Historisch Archief 1877-1940
^Tfw^j»:^" *V-T ,?;'£-;
D E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1227
Boet en Tijdschrift.
De Nieuwe Gids.
De N. Gids atygt In talrjjkheid en verschei
denheid van bedragen. Hét z\jn niet meer
Kloos en Boeken alleen die de afleveringen
vullen. Dit keer tellen we zelfs een tiental
namen' en het proza wisselt de poëzie in
aangename verhouding af.
Jeanne Reyneke van Stuwe gaf er een goed
geschreven schets over een meisje dat verliefd
wordt op haar leeraar en daarna tot de ont
dekking komt dat hy getrouwd is. De
najaarsomlvjsting vooral treft door. juiste en
weiverzorgde woordkeus. Het geval zelf is misschien
wat on-werkelijk gehouden. Niet, dat deze ge
vallen niet kunnen voorkomen, maar de auteur
dient het vage te vermijden, het
onwaarschynly'ke toe te lichten. Nu gaat men allicht denken:
vreemd, hoe een leerling niet weet dat haar
leeraar getrouwd is.
P. H. van Meerkerken Jr. kwam weer met
een legendarisch-zinryk verhaal als onlangs en
waarby het als een vervolg aansluit. Men moet
zoo'n verhaal eenige malen lezen en behoorlijk
lang overdenken, om er den toetssteen aan
te kunnen zetten, want litteratuur en filosofie
gaan maar niet zoo gereedeUjk tezamen. Zoo
vluchtig gelezen lijkt het wel doorproefd te zijn.
Een mooie proeve van natuur-beschrijving
bl|jkt wel te zy'n Leicestershire" van Adriaan
van Oordt, hoewel, het alty'd een minder moeielijk
procédéblijft de natuur weer te geven met de
gevoelens van den persoon er zelf in. Het wordt
dan niet de vraag hoe de streek er uit ziet,
en hoe dit door anderen kan worden waarge
nomen, maar het zyn de gevoelens van den
auteur die het tafereel kleuren.
Van Johan de Meester is er nu hoofdstuk IV
van zyn Geertje", dat meer en meer bly'kt
voortreft'elyk werk te zyn, een prachtige schil
dering van toestanden in den kleinen burger
stand, t. w. het afzaksel van dien stand, eerlijk
en met liefde weergegeven.
Dan nog is er onder het proza een schetsje
van G. van Hulzen een typeering van twee
modiestetjes uit het Amsterdamsche leven.
Van Willem Eloos zyn er een viertal mooie
liefdeverzen, waarvan n hier volgt:
Ik zie dat witte zwanendons, een vlok
' Van sneeuwig schuim gelijk, geleidelijk glijden
Langs de effen vijver-spiegel, of daar trok,
Gedachte-aan-Liefde, zichtbaar tusschenbeiden.
Als blanke neer op 't meer, dat de oogen schreiden,
Zoo hooploos vol, omdat de ziel plots schrok
Door 't bitter denken aan een inooglijk scheiden
Bij de' allerlaatsten slag der levens-klok . ..
Maar Lief zegt met een glimlach: Bloem der ziel,
Inniglijk-wit en teer, is Liefde, en boven
Des levens-vloeden drijft ze, een sterke kiel!"
O, ik heb lief n, lief u!" roep 'k eu kuiel,
In oppermachtig voelen eu gelooven,
Dat 't eer mya fiere zelf, dan u outviel.. ..!
Dan nog van dr. H. J. Boeken een
drietalen van J. Reddingius een viertal sonnetten.
De bespreking van Joh. W. Broedelet over
de vertooning van Richard HE in den Stads
schouwburg te Amsterdam, bljjkt te zyn een
deugdelijk doorwerkte studie. Strofe voor strofe
volgt bij den tekst, toont aan dat de geheele
opvoering eigenlyk een mislukking en een ver
gissing was. Iets nieuws vertelt Broedelet hier
niet. Er is nog door niemand het tegendeel
beweerd, nu niet en vroeger ook niet. Ten
opzichte het Leidscheplein is men in een staat
van berusting gekomen; men weet heel goed,
dat er toch niets aan te verbeteren is en neemt
het vertoonde nu maar voor lief gelijk het
uitvalt. Dat zelfs Bouwmeester er wel eens
naast speelt, och dat weten wy ook wel, maar
zelfs als hij er naast speelt is het meest nog
geniaal.
