Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1310
in de eerste plaats voor de Koninklijke, die
van 447 tot 474 stegen. De aandeelen
MoearaEnim gingen van 102 tot 108 vooruit. Parlak
avanceerde van 137 tot 150, de Russian van
van 19"> tot 198 en de Sshibnj ff van 99
tot 103.
Als deze vry algemeen1?, belangrijke ver
betering gegrond ig op de meer versterkte
verwachting van de samenwerking der Standard
Ou groep met de R'issische, waardoor een
weldadige invloed, tot verhooging van den
petroleum-prijs kan aangewend worden, dan
is er voorzeker een bijzondere gunstige toe
stand voor de Intern. Rumeensche
petroleummpij ontstaan. Hiervan getuigen de volgende
productie- cyfera.
Da productie dezer mpy bedroee gedurende :
1901. 1902
Jnli l 773 593 KG. Jan. l 459 446 KG.
Ang. : l 416 298 Febr. l 288 121
Sept. 1328505 Maart 23G1392
03t. 1409.013 April 2817904
Nov. 1845459 Mei. 3252855
Dec. 1413919 Juni 36)2362
Bovendien deelde de directie mede:
Stoomsonde No. 4 bereikte op 218 meter de
olielaag roet eene aanvankelijke productie van
80.000 KG. per dag.
Da Suriname-m py, die in de groep der
mjjnb.m.py'en, zich den vorigen keer zoo
gnnstig onderscheidde, door een vrooiijken
sprong voorwaarts van 54 tot 82, retireerde
deze week tot 75.
De min. van kol. zou aan genoemde m.py
een voorstel hebben gedaan tot overname van
hare rechten en aanspraken tegen terugbetaling
van de, door de m py werkely'k gedane uit
gave. Hst regeeringsvoorstel zou in verband
staan met de bedoeling om een tram aan te
leggen naar het Lawagebied. De gedelegeerden
tot vaststelling van het overname-bedrag zou
den reeds aangewezen zijn. De aandeelhouders
zijn inmiddels opgeroepen tot de buitengewone
algemeane vergadering, die op Ziterdag 9
Augustus in 's Gravenhage zal ge.houden wor
den. Mg' dunkt, dat toesehietelykheid van de
zijde der aandeelhouders zeer gewenscht is.
In den hoek der Yankee raus wai het niet
zoo druk, als de laatste twee weken. De koers
veranderingen zyp minder talrijk en minder
groot.
Hooger vind ik toch nog Akron, Illinois
Central, I>xmgton en Eastern, FVancisco,
Miss. Kans. TVxas en Ontario. Verschillende
geruchten en berichten omtrent nieuwe com
binaties en fusies verontrusten den kalmen
geldbelegger, maar prikkelde de speculanten.
Liefhebbers van New Orleans Rülways
Gompany, vergeet niet de waarschu v ei de
Groenewoorden van de vorige week. 'k Hoor den
lezer my monopelend toevoegend: «Weet ge
dan riet, "dat reeds een haif jaarüjksch divi
dend van 2 pCt. is geannonceerd". Ik antwoord
kalm : Dat weet ik wel, maar 'k weet niet of
het werkelijk verdiend is en dat weet ook
gÜniet.
Bovendien doe ik in 't algemeen opmerken,
dat de tegenwoordige koereen van vele
cammon-aacdeeler, naar de kans op dividend,
veel te hoog is.
Wederom maak ik met ingenomenheid mel
ding van het verschijnen van het fi '.ancien!
adresboek voor Nederland. Ds uitgever J. H.
de Baefy heeft den rijken inhoud, voor den
7den jaargang, vermeerderd met de
mededeeling van den minister van justitie over het
aanvragen van de koninklyke bewilliging op
ontwerp-acten tot oprichting van naatailooze
ver nootschappen. Die vennootschappen worden
tegenwoordig bij tientallen tegelijk opgericht.
A'dam, Mirnixstraat 409
Bussum, .Bjrneo"
D. STIGTER.
HtTSJES
Ee'niwee.
Schetfje naar het Ilaliaansch.
Mevrouw Rovereds, riep de huisknecht, de
salondenr openend en achteruitwyke'-cl om mij
voorby' te la'en gam. Dadely'k zochten myn
oogen mijn vriendin. Ei nog voor dat ik het
tengere, in een fauteuil bijna geheel wegge
zonken en door kussens ondersteund» figuur je
in den versten hoek der kamer gewaar werd,
wees de klank van haar stem, my in het
schemerdonker den weg.
Dag, Alriana. Een o zoo vermoeid, dag
Adriana,dat een overprikkeld zenuwgestel verried.
Dag, beste, hos gaat het ?
uitstekend, maar in den klank van die
Btem beduilde het erger dan ooit. Ga zitten.
