Historisch Archief 1877-1940
f.
1221
DE AMSTEKDAMMER
AY190Q.
WEEKBLAD YOOK BEDEELAND
t
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAÜRIK Jr.
uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afeonderhjfce Nummers aan d« Kiosken 'verkrijgbaar 0.121/»
Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Beolevard des Capncines tegenover Jwt'Grand'Gafé, te Parijs.
Zondag 18 November.
Advertenticn van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel ? 0.40
Annonces nit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door
de firma RUDOLF MOSSE te Kealen en door alle filialen dezer firma.
I H H O V D.
.,VAN VaSCBE EN V&SI 'NABIJ: De -evenredige
Vertegenwoordiging in België, I,<do«r mr. 8. SJ.
"Visser. Het supplement Oranje-B««k, door A.
E, B. Boe een Minister ven Oorlog ay» begrooting
:lnag weet -te honden. De Maatschappij van
Weldadigheid, I., door B,« Teenstra. JUac Kinley
"herkozen. (Slot.) Palok's -stichting, a«or mr. J. A.
y.?«OCIALE AANÖEL EGENHEDETN: In dienst
het Rijk, door H. 'KUNST EN ETTEREN:
.Muziek in de Hoofdatnd, door Ant. Awirkamp.
'Tentoonstelling in Ar ", door W. 8. Nienwe
jfcalendere .«-oor 1901, door'B. W. P. <Jr. De zM
vvan een >volk, door K. 'ffielding, beoordeeld door
W. Zaalberg. Boekaankondiging. FEUILLE
TON: Padre Ignazio. Naar het Engels«h van Owpn
Wister, door-G. W., V, (*Sot.) RECLAMES.
VOOR DAMES: Beter n ding goed, dan twee
half, door.E.lK.-H. Eenoud Oostersch-spvookja in
? «nieuw gewaad, door F.'J.'v«i Uildriks. De
dameskleedij in Nederlandseh-Intlie, door Yoyngenso.
Allerlei, door Caprice. - PINANOIEELE EN
OECONOMIPCHE KBONIEK, door D. Stigter.
SCHAAKSPEL. ALLERLEI
.IJTOEZONJ3EH. PEK- EN POTLOODKBA8SEN.
ADVERTENfflEN.
JDe erenuedige Vertegenwoor
diging in België.
-La Revréientation Proportionnelle en
JBelgique. Histoire d'une Réforme, par Ie
comte GOBLET D'ALVHSLLA. Sénatenr.
Professeur ,èl'Universitéde Bruxelles.
Membre de l'Académie .Royale.
tCarte electorale de la Belgique d'après/le
??Serutin dv, .A7 Mai, publiépar M. iF.
VEBCBÜTSSB.
??Statistique leetorale, par M. C. JACQUAKT.
JL
Nu het vraagstuk der E. V. ook in one
Ua,nd_ meer en meer op den voorgrond treedt,
verdient vooral detlitteratuur van Belgische
staatslieden en politici de aandacht.
_ alryk zijn de geschriften voor de
invoe-ring en ^gedurende de behandeling der par
lementaire hervorming in Belgiëverschenen,
doch steeds waren de beschouwingen, aan
«dit vraagstuk gewijd, van theoretischer!
;aard. Nu men de resul t aten van het nieuwe
'verkiezingssysteem in de praktijk heeft
ikunnen nagaan, wint de litteratuur, die na
de verkiezingen _ van .dit jaar ontstaan is,
aan belangrijkheid. ook Professor >Goblet
d'.Alviella (had reeds véór de invoering n
?in de »Revue des deux Mondes" en in de
Eevue de Jelgique" verschillende studies
over de *£epresentatk>n Proportionelle"
het licht doen zien.
Deze studies vereenigd en vermeerderd
met eenige belangrijke (hoofdstukken, die
na de resultaten van .de stembus van
27 Mei geschreven werden, vormen den
inhoud van -«en omvangrijk werk, \vóór
eenige weken te Parijs ver-schenen.
Raadpleegt men daarnaast de
verkiezingskaart i(carte electorale) door den heer
$Tercruysse vervaardigd nadat «de uitslag van
de verkiezingen van 27 Mei bekend was,
en de brochure Statistique electorale'' win
M. C. 3acquart beide te Brussel (Libraiitie
Schepens) verschenen, dan ki^jgt men een
vrij volledig overzicht van de .eerste resul
taten der JR. P. in iBelgië.
