevierden zanger dien avond ta
hooren, zal wel hetzelfde gedacht hebben.
Messchaert is zonder Röitgen niet Messchaart.
Dat zegt alles; wilde men over de kunst van
begeleiden bij Rö.ilgen nog woorden verliezen^
dan zou men, volgens onze duitsche buren,
uilen dragen naar Athene.
Liever wil ik erkennen dat Itö.itgen ons in
de grandiose sonate van Beethoven op 111 bui
tengewoon heeft doen genieten van de diep
zinnige muziek des grooten meesters en dat hy
ook de beminnelijke, maar niet diepzinnige
sonate in e van Grieg op boeiende wijze ver
tolkt heaft.
Niet minder belangrijk dan deze avond waa
de Kamermuzieksoiree van Toonkunst, welke den
volgenden avond plaats vond en waarmode dtt
serie Kamermaziek-seances geopend werd. Het
conservatorium-q'iartet der heeren Eldering,
Spoor, Hufmeebter4 en Mossel was aan het
woord met een quartet van Haydn in Es, het
z.g. IIarfecquartet van Beethoven op. 74 in Es
en het nagelaten quartet van Schub art met
»Variatiën over Dar Tod und das Malcheti''.
Het was goed gezien om het minder bekende
quartet van Haydn eens te speten. Wel zal
de bijval van het publiek grootei zijl by een
meer bekend werk, maar het
conservatoriumquartet bedelt niet om bijval. Hat gaat rustig
zijn gang en spealt mooie werken op eane wijze
zoo schoon en artistiek dat de krifiek slechts
heeft te danken. Z )o ook thans. Hat u/iartet
van Haydn is zeer waard om uitgevoerd te
worden en al heeft »Altüiterehen" hier nu niet
zijn grootsten troef uitgespeeld, och, men
luistert zoo graag naar wat de gemoedelijke
oude heer ons weet te vertellen. Anders is het
bij Beethoven. Hier geen gemoedelijkheid. Hier
hooge, plechtige eerbied. Wie der aanwezigen
is niet tot in het diepste der ziel getrolfjn
geweest bij het verheven Adagio van den Bjnner
meester? E m Adagio van Biethoven, wat zegt
dit niet oneindig veel! Wat al gewaarwordingen
en herinneringen roept dit bij ons wakker !
Herinneringen uit onze j«ugd toen .wij vol
enthousiastme ons overgaven aan debetoovering,
die er van uitging en die ons eon onbekende
wereld vol phantasie ontsloot; herinneringen
uit lijrjeren leeftijd, die ons vertelden van troost
en bemoediging, geput uit het groote en schocme
hetwelk een edele ziel heeft uitgestort in een
wonderbare schepping van elegischen stijl!
En hoe werd ook Beethoven.'» Adagio
weer
gegeven. Dat was zóó, dat men zich een
tijdlang onttrokken mocht wanen aan het
aardsche, en men werd door absoluut niets
uit die stemming gerukt. Dat was van het
begin tot het einl technisch en artisïiek van
de grootste volaiaaktheid. Als ik nu over de
andere deelen van Bjethoven's q;ia;tet niat
uitweid, is het niet omdat die mimler mooi
werden gespeeld, doch omdat ik door het Adagio
het meest getroffai ben en omdat ik dit als
type van Bjethovensche kunst het hoogste stel.
Niet minder schoon was ook het d-mol
quartet van Schubart. Deze buitengewone
meester, wiens quartetmuziek onmiddellijk naast
den door hem zoo bewonderden en vergoden
titaan Biethoven mag gesteld worden, wordt
door ons quartet-gezelschap zoo voortrtft'jlijk
begrepen, dat elke uiting van zyn genie een
groot muzikaal genot|in zich sluit. Hoe schoon
werd b.v. het karakter der dikwijls zoo sterk
uiteenloopende variatiën weergegeven en hoe
rhy naisch juist was het tempo van het Finale !
Jk hoop dat er ditmaal een ruime piaats
afgestaan wordt aan het strijkquartet; het. is
de edelste uiting der Kamermuziek en het
voortreffelijk samenspel onzer gevierde kunste
naars waarborgt ons oen hoog genot.
AKT. AVERKAHP.
barkentine uit. Boeken, muziek, wit papier
en drukwerken, dit was al wat tot hem b wam
en een deel van hun bekoring was weg, want
de sirenenstem van het leven had van aan
gezicht tot aangezicht tot hem gesproken, en
diep in zijn ziel, heel diep, gaf de liefde tot
de wereld aanhoudend antwoord op die stem.
De jonge Gaston toonde meer blijdschap dan
de padre bij de komst van het scheepje, dat
misschien de Trov.itore meebracht nog juist
bij tijds. Nu zou bij tijd hebben om, voor zijn
vertrek, het koor de nieuwe muziek te heipan
instudeeren. 11 ij wilde ook missionaris worden.
Een geheel nieuwe ondervinding.
En u vergeeft Verdi de zonden van zijn
jeugd V' zei hij tot zijn gastheer. Ik wou wel
eens weten of u mij de mijne vergeven zou '."
Verdi heeft de zmic achter zich gelaten,"
bromde de padre.