In de literaire kroniek bespreekt Kloos de
verzen van Jeannette Nyhuis en Natuur en
Leven" van Frans Bastiaanse.
Ze zijn beiden waarachtige dichters, zegt
hy, maar de eerste vermijde het te vaag
gehoudene en woordenrijke, de laatste daaren
tegen, den soms al te kalmen, den te
bedaardgewetenen stap.
Elsevier's Maandschrift.
Dit keer geen schilder van de maand, maar
een bespreking, een praatje eigenlyk over
portretschilders van vroeger en van nu, door
G. H. Marius.
Vroeger deden de oogen vriendelyk-vredig
aan, waren meest van stille geslotenheid, nu
staren die oogen op de portretten meest zoo wild
en heftig dat de beschouwer er bang van wordt.
Mej. Marius, die verschillende anonymi, al
pratende, hun meening laat zeggen, zoekt de ver
klaring van dit verschynsel in onzen zenuwtijd.
Zou dit bang worden voor een eenigszins
heftig oog ook al geen verschynsel zyn van
onzen zenuwtyd ? Ik stel mij voor, dat onze
vredige voorouders, die zoo blank van hunne
portretten keken, zich niet zoo beangst voor
een paar nerveuse oogen zouden voelen.
By' dit opstel zyn werkelyk mooie reproduc
ties, voor zooverre een zwarte druk van een
kleurendruk mooi kan zyn. Het opstel werd
geschreven naar aanleiding van de
portrettententoonstelling der Haagsche Kunstkring.
De roman van Herman Robbers De Bruidstijd
van Annie de Boogh" heeft nu haar eind ge
kregen. Het bly'kt een prachtig stuk werk te
zyn, een moderne karakteriseering van de
weigezeten burgery in haar zakerig slobberleven.
De beschrijvingen van Rotterdam, waar het
verhaal speelt, zyn misschien wat al te ge
detailleerd, maar als geheel getuigt het van
groote uitbeeldende kracht. Het zal misschien
blyken het mooiste boek te zyn, wat in 1900
by ons werd geschreven.
Dr. J. de Jong geeft als tweede portret van
musici in den vreemde Samuel de Lange, de
broer van Daniel, die na geruimen tyd, als
Weltmann, nu hier dan daar gezwalkt te hebben,
te Stuttgart vastgemetseld zit aan het
conservatoire, een functie die geheel voor hem
past, en waarin hy zich thuis voelt.
De heer E. W. de Jong bespreekt in de reeks
der Amsterdamsche gemeente-instellingen hét
abattoir (waarom geen slachthuis?) en de vee
markt. Hy doet het niet artistiek, heel gewoon
heel zakely'k en heel droog. Het zou een
eereplaats kunnen verkrijgen in een veelgelezen
dagblad, maar voor een tijdschrift is het wel
wat dun.
Een vlot geschreven verhaal over een loyale
burger, die door Engelsche mishandeling, onder
de krijgswet gebracht, en dan tot het uiterste
gebracht rebel wordt, is er van C. Louis Leipoldt.
Dan buitenlandsch overzicht,
boekbeoordeelingen, muziekstuk enz.
In een bespreking van Couperus' laatsten
roman zegt Frits Lapidoth o. m.
Het is voor den lezer een niet te vergeten
teleurstelling dat de machtige schrijver van
Stille Kracht ons voert tot de hoogte, waar wij
het recht hebben de een of andere indruk
wekkende manifestatie van dat Oostersch
bovennatuurlyke te verwachten, doch zich dan ge
draagt als een niet groot romancier-ten-vermake
en maar een spook-historie verhaalt, een erge
bekende, vaak door oudgasten kleurig verteld,
zonder te doen gevoelen dat hij dieper in het
wezen der wonderbare verschijnselen is doorge
drongen dan een handelsreiziger, die aan de
kletstafel eventjes over dit onderwerp werd geïm
proviseerd. Maar wel mogen wy' hier onze
blijdschap uitspreken over het feit, dat Couperus
die andere, even geduchte Stille Kracht zich
openbarend in onoverwinbaar stil verzet tegen
onze regeering met meesterhand heeft weten
uit te beelden in enkele prachtige, levende
typen van Oosterlingen.
De Vlaamsche school.
De Vlaamsche school", die wel eens eenige
maanden ten achter raakt, komt nu langza
merhand by. We hebben nu een afl. van
October. En November zal wel spoedig
verschynen, zoodat het verschil gereedely'k geëffend
wordt.