Het boek van prof. Goblet heeft mij door
zijn zaakrigk en oapartijdig pleidooi van
menig vooroordeel bevrijd, ofschoon ik niet
alle bezwaren tegen <4e E. V. weeriegd acht.
Het is voornamelijk naar aanleiding van
dit geschrift, dat ik na,ast mijue eigen
denkbeelden over E. V., eenige gedachten
.uit zijn werk hier in dit bdad wil ontwikkelen.
Aan het woord »parJementarism<<", zoo
«aak in onzen trid verkeerd gebruikt, kan
jnen meer dan ne beteekenis hechten 1).
Men verstaat er nu eens onder: het
representatief stelsel zelf; een ander maal
de wijze van samenstelling en de
arbeidsmethode van het parlement.
Voor zoover men onder parlementarisme
het laatste (samenstelling en
arbeidsmethode) verstaat, moet men zeggen dat het
parlementair stelsel tegenwoordig aan
ernetigen kritiek blootstaat.
Eenerzijds de onbillijke werking van het
meerderheidsstelsel, anderzijds de geringe
vruchtbaarheid op legislatief gebied, gevolg
van obstructionisme en kleinzielige partij
politiek droegen er toe bij om velen (waar
lijk niet de minsten der staatsburgere) met
een grondigen afkeer van de politiek te
vervullen.
Reactionnairen hebben de fouten van het
parlementarisme gezocht in het beginsel der
vertegenwoordiging zelve, doch ten onrechte.
Eene vertegenwoordiging, waarin zooveel
mogelijk de volkswil tot uitdrukking komt,
in verhouding van de getalsterkte der ver
schillende politieke partyen in het land
zelve; verder arbeidende volgens een sy
steem, hetwelk alweer: zooveel mogelijk
door een verstandige arbeidsmethode
1) Over de afleiding van het woord «par
lement" van parliamentum, zie mr. K
Maca1 ester Loup «Geschiedenis van het Engelsch
kiesrecht", bid. 4.
obstructionnisme en .partijpolitiek uitsluit,
kan een zeer goed funetiouneerend orgaan
van wetgeven.de macht zijn.
Ook wanneer in de toekomst aan het
referendum een suppfleteir-e rol wordt 'toe
gewezen, zal toch aan de volksvertegen
woordiging de wetgevende macht 'moeten
voorbehouden blfl-ven. -Sluit men het des
potisme en absolutisme uit, dan zal het
bestaan eener vertegenwoordiging wel^voor
alle volgende tijden een onmisbaar veretechte
in iederen staat zijn.
De vraag: hoe bestrijden we debuten
die het tegen woordig «parrjementarismé'" aan
kleven, wordt herleid tot deze tweevoudige
vraag :
a. hoe verbeteren we -de -samenstelling
der vertegenwoordiging.;
b. hoe vervangen we de arbeidsmethode
door een andere.
Over het laatete.punt heb ik reeds vroeger
enkele denkbeelden ontwikkeld.
Het is mijn plan niet, na al. hetgeen van
.gezaghebbende «ijde in den laatsten tijd
over de E ven redige
\Vertegenwoordiginggeechreven is, de voor- en nadeelen nogmaals
.in het licht te stellen. Trouwens ook in ons
.land is reeds vóór jaren de wenschelijkheid
dezer hervorming met kracht van argu
menten betoogd.
Ik herinner slechts aan de uitnemend*
dissertaties van duMarchievan Voorthuijzen ,
«Theoretische beschouwingen over kiesrecht"
en R Macalester jLwp, «Geschiedenis van
het Engelsche kiesrecht", waarin de eerste
op practische- de tweede op historische
gronden de E. V. verdedigt ,l).JDoel. van dit
schrijven is alleen de aandacht te vestigen
op de geschriften aan het hoofd van dit
opstel genoemd.
Wanneer prof. Molengraaff in z\jn jongste
Gidsartikel schrijft:
?Zoowel de in Zwitserland als de in Belgi
aangenomen regeling as gebleken bruikbaar
en bevredigende resultaten op te .leveren",
dan is ten opzichte y.an Belgiëeenig voor
behoud niet overbodig.
