Historisch Archief 1877-1940
J »* <
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D.
Ho.' 1222
M '
SPL )
JLf '
ft#!.
':?'''"''? W poëtische seaeatiën. Zonder het nu geheel
eena te zijn met den bekenden muziekgeleerde
A. W. Ambros, m tijn geschrift ,Ueber die
Grenien der Musik nnd Poeaie", kan ik mij
toch ceel goed vereenigen met de volgende
> voorden, als bij over Bsrlloz' symphonie schrijft:
* _ ,Wen sollte es nicht in 's liefste lanere rübren,
Venu Berlioz in der rScène aux champs" an
den Basen der Nitar flüohtet nnd ihre
wandereame Sprache so innig versteht, so liebend
nachzüBprechen weiss, and alles das doch nur,
urn endlich dahin zu kommen, dass dem einsa
men Hirtenruf, durch die fi astere Nacht ferner
Donner drohend antwortet. Und wow are et was
Ergreifenderes als das einleitende Adagio, dieser
aas glü'ienden Taianen und wehenden Seufzern
zusammen gewobene Satz? Wahrlich batte
Berlioz berall solche Musik geschrieben, so
nare Paganim's grosse» Wort gerechtfertigt:
Beethoven s t ar b, urn in Bsrlioz wieder auf zu
leben."
?' De uitvoering van dit zware werk was een
triomf voor Mengelberg en zijn orchest. Spelend
werden de moeilijkheden overwonnen en het
getu'gr. zoawel voor het orchest als voor den
beer Mengelberg zelf, dat deze meende de warme
toejuichingen van het publiek aan het orchest
te moeten overdragen.
' Er was eene verandering aangebracht in de
plaatsing van bet orchest. Eene verandering die
bleek eene enorme verbetering te zijn ; n.l. het
geheele slrijkquartet is meer naar voren geplaatst,
zoodat de bouten blaasinstrumenten veel beter
uitkomen dan vroeger en de klank van het
geheel meer sonoriteit verkrijgt.. Ongetwijftli
zal deze gewijzigde plaatsing ook in de toekomst
worden gehandhaafd.
De solisten concerten volgen elkander op met
«en snelheid, waar geen bijhouden aan is. Nu
weder waren het Hofmaan (ie Prumgeiser van
het Boheemscbe quartet) de piauut Eroesto
Consolo,'het echtpaar Hensebel, mevr. Peksclien,
pianiste en het Sebör«t,-quartet uit Brussel, die
er voor zorgden dat wij hier in Amsterdam
niet geheel verstoken zouden zijn (!) van muzi
kaal genot Ook gaf de heer Tierie in het
Gebouw der Vrije Gemeente eene
orgelbespeling; ditmaal met medewerking van me j. Verq
wee, zang, en mej. Der m out, viool. Ik had
slechts gelegenheid het echtpaar Georg en
?Lélion Henschel te gaan hioran. Wederom
trof mij bet in-muzikale hunner voordrachten.
Geen schittering van prachtig stemma'eriaa),
neen... knust in hare reinste en meest op
rechte openbaring viel hier te genieten. Zelfs
moest men zich aanvankelijk weder gewennen
aan de eenigszins vlakke stem, bij de half
sterke tinten, van den heer Henschel en in
het heesche van zijn mezzo, voce, zoo ook bij
mevrouw Henschel, aan het scherpe bij het
forto. Echter, had men zich daarover heen
gezet, dan kon men volop genieten van
Henschel's »Tnüringer Waldblumen," en van de
lersche volksliederen die zij zong benevens
van de biblischen Lieder" van Dvorak en de
balladesvan Löwe, dje hij meesterlijk voordroeg.
Ook de duo's van Paesiello en Baieldieu en
niet het minst bet Oh tbat we two were
maying" van Henschel met zijn goed gevonden
en vloeiend geschreven canon tot slot, waren
meesterstukjes van voordrach'. Zooals men aan
de reeds genoemde componisten bemerkt, was
het programma met groote veelzijdigheid
saamgesteld. Vier talen kwamen dien avond aan het
woord en steeds was de uitspraak duidelijk en
bekoorlijk. Alleen klonk een enkel fransch
woord bij mevrouw Henschel en een enkel
duitsch woord bij haar gade, ietwat met een
engehch accent. De ?ail was geheel bezet, Het
strekt den Amstei d immers tot eer, dat zij hier
door blijk geven meer te hechten aan ware
artisticiteit, dan aan schitterende stemmiddelen.