Deze afl. is bijna geheel gewijd aan een
beschrijving van de processie van O. L. Vrouw
van Blindekens (Blinde lieden) te Brugge. De
details zyn meer van archeologischen dan van
kunstrijken aard, zoodat men zich by' dezen
afvraagt of dit onderwerp wel verdient de
plaatsruimte die het werd toegemeten.
De schryver, de heer Medard Verkest, die
dit blijkbaar zelf heeft gevoeld, zegt dan ook
dat deze processie, die in de weidsche straten
en lanen van Brussel of in de wegen der
Scheldestad fiasco zou maken, volkomen haar
schilderachtig karakter behoudt in de eenvoudige,
kronkelende straatjes van Brugge. Men moet,
zegt hy', die processie zien voorby schuiven
langs de geknielde biddende vrouwen uit de
volksklasse, langs de nette lieve huisjes met
trapgevel uit wier venstertje een wimpel sliert
en boven wier tichel daken een kerktoren of
ons reusachtig Belfort in de verte opdagen,
als wilden ook deze, voor een oogenblik, hunne
voornaamheid vergeten."
Belangrijk voor oudheidlief hebbers en
museabestuurderen, is een ly'st van Vlaamsche en
Hollandsche schilderyen, de verzameling van
wylen den markgraai Grimaldi, die verleden
jaar te Rome in veiling kwam en waarvan
zeker nog wel enkele stukken te koop zullen
zyn.
Van A. W. Sanders van Loo is er eenige
bladzijden allegorisch proza; een korte impressie
van Frans Buyen en een liedeke van Karel
v. d. Woestyne. Verder bespreking van
Jungbrunnen's boek voor het volk en eenige
uitknipsels over kunst.
* *
*
Van Nu en Straks.
Van Nu en Straks van Nov. begint met een
fijn-gedetailleerde schets van Stijn Streuvels.
Het leven, de zorgen en moeiten van oude
boerenmenschen, waar de koe niet kalven wil,
is met zorgzame liefde geteekend. Jammer
dat het eind zoo melodramatisch verloopt.
Waar alle aandacht samengetrokken wordt op
dat niet kalven van de koe en de zorgen die
daardoor ontstaan, wikkelt de auteur dit niet
at, maar laat de kleeren van de vrouw, terwijl
de man naar den veekooper is, vlam vatten
en daarmede is het verhaal dan uit. Stijn
Streuvels begint mogelijk wat veel te schrijven,
hoewel ook zyn andere verhalen, wat compositie
aangaat, wel eens hetzelfde gebrek vertoonen.
Van Jac. Mesmil een studie over het
huwelyk, het weinig vrye, by het sluiten ervan, de
oorzaken en gevolgen, alles zeer belangrijk om
te lezen. Het opstel kry'gt nog een vervolg.
In een pittig opstel over de v"laamsche bewe
ging plaatst zich August Vermeijlen, als de
vaandrager der jongere beweging, tusschen het
oude particularisme en de Franselaars. Een
aanval in het Bulletin de FAssociation
Samande pour la vulgarisation de la langue
frangaise", van Cyriel Buysse, gaf hem daartoe
de gelegenheid, Buysse had gezegd, dat ze in
Vlaanderen maar moesten doen als in Holland,
waar het Fransch graag aangeleerd wordt. De
Vlamingen, meent Buysse, handelen veel meer
uit haat tegen het fransen, dan uit liefde voor
hun eigen taal. Die afwerende houding ver
sterkt Vlaanderen niet. Zij sluit haar af van
een wereldbeschaving.
En hierop nu repliceert Vermeijlen, dat
ongelukkig hiervan wel wat waar is, al acht
hy het woord haat veel te sterk uitgedrukt.
Holland verkeert in andere toestanden dan
Vlaanderen. Daar kan het fransch de
Nederlandsche taal niet verdringen. In Vlaanderen
moet gestreden worden om niet door het fransch
te worden overwoekerd.
Het zijn de Franselaars, zegt hij, die den
natuurlijken grondslag eener eigen beschaving
onder onze voeten doen zinken; zij zijn het
die het Vlaamsche volk niet alles doen worden
wat het kon zijn; zy zijn het die tot onzelf
standigheid doemen.
Geef het volk zijn taal omdat het naar de
behoeften van zyn eigen wezen ontwikkele,
geef het zyn taal, want met de tong raken de
gedachten los, krijgen ze vorm, wordeu ze leven
dat zich voortzet.