De cijfers, ontleend &sai bovengenoemden
arbeid, die ik hieronder laat volgen, zullen
dit duidelijk doen uitkomen. Vooraf ga een
kleine illustratie van .de -werking van het
meerderheidstelsel in andere landen..Slechts
een paar cyfers.
In Engeland verkregen bij de verkie
zingen die den val van het laatste
Kabinet^Gladstone tengevolge hadden: 1436,000
.liberale stemmen slechts 296*afgevaardigden,
? daarentegen de conservatieven met 1.12&000
stemmen $70 afgevaardigden.
In de Vereenigde Staten behaalden eens
.de democraten met 47 pet. der uitgebrachte
.stemmen 59 pet. der zetels.; in 1884
ver,kreeg de republikeinsche partij met 48.pct.
.der uitgebrachte stemmen 168 pet. der zetels.
In 1870 bij de algemeene verkiezingen in
.België, die na de kamerontbinding plaats
hadden, verkregen : de liberalen met42j058
stemmen 52 zetels; de katholieken met
35.501 stemmen 72 zetels.
Men heeft _ gevraagd of dergelijke ver
houdingen niet door de opvolgende ver
kiezingen gecompenseerd werd«n m. a. w. of
niet iedere partij op haar beurt de voor
dealen van het toeval had. Zehf's heeft de
Belgische senator Ernst Solvay beproefd
in de wisselende lesultaten een 'systeem te
brengen, door een proportioneel* vertegen
woordiging voor ite stellen in dier voege
dat de zonder invloed gebleven stemmen
der minderheden wan een vroegere verkie
zing bfl een latere verkiezing zouden mogen
in aanmerking komen.
Op die wijze zouden dus de onbillijk
heden v,an het meerderheidsstelsel geneu
traliseerd worden.
Afgescheiden van de practische uitvoer
baarheid, doet het noohthans zien op welke
verschillende wijzen men vooral in Belgi
de E. V. heeft willen verwezenlijken.
Jules Gfeller bespreekt dan ook (in La
_Eeprésentatian proporiwmnelle 9e année.
Bruxelles. p. 120 123 vlg.J) niet minder dan
deitien stelsels.
Welke zijn nu de resultaten van het
tegenwoordig bestaande stelsel gelijk de
stembus van 2.7 Mei in Belgiëheeft
opg«lev.erd, en in hoeverre beantwoordt die uit
slag een een juiste proportioneele vertegen
woordiging ?
De volgende eijfers, aan officieele gege
vens ontleend, geven de juiste getalsterkte
der verschillende partijen aan:
katholieken (regeeringspartij) . . 995,066
christen-Democraten ...... 55,737
liberalen .......... 465 264
progressieten (radicalen) .... 33840
socialisten .......... 407.350
andere fracties ........ 36,857
2,054.114
Neemt men nu volgens het systeem van
Professor Hagenbach-Bisshoff als den
gemeenen kiesdeeler het quotiënt hetwelk ver
kregen wordt indien men het cijfer van het
aantal uitgebrachte stemmen deelt dooi
het cijfer van het aantal zetels plus n
(dus 152 -f- l = 153) dan krijgt men
2054.114
De gemeene kiesdeeler is dan 13000 en
1) Eene grondige bespreking van de ver
schillende, ook in ons land aangeprezen stelsels
der proportioneele Vertegenwoordiging, vindt
men in het geschrift van mr. du Marchie van
Voorthuyzen (bid. 89-105), alwaar achtereen
volgens de stelsflls van Hare, Aubry-Vitet,
wtflen prof. dr. Fruin aan ernstigen kritiek
worden onderworpan.
geeft wanneer m«n de «andere fracties"
buiten beschouwing 'laat aan.:
de katholieken ...... 76 (75?<)
» christendemocraten . . 4
» liberalen 35
» progressisten..... 2
» socialisten 35
Totaal
152 zetels.
De uitslag van 27 Mei 1.1. is echter:
kathojieken 86; liberalen 32; radicalen .2;
socialisten 32; christendemocraten 1.
Aan de regeeringspartij komen derhalve
tien zetels te veel hetgeen een verschil
maakt van 20 stetn'men.