Maar ik ben pas vijfentwintig," riep Giston
op smeekenden toon.
O, ga toch niet te gauw heen!" welde het
smeeke. d van des ba'lings lippen. Het was de
natuurlijkste uiting die hij zien nog had iater.
ontghppen, en hij hal er onmiddellijk spijt van.
Mair Ga-ton was te opgewonden door het
genot dat elke nieuwe dag hem bracht om te
begrijpen. De pijlen van eens; andar's pijn konden
de schitterende wapenrusting van zijn
vroo'.ijkheid niet doorbnren. Hij legde dan uitroep van
den priester uit als voortkomend uit b ;zorgheid
voor zijn, Gaston's, van geluk vervulde ziel.
Ik hier bij u blijven? onder uw hoede?"
zei hij. Het zou tot niets dienen; het zou mij '
geen goed doen, padre! 1)3 verleiding laat mij
minder los dan een broeder!" en hij lachte zijn
gullen lach, die strenger rechters dan zijn
gastheer ontwapend hal. Vóór de volgende
week zou ik de een of andere zonde hebben
doen binnensluipen in uw scboonen Tuin der
Onwetendieid hier. liet is veel veiliger voor
uw kudde als ik liaenga ei mij weer voeg bij
l de andere slangen in San Francisco".
! Kort na het ontbijt liet de padre zijn twe
muilezels zadelen, en hij en zijn logéreden te
zamen den berg af naar de kust. Ea onder de
betoovering van het rustig, iangzaaai door de
muilezels voortgedragen worden, en de stoute,
tevens liefelijke natuur, die tot vertrouwelijk
gesprek lokte, babbelde de jonge man onwille
keurig vrijuit over zich zelf.
In ernst," zei hij, ,,als ik te Santa Ysabel
niets anders miste, ik zou beginnen te verlangen
naar het zingen van de vogels Thuis wemelen
de tuinen er van, en overal ruikt men die
heerlijke jas.nijngeur, en daarbij het gezang
van de vogels! Toen onze boot te San Diego
aanlegde, besloot ik dadelijk over land verder
te reizen en Californiëte gaan zien. Maar
al da lelijk was 't me als miste ik iets. Al dat
schoone om mij heen kwam me zoo leeg voor.
En opeens voelde ik dat het ds vogels waren.
Want die paar kwartels beteekenen niets. Er
is wezenlijk iets doodsch in de lucht, waar
men geen vogels hoort zingen".
U zult te Sin Francisco in 't geheel geen
vogels vinden," zei de padre.
Ik zal er leven vinlen!" riep Gaston. En,
zoo ik hoop mijn fortuin ia d>; mijnen.
Ik bsn geen slechte jongen, vad3r. U kunt in
een oogenblik op de hoogte zijn vai al roijn
doen en laten. Ik heb, zoover ik weet, geen
schepsel ooit kwaad gedaan. Ik heb zelfs niet
geprobeerd mijn tegenstander in een eerezaak
overhoop te steken. Ik heb hem alleen een
vleeschwond gegeven; hij zal nu al wel genezen
zijn. 't Was een vriend van me. Maar toen hij
kwam tusschen mij en . . ."
Gaston zweeg, ea de padre, die hem op eens
in het gelaat keek, zag den zelfden trek van
een onstuimig, hartstochtelijk karakter als een
vlaai opil.kkeren over het gelaat van den jon
gen man.
Er is niets bij dat me tot oneer zijn zou,"
vervolgde hij, den blik van den geestelijke be
antwoordend.
Die gedichte is ook niet in mij opgekomen,
mijn zoon."
,.Ik heb gedaan wat iader man van eer doen
zou," hernam Gaston.
Miar da^ is menigmaal verkeerd!1' viel de
padre hierop in. Evenwel, ik ben uw
biechtvader niet."
Ik hsb niets te biechten," sprak Gaston
fier. Ik ben onmiddellijk uit Nieuw OrUans
weggegaan, en heb doodonschuldig gereisd,
regelrecht naar u toe. Als ik fortuin maak,
zal ik in een positie wezen om terug te keeren
en '?
De gedroogde bloem op te nischen !" viel de
geestelijke ham lachend iri de rede.
Aha! u weet ook wel hoe het in die di r gen
toegaat!" riep Gaston, eveneens lachend en
een kleur krijgend.
Ja," zuchtte de padre, hot oog gericht op
de voor anker liggende barkentine. Ik weet
ook van die dingen.. .."
Eenige oogenblikken wijdden zij hun aan
dacht aan het scheepje en zijn lading, aan de
mannen die am wal gestapt waren, en a'lerlei
kleinigheden. Maar toen men al wat voor de
missie bestemd was had zien lossen, v/as er
geen reden om langer te blijven en reden gast
heer en gast weder naar huis terug. Wie hen
gezien en naar hun uiterlijk beoordeeld har],
zou een geheel verkeerden indruk ontvangen
hebben, want de jongelingsgestalte van den
onstuimigen Gaston borg een gsest die niet
meer vrede met alles kebben kon, terwijl onder
het geschoolde, vreedzame masker van den
padre steeds meer alles binnen in hem in op
stand kwam. (Wordt vervolgd).