En zy schudds de donzen kussentjes op den
dichtst bijstaanden divan op, om my een ge
in ikkelijk plaatsje te bezorgen.
Slecht weer vandaag.
Vreeselijk.
Een stilte. Het theewater in den hoek
niischte zacht en eentonig.
Waar was J3 mee bez'g ? Zit je te lezen ?
Neen, ik zat te denken. . . Toen, ra een
poof-je: Ik dacht na over een groot kwaad, dat
ik misfchien In b gedawi.
E^n groot kwaad ? Jij ? Ik lachte. Mijn
vriendin was e;n klein, wonderlijk schepseltje;
want weinigen konden het geheim doorgronden
van die groote gryze oogen, nu weer weenend
om denkbeeldig leed, dan wesr blij lachend
om niet bestaande vreugde, 'door haar gedroomd
in een mooien droom.
Een groot ktaad, een groot k-ffaad, her
haalde zij half in zichzelf.
Kom, laat eens hooren.
Ea zy, .et drift.:
Adriaia, geloof je niet, dat wij rijken,
zelfs al probeeren wy goed te doen, au fond
niet meer d >en dan gevolg geven aan eea
heimelyken drang van egoïsme ? En i k, meer
dan eenig ander.
Hier kwam ik tegen op. Ik wist immers van
zooveel nooden, door haar gelenigd, zooveel
honger, door haar gestild. En ik zei haar dit.
_ Ji, ja, toch wel. Wij allemaal, jij ook.
Ja zeker, we geven brood aan degenen, die
hanger hebben. Maar weet je waarom? Omdat
het zien vaa zooveel ellende OM hindert en
drukt. Als die ellende niet zichtbaar voor ons
was, zouden we er niets voor doen.
'k Herken je paradoxen weer, zei ik.
Ze was opgekomen en dicht bij mij komen
zitten. Ongeduldig vervolgde zy :
Zeker, 't is zooals ik zeg ! En toen, die
oogen vol gedachten op my vestigend : Adriana,
heb je nooit die vreemde gewaarwording gehad
van een van je eigen kleine verdrietelijkheidjes,
die je zelf heel aardig vindt te vergelijken met
het eindelcoie leed van de massa, en net daarby'
te zien worden tot een druppe'tje raast de
groote wereldzee. Daaraan lijd ik EU,
Ik lachte opnieuw.
'k Geloof, beste, dat jou hart te klein is voor
al wat je voelt.
Wij zwegen. Toen, opeens, begon zij te ver
tellen.
Luister. Herinner js je dat meisje, dat
ik een maand geleden bij me in dienst nam ?
'k Schudde ontkennend het hoofd. O.neen je
was niet hier. Je was in Pary's. Welnu, op een
middag, 'k was juist op het punt uit te gaan,
bracht de knecht my een briefja. 'k Zag
dadelyk, aan de hand, dat het een van die gewone
bedelbrieven was, die we tegenwoordig door
lezen, niet alleen zonder er door getroffen te
worde", maar zelfs zonder dat de reteekenis
van de woorden tot ons doordringt, zoo zijn
we er aan gewend. De moeder ziek, de vader
dood, de broer zonder werk, de kinderen uit
gehonderd. Wie heeft ze niet ontvangen,
dergelyke epistels, die gelukkig l dikwijls gelogen
zyn. En zonder zelfs den brief te openen, wierp
ik hem op de schryftafel en schoof myn hand
schoenen verder aan.
Mevrouw, zei de knecht, de vrouw, die
den brief gebracht heeft, wacht in de gang op
antwoord. Wat moet ik zeggen ?
Dit ik mijn vas'e armsn heb, waarvoor ik
zorg. Maar toen hy' zich omkeerde, om weg te
gaan, geraakte ik plotseling in tweestrijd. Ik
opende den brief en las hem vluchtig door.
Wacht, zei ik, ik kom ...
Ia ds gang, ja weet dat er, als alle deuren
toe zyn, o»er dag zelfs bijna duisternis heerscht,
stond de donkere, onbewegelijke gedaante van
een jonge vrouw. En ik, haar op heftigen toon
aanvallende :
Ik geloof geen woord vaa wat er ia dien
brief staït. A!s ik al die brieven moest
gelooven, zou ik tot de conclusie komen, dat er
in heel R>me niets dan ontaarde vaders en
zieke moeders en verlaten kinderen zijn . ..
Ik wachtte. De gedaante verroerde zich niet.
Heb je me begrepen ?
Ja, mevrouw.
Een van myn handschoenen viel. Da gedaante
buk'e, rsapte hem op en gaf hem aan.
Ga nu maar heen.
Een duistere fi kkering van wanhoop in die
oogen. En haar handen tastten raar de deur.