Deze wanverhouding tusschen absolute
proportie en verkregen resultaten wordt
ook duidelijk uit _het volgende schema,
waar de tegenwoordige districten door pro
vinciale districten zijn vervangen.
kreeg met 48K pc. van het geheel
der uitgebrachte stemmen 56 pc.
der zetels. Dit moet toegeschreven aan
het feit dat de katholieken talrijk genoeg
zijn o.a een aantal zetels te verkrijgen in
ieder kiesdistrict terwijl van de andere par
tijen een groot aantal stemmen verloren
gingen.
Voor de liberalen 45191
» » christendemocraten 45 020
» » socialisten , 21,930
l » » progressisten 9 655
» » andere groepen J36857
Aan verloren stemmen: Totaal.. 158 843
Men ziet, aldus schrijft prof. Goblet
d'Alviella, dat, in tegenspraak met sommige
voorspellingen, de proportionneele
vertegenHoe de uitslag in België«oude geweest zijn, indien men op 27 Mei j 1. in
provinciale biesdistrikten gestemd had (volgens officieele gegevens).
Antwerpen (18 zetels)
Brabant (28 zetels)
Vlaanderen (W)
(18 zetels)
Vlaanderen (0)
(24 zetels)
Henegouwen (26 zetels)
Luik (19 zetels)
Limburg (26 zetels)
Luaemburg (5 zetels)
Namen (8 zetels)
Totaal . . .
"S -S ftc
?*aH ,j
11.919
11.798
11.203
11.712
15.038
11. «00
9.907
14X514
13586
Katho
lieken
m 111
11(12) "
157.710
13(14)
157.692
182298
15(18)
135347
9(9)
77.776
6(6)
49.538
5(6)
43843
3(3)
59 751
4' 4)
80(86)
Libe
ralen
06806
6(5)
G49G2
5(5)
52 535
4(4)
62.090
5(3)
101 276
6(6)
50 998
4(5)
11 185
HO)
29300
2(2)
24 252
l>2i
34(32)
Radicalen
24185
2(2)
9655
2(2)
Socia
listen
15.424
HD
92321
7(7)
9529
26.814
2,2)
172 218
11(11)
104.998
IK8)
841
3.346
41.759
3'2)
33.31)
hris
ten
democraten
5.355
11.798
HO)
9.223
23.424
2(1)
3.697
1.322
918
3(1)
Andere
partijen
1.787
15.714
4382
555
455
1.842
8854
268
De tusschen haakjes geplaatste cijfers
wijzen ihet aantal zetels aan, die thans
door iedere partij veroverd z^n.
De andere cijfers daarnaast gevoegd
wijzen het getal aan, waarop iedere partij
recht h«d, indien men in plaats van in de
thans bestaande kiesdistricten in provinciale
districten gestemd had.
Duidelijk blijkt derhalve uit deofficieele
eregevens dat de tegenwoordige regeling der
R. P. nog altijd een onvolkomen beeld
geeft van de verhoudingen der partijen in
het land.
Eene kleine uitweiding over den kies
deeler schijnt mij niet overbodig.
Er zijn tw«e systemen om den gemeenen
kiesdeeler te vinden.
Vooreerst de methode van professor
Victor D' Hondt, hoogleeraar aan de Uni
versiteit te Gent. Zeer duidelijk is dit systeem
door Mr. Moleugraaff uiteen gezet (de Gids
October 1900 bid. 125). Het bestaat hierin :
?>Het totaal der stemmen op iedere
candidatenlijst uitgebracht wordt gedeeld door
1,2, 3 enz; de resultaten dezer verdeelingen
worden geteld van af het hoogste getal
tot aan het getal hetwelk met het cijfer
der zetels overeenstemt: b. v. Er zijn 5
zetels. Het aantal uitgebrachte stemmen
is 30/000.
B
10,000
5 000
woordiging, gelijk xij op dit oogenUik is ge
regeld, de talrijkste partij begunstigt.
Scheveningen. MR. S. J. VISSER.
(Slot volgt.)
Deze artikelen waren reeds gezet toen ik
kennis kreeg van de belangrijke artikelen in
Itt Standaard gepubliceerd.
De door den schryver ontwikkelde voor- en
nadeelen zullen m. i. tot een juiste waardee
ring van de E V. voor ons land veel kunnen
bedragen.