Ik wil dit schrijven niet besluiten zonder de
aandacht te vestigen op de eerste uitvoeritg
der zangvereeDiifing van Toonkunst, waar a.s.
Zaterdag »der Barbier von Bigdad" van Peter
Cornelius wordt uitgevoerd. Deze opera heeft
heal wat gemoederen in beweging gebracht bij
bare eerste opvoering in 1858, toen niemand
minder dan l'ranz Liszt er voor in de bres
sprong en toen deze ontslag nam als
theaterkapelmeester te Weimar, ten gevolge van de
kuiperijen die, helaas met al te goed gevolg,
van den kant der intendantnur in het werk
werden gesteld om het werk te doen vallen.
Eerst in 1888 of'89 herleefde het zijne
wederopvoering te Muncben, door de gelukkige samen
werking van den kapelmeester Hermann Levi
en den meesterzauger Eugen Gura.
Doir de groote moeilijkheden der titelpartij
is bet niet gemakkelijk er een uitvoering van
te geven. Hier, waar oaze nederlandsche meester
zanger Messchaert medewerkt, kan zulks in
concertvorm geschieden en hoewel het over het
geheel genomen geen aanbeveling vet dient, deze
en dergelijke cotnpositiën, die scèaiscti gedacht
zijn, in de concertzaal over te p'anten, mag
men het toejuichen dat de Barbier" zóó wordt
uitgevoerd, want anders zou men hem in bet
geheel niet kunnen hooren.
Ten slotte wil ik nog even met een enkel
woord berdenken den dood van een der eerste
en vurigste Wagner-kampioenen Heinrich
Porges te München. Porges, sedert 1882 steeds
belast met. de voorbereiding en instudeeringder
Blumennoajckenscene uit Parsifal te Bayreuth
en daarom Blumenvater" genoemd, was een
der meest beproefde persoonlijke vrienden van
den Bayreuther meester. Met hem zijn de
gelederen dtr veteranen voor de Wagner-zaak
al weder gedund.
.A NT. AVEE.KAMP.
Dilettanten Operette-Gezelschap.
Het Dilettanten Operette-Gezelschap zal zy'n
eerste uitvoering geven op Zondag 2 December,
in Maison Stroucken, met de Operette Kip.
Enkele fotografiën van de solisten zijn uit
gestald by' de Nieuwe Muziekhandel,
Leidschestraat 18, alwaar ook bewijzen van toegang
verkrijgbaar zyn.
Onder fleu toer.
Veilingen van oude en ook van moderne
schilderyen zy'n er vele tegenwoordig, zelfs
voor dengene, die gehouden is daar steeds
nota te nemen, meer dan hem lief is. Het gaat
er soms op lijken, of de lokalen van de Brskke
Grond en elders de terreinen zy'a geworden
van gevestigde kunstmakelary, en ik heb al
eens bespeurd, dat «vakmannen," voor wie de
geregelde verkoopingen in de Zwaan of de
Zon het vaste arbeidsveld is, ook daar de
werkzaamheden van hun gewichtige roeping
heenleiden. Het zy'n nu niet alty'd collectie's
van gerenommeerde afkomst, die onder den
hamer komen, maar meermalen is het een
by'eengerakeld zoodje, waaruit ternauwernood een
enkel toonbaar stuk is uit te visschen. Ia
korte woorden, soms schynt het, dat de veilin
gen er niet zy'n om de schilderyen, waarvan
de eigenaars zich willen ontdoen, maar de
schilderyen om de veilingen, ten bate der nering.
Dat ik een aversie heb van handel en vooral
van kunsthandel, zal men hieruit wellicht gaan
afleiden. Ik behoef me daarover nu niet
rechtstreeksch uit te spreken en zou, zoo noodig,
alleen het negatieve antwoord kunnen geven,
dat bjj de tegenwoordige maatschappij-inrich
ting, in den handel de overdrager niet altijd
een overbodige tusschenpersoon is.