Toen hoorde ik een doffe stem zeggen :
Maar, wat er in dien brief staat, is toch
waar.
Er trilde een klank van waarheid door die
woorden heen Kom eens hier, zei ik. De ge
daante volgde mij tot op de plek, wa'>r een
heldere lichtstraal doereen nu geopende kamer
deur viel. En ik onderscheidde het magere
i gezichtje van een arrobloedig kind-meisje.
Hoe oud hen je ?
Achttien jasr.
En waarom werk je niet ? Wat heb je
tot nu toe gedaan ?
In een steenfabriek had ze gewerkt. Maar
het altijd inademen van onzuiverheden en s of,
het voortdurend tomn van te zware lasten
hadden haar een hardnekk'gen hoest en pijn
op de borst bezorgd. Ia het ziekenhuis was ze
echter weer zoo wat hersteld. Na had ze het
weer verlaten, na een ziekte van zes
msanden, een dier ziekten, die zich niet g ed
laten omschry-en, en die langzaam, langzaam,
de lichamen van zulke j irge, zwoegende schep
selrj^s bianenslirpen en otd'rmr.cen als een
langzaam werkenïvergif. IQ dien tusi-chentijl
was haar plaa's in de fabriek door een ander
injenoasen.
En bovendien, mompelde ze, 'k zou er
toch tiet sterk genoeg m^er voor zijn. . Maar
vadf.r hïd tot nu toe geleefd van wat ik ver
diende ... ei nu ik niets meer meebracht mis
handelde hij me van den morgen tot den
avond . .. Daaroai ben ik weggeloopen.
En hoe Iref js dar, nu?
Ze haalde de schouders op Och,.. zoo maar.
En een vreemden, somberen glosd z.',g ik
diep in die oogen, of verbeeldde ik my er te
zien.
Zoo nnar ? Hoe, zoo maa; ? vroeg ik
verwijtend.
Ach, i iets, mompelde zij. En zy Uchte
met dien bloedeloozen mond.
Een onbestemd gsvoel van medelyden kwam
plotseling in mij o;>, een eindelooze sympathie,
een vaag verlangen dat gelaat wee.r te z'en
opbloeien, er een anderen lach op te zien dan
dezen, die een droeve irorie was in mijn oog
en slechts dienen moest om haar innerly'ke
wanhoop te verbergen.
Luister, 7,?i ik, ik heb iemand nooiüg
Voor het grovere werk. Wil je blijven ? Ik
weet niet wie J3 bent, maar dat is niets. l
zal naar niets vragen, 'k Behoef geen getuigen
te hebben. Ik ge;f ja dit groote bewijs van
vertrouwen. Toon me dat ja het waardig bent.
Ik wil j o ui*- je tegenwoordige omgeving ruk
ken, je redden en een fatsoenlijk meisje van
je maken.
O Alr'a-ia, vervolgd? mijn vriendin, zich
zelf in de rede vallende, begreep ik toen wel
wat ik op mij nam ? Begreep ik op dit,
oogenblik wel dat dit ('éne mei-j ?, de v-,
rtegeawoordigs'.er \vas vaa dat ontzaglijke aaval bekla
genswaardige lotgenooten, die worstelen, en
lijden, en om hulp roepen, en ondergaai ? Ka
nog voor ik bad uitgesproken voelde ik haar
lippen zich onstuini g op mijn hand drukken.
Kn toen ? vrotg ik, daar mijn vriendin
ophield.
Ei co3ii ? Z-; b'eef. Ik gaf haa>' een vol
ledig stel klceren, want zs had ; ist me «r dari
het hoo^noodig.j aai het lijf.. Ik bracht haar
in een kamer^, waar do zon vrijelijk d.ior da
ramen stroomf, en waar een frisch bed on
r.e'te mc-ubeltj >s klaar stonden. En bij alles
wat ik haar Hat ,-,icn voelde ik weer ba%r Lppen
op raiju haiid. Zij schaei. gelukkig
Ik fprak baar hrwast ze'den. iliar ik zag
haar dikwijls c . telker.s als ik ha ir i i de ^a gen
ontmoette wisselden wij een veelbetekenend
lachje, als van twee medeplichtigen, <iiu in een
gemeenschappelijk complot zijn. En om ors
heen altijl het boosaardige g( tl lista^ van de
andere dienstbod;n, d:e tiaar verafschuwden.
