Historisch Archief 1877-1940
No. 1247
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
gejuicht «n de componist op het podium ge
roepen.
Nu hoop ik maar dat de leden van het
CoBCertgebouworcbest de geringe opkomst van
het publiek niet zullen toeschrijven aan gemis
ain belangstelling ten hunnen opzichte ; ik -ben
er vast van overtuigd dat het publiek veel voor
ons voortreffelijk orchest voelt. Wat dan wel
de reden mag zijn van de minder goede opkomst P
Ik wil dat raadsel niet trachten op te lossen,
wel wil ik er op wijzen dat de Maatschappij
"aecilia" hetzelfde doel, wat met de oprichting
au dit fonds beoogd wordt, reeds voor
zesfig jaar heeft nagestreefd en dat sedert dien
tijd tallooze kunstenaars bij tijdelijke of perma
nente invaliditeit ondersteuning genoten hebben.
Schrijver dezes zou gaarne zien dat er samenwer
king kon ontstaan in het bereiken van het doel,
maar buiten dien wernch om, heeft hij de vaste
overtuiging, da*, zoowel toestanden als personen,
er niet anders dan mede zouden worden gebaat.
Nog heb ik te vermelden de laatste uitvoe
ring in dit seizoen vau het //Klein-Koor a
cappella" onder mijn leiding, waarop werden uit
gevoerd drie koortjes van Orlando di Lasso op
iranschen tekst, mei serieuse strekking, en drie
met schertsenden inhoud en Brahms' heerlijk,
zesstemmige »Darthula's Grabesgesaag". Voorts
diens geestige en melodieuze »Liebeslieder" in
den vorm van walsen op. 52 door Mevrouw
A. 0!denboom Lntkemann, Mejuffrouw Ca<o
Lomsn en de keeren Bern. Schmeink en Joh.
Hoes, met vierhandige begeleiding door mejuffr.
A. v. Eiven Dorens en den heer W. D.
Baerselman. De heeren I. Mossel en Joh. Wijsman
werkten mede als solisten en oogstten veel
bijval in met de voordracht van eene cello
sonate van den in 1764 te Amsterdam gestor
ven Italiaansc'ien componist, Locatelli, met het
Adagio van Bargiel en Sc'ierzo van v. Goens,
voor violoncel en met de piano-variaties op Air
de Ballet uit Gluck's Alceste van Siiut-Saëns
en de Waldesrauschen-etude van Liszt en het
cis-mol Scherzo voor piano van Chopin.
Ik wil dit opstel niet besluiten zonder een ge
woorden te wijden aan de nagedachtenis van
een jong kunstenaar, die ons Zaterdag j.l. is
ontvallen in den bloei zijner jaren; het is
Martinus Johannes Bouman,
geboren te 's-Hertogenbosch, 29 October 1858
en gestorven te Gouda, 11 Mei 1901. Het doet
bitter leed te moeten deuken, dat deze eenvou
dige, sympathieke kunstenaar niet meer is. Meteen
gelukkigen natuurlijken aanleg begaafd, heeft Bou
man een welbesteed leven achter zicX Twee groote
dramatische werken heeft hij het aanzijn ge
schonken, n). ȟe Tempelisrs" en het onlangs
gunstig dooi- mij besproken »Het Meilief van
Gulpen". Reeds toen was de componist aan
getast door de kwaal, die hem helaas ten grave
l zoa sleepen. Het was inderdaad een bitter
tragisch lot, dat Bouman zijn werk, na het zelf
geheel te hebben ingestudeerd, niet tot leven
mocht zien brengen, daar de wreede ziekte hem
aan het bed gekluisterd hield. Het was hem
slechts vergund het beloofde land van verre te
zien. Wel scheen het dat hij nog zou herstellen,
maar het mocht niet zijn. De onverbiddelijke
dood heeft hem opgeëischt.
Het leven van Bouman is niet een veel
bewogen geweest. Op jeugdigen leeftijd werd
hij organist te 's Bosch. In 1883 ging hij naar
Utrecht als Directeur der U'recht-che
Mannenzangvereeniging en in 1887 naar Gouda als
Directeur der Muziekschool en later ook der
Zangvereeniging.