Kon men de groote hoop verfranschen,
Vermeulen zou, hoe jammer ook voor de
Vlaansche taal, die hij als kunstuitdrukking
zoo lief heeft, daartoe te vinden zijn, omdat
daarmee de algemeene kuituur in Vlaanderen
zou stijgen,
Maar dat blijkt nu wel onmogelyk: hoe lang
tracht het Fransch 't Vlaansche land te door
dringen ? Te vergeefs! Vraag het de boeren
uit Fransch-Vlaanderen, die sinds meer dan
twee eeuwen onder het sterk centraliseerend
bestuur van Frankrijk leven; zij spreken
Vlaamsch. Daarom is het eenvoudiger Vlaande
ren radicaal te vervlaamschen, het door middel
der eigen taal te ontwikkelen, waar, zooals
gebleken is, het Fransch onmachtig blijft.
Maar daarom moeten wij beletten, dat het
Fransch de plaats inneme van de eigen taal.
Beletten o, Association met den langen naam,
dat het Fransch opgedrongen wordt aan
menschen, die nog niet eens behoorlijk Vlaamsch
weten te spreken en daarna zullen wy, pre
cies gelijk Noord-Nederland, dat ons
een-altijdsteviger ruggesteun moet worden, 't Fransch,
ook het Engelsch en Duitsch leeren, niet meer
doof en blind staan voor de groote Germaansche
beschaving. Hoe staat het thans reeds met de
ontwikkeide Vlamingen, die zich door't Fransch
niet lieten opslorpen ? Geen enkele is er die
niet drie, vier talen leest. En stel daartegen
over de Franschelaars. Wat kennen zy buiten
de Fransche, neen buiten de Parijsche kuituur,
waarvan zij toch maar een flauwe afwatering
zijn ! Het uurwerk van hun geest is erg ten ach
teren: zy verkeeren nog altijd in den waan, dat
de beschaving een Fransch monopolie is, het
Fransch de wereldtaal, Frankrijk het hoofd, de
leider der Europeesche gedachtenwereld. Zy
zijn nog altijd menschen van een provincie, al
is die wat grooter. Spreek hun niet van wat
er buiten hun provincie omgaat! Met al het
gerammel hunner achterlijke inzichten, sluiten
ze de wereldbeschaving uit.
Vlaanderen, neen, groot-Nederland moet in
eigen grond geworteld, het kultuurleven der
andere volken in zich opnemen, tot eigen
sterker en grooter leven.
Verder nog in de afl. een voordracht over
de muziek der poëzie, hoe verzen moeten ge
lezen worden, door Hugo Verriest, dan verzen
van Herman Teirlinck, Alfred Hegenscheidt en
van Prosper van Langendonck, waarvan die
van Teirlinck vooral uitmunten door rustige
eenvoud en fijn gevoel.
Boon's Magazijn.
De December-att. valt, vergeleken bij de zoo
gunstig geslaagde voorgaande afleveringen een
beetje af. Louise Stratenus opent het ty'dschrit
met een pasklaargemaakt opstel over het Hot
van Italië. Er zijn mooie afbeeldingen in.
Interessant, hoewel in nevenzaken wat lang
gerekt, is het opstel over het bestuurbare
luchtschip van Graal Zeppelin. Jammer als
men over die proefnemingen leest, te ver
nemen, dat de vereeniging gast liquideeren.
Een kijkje in het soidatenkamp teMillingen
wordt door een onbekende H verteld. De heer
' Trademark
THEE - E. BRANDSMA.
Trademark
KOÜCTEIJHOBBffiRE,
Groot Beddenmagazijn.
Groote collectie Wiegen,
Kinderledekanten, Luiermanden,
Babytafeltjes, Babybascules, etc.
etc. Vraagt geïllustreerde catalogus,
J
fêapetier de
la
733 Keizersgracht 733
AMSTERDAM.
erbeterde methode Dames
Hoofdwassching, volgens systeem Bilermo
? 1.00. Ed. Van der Ven,
Coiffeur de Dames, 535, Keizers
gracht 535, by de Spiegelstraat.
Inrichting uitsluitend voor Dames
en Kinderen. Wachtkamer.
Artistieke Haarwerken in alle mo
dellen, nuancen en prijzen steeds voor
radig. Serieuse bediening.
CACAO m CHOCOLADE
is PRIMA Amsterdam.
J. F. CITOS,
Westeinde 87,
-DEN
HAAG.Piano's, Amërlti.