Want ij voelden w.'l da' h-1 arm» scli 'psel hun
gelijke niet was, maar beu orde tot eon ander
ras, waarvan zij in niy:i def:ig huis, de «enigste
vertegenwoordiger vv-is. Zij stoni geheel alleen,
zij was het we/i :ii, de le<e de incan at:e van
een idee. Ei wezenlijk, op dezslf.ie m.,nier als
het geruiïch va i een fijn waterslraaltje ons
het onstuimig gswld van oen machtigen
!>ergstroom te bivne.i kan brengen, zoo h-ordu ik,
door h'?t schu.ve s'fniüutjüvan bet meisje
heen, steeds het dro gor.de geroep var. het naar
gcrech'igheiil iloist-nde volk. En mij kwam bet
voor fUt ais icdor nïijrt voorb 'el;l volü'le en de
deuren cp^r.dn, ilio or.fi wereldse h COÏTUS ge
sloten wil hou'i-r. beu sociale probleem tot een
oplossing zou komen.
Op eon dag. orueveer een maa b! r.a haar
komst, vroeg zij verlof een uur uit te mogen
j gaan. Ik s*ov.A hot baar tos. Z.; kwaru niet
voor laat in den avond thuis. E\ to^a ik haar
hier o?e- o-o>rhlelii, verontschuldig Ie zij z:ch
| op Si;huch;eren toon, en mat neergeslagen
oogeti, die toen zy ze opsloeg, weer zoo vreemd
glinsterden. Praat met haar" praat met haar,
zei een stem in myn binnenste. Maar ik moest
uit, ik had haast. En ik ging heen zonder
verder eea woord te spreken. Dan daarop vol
genden morgen vertelde men mij dat men haar
's nachts in haar kamertj s onafgebroken had
hooren snikken. E d met een irenisch lachja
maakte men er de opoierking by', dat ze zeker
te veel gegeten had
Toen ik haar za?, vrosg ik er haar naar.
Heb je j; van nacht niet wel gevoeld? Ik las
mijn courant terwijl ik haar die vraag deed en
luisterde ternauwernood naar het antwoord.
Ik had pijn op de maag.
Z;ch ziek gegeten dus, dacht ik glim
lachend En, de oogen nog sltyd op mijn courant
gevestigd hebbende, zei ik: E!vira, eet toch
niet te veel. Je bent er nog niet aan gewend,
vergeet dit nitt.
O Adriana, waarom heb ik haar op dat
oogenblik niet in de oogen gezien ? Eet niet
te veel. Dit is het eenige, dat ik wist te z-ggen,
dat ik gezegd heb tot een ziel, die m'sachien
uit irija mond het reddingswoord vrwachtte.
Een uur later zocht ik haar, om haar eenige
orders te geven. Ik von.l haar niet. Z? was weg.
Weg ? riep ik uit. Weg ? Waarheen ?
Mijn vriendin haalde de schouders op en
maakte een vaag, veelzeggend handgebaar.
Natuurlijk heeft ze het noodige meege
nomen ? vroeg ik, bijna zegevierend, zoo een
voudig vond ik de opmerking.
Niets, geen speld. En aan het hoofdeinde
van haar bed, hing aan den muur een plaa'je
van de Madonna, di» zij dien nacht misschitn
vergeefs had aangeroepen.
Ik beken het: ik was teleurgesteld. De
logica in dit verhaal ontbrak. Waardoor haar
te vervangen ?
Das te beter, zei ik geïritfserd, omdat
ik niefs anders te z'ggen had. En mijn vriendin,
die in haw geheele leven nooit logisch is ge
weest, zeide: - Neen, des te erger, op een toon,
die mij veibaasi deed staan.
Ja, vervolg ie zij, om lat het feit op zich
zelf veel treuriger is en veel, veel meer te denken
geeft. Ze is weggegaan. De ladder, die ik haar
geleidelijk had willen laten opklimmen, is zij
met verdubbeide vaart weer afgegleden en
misschien rog dit per gezonken dan eerst. Want
nu zal zij vervolgd worden door de herinne
ring aan een welvaart, die ze niet beeft hunnen
behouden, en zal ze er op uit zijn die herinne
ring te verdrijven. En waarom, waarom vraag
je. Omdat het heimwee naar het kwaad in haar
sterker was dan iets anders. Omdat ik baar
goede kiecren had gpgeven, en goed voedsel en
goede huisvesting maar niets om baar geest
rp te beu-en en te versterken. En wat geeft
materieele welvaart, waaneer de geest nog niet,
ry'p is? Omdat ik juist heb gedaan a's zoo-eel
andere rijken, die schijnen te gelooven dat het
voldoende is cm de materieole ellende te !ei igen
en met de rest bun h-:ofd niet breken. O, a!s
ik bedenk dat ze in dat nachtelijk uur mis
schien om hu'p heeft gesmeekt en ik er niet
naar geluisterd heb ! Door al'es heen ho.-r ik
ru dat hulpgeroep van de armen, ris won elen
in bun moreele ellende, waar men zoo weinig
aan denkt ! Begrijp jt nu waarom ik misschien
een groot kwav:d heb gsdaan ?