Met weemoed staren wij hem na. Het jonge
leven dat nog zooveel goeds had kunnen tot
stand brsngen, dat nog zno uoodig was voor
de zijnen.... weg is het, voor immer!
Wij zullen zijne eenvoudige, oprechte per
soonlijkheid en zijne sympathieke kunst in eere
bljjven houden!
ANT. AvEKKAMr.
MittmmtiiHiiiiimHinHiiiiiiitiminHiimiiiiiniiiiiiiHiimiMniminow
De architecten en de polytecMscüe fchool,
Gesteld dat de wetswijziging die ik de vorige
wie'c in dit blad besprak, zonder verandering
wordt aangenomen, in hoeverre zal dan die
wijziging van invloed zy'n op de
Nederlandsche Bouwkunst?
Deze vraag kan slechts beantwoord worden
als men zich vooraf een andere gesteld beeft
luidende: Wat beoogt men met het openstellen
der gelegenheid om een diploma te Delft te
verkregen als architect; wil men als eind
resultaat van de studie ambtenaars of wel
kunstenaars gekweekt hebben?
Het eerste is namelyk mogelyk; het tweede
niet. Kunstenaars behooren nu eenmaal tot dat
soort van volkje dat zich niet kweoken laat;
zy willen op eigen wyze ontwikkeling zoeken,
indien zij in eigen talenten gelooven.
Aan de polytechnische school werden voor
de verschillende studievakken tot nu toe meer
dan duizend diploma's uitgereikt. (In het
Gidsnummer van Maart 1901 deelt de
civiel-ingenieur en Gids-redacteur R P. J. Totein
Nolthenius dit cijfer mede in zijn artikel
«Prekende Steenen".) Op dit duizendtal kwam
slechts 41. malen het diploma van architect
voor, dat is slechts 4 pCt. Van deze 41 archi
tecten zijn er elf werkzaam in de
burgerpraktyk, en deze opmerking is van my onder
die elf zijn er eenigen die de vaderlandsche
bouwkunst verdienstelijk voorstaan.
Ziehier in cijfers uitgedrukt de invloed van
de gediplomeerden aan de P. S. op de bouw
kunst. Van bet twaalftal ambtenaars in
ry'ksof gemeentedienst wordt door mij
voorbedachtely'k gezwegen, omdat het vooralsnog «eer
twjfulachtig (is of ambtenaars, onder 4« titans
zullen bevorderen. Op dit oogenblik zy'n, uit
de bouwwerken van officieel aangestelde bouw
meesters, meer argumenten daartegen dan
daarvoor te putten.
Men heeft by de wetswijziging getracht
tegemoet te komen aan het bezwaar aan de
studie te Delft verbonden voor de aanstaande
architecten, door de grenzen der wis- en
natuurkundige vakken intekorten. Het gevolg
daarvan zal zy'n dat er wat meer «xameng
gedaan worden en dat men dus wat meer
diploma's zal uitreiken. Dientengevolge bestaat
er kans dat het aantal gediplomeerde ambte
naars vergroot zal worden.
Maar daarmede wordt de bouwkunst nog
niet gediend!
De oorzaak dat de P. S niet bezocht wordt
door aanstaande architecten zit iets dieper dan
alleen in deze wisknndekwestie.