A
(1) _
(2) 5 500
(3) ~ 3606
3333
C
9,000
4 500
"37)0(7
Het getal 5000 is dus de kiesdeeler en
geeft aan lijst A 2 zetels aan B eveneens
2 en aan C l zetel.
Volgens bet eyststeetn van prof.
Hagenbach Bisshoff, minder bekend en door prof.
Molengraaff niet genoemd, wordt het totaal
der uitgebrachte stemmen gedeeld door het
cijfer (van het aantal zetels te vermeerderen
met n) dus: 3000() = 5000
5+1
Deze methode is sneller, doch heeft dit
nadeel dat het in sommige gevallen enkele
zetels niet toedeelt. Voorbeeld: 200,000
stemmen en 10 zetels,
^py = 18.131 is dus de kiesdeeler.
Veronderstel op drie partijen zijn de vol
gende stemmen uitgebracht:
ABC
81,000 65,000 54,000
Door de toepassing van den gemeenen
deeler 18,131
verkrijgt A 4 zetels
B 3 »
C 2 »
Er blijft derhalve l zetel over, die niet
toegedeeld is. Men moet nu den kiesdeeler
18,131 langzaam doen dalen tot 18.000 (den
deeler volgens d'Hondt).
De niet toegedeelde zetel komt dus aan C.
De regeeringspartij in Belgi
Het supplement Oranje-Boek.
Dit geeft enkele telegrammen, gewisseld
tusschen het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken en het consulaat Generaal der
Nederlanden te Pretoria. Het beslaat
slechts n bladzijde van het Staatsblad,
maar is in zijne kortheid veelzeggend. Er
is peiling uit op te maken, wat betreft de
koers welke wij stevenen in zake Buiten
landsche aangelegenheden. Uit de
gewisj selde stukken blijkt, dat de Minister van
Buitenlandsche Zaken er voortdurend op
heeft aangedrongen dat de Transvaal alle
wenschen van Engeland zoude inwilligen,
niettegenstaande Kruger het Ministerie
zeer duidelijk te verstaan gaf, dat inwilli
ging, gelijk zoude staan met den ondergang
der Transvaalsche Republiek.
Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
telegrafeert 15 Augustus 1899 aan
ConsulGeneraal der Nederlanden te Pretoria:
»Veuillezcommuniquercorjfidentiellement
au Président que Gouvernement Allemand
partage entièrement mon opinion dans
ma dépêche du 4 Aoiït de ne pas refuser
proposition Anglaise. Gouvernement Alle
mand est, comme moi, convaincu que toute
démarche aupiè-i d'une des g-andes puis
sances, en ce moment tros critique, serait
sans aucun résultat et trèj dangereuse
pour la République."
Ik wil aan dit telegram enkele woorden
wijden. Het stelt ons diplomatiek beleid
in deze materie in een helder licht. Er
stond voor Transvaal slechts n weg open,
om zijn onafhankelijkheid te behouden,
de oorlogsverklaring aan Engeland. Vol
gens ons Departement van Buitenlandsche
Zaken zoude het inslaan van dezen weg
tot geen resultaat leiden. Op welke gron
den? Heeft het Departement van Buiten
landsche Zaken aan het Departement van
Oorlog gevraagd in hoeverre de mogelijk
heid bestond op een voor Trans vaal
gunstigen uitslag van den krijg, gelet op de
strijdkrachten waarover beide partijen op
dat tijdstip konden beschikken? En in
het midden latende, of het Departement
van Oorlog hierop een antwoord zoude
hebben kunnen geven, en hoe dat antwoord
zoude hebben geluid, had het niet op den
weg van het Departement gelegen om aan
den gevolmachtigde van Transvaal in deze
voorlichting en advies te verzoeken?
Het zal toch wel niet aan het Depar
tement van Buitenlandsche Zaken onbe
kend zijn, dat de president der Trans
vaalsche Republiek in die dagen een
zwaren kamp had te voeren. Hij had te
beslissen' of de rampen van een krijg te
rechtvaardigen waren door een mogelijk
succes, en waarom hem die kamp zwaarder
gemaakt, door onvoorwaardelijke onder
werping te adviseeren ? Waarom zich als
boodschapper aan te melden van de
Duitsche regeering, die had mede te deelen
dat zij het Jamëson telegram ten zeerste
betreurde en een tegenovergestelde richting
had ingeslagen in zake de Z.-Afrikaansche
aangelegenheden P
* *
*
Duitschland streeft naar wereldmacht.