Harmoniums.
Franco levering.
PHILIPPOM KETELAAR,
KALYEBSTBAAT 166, AMSTERDAM,
SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige
Uitzetten en Luiermanden»
Op aanvraag worden prijsopgaven en modellen franco toegezonden.
Eerste Nederl. Verzekering-Maatschappij op het Leven, tegen Invaliditeit en Ongelukken,
gevestigd te 's-Gravenhage, Kneuterdük n. Directeuren: Jhr. Mr. W. SIX en Mr. A. F. K. HARTOGH. Adjunct-Directeur: P. DEURINK.
Bijkantoren: te Amsterdam, Utrechtschestraat hoek Rembrandtplein; te Rotterdam, Gelderschestraat, Plan C No. 4.
Volteekend Maatschappelijk Kapitaal ....
waarop 20 pCt. is gestort.
Verzekerd Kapitaal op het Leven, uit. 1899.
Verzekerde rente
Ontvangsten over 1899
/ 1,500,000.?Reserven en Zekerheidsfondsen ultimo 1899
i Bezittingen ultimo 1899
17,633,647.19 ~
511,543.30
1,656,578.86
?
Tegen ongevallen met doodelijken afloop, ultimo 1899
invaliditeit, gevolg van ongevallen,
5,740,138.70
6,005,342.08
32,945,696.19
36,741,943.28
SMITS & SCHU1Z,
Tvittnrchitecten,
NAARDEN en BUSSUM,
belasten zich mei den aanleg eu de
verandering van kleine en groote
Tuinen, Parken en Buitenplaatsen.
Kraepelien en Holm's
Saliiafc-Pastilles.
algemeen erkend als het besie
middel bij Hoest en Verkoud
heid. Het is een slijmoplossend
en verzachtend middel bij uitne
mendheid. Verkrijgbaar bij de
meeste Apothekers en Drogisten.
Pr\js per tteschje 20 Cts.
F" Alleen echt in vierkante
fleschjes, voorzien van
etiquet, waarop de
handteekening van
KRAEPELIEN & HOLM, Zeist,
Hofleveranciers.
ZWITSERSCHE
RMJSWMJH.
Wit-, Bont-, Wol-Wasscherg.
Gordijnen-Wasscherjj.
Chemische Wasscherjj.
itstoomerjj.
Verzekering-Maatschappij HOLDA".
Damrak 74, Amsterdam.
Werkkrachttferzekering.
ZIEKTEN, ONGELUKKEN, ORGANISCHE GEBREKEN.
Uitkeering reeds voor ziekten van langer duur dan drie dagen.
Speciale tarieven ter verzekering tegen levenslange ongeschiktheid.
Delicieuse
Muisjes Rookvleesch.
CI1OWE «fc "., Amsterdam.
THE GRESHAM.
Levensverzekering-Maatschappüte LONDEN.
OPGERICHT IN 1848.
Nederlandsche Afdeeling: AMSTERDAM SPUI 23?27.
Directeur: M. J D E L L.
Stand 31 December 1899.
Actief ? 88,465,977,
Jaarlyksche inkomsten 15,40^,746.
Uitbetaald aan de verzekerden. : 191,757,672.
iiuieJlfleïries
TA.NDA.HTS.
Parfumerieën
?0V «TCT A ^M V^ TSTB l
Arnhem.
Wed. F. RVTGERS,
firma v. d. BEEGH & Cie.
Sunligh
Pédicure I
SINGEL 159.
Geheele verwijdering van
Likdoorns enz.
Consult lederen werkdag van 2 tot 5 j
uur. Ook aan hidi te ontbieden.
Slaapkamer Ameublement
massief Am. grenen (Pitch-pine)
tweepersoons bestaande uit:
Tweepersoons Ledikant met fronton,
Groote Linnenkast met fronton, 130 cM.br.,
Groote Waschtafel met marmer en
Toiletspiegel met fronton,
2 compl. gedecoreerde waschstellen,
Nachtkast met marmerblad,
Tafel en twee Stoelen.
met garantie
? 145.- netto a
franco tot elk spoor of bootstation.
Fotografieën gratis op aanvrage.
Men vrage geïllustreerde beschrijving
van compl. meubileeringen a f 075. ,
? 113O.?en ? 1735.?.
Firma J. S. J. DIE T 2,
Afd. Menbileerlng,
329 Prinsengracht, Amsterdam.