De polytechnische school is verbonden aan
Delft, en nu mag men van dit kleine, aardige
stadje zeggen wat men wil, men mag aanvoeren
dat er nog veel moois, veel oude, veel
eigenaardigs te vinden is, men mag wijzen op de
gothische kerken en het renaissance raadhuis,
op de schilderachtige grachtjes, op enkele
interessante geveltjes en poortjes, of wel, op
de moderne kunstwerkplaatsen voor aardewerk
of gebrandschilderd glas, te ontkennen is het
niet, dat Delft niet is en zeer waarschynly'k
llllllMllllliinjiliililMiMlMMnilllllliiilMUiiililltflluiifiiiiiiiiMiiiiilitliliiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiimniuiitiiiiitniiiiitriiMiiiiimftuiMiiMiiiiiiiiit'
l heerschende omstandigheden, ooit de bouwkunst j nooit worden zal een brandpunt van artistiek
iiMmimiiiiiMiMirimiimmiiMimMiiillimiMimmilMiiimiliiiiiii illiiiiiiitmiiiiiiiiiiiHftiiiiimiMiHmitiMiiiiiiiiniHiilHiiillllHltiiimliiiiiiiiiiiiiiiiillllMliniiiiiii
5 dubb. Capsules
«oor 6
?IIHIIIIIIHIIIIIimilllHIIIIHIIIimiMMHI
ifHiiiiiiiiiiiiimimm
»
iiiimiiiiiMiimiiJii
iiiimiiiMMMMMmmmiMiiiiiiiiiiiMmiiiii
Een Yolfcsnoogesctojl onfler de poolkrinp.
De beschaving is als een zegevierend leger,
dat telkens en telkens meer terrein in bezit
neemt en zijn voorposten verder verschuift, iii
't tijandelijk land.
In de uiterste voorposten der beschaving in
het hooge Noorden is nu de eerste
volkshoogeschool opgericht.
Daar in het land van de midderuachtszon,
waar nog zeer veel bijgeloof en onwetendheid
heerscht, is nu de macht van den duisteren
winternacht gebroken. De vlam van de weten
schap verheldert nu de maandenlange duisternis.
Om u een idee te geven, hoe hoog in het
Noorden deze volkshoogeschool te Matarengi
ligt, dieue: dat de afstand van Hvilau (de
zuidelijkste volksboogeschool in Zweden) tot
Matarengi even groot is als van Hvilau tot
Plorence, terwijl de reis daarheen wel viermaal
zoo veel tijd vordert als van Zweden naar Italië.
Matarengi was niet alleen door zijn afgelegen
heid en streng klimaat van bet overige gedeelte
van Zweden gescheiden, maar ook de taal van
aijn bewoners was een groote hinderpaal.
Deze Pinsch sprekende Zweden leefden tot
nu in een bijna volkomen isoleering van het
moederland en zijn beschaving. De groote af
standen, de gebrekkige middelen van verkeer en
bovenal de taal scheidden beu van hun
landgenooten. Ook bestonden er tot voor eenige jaren
in deze streek nog geen volksscholea waar de
bevolking de rijkst aal kon leeren om zoo in
verbinding te komen met de beschaving vau het
vaderland.
't Is dus geen wonder, dat bijgeloof eu onwe
tendheid in deze merkwaardige streken heerscben,
en ook nog vele gebruiken de ruwheid van
vroegere eeuwen behouden hebben.
Ook oefenen de groote tegenstellingen der
natuur een ingrijpenden invloed op het karakter
der menschen uit. Die eiudelooze winter, als
het kwikzilver in den ihermometer bemest en
de zon maanden lang niet boven den horizon
komt en dan plotseling zonder overgang de
zomer, waarin de rogge gedurende acht weken
op het veld rijpt.
Maar deze menschen zijn van natuur zeer
begaafd en leergierig en toen deze
volkshoogtschool dan ook geopend werd, stroomden van
alle kanten de leerlingen toe. Er waren er,
die dertig mijlen ver kwamen.
De school te Matarengi is opgericht door
particulieren, in een half jaar had men door
vrijwillige giften een voldoende kapitaal bij
elkaur, om met het bouwen een aanvang te
nemen.
Zooals bij alle nieuwe en gewaagde onderne
mingen ontbrak het ook hier niet aan waarschu
wende stemmen. Men meende ten eers'e, dat de
school nooit op tijd klaar kon zijn. Zoo hoog in
het Noorden had men toch geen bekwame hand
werkslieden, noch droog hout. En kwam die
werkelijk tot stand, dan zou de school toch
spoedig door gebrek aan belangstelling der be
volking gesloten moeten worden.
Geen dier voorspellingen kwam echter uit.