Gely'k nu by'v. de firma Frederik Muller & Co.,
die de veilingen bestierde van enkele collectie's,
ten gerieve van verkoopers en koopers. Een
goedschiksche regeling tusschen vraag en aan
bod is dat dan. Ook degenen, die niet over
middelen te beschikken hebben uit bet aan
gebodene hun keus te doen, kunnen by' die
gelegenheden zich nog oogenblikken van kunst
genot verschaffen. De eerste afdeeling der
oude kunst heb ik niet gezien, de tweede ter
elfder ure, dat wil zeggen te laat, om
kooplustigen nog 't een en ander te kunnen aan
prijzen of afraden.
Ik had dan wel gaarne gezegd, dat zy de
waarde van eene Eckildery niet alty'd naar de
gangbare marktprijzen moeten bepalen, gely'k
by de dingen van Apol, dat ook werkelijke
meesters wel eens minder gelukkig waren in
hun arbeid, getuige een teekeningetje van
Mauve, dat by het piet meevallen van een hun
bekend schilderij, we zullen maar nemen
dien prachtigen avondstond van J. Maris,
de plaatsing hier zeer ongunstig was, gely'k ook
teekeningen van Voerman zich in hun werking
belemmerd voelden door de naby'heid van
morsige aquarellen; ik had een niet overmatig
gevulde beurs kunnen aanraden, de teekening
van Breitner zien machtig te worden, zoo hij
niet aanstonds door de rauwe realiteit in die
krachtige schets getroffen mocht zy'n, of ook
misschien een krabbel van Isaac Israëls. Da
«richards" had ik kunnen verwezen naar het
volrijpe schilderijtje van Mauve, de zooeven
aangeduide Maris, van denzelfden nog een
strandgezicht en onder de kleinere stukjes, dat
met het grachtje," ook enkele Israëlsen, een
zee met badende kinderen van Blommers, (van
dezen ook dat zeer belangwekkende vroege
schilderijtje), het moedertje van Allebé, een
aquarel van Bosboom, en nog wel meer.
Maar 't is al nu onnoodig, en ik ben alleen
bezig in myn herinnering nog wat na te smullen
van de heerlijkheden door deze veiling geboden,
die men ook wel een gedesorganiseerde ten
toonstelling zou kunnen noemen, waar velerlei
smaken zich het hunne konden uitkiezen;
maar by al het mindere, was hier het goede
dan toch veel voltalliger dan op menige tentoon
stelling, waar entree geheven wordt.
Per slot van rekening dus: leve de handel,.
die ook voor de lege beursen nog wel eens de
gelegenheid biedt op haar zak te looppn!
W. S.
titiiiiiMiniiiiiiiMMiHiiiiiiiiiiinHiiiiiiuiiiHiniiiiitmiiMMim
voo:q.
_9
Flenrige IeTenswijsliei.il yoor ie jeugd
De Kleindochters van mevrouw Westlandt,
door TBUIDA KOK. G/ïilustreerd door
WM. STEELINK Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf.
Wat is toch die wondere, subtiele bekoring,
?die uitgaat van het werk van Trnida Kok.
onverschillig of zy ons schetcjas geeft, bestemd
voor ouderen, of dat zy grepen doet uit het
leven van jolige bakviscbjes en flinke aan
komende jongens ? De kritiek verricht haar
taak toch ei gen l y k niet naar eisch, wanneer
zy' zich er altyd maar toe bepaalt, te
zeggen, dat het «aardige meisjesboeken" zy'n,
die we van deze schrijfster zien verschenen
en met hun een vriendelijk woordje mee te
geven op de levensreis van 't uitgeversbnreau
door de boekwinkels naar de huis- en
leeren speel- en leeskamers.
Het moet toch mogelyk zijn, het publiek,
dat ze niet kent, eenig denkbeeld te geven
?van wat dit werk onderscheidt, van wat het
speciale, het karakteristieke is, dat het zoo'n
geheel eigen plaats doet innemen naast dat
van andere schrijfsters, die hetzelfde genre
hebben gekozen. «Aardige mebjesboeken", we
hebben ze tegenwoordig zooveel; er hakken
er zoovelen met dat byltje, dat niet zwaar te
banteeren schijnt, maar het aantal is niet grpot
van haar, die in de soort goed werk leveren.