Ik begreep het. En vo T de eerste maal in
mijn leven begreep ik ook dat, waar do logica
ontbreekt, de facu t':ir baar soms vervangt.
De lakei oper.tb do deur en noemde een
naam. En hst volgende oogenblik k'vasn, als een
fri-sche lentewind, die plotselirg door het huis
wo°i, de mooie, jonge Hora B.-ipj, met de h 1-Jcre
cogen en het fri-tche mor rij-, h.it vertrek
binnen.
Heb je 't al gehoord ? Het schandaal van
den dag ?
Neen. Vertel eens gauw. Wat is er
gebeurd ?
En om beter te kunnen luisteren, deden wy
haar tusschen ons in plaits nemen.
Z )0 sloot zich. plotseling, de deur die zich
een oogenülik geopend had voor de troostelooze
oneindigheid van de wereld, die lij it. En
zonder inspanning, met de elasticiteit, die ds
gewoonte geeft, werden mija vriendin en ik wter
kleingeestig en banaal, om beter de ellende te
kunnen verstaan van de wtreil, die zich
vermaakt.
Ons Gelteh l!
op m mooist,
Ja, dit is toch wel ind»rJaad de mooi.-te
tyd, deze, r u de rogge valt en een deel der
vtlilen nog de vollfl gele zeeën vartoonen, die
weelderig golven in den zomerwind. Wat r u
'c landheer ijk buis z eb b >ven d-, zachtwitte
boskweitakkers en de grij-blauwe spurrie en
haver/elden onvergelijkelijk mo;i voordoef teg^n
den donkeren achtergrond van zijn hoog ge
boomte, en zie, boe de glooiende ht-uveliyn r,u
heerlijk omspant hrt onaf^icn a-e wij:io vak,
w*ar op <lühellingen de gradeuse l chtnaa-se
eri witte aar.laypelolüesenjs een liefelijk geklturd
dek hebben ge>preid.
In de verte, dicht tegen de heuvel?, waar
over bij 't afwisselend spel van on en wolken
z vare schaduwen fi'ü'ïa"; smelten ds tinten
ineen tot een grijii.5 wias, waarin het (Og
sicc'ats bij scherp toezien haver en boakweit
ondaricu-rid', terwijl het r.air de ro,.g-ïzica den
we J gevezen ziet fioor ds schoweii, als kleiue
pyram'.don omgezet f p de Etopp"lakkcrs.
i)c menscheu hub'i-.n \ vandaag naar hun
zin bij den arbeid var. hot rcggezKhtsn en bij
'c binden cU'r gevallen halmen. Hier is
or.afgeb:okcn zonneschijn nut juist, wt-lko^i bij het
werk, en als go met hen praat en u \ gebruik
vin da zicht uut het ir, s;:tierpen !,ock b'< fcrumde
handvat iaat verk!ara;i, komen er plastische
aa-:dutlingen van WA*'aan hen de zon verricht,
z » zij fel van d in hemel brandt. In de ie
boelu zomcr.iagan is het werken op dsn
roggeakker hun een genot, on vol ambit.H toont men
mij bet arheid-nua'-eriaal, den str knaak o a.,
h.t practiïch instrument met langs, dunne,
iUuwgtfbogen y'zoren pus,t, waarmee de door
da zicht gasnedei. rogge ; ijeen wordt ge.-c'aoven
tot het hoopje, dat door raj'p i ha-i-ien met
halaien lot eon bundel z».l worden s 'a u,;ebo:,'don.
Oude vrouwtjes gaan w^er jonn< /ic.h vue! -n
by dit werk in do cp-.n lucht en oen van haar
virtoli?, hoo z; i!o .r ba-,r dochter i.aar het
lanl Wüs getu'acbt, oui'lar, ?>.", bijna bil: d, zich
nooit alleen meer buitan \yaa:;d.>. Maar a:s
ik cenuc^al hier bö:\ weet ik den weg wal
tus-chtin da rogg.", zei zs, en straks balen
da kiinl-iren mij; 't is hnn eerste vacintii'dag."
Wat straal ie hof rirrprig
p'pf<r;;p:jcirJ3sg«zlclitj3 blij en Iroiscï, :-:a was «H iierleeid
bij wii.d en zon, en al- ors (l -ido/sch land
schap w,v, /.ij v ar. d-, a £ wel op h-nr allermooist.
Z:e, ginder worden de golven van de wijle
areüzee Yerl)ri>ksn d.i >r can donkere lijn, die
ttatig vonrtschuift tu..^c''!:-n (ie habueu en
war.ner ti:.t gc;-fï:\.i" de blc.ri.lo ine?nsm-l.
tende kleuren, 't I > da bruine ru£ van een
paard voor den ploeg en de man er achter
lykt het kleine bootj», achter 't grooter schip
goedmoedig voortgetrokken.