Er meldden zich meer leerlingen dan men plaat
sen kon, en aangestoken door den akerneenen
geestdrift kwamen er handwerkslieden uit het
Zuiden, zoo dat de heele inrichting van het
schoolgebouw in zes weken gereed was.
En wat nog belangrijker is voor den bloei
de^er nieuwe inrichting, meti vond een uit
stekende directeur, en directrice. Want bij
een volkshoogeschool is de keuze van den
directeur en zijn vrouw van het hoogste gewicht.
Van hen beide gaat, een zeer grooteu invloed
op de leerlingen uit. Zij leiden toch niet alleen
het onderwijs, maar wonen ook samen met de
leerlingen; daardoor ontstaat er een innige band
tusscheu leeraars en leerlingen.
Het onderwijs op de volkshoogeschool te
Matarengi is gemeenschappelijk voor jonge
mannen en vrouwen.
Aangemoedigd door de gunstige resultaten,
die men van dit onderwijs op de
volkshoogescholen in Finland zag, heeft, men het hier,
evenals ook op enkele Deeusche scholen inge
voerd.
Daardoor vervalt natuurlijk de verdeeling van
een wintercursus voor jonge mannen, en een
zomercursus voor jonge vrouwen, zooals die nog
op alle Zweedsche en Noorweegsche, en ook
op de meeste der Deensche volkshoogescholen
bestaat.
Zestien jonge mannen en 17 meisjes volgden
den eersten cursus te Matarengi.
Misschien zal men vragen aaa welke kennis
men het meest behoefte hal in deze koude
afgelegen streek.
Och, in den grond is de menscheljke geest
overal gelijk, overal bestaat dezelfde drang naar
kennis, dezelfde behoefte om vooral de plaatse
lijke verhoudingen beter te leeren kennen.
De voornaamste taak van de volkshoogeschool
te Matarengi is dan ook het leven in deze strenge
natuur rijker en edeler te maken, den landbouwer
te leeren, zooveel mogelijk profijt te trekken
van deze bizondere natuurverhoudingen. Daarom
is er ook een landbouwschool aan deze volks
hoogeschool verbonden.
Een ontwikkelden,fliuken boerenstand te vormen,
die door het leeren der rijkstaal in verbinding
kan komen met het vaderland en zijn cultuur,
is het doel van deze school,
't Onderwijs bestaat gedurende de morgenuren
uit voordrachten over geschiedenis, aardrijks
kunde en natuurlijke historie, want ook hier,
gelijk bij de Deensche volkshoogescholen wordt
de grootste invloed en macht toegekend aan
het levende woord.
Studieboeken worden dus niet door de leer
lingen gebruikt, wel staat natuurlijk de biblio
theek der school voor hen open. Dan volgen de
practische oefeningen, afzonderlijk voor beide
geslachten.
De meisjes verdeelen zich dan in verschil
lende groepen, het grootste gedeelte van hen
verzamelt zich in de weefkamers. Daar zijn ze
ijverig in de weer onder leiding der directrice.
Er worden allerlei kleedingstukken geknipt
en genaaid, daar snort het spinnewiel lustig in
het rond; want het, handweven is geheel in eere
hersteld in Skanliuavië. Vooral op het land
vervaardigen de vrouwen zelf dikwijls hun eigen
gordijnen en japoastoffe.n.
Maar ook vindt meii in deze weefkamer een
voorwerp, dat tot nu toe geheel onbekend was
in deze streek. De meisjes hadden zooveel lust
om kant te leeren maken, dat de jongens geen
rust hadden, vóórdat ze hun een kantkussen en
klosjes gemaakt hadden, en nu slingeren ze tot
groote verbazing van de tosschouwers lustig de
klosjes door elkaar.
Onderwijl is een ander gedeelte der meisjes
in de keuken werknaain De schoolkeuken is
namelijk een gewichtig onderdeel van het onder
wijs der meisjes.