Wat Trnida Kok in «Loula Amerus", «Flora
?van Marcksveld" en nu in «De Kleindochters
van Mevrouw Westlandt" geeft, is kinderlectnur
?van meer dan gewone verdienste, fantaziewerk
van een gehalte, dat eiken toets kan doorstaan
«n ten papiere gebracht met een vaardige hand,
die door goeden smaak geleid, steeds aan de
eisenen van beide, hart en verstand, weet te
voldoen.
Soms, als door 't een of andere kleine woord,
door de mededeeling maar van een opgevangen
blik, van een nietige handbeweging,de schrijfster
u weet te ontroeren, alsof haar eenig doel
was op 't gevoel te werken, zondt ge meenen
werk voor u te hebben, dat de meisjes 't
gevaarlyke pad dar sentimentaliteit zal opvoeren,
maar eenige bladzy'den verder wordt met enkele
lijnen en toetsen een stemming of een land
schap of een karakter getypeerd op een wijze,
die van scherp en helder denken getuigt en
van een onder strenge verstandstucht gehouden
voorstellingsvermogen.
Al de meisjes en jongens hier hebben iets
te zeggen; 't zy'n flinke afgeronde figuren,
karakters al; ze staan voor u als personen uit
n stuk en toch zy'n ze geteekend zonder
schrille, harde kleuren. Met duizend fijne en
fijnere en allei fijnste toet f j es zy'n die gestal ten
bewerkt; maar ieder, schynbaar nog zoo opper
vlakkig, praatje, elke handeling, elke uiting
van ingenomenheid of tegenzin, van blijheid
of verdriet, helpt mee aan de verduidelijking
van het beeld, zooals het der schrijfster voor
den geest staat. Er is niets toevallige, niets
dat maar neergezet is tot vulling, zooals in
zooveel werk van onze gemakkelijk de pen
voerende schrijfsters voorkomt.
Maar terwijl ik dit schrijf, gevoel ik, dat
toch al deze soliede, degelijke deugden niet
voldoende zy'n, om een denkbeeld te geven
van de zooeven reeds genoemde subtiele be
koring van dit werk. 't Is of die qualiteiten
aanwezig konden zy'n en dat toch kon ont
breken dat sierly'ke en gracieuse, dat deze
boeken hoog boven soortgely'ke verheft. Van
kleine, fijne, gevoelige dingsigheidjes zy'n ze
vol en al die kleine trekjes werken prikkelend
op het beste, wat in kinder- en
inmenschenharten schuilt, maar dat geschiedt zonder eenig
direct beroep op dat beste; ge zult geen
preekje vinden in deze meicjesboeken, geen
enkel, maar niettemin werkt elk figuurtje, dat
erin voorkomt, opvoedend en veredelend.
Aan de oudere personen, die den achter
grond vormen, is vooral niet minder zorg
besteed dan aan het jonge goed. De oude
mevrouw Westlandt staat in levenden ly're
vóór n, en Marie Thérèse, de zorgvolle zuster
van den schilder Collycse, hoe goed is haar
karakter volgehouden tot het einde, toen ze
afscheid moest nemen van haar lief Tresorke!
En weer moet het gezegd, niet aan de
karakterbeschrijving of in de opzettelijke
teekening der personen ligt het, dat wij ze
allen zoo goed kennen, Lui en Annie en
Willemien en de jongens Ben en Dolf en al
de anderen, maar in de manier, waarop ze
worden geschetst in hun bly'ie en schertsende
woorden of in hun kleine dagelyksche hande
lingen of in hun leed en teleurstelling over
de nietigheidjes, waaruit ons leven zich op
bouwt.
Men voelt zoo de zorg, die aan den arbeid
is besteed, en de liefde, waarmee het werk is
gedaan, onder den luchtigen, brozen styl en
de vlugge, trippelende dialogen. En in dien
graciensen vorm by' al de flsurigheid der
vroolijke tooneelen van uitgaan en visites en
aardige Uanspartytjes, klinkt dan telkens onder
alles door zoo even een toon van ernst en
strijd tegen kleine verkeerdheden, die groot
zouden kunnen worden.
Een enkel voorbeeld, al is het moeilyk uit
zoo ryken overvloed te kiezen. Willemien
is zelfgenoegzaam, leert erg vlug op school,
is voorkomend en aardig by' vreemden, een
modellelj >, maar thuis niet het meest bemind.