Deze is nog nimmer verworven en zal ook
in de toekomst nimmer verworven worden
dan door verovering en vernietiging van
andere staten, hetzij nabij of veraf. Hiertoe
behoort strijd. De omstandigheden welke
op den uitslag van dien strijd van invloed
zijn, moet Duitschland trachten ten zijnen
gunste aan te wenden, zoo n:et te wijzigen,
wil het zijn doel ooit bereiken.
Hiertoe behoort het langs diplomatieken
weg lam leggen van de krachten zijner
tegenstanders. Dit doel heeft Duitschland
met den Z.-Afrikaanschen oorlog bereikt
ten opzichte van het Engelsche- en
Hollandscbe element aldaar, d. i. ten opzichte
van twee zijner machtigste concurrenten.
Wat toch is het geval ?
Een Duitsch Z. Afrika is tot het
instaudkomen van een Duitsch wereldrijk
onontbeerlijk. In tal van Duitsche ge
schriften wordt er op gewezen, dat het
bezit van Z. Afrika onmisbaar is voor
een WestersAe Mogendheid, welke zich
in het verre Oosten wil laten gelden.
Van een Duitsche macht in Z. Afrika
kan nimmer sprake zijn, tenzij aldaar een
eindelooze kamp ontbrandt tusschen het
Angelsaksische en Hollandsche ras. Dit
is een der omstandigheden noodig voor
de ontwikkeling en bloei van Duitsch
Oost en West Afrika. In het tegenover
gestelde geval, gaan toch de Duitsche
nederzettingen 6f te niet of komen tot
ontwikkeling onder Engelschen of
Hollandschen invloed. Hoe anti-Nederlandsch de
Duitsche staatkunde; in Zuid Afrika ook
moet zijn, toch heeft onze regeering in
dezen zich hare onderdanige dienaresse
getoond. Tweeërlei heeft Duitschland
daarmede bereikt. Door de verkeerde
adviezen welke het de Nederlandsche
regeering heeft doen overbrengen, is
eeherzijds bereikt dat onze raadgevingen in
Pretoria met weinig vertrouwen, om niet
te zeggen wantrouwen zijn ontvangen. De
gewisselde stukken zijn daarvoor een door
loopend bewijs. Het is niet anders moge
lijk of een klove is ontstaan tusschen de
regeeringen der beide stamverwante volke
ren, en beiden zijn verzwakt.
Anderzijds heeft Duitschland, door be
lofte van neutraliteit, den oorlog mogelijk
gemaakt en daardoor een groote verzwak
king van Engelands positie verkregen,
terwijl voor gemimen tijd de mogelijkheid
is buitengesloten, dat wij met Engeland
diplomatiek of daadwerkelijk kunnen op
treden tegen Duitsche veroveringsplannen,
hetzij in of buiten Europa.
Het Nederlandsche volk heeft door zijne
houding in den strijd veel goed gemaakt,
waarin de Nederlandsche regeering was
tekort geschoten. En de gemaakte fouten
kunnen voor ons heilzaam zijn, wanneer
wij er slechts de leering uit putten, dat
wij en met ons het Transvaalsche volk
niets hebben te hopen en alles te vreezen
van onze Oostersche naburen, wat betreft
het behoud onzer gemeenschap.
Wij maken het Ministerie van Buiten
landsche Zaken geen verwijt van zijne
foutieve gedragslijn. Het hoofd van dat
Departement 13 door de eene politieke
partij in den zetel gezet om remmend te
werken in zake sociale wetgeving, de andere
partij heeft hem als zoodanig geduld. Er
blijkt uit, dat niet heeft voorgezeten de
wensch om aan het hoofd een man te plaat
sen, die met spiedenden blik en kloeke vuist
het schip van staat zoude voeren door de
diplomatieke branding in veilige haven,
maar partij politiek. Aan
gemeenschapspolitiek ter wille van het land heeft nie
mand gedacht. Daarom hoe minder in
's lands vergaderzaal gesproken wordt over
buitenlandsche politiek, hoe beter.
Maar nu wij de nadeelige gevolgen
daarvan aan lijf en leden hebben onder
vonden, hoop ik dat het Nederiaudsche
volk zijne leiders op de dringende
nood