Eerst krijgen ze les iu de theorie, en dan
mogen ze als practische oefening het mid lageten
voor de geheelc scbool gereedmaken. Natuurlijk
bestaat er tusschen de verschillende groepen .
der meisjes ouderling een groote wedijver, wie |
het smakelijkst de spijzen kan toebereiden. |
Een afkeurend oordeel hunner kameraden,
het laten aanbranden van het eten is voor de
kooksters natuurlijk een groote schande. Maar
daarvoor bestaat, niet veel gevaar, want de meisjes
vinden dit onderwijs zoo prettig, dat ze dringend
verzocht hebben, dit te laten voortduren tot het
einde van den cursus. Oorspronkelijk was dit
onderwijs slechts gedurende twee maanden in
den herfst verplichtend gesteld.
Na den maaltijd worden er voordrachten over
verschillende onderwerpen gehouden. Zoo wordt
ook de gezondheidsleer te Matarengi als een
der belangrijkste vakken van het onderwijs
beschouwd. Voor de meisjes is daaraan ver
bonden een cursus in de verpleging van kinderen
en een weinig opvoedkunde.
De avonden zijn gewijd aan lezen, zang en
fpel. Ja ook aan sp?l, waat de jeugd in Zweden
heeft nog niet verleerd zich met spelen te ver
maken, en in hun spelen weten ze verrassend
veel fantasie eu vindingrijkheid aan den dag
te leggen
En zoo ging de lange winter met leeren en
spelen voorbij, en toen de eerste roode schijn
in het Zuid-Oosten de terugkomst der zou voor
spelde, uitte de geestdrift der jongelieden zich
in het spontaan zingen van eeu jubelend
voorJHarslied.
ZJQ is dus de macht der duisternis over
de zielen gebroken eu een nieuwe lichte tijd
breekt aan voor deze menschen, die zoo lang
verstoken waren van de zegeningen der
beschaviug. B. N.
dra1 de püysioloiisclie acnterlüieiil
der rouw .
Door dr. P. J. Möiuus.
Ik zou de aandacht onzer lezeressen willen
vestigen op eene brochure, die onder
bovenstaanden titel is verschenen. Ik bsn zeker dat
de lezing daarvan onwillekeurig eene komieke
uitwerking zal hebben en haar een paar koste
lijke uurtjes verschaffen zal. Daar het werkje
reeds in verschillende tijdschriften uitvoerig is
besproken en weerlegd zal ik mij tevreden stellen
DAMEjS.
,>, «)
met eenige aanhalingen uit het sensatie-gsschriftja
van Dr. Möbius.
Het is niet gemakkelijk te verklaren, wat
achterlijkheid is, men zou kunnen zeggen dat
het iets is tusschen idiotisme en normaal ver
stand.
Lichamelijk beschouwd, is de vrouw, afgezien
van hare geslachtskenmerken, een tusschending
tusschen kind en man en geestelijk is zij het
ook in vele opzichten.
Het instinct nu maakt de vrouw even als het
dier onzelfstandig, vertrouwend en zorgeloos.
Daarin ligt haar eigenaardige kracht, het maakt
haar bewonderenswaardig eu aantrekkelijk. Met
deze overeenkomst met de dieren, hangen zeer
vele harer vrouwelijke eigenschappen zamen. In
de eerste plaats gebrek aan een zelfstandig oor
deel. Wat waar en goed heet te zijn is voor de
vrouwen waar en goed. Zij zijn streng conser
vatief en haten al wat nieuw is, uitgezonderd
natuurlijk in die gevallen, waarin het nieuwe
haar persoonlijk voordeel aanbrengt, of wanneer
haar ^uitverkorene" daarmee ingeuomen is. Even
als de dieren sinds onheugelijke tijden steeds
hetzelfde doen, zoo zou ook het menschelijk
geslacht, wanneer er slechts vrouwen waren, in
zijn oer-toestand zijn gebleven.
Het is niet juist de vrouwen immoreel te
noemen, maar zij zijn moreel eenzijdig of gebrekkig.
Ware de vrouw lichamelijk en geestelijk niet
zw.ak, werd zij niet in den regel door de om
standigheden onschadelijk gemaakt, dan zou zij
hoogst gevaarlijk zijn.
Het »wauwelen" verschaft de vrouw ontzet
tend veel genoegen, 't is de eigenlijke vrouwe
lijke sport.