Ze denkt teveel om zichzelve en haar houding
en vindt prullig en kinderachtig wie de kleine
huiselyke vriendely'kbeidjes hooger stelt dan
leeren on lessen ; daarbij voelt ze zich miskend
door de anderen en is dan soms diep aan den
grond.
Ze had op een avond een brief met klachten
over thuis zitten schry'ven aan een vriendin
van buitenaf, en mama, die al eens had ge
vraagd, hoe 't toch kwam, dat ze alty'd zoo
ontevreden was, had weinig antwoord kunnen
krygen.
«Willemien bleef alleen in de ruime eet
kamer.
Ze spreidde haar handen wy'd uit op het
bruine zeil, dat over de vierkante tafel lag,
plakte een postzegel op Keina's brief en trok
in eedachten figuren over het zeil.
Uit de voorkamer klonk Bert's schaterlach.
Nelly en Dolf gingen muziek maken en
Annie draafde naar boven om Pucks baar te
vlechten.
Ze konden het immers best zonder haar
stellen.
Ze waren heel vroolyk, heel jolig zonder haar.
Annie was alles voor de kleintjes, voor de
jongens.
Zy was maar alleen.
«Maar, Willy, 't is al half tien, zit je nu
nog tw blokken, wat voer je toch uit!'1 en
Annie bleef n en al verbazing in de deur
staan.
Willemien bladerde quasi ingespannen, alsof
ze met y'ver iets zocht, in een Nederlandsche
spraakkunst.
«Wil, scheelt er iets aan, heb je wat ?
toen kwam Dolf, een oudere broer, binnen en
wees Annie hem Willemien, die 't hoofd in
haar handen begroef.
Hy' ging naast zy'n bedroefd zusje zitten,
beurde haar hoofdje op en trok de handen
weg van de betraande oogen.
«Maar, Willy, maar, Willy dan toch."
Zachtjes, onhoorbaar verdween Annie weer.
Dolf bad meer slag, Dolf was zoo verstandig,
by kon haar stellig beter troosten.
«Waarom ?'' vroeg hy' zacht.
«Om alles," snikte ze en liet haar moe,
kloppend hoofd tegen zy'n hoogen schouder
leunen.
Hy' lachte niet. «Om zooveel, Willy ? Zy'n
ze op school onaardig tegen je geweest, hier
in huis, Bert, Nel of Ans, hinderen de kinderen
je by je werk, ze waren zoo rumoerig van
avond ? ... Neen, dat niet ? Voel je je onge
lukkig?"
>Ja," knikte ze steeds onstuimiger.
Weg was 't koppige gevoel. Ontdooid het
trotsche hart en daar rolden de bezwaren, de
grieven van haar trillende lippen en Dolf
lachte niet, zy'n groote, intelligente oogen
zagen haar zoo sympathiek aan.
«Arme Willy !"
«O, Dolf, het vreesely'k ongelukkig gevoel,
zie je, van niet begrepen te worden," en dan
in een soort behoefte om haar vertrouwen nu
ook heelemaal te geven, «daar, lees dien brief,
scheur 't couvert maar open, 't postzegeltje
week ik er wel weer af, lees maar, hy is aan
Reina."
Ze keerde zich van hem af, terwijl hy las.
Ja, alles of niets als ze haar ver
trouwen gaf dan ook heelemaal Ze wreef
over haar kloppend voorhoofd en veegde haar
betraande wangen af.
«Dank je, Wil." Dolf vouwde den brief
weer toe.
»Vu ?'' vroeg ze weer opnieuw in tranen.
«Zal ik een ander couvert voor je halen ?"
»Ik dacht, ik wilde hem eigenlijk maar niet
versturen, bij nader inzien."
«Ja, dat moet je natuurly'k zelf weten.''
«Maar, wat vin jg, Dolf, ben je boos op me,
val ik je tegen ?''
»Boos, neen, Willy, alleen in n opzicht
val je me wat tegen, ik dacht niet, dat je zóó
van ja zelf vervuld was. Zie je, ik houd er
niets van om den leermeester uit te hangen,
maar dit moet me even van 't hart. 't Is zoo
zonde van je, dat je alty'd denkt, hoe vinden
ze me en door maar voortdurend in dat
kleine kringetje van je leeren en zelfverheffing
rond te draaien, heb je je wat vervreemd van
je familie, 't Moet van twee kanten komen.