Die beide, man en paard, ze zijn daar bezig,
't stoppelland, van waar de rog is weggehaald^
door 't ond'rploegen van de storp h op
nieuwe oogsten voor te bereiden, en als
Sïptembsr en October 't eikenhabhout van den
hemelraad in vlammen zullen zetten, ligt het
mooie hsldergroene tapijt van 't ki.ollenland
al op diezelfde glooiende plaats bekoorlyk uit
gespreid.
Het eikenhakhout is in deze laatste
Julidagen. ryk en afwisselend van kleur; zooveel
jong gebladerte heeft zich aan de takken ont
wikkeld, dat ge groen in allerlei nuances er
aan vindt, en naar het bruine, 't roode zelfs,
gaan heele groepen der gevoelige, jonge
blaadjes over.
Zoo vormt zich een passende voorgrond voor
de donkere dennen, die van de statige boogie
hunner grijze, met droog hard kors-tmos
beschubde stammen neerzien op het wijde land,
waar de metsenen zich de groeikracht van de
moederaaTde wijselijk ten nutte hebben gemaakt.
Zy', vasrgeworteld in hun za> dbed, heel met
grint doorschoten, zij weten wel, hoezeer dat
pleit voor den men ch en zijn werklust; hoe
al die oogsten motsten afgebedeld wor.ien mst
de gift van wat onza arme achterhoeksche
grond aan stoffen, die de planten noodig heb
ban, te kort kwam.
E-i met een zekeren trots zien berk en den
en eik minachtend neer op 't kleine volk van
'arwe en rogge, boekwe-it, f ardappels en ppurrie.
Die hebben niet, als zij, aan zichzelven genosg,
en aan wat zonder mentchentusscherkomst de
aarde te gpveu heeft; hun moet allerlei extra's
worden gebracht; in zeer, zeer leelijken vorm
soms moet dat worden aangevoerd, en ja, ; u
het tegenwoordig in den mrer g'nietbaren
staat van rein wit poeder wordt geboden, nu
kan men er wel minder t"gen hebben, maiir
toch... en in heerlijke zelfgenoegzaamheid
rekt de berk d: slar.-ke leden en wuift, dcor
zachte n zomerwind bewogen, sierlijk de
dennebroon ; zij h.bben geen m -nschenhu'p noodig ;
sterk voelen zij zich en krachtig, gelukkig met
wat moeder natuur hun schonk aan licht en
lucht en sober voedsel.
Ea ze z'en onhoo?, waar rarke wolken
Echeefjea drijven in een z?e van blauw en waar
ze 's avords maan en sterren zi'-n tchiUcren,
zoo ver en hoog en ZTO orathnnkelijk van
mer.fcher hulp, zoo vrij en frank en hoven
menBcbenoordeei, menschenkleinheid verheven. Aan
wo'ken en san sterren voi-len den en berk
zkh verwart, als zij opstrcvnn naar omhoog,
naar de volle vrije ontplooiing van al hun
brachten en vermogens r m gfen andere reden
dan om 't genot van te groeien en zich deel
te weten \ai htt imaier werken ie en geen
stilstand kenrer.de natmirleven.
In wat met menschsr hulp tic ro>rgehalra
v?rr'cbt, als hij zijn korrel;. rijp?n duet, valt
moge ijk meer te prijzen ; voedzaam graan won;t
niet van dennenbruinen en van berker.loof
geoogst, maar stoni<d;n zonnestralen ooit zn.o
blij d or 'i korenveld, als zij het doen door
neer te glippen tu3Ech°n naahdenrijke takken
op dan met s'.erremos in kleir.e, heldere 'ap^tjis
belegden bisch^rond ?
G:en voölzaam graan mogen za leveren,
reen, maar schoonheidiwelda lei gieten dennen
over ors uit en dan, waf zoudsn eekhoom:j^s
en spechten, wat zouden kruMiek en k'auwier
ors uitlachen, ui'fltiten ieder raar hun aard,
als w' ons verbeeldden, dat zoo'n spichtig
graar.kor/eltje kon halen bij haf piMig, oiierijke
/aR''je van t.en fiVfc'ien denreke^el!
Mooi gczeid, lacht de bo«r, maar 'k heb
toch liever rijke akkerj dan uw djnne joóch
e-n hei.