Huichelarij d. i. leugen is het meest natuurlijke
en onontbeerlijke wapen der vrouw, dat zij on
mogelijk zou kunnen missen.
Na al het voorgaande beweer ik dat niet alleen
achterlijkheid bij de vrouw bestaat, maar dat ze
ook noodzakelijk is; het is niet alleen een
physiologisch feit, maar een p!>ysiolo.risch postulaat 1).
Iemand heeft gezegd, men moet van de vrouw
niets anders verlangen, dan dat zij ,/gezond en
dom is." Dat is grof uitgedrukt, maar in die
paradox schuilt waarheid.
Ook bij de vrouwen, die iu de eerste jaren
van het huwelijk zic!i goed houden, begint de
achteruitga!'g dikwijls nadat zij een paar ma-J
moeder zijn geworden. Epen als hare schoonheid
en hare lichamelijke krachten afuemsn, zoo ver
dwijnen ook liare verstandelijke vermogens eu
de vrouwen worden kindsch" of zooals het
volk zegt zij : verkindsehen."
Wanneer het voiksoordcel niets dan kwaad
van haar wist te zeggen en het spreekwoord
haar zoa afmaakt, dat, er geen goed haar aan
blijft, dan moeten wel hare eigenschappen er de
oorzaak van ziju. Men beschuldigt haar van
bijgeloof, bekrompenheid, kleinzieligheid,
kibbelachtigheid, babbdzucht, kwaadsprekendheid, allen
eigenschappen, die wijzen op een lagen trap van
geestelijke ontwikkeling eu die juist daarom de
achterlijkheid der vrouw uitmaken.
Billijkerwijze moest men er bij voegen, dat
het algcmceue oordeel zachter zou zijn, indien
de oude vrouwen wat minder leelijk waren.
l gelijkheid wekt afkeer en het volk haat feitelijk
alles wat leelijk is, zooals men leelijke dieren
verafschuwt.
iSu, de dames kunnen het er voorloopig mee
doen.
Zou het ingespannen bestudeeren van de
achterlijkheid der vrouw niet zonder
terugwerkiug zijn gebleven op het verstand vau Dr.
Mölius?
(Uit Frauenlcbcii). E. KCXST-HKUXXEICAX.
1) l.sne stelling, die zonder bewijs aangeno
men en als geldig beschouwd moet worden, uit
hoofde van eene andere noodzakelijke en zekere
stelling.
3
»An Ewylish womaris Love-letters".
T/ieater-ntatistieh. liet A T> (' der
huishouding. Laatste portret rem
Koningin Vic'oria.
The topic of the day op letterkundig
gebied is in Engeland de uitgave van een
bundel gloeiende minnebrieven, geschreven
door een vrouw.
Door wie ?
Door een onbekende, die voorloopig haar
anonymiteit uitstekend weet te bewaren. Soms
lukt dit, doch bij uitzondering.
Wij zoeken nog steeds naar den auteur van
»Kippeveer" en naar »E S. de schrijfster, van
het schoone, aangrijpende, diep-weemoedige
boek «Stille Wegen".
Men is in Engeland aan het gissen en
vissehen naar de onbekende schrijfster van 86
minnebrieven, die door het publiek verslonden
worden. John Murray, de uitgever, maakt
goede zaken met het boek, hij kan niet genoeg
exemplaren leveren !
»An English woman's Love-letters'' zyn nu
ook in de Tauchnitz edition verschenen. Dus
voor a gulden, kan men zich deze zoete en
naar het debiet te oordeelen lokkende en
smakelijke geestesspijze aanschaffen.
De liefdesbetuigingen komen allen van n
kant, zooals dit ook het geval was met Prosper
Mérimée'n »Lettres a une Inconnue".
Het verschijnen van zulke feitelyk onvolle
dige boeken geeft in dsn regel aanleiding tot
allerlei littéraire mystificaties.
Een schrandere, Amerikaansche schoone
waagde zich eenige jaren geleden, aan het
schryven van een bundel brieven, die voorde
antwoorden van de »Inconnue'' moesten door
gaan. Zij kon nh veilig poseeren voor de
»Inconnue".