Papa en mama hebben me den laatsten tijd
dikwyls gevraagd: Weet jy, wat Willy
scheelt ? 't Verbaast me, dat Ans niet meer
tegen ja opstuift, zoo snauw je haar af, je
heele familie doet moeite genoeg om je in je
humeur te houden,'««« jy' bent vreemd. Ban
je nu boos ?"
«Neen," zeide ze zacht, «ik geloof wel dat
't zoo is als je zegt."
«Ik geloof bepaald, Wil, dat wanneer jy' je
niet op zoo'n hemelhoog voetstuk plaatst, dat
jij je hier dan ook niet zoo vreemd zult voelen.
Je leert vlug, je bent, laat me 't maar zeggen,
een aardig, knap meisje, maar van al't aardige
gaat een heeleboel weg door ja pedanterie,
door dat j j alty'd indruk wilt maken. Zoo,
Wil, heeft ieder moeite en stryd en by jou
zal er een harde felle oorlog uitbreken tus
schen " .... hy wees met zy'n kruk naar haar
voorhoofd en naar haar hart, «laat ze tot een
macht g Keizerrijk samensmelten en jy als
Keizerin aan de regeering met de leuze «alles
of niets" over die twee landen .... verstand
en hart.... en Willemien, wel bedankt voor
je vertrouwen. IQ 't vuur gooien ?"
»Ja,''
In helder flikkerende vlammen ging de
brief op.
In dien geest is er meer. Het is een
staaltje van den ernst in het boek. Hoeveel
ruimer zou rog de keuze geweest zy'n, zoo
ik een staaltje had willen geven van de
tooneeltjes vol dartele vroolykheid en onschuldige
pret, waaraan nooit het zout van den geest
ontbreekt en nooit het kinderlyke de plaats
ruimt voor het kinderachtige. En dan die
blz. 232 tot 240, waarin ook wie meent, aan
alle sentimentaliteit ontgroeid te zy'n, een
drukkend gevoel kry'gt in de kesl van weg te
slikken trai;en
Moeten wy' ons niet erover verheugen, dat
de firma Van Holkema en Warendorf dit werk
met veel nardige plaa'jas opneemt in haar
Oranjt Bibliotheek, waardoor het keurig uit
gevoerde boek van 2C<S bladzy'den voor slechts
90 cent te verkry'gen is?
F. J. VAN UlLDMKS.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiii
nlllllllllllllllllllHllllllllllllllrtlllllllllllllllMMIIINHtWIMHIIIHIII
Marquerite Bottard. Garmen Sylva.
Woman's college of Baltimore. De
Y-Z stralen van professor Autinom.
Molentjes".
Een eigenaardige plechtigheid, die in de
annalen van het gesticht zy'n wederga nog niet
gevonden heeft, had dezer dagen plaats in de
Salpétrière.
Oud-leerlingen van Trélat en Charcot, de
beroemde medici, hebben op streelende wy'ze
hulde gebracht aan de oudste verpleegster van
't gesticht, aan Marguerite Bottard. De doktoren
boden haar een artistiek bewerkte bronzen plaat
aan, waarop in relief Marguerite's borstbeeld,
haar naam, haar betrekking en eenige data.
Links onder haar portret, een afbeelding van
het gesticht, en rechts de opdracht: Van haar
vrienden en bewonderaars, October, 1900.
Marguerite Bottard is acht-en-zeventig jaar.
In 1841 kwam zy' als leerling-verpleegster in
het gesticht. In Januari van het volgend jaar,
wordt het zestig jaar, dat zij moedig, trouw,
onverpoosd haar onschatbare zorgen wy'dt aan
de patiënten van de Salpétrière.
Drie jaar geleden werd Marguerite gedeco
reerd met het legioen van eer. Aan de een
voudige, kloeke, kranige vrouw komt deze
groote onderscheiding in alle opzichten toe.
Van Carmen Sylva zijn onlangs twee nieuwe
werken verschenen. Een oorspronkelijk ge
titeld sS^elen-Gespiilihe" en een vertaling.
Zonder eenigen twytel is hier de vertaling
verreweg het merkwaardigste van hetgeen haar
onverpoosde werkkracht ons nu weer biedt.