En 't Giliersch land chap denkt aan beide.
en 't zet de roo Igerlaakte boerenhuizen en ds
grijze schuren tus?chc,n eiken en denrcn neer,
dat nauw de kleuren door het groen gich bunren
ken'aa- manen ; 'r p'aitut op de heuvels zware
dennen en legt glooiende eikenhakhoutbotchjes
aan hu i voet; 't spreidt over de lagtre hellin
gen golvende gole graanzecën en rose en wit
gemarmf rde boekweittapijtei. raast met bloemen
doorfpikkelde lichtgroene aarr"/ppelk!eeden.
Wij mji:sch?n zeggen, dat het goed ia zoo,
o hee', heel goed !
Lochum, '28 J Ji. F. J. VAN UILDRIKS
Hut L g ;T des Heils.
E- bestaat by het L ?w-r des Heils een plan
tot stichting van een »Tahuis voor Ontslagen
(i 'vargenen'' en usan hoopt in het begin der
volgende maand een aan> ang te kunnen maken
mst het bouwen.
Zooals reeds in D- Strijdkreet, het rfii ;ieel
orguan van htt Ij«ger des II.jils, va'. '28 Juni 1,1.
werd medegedeeld, zal d't Tehuis worden op
gericht in (ie landkulonie, die gelegan is hij
Hirreveld, in ds gemeente Lunteren, waar dan
ook zuilen ir gericht worden wi-rkplaatsfcp voor
verschillende vaklieden, zooals timmerlieden.
schilder*, smaden, mandenmakers en dergelijke.
Het nu gevormde plan zal het L. d. II. in
staat ttellen behalve de personen, die thavs
reeds op d-; koloni-3 zij*1, en waarvan bt-t
mfnrendeel in bocrer.arbeid b:'zig is, nog dertig
iran op ts nemen ; zooveel mog«Mjk zullen zij
trachten die plaatsen te doen innamen door
Oütf-lagen gcvargp.r.en.
Een van >ie grootste rr.oeielijkheden, die den
gewezen gevargere 'rij zyn ontslag onderbindt,
H dat hij oan zoo te zorgen gebrandmerkt is
door zij", verbüjf i", ds gevangenis, tl was dit
voor nog zoo korten tijd.
Dit wa- dan o;>k een van de voorr.aa~ste
redenen, /a3ro:n begoten werd het op te richten
«Tehuis voor OM^b'sre!' G >vargenen" te verbin
den aar. c!o Jandkoionio. 'iar de in een afzon
der! \jk Tehuis opgero-neren toch bij voort
during ais c x gevangenen zouden bekend slaan.
Ook is rr | lan een phatdirgt-bureau op to
richten in vevband me.t do maatfcchappelijka
inrichtingen van hot L d. H., ten einde zulke
personen weder e;n plaati-j ? in de maatsahappy'
te doen innemen, die eeni^en tijd onder de
hoede en invloed van h?t L d. II zijn geweest,
en blyk hebhen gegeven esn ander en. heter leven
te .willen beginnen, en daarton dn;r dehocf len
onzer inrichtinsten kunnen aanbevolen worden.
D,iar er van het voor deze stichtingen
benoodigde kapitaal van / 15 000 nog niet de helft
ai'n de aüchtin» Hst L'ger dos Heils is verze
kerd, wordt tlit»T-hnis -.00-Ontslagen
G^vangenen" o;:der de p.andacht van de lit'fdadigen
hier te lande gebracht.
Gaarne zal desgewenscht verdere inlichtin
gen verstrekken de kommandant van het
Legerdes Heils, M. Cosandfy.
MiiHuiiiHimumiHtiiimHimimmmiiHiiimtmiliHlKinunKiiiii
<zond
ban.
Het Z.-A,
Aan den heer Hielde Nvjland te Dordrei ht
E<?n kort wer'e'woo-d. Werkelijk, ik heb
alle waardoering voor hetgeen u in zookor'en
tijd heeft tot ftand gebracht, Ik heb de ver
zameling in het Z.-A. Museum zeer belangrijk
geheeten, en waar ik aanmerkingen maakte.
deed ik dit in het belang der zaak. Dat ik in
anderen zia schreef dan alle bladen, was alleen
omdat, ia de zeer uitgebreide dagbladartike
len, een opsomming geen waarde meer had en
ik wilde aantoonen dat, nu het Mus?um er is.
dank zy uw arbeid, er voor de nitbreidirg
der collectie diende te worden gezorgd. Op
welke wyze dit m i. zou kunnen geschieder.
heb ik uiteengezet. Heeft u een ander en ge
schikter plan, zooveel te beter.