Of er nu ook verzonnen antwoorden op deze
Engelsche minnebrieven zullen komen ?
Duitsche bladen hebben een theater-statis
tiek gegeven, over het speeljaar 1899/1900.
Benige opgaven luiden aldus :
Goethe werd 530; Schiller 873; Lassing
179; Grillparzer 164, en Kleiat 163 maal
gespeeld.
Enkele stukken dezer klassieke schryvers
beleefden het volgend aantal opvoeringen:
Faust 103; Wilhelm Teil 17G; Maria Stuart
132; de Jonkvrouw van Orleans 103.
Van werken van hedendaagsche auteurs,
beleefden de stukken van Max Dreyer 849
opvoeringen; Schó'nthan 598 ; Sudermann 579 ;
Hauptmann 534; (Fuhrmann Henschel werd
tijdens deze theater-campagne 128 maal in
Duitschland opgevoerd).
In ons gezegend kleine landje, hadden wy
gedurende 1900/1901 een schitterend theater
succes met Heyerman's »0p Hoop van Zegen"
dat de 100 vertooningen haalde.
Wanneer de kranige stukken van onze
meesters, ook meesterlijk vertaald en opge
voerd worden, hebben wij nog een kansje,
dat onze Hollandsche namen, onder die pron
kerige getallen ook klinken als een klok, en
dat het aantal opvoeringen glorierijk zal mee- |
luiden. Maar, dan moet een Heine
Ensemble niet op de kunstuitingen onzer
dramaturgen aanstoomen.
»0p Hoop van Zegen" in den tijd van acht
dagen, vertalen, instudeeren ? en »geven" is
een ergerniswekkende daad.
Met den tekst van «Gaudviscbje" van W.
G. van Nouhuys is ook allertreurigst en
allerbedenkelijkat omgesprongen. Men is begonnen
van N's prachttitel te mishandelen en te
vervangen door »Gekaufte Liebe". Te begin
nen met den titel en ondanks de bekwame
vertaalster heeft een eigendunkelijk
TeaterDirector alles naar rato gemaakt. Zoo iets is
zonde en jammer en valt te betreuren voor
onze dramaturgen Heyermans en van Nouhuys,
met wie wij niet alleen voor-den-dag kunnen
komen, maar op wie elk Nederlander trotsch
mag z\jn.
* * *
Het »A B C der Huishouding" door Sslma
Poets, met het motto:
»In haar huis is iedere waarachtige huisvrouw
Koningin !"
Dit boekje is uit het Duitsch in het
Nederlandsch bewerkt door »J. D".
Kenmerkend in dit nuttig en leerrijk boekje
is de toon van eenvoud, beminnelijkheid en
gemoedelijkheid. Echt gemoedelijk zoo als
een lieve, Duitsche huisvrouw kan zijn.
In haar inleidingswoord zet de schrijfster
ongesmukt de redenen uiteen, die haar noopten,
dit boekje, het »A B C der Huishouding1' in
't licht te geven. Wij vrouwen, moeten
schrijfster en bewerkster dankbaar zijn voor
de moeite, die zij zich getroost hebben,
haar medezusters vóór-te-lichten en de be
hulpzame hand te reiken.
Een paar handen zoo bereidvaardig en lief
tallig uitgestoken, mogen wy niet versmaden:
wij moeten ze grjjpen en met erkentelijke
gevoelens drukken.
Het onontwikkeldst breintje, het meest
tobberig en bekommerd hoofdje van haar, die
geroepen zy'n, eene huishouding te besturen,
en niet weten hoe zy ooit de raderen dezer
ingewikkelde machine zullen leeren kennen
en smeren, kunnen het A B C van A?Z
snappen, dank zy' den kinderlyk-eenvoudigen
toon en de glasheldere aanduidingen in dit
meesterstukje van praktischen zin en
dooren-door vriendelyke bedoeling.