Welke vrouw, zou zich hebben durven wagen
aan een vertaling van «les deux matques"van
Paul de Saint-Victor?
Men moet een kunstenares by de gratie der
Muzen zy'n, gely'k de koningin van Kumenië, om
een kunstwerk als «les deux mafques" te vertol
ken op eene wy'ze, zoodat de Duitsche kritiek
n en al lof en bewondering is over deze letter
kundige w-iaghalzery'. De drie groot 8°deelen
va i Paul de Saint-Victor liggen \óóc my';
IK moet eeriy'k bekennen, er trotsch op te zyn,
dat een wouw, het stoute stuk begaan beeft dit
werk te vertalen en dat zy het er zoo schitterend,
zoo koninklijk beeft afgebracht!
Bravo! juichen, wy met geestdriftige be
wondering.
Paul de Saint-Victor, de intieme vriend van
Théophile Gautier en Victor Hugo, werd genoemd
»de Don Jitan van de phrase."
Een sierlykheid, een bekoring, een afwisseling,
een lokkende verleiding, een meeslepen in zy'n
dartelend, krachtig, gloedvol, beeldry'k proza,
waarvan in de kunstrichting door Paul de
Saint-Victor gevolgd in zyn tyd, behalve Barbey
d'Aurevilly geen tweede voorbeeld is aan te
wy'zen. «Lss deux mat-ques" is een uitvoerige
studie van de dramatiscne kunst in haar beide
openbaringen, in het treur- en in het bly'spel.
Woman's college of Baltimore zoo heet de
inrichting voor hooger onderwijs, waar een groot
aantal professoren en docenten werkzaam zyn.
In het OLderwyzend personeel is het vrou
welijk element sterk vertegenwoordigd. De
vrouwely'ke studenten, tot wie veel
onderwyzeressen van volksscholen behooren, zy'n op 't
oogenblik ten getale van tweehonderd-dertien.
Het grootste gedeelte zy'n Amerikaansche,
waaronder niet weinig meisjes die in Baltimore
wonen.
Voornamelyk aan den y'ver der
Episcopaalsche kerk, heeft dit college zyn ontstaan te
danken. Toch opent Woman's College zijn
deuren voor alle gezindten, voor belyders van
onverschillig welken godsdienst. Drie nieuwe
huizen zyn toegevoegd aan de zeven waarover
het college in 1890 oorspronkelyk te beschikken
:iad.
De vrouwelijke studenten dragen een baret en
een zwarten of donkeren, langen mantel. Meisjes
beneden den leefryd van zestien jaar worden
niet toegelaten. Een admissie-examen is ver
plichtend. Slechts zy, die reeds onderwys in
laty'n, grieksch, fransch of duitsch hebben
gehad, komen voor het toelatingsexamen in
aanmerking.
* *
*
Een satyrisch-fantastisch werkje is geschre
ven door Laifo : «De Y- Z stralen van professor
Antinom." De professor heeft een apparaat
bedacht, waarmee by in de hersens der
menschen kan ky'ken en waardoor het hem mogelyk
wordt hun geheimste gedachten te raden, fielt
.zeer merkwaardig verschil bestaat tn dw-reehts
liggende gedachte die vry'willig door den mensen
wordt geopenbaard en de serie HLKB liggende
gedachten, die nimmer over zijn lippen komen !
Het gevaarlyk Y-Z experiment van professor
Antinom bracht zeer wetenswaardige, niet te
-gelooven onthullingen aan het licht. De auteur
is zoo handig den professor als slachtoffer van
zyn wetenschappelijke nasporingen te doen
vallen. Hy' bleef dood van schrik, toen hy' in het
brein van zy'n vrouw geheime gedachten las,
die zij zeer veilig waande onder haar schuttend
schedeldakH De professor stierf, voordat bij
4«tft van zy'ri~Y-Z stralen en hun werking wereld
kundig had gemaakt.
Wat een opluchting !
Hoe lang hielden de menschen het nog met
elkaar uit. wanneer zy elkanders geheimste
gedachten in duidelijk letterschrift te zien
kregen ? !
* *
*
De geleerden zy'n het er over eens dat ieder
van ons zyn «molentje", zy'n manie, zyn hobby,
zyn pointe de folie, zy'n marotte heeft. Er
zyn «molentjes" met bedenkelijk en met on
schuldig gedraai. Als niet gevaarlyke molen'jes
zou ik de volgende liefhebbery'en willen be
stempelen.