Dat na het versebynen van mijn artikel het
eerezwaard voor generaal Chr. de Wot ver
dwenen is, zult u in gemoede niet indirect
aan my' kunnen wijten ; doch wel aan de oor
zaak door mij geroemd. Ieder betreurt hc-t
natuurlijk dat de kas van het Z.-A Museum
den bodem toont; doch tegenover degenen die
schenkingen hebben gelaan of stukken in
bruikleen hebben afgestaan, kan dit argument
rdet gelden. Die perser en hebben recht te
vorderen dat voor hun gaven en eigendommen
goed wordt gezorgd Zonder nauwlettende
bewaking van de verzamelirg zullen ook ande
ren huiverig worden hun Afrikaan c'ie merk
waardigheden af te slaan. D;t zult u m|j toe
geven.
Waarom ik zelf van hetgeen ik geschreven
heb niets aan het Museum afstond 'l Oxdat.,
waar de ir.zendirg dier geschriften dcor een
ander een zuivere aarvullirg van de
verzimelirg zou zyn, de inzending door den pchnjver
zelf kan worden toegeschreven aan de zucht
naar persoonlijke reclame of aan overschatting
van eigen wei k.
ROMFEL.
tilm.
Den Haag-, 25 Juli 1902.
GcacJtte heer Redacteur.
Ii verschillende recensies over mijn bo^k
?Leliare ' wordt n-ij, raar aanleiding van my'n
»Voorwooiu", het verwijt geiuaikt, als zou ik
daarmede een «ach'.erdeur'JH" hebben open
gehouden, om niet verartwoordelyk te worden
gesteld voer de corsfq'iei tifs der dcor ds
persoren uit dat botk Elias er, Paulus geuite
meenirgen.
Ik had particuliere redenen om dit voor
woord te schrijver, maar nu rr.en dit 766
wantrouwig interpreteert, parzel ik r.iet, bij
dezen te verklaren, dat de bedoelde
be:chouwingen en meenirgen voor het grootste
gadeelte ock wel Iegelijk da trijr.e zijn.
Ik dos dit in uw Weekblad, omdat np deze
wyze mijne verklaring onder een zoo groot
mozely'k aantal van myne lf zors zal komen.
IJ dai berde voor de verleende plaatsruimte^
hoogachtend,
Uw dw.,
HEKRI Bon EL.
Vogelwet,
Arnhem, 20 Juli 1902.
Geachte Redactie,
Beleefd verzoek ik u het navolgende in
uwblad op te nemen, waarvoor ik u bij vooibaat
dank zeg.
Ik wilde de bevoegde autoriteiten eer s
attent maken op de schromelijke vervolging
waaraan orze zargrogels hier, gilfs in den
broedtijd, bloot staan.
Is het geen schande dat gedurende de 2
Isatste weken in een der grootste restaurants
van Arnhem gebraden ly&'ers te verkrijgen
waren ii 50 cents per stuk ? Vermoedelijk ?al
het ze'fie wel ia Amsterdam en den Haag
opgemerkt zy'n en kan ik mij dan ook bt?st
voorstellen dat men voortdurend in
buitenlandeche bladen klaagt dat Nederland Let
groote moordtooceel is der Europeeschs trek
vogels welke, dank zij i3e slechte wetgevirg
op dit gebied, hot geheele jaar door gevai gen
worden. De Eölnirche Zeitung vroeg onlargs
nog of het geen. tyd werd dat de Duitsche
K'jgeering zich eens met deze zaak gir:g be
moeien Ook wij Nederlanders verlangen
dringer.d naar eer ilii.ke vogelwt-t.
Hoogachtend,
Uw dr.,
W. DE BEAUFORT.
Een argnment, flat steek
Als een luitenant bevorderd wordt tot kapitein,
moeten zijn gewezen collega's bevelen van hem
afwachten; wordt een employébij de posteryen
aangesteld tct directeur van een kantoor, cV.n
moeten zyn gewezen collega's doen wat hij
gebiedt ; wordt bij een der iriniBteries een
beambte tot boogeren rang bevorderd, dun
moeten zijn gewezen collega's hem
gehocrzame-.- ; wordt aan eene II B. S. eep leeraar
tot directeur benoemd, of wordt een directeur
inspecteur M. O , dan is hij gesteld over zyr.e
vroegere collega's; woidt een agent van politie
verhoogd tot brigadier, dan moet hij nagaan
of, zijn vorige collega's hun plicht doen, erz.
Al deze dingen zijn altijd zoo geweest r n
niemand dan misschien een enkele j iloBrscba,
heeft er zich ooit aan gestooten. Moeten
daarentegen in A-nsterdam inspecteurs by het
Jngp.r onderwys worden benonnd, dan boi&t
zdfs van alle solliciteerer.de hotfien van
scholen geen enkele op de voordracht ; wart,
let wel! 't is de Wethouder van het Or derwijs
die 't zfgt, want het is niet goed di t hoefden
van scholen gecontroleerd worden door hum e
vroegere collega's. De lagere onderwijzers
schijnen dus een apart soorten menschen te zijn.
F. B.