Het boekje is in drie afdeelingen gesplitst:
Eerste afdeeling (Wellevendheid);
Tweede afdeeling (Het besturen der
huisding);
Derde afdeeling (Industrieel-gedeelte der
huishouding).
Reeds deze indeeling is menschkundig en
tactvol. Vóór alle dingen moet zij, die aan
het hoofd van een huishouden staat, op wie
voortdurend de oogen van man, kinderen,
dienstboden, buren, vrienden en familieleden
zich vestigen, een voorkomende, beleidvolle,
vriendelyke, beleefde, dih wellevende vrouw
zijn.
Het »A B C der Huishouding" is uitgegeven
door den heer P. Kluitman te Alkmaar. In
prachtband is het voor een daalder
verkrygbaar; in gewonen band voor n gulden en
tien cents. .
Wij allen nebben wel eens een dochter,
een zuster, een nichtje of een vriendin die
gaat trouwen. Het boekje van Selma Poets
is een degelyk en nuttig geschenk om aan
den uitzet en andere geschenken te worden
toegevoegd.
Getrouwde vrouwtjes die ondanks inspan
ning, goeden wil, gewurm en geploeter nog
niet slaagden onder haar bewind die orde,
netheid, zuinigheid en blijmoedigheid te zien
heerschen waar zij in het binnenst van haar
ziel wellicht naar snakken, doen niet kwaad,
zich dit »A B G der Huishouding" aan te
schaffen.
*
* *
Professor Harkomer kreeg van koning
Edward van Engeland de opdracht, het portret
te schilderen van koningin Victoria, in plech
tige rust uitgestrekt op haar doodsbed.
Herkomer heeft zich uitstekend van zy'n
taak gekweten. De koning is zeer ingenomen
met de fraaie uitvoering van de schildery, die
een plaats heeft gekregen in een zijner par
ticuliere vertrekken.
Naar Eigelsch gebruik, is het gelaat der
doode bedekt door den bruidssluier. Op het
witte dekkleed over het ontzielde lichaam
uitgespreid, zijn prachtige, kleurige bloemen
geschilderd. In de rechterhand houdt de ge
storvene een melkblanke lelie.
CAPRICE.
* *
*
Sintïs appelen marmelarle. Snijl twaalf sina's
appelen en twee citroenen in zeer dunne
plakjes en verwijder de pitten. Doe op elke
kilo vruchten drie liter koud water en laat
dit 24 uur staan. Kook vervolgens de massa,
tot alle stukjes zacht en helder zijn, waarna
men het geheel weer tot den volgenden dag
laat staan. Voeg dan by elk kilo vruchten l Y2
kilo vruchtensuiker. Kook het nu tot de siroop
stijf wordt en de vruchten kristalhelder zien.
Het belangrijkste, waarop men bij het maken
van jam te letten heeft, is te zorgen, dat de
stukjes uiterst dun gesneden zy'n. Men doet
verstandig voor dit werk byzonder scherpe
mesjes te gebruiken.
iiiiuiiimiiiiiinuiiiiii!
ifiiimimiiiiiiimiiiiiiiimiMiiiimiiiii
'HO
bm.
Geachte Redactie!
De schrijfster van het ingezonden stukje,
d. d. 12 Mei, wil het blijkbaar doen voorkomen,
of de ti'iantiën van »l'Ünion des Femmes pour
la Paix'' drie jaren geleden niet werden ge
controleerd.
De controle was sedert de oprichting van
den Bjnd altijd als zy nu is! Dus hoogst
voldoende !
Dat, de redactie van Vrede door Recht, het
medegedeelde betreffende de finantiën lie
ver ongedrukt zag, kan ik me voorstellen,
als men weet, dat onlangs een blad hetwelk
zich in gelijken geest had uitgelaten, door de
Parysche rechtbank tot 1000 francs boete is
veroordeeld geworden.
Mevrouw Flammarion, die door den redacteur
als de zegsman-(vrouw) was aangewezen, heeft
toen een schrijven van herroeping moeten
zenden aan het bestuur der «Ligue pour la
Paix". Zijzelve had vroeger nota bene de
boeken geteekend.
VEKA.