De Koningin Weduwe van Italië, de popu
laire Margherita, heeft sedert jaar-en-dag een
verzameling schoenen en laarzen die aan
bekende en beroemde personen hebben toe
behoord. In haar collectie vindt men een
plompen schoen, waarop de jonkvrouw van
Orleans met kordaten tred heeft rondgestapt.
Een sierly'k schoentje van Maria Stuart en
een fijn laarsje van Marie Antoinette.
Schoeisel is een teer punt voor koningin
Margherita. Zy heeft zelf kleine voeten en
zoo als alle vrouwen met aardige, kleine voetjes,
wil zy kunstmatig die lichaamsdeelen log
kleiner doen schynen dan zy eyn.
Ia den regel draagt zij te nauwe schoenen.
Op borgtochten waarvan zy een groot lief
hebster is, heeft zij door ondoelmatig schoeisel
soms zeer pijnlijke oogenblikken doorgebracht.
De beminnely'ke Elizabeth keizerin van
Oostenrijk bad een verzameling kostbare boek
omslagen. Zy hiejfi ook hartstochtely'k veel
van rozen. Op haar laatste lustverbly'f op Corfu
liet zij 500,000 rozen planten.
Deze villa is juist dezer dagen gekocht door
een Amerikaan.
De prinses van Wales heeft sedert dertig
jaar verzameld alles wat in dien tyd haar
hoofd schutte tegen kou en warmte. Alle
hoedjes en toques zyn bewaard en staan in
gelid, allen voorzien met een etiquet waarop
jaar en seizoen vermeld staan.
De hertogin van Connaught is een verwoed
verzamelaarster van echte kant. Daarvan heeft
zij een uiterst volledige en kostbare verzame
ling. Zy kent alle soorten van kant en weet
er precies de waarde van te bepalen.
De kroonprinses van Ruineniëheeft een ver
zameling reukwerken. Een erfelijk trekje van
haar grootmoeder, die bij haar dood een aantal
flacons met parfums naliet, die geschat werden
op een waarde van 25 000 gulden.
* *
#
Van odeurs gesproken, hierop hoop ik een
volgenden keer terug te komen. Dit blijft nog
een verrassing voor u.
Mijne mededeling weet u misschien door
vrouwelijke slimheid om te tooveren in een
St. Nicolaas surprise.
CAPBICE.
* *
*
Omelet met conftturen. 3 pieren, 15 gr.
boter, 12 gr. suiker, l lepeltje fleur d'oranger,
zout, corfituren.
Bereiding: Lis de suiker op in
orarjebloesemwater. Klop de eierdooiers, voeg daarbij
de suiker en het s y'fgeklopte eiwit Maak
boter warm in een omeletpan ; voeg de eieren
er bij, laat het 2 a 3 minuten bakken en als
de kleur geel-bruin is, plaats dan de o m el e t
in den oven om gaar te worden. Met corfituren
bestrijken, dichtvouwen en met suiker be
strooien.
e/m
l>
Geachte Redactie!
- Wilt u zoo goed zijn, enkele woorden te
plaatsen in antwoord op het schrijven van
mej Lagerwey van 9 November.
Het bestuur, saamgekomen, heeft nogmaals
zorgvuldig inzage genomen van de correspon
dentie, gevoerd tusschen mevr. Waszklewicz
en het bestuur van de Ligne des Femmes pour
Ie Desarmement International vóór en ca het
oprichten van den Bond. Het resultaat was,
dat de lezing van mevr. Waszklewicz over het
benoemen van haar vice-presidentschap de
ware is, zooals mej. Lagerwey ook meedeelt,
vernomen te hebben. Wat het gesprek tusschen
Mej. Lsgerwey en mevr. Waszklewicz betreft,
dit moet op eene vergissing van mej. Lagerwey
berusten, daar het bestuur niets contradictoir»
tusschen dat gesprek en de rede op de eerste
algemeene vergadering kon ontdekken.
Namens het Bestuur:
Mevr. A. VAN DELDEN
v. ROSSUM.
Mej. M. G. G. MAARSCHALK.
BLBLXXI
f rissola.oi3.cio d x» £*, ri