Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Kjker te omzeilen vervalt de componist
in Tilatheden of trivialiteiten.
Bjj "dit onderwerp -zeg ik ; de geschiedenis
fler jjHerbergpTïnses1'-' speelt namelijk voor
het grootste gedeelte in en om een kroeg te
Brussel omstreeks 1750. Het laat zich dus
begrijpen dat er gekruide tooneeltjes in
voorfceiara. 'De-titelhêldin is geen heilige en de
«mgeving waarin y verkeert met hare
drinkgelagen en slernppartijen is nu niet bepaald
StièhteHJk. Maar toch iemen er geen kwet
sende episodes in voor, waarvan men zieh vol
walging afwendt, gelijk -bij zoo -vele andere
moderne werken.
Het zou mij te ver voeren, de handeling te
beschrfrv«n. Alleen wil ik bij enkele plaatsen
«ttlèkaan, -die mij, wat -betreft de muzikale
bewerking, in 't bijzonder getrofi'eii hebben.
In de eerste plaats dan de finale van het
tweede bedrijf, die uitnemend geslaagde
carnavalsscene, met hare joelende en hossende
menigte, met haar uitbundige dartelheid en
uitgelaten vroötijkheid. Die scène waarop,
waarlijk geniaal, drie der hoofdthema's tegen
en met elkaar bewerkt worden en zoodanig,
dat het geheel een beeld geeft van realistiek,
zonder dat ook maar een oogenblik de gren
zen der schoonheid overschreden worden.
Blockx' leermeester, Peter Benoit, heeft ook
dergelijke massale scènes n>et de grootste
kracht en oorspronkelijkheid, hoewel op
ander terrein, behandeld ; ik behoef maar te
Jberiiineren aan de Oorlog."
<Zeer schoon en vol poëzie is ook het
tooneeltje waarbij Reinilde zingt het liedje:
Ik heb een moederken uitverkoren!
Ik heb een moederken zoet!
Wel wat ondramatisch, maar muzikaal
zeer .mooi is het vrouwenkoor van Rita en
de .oieisjes in het tweede bedrjjf. Prachtig is
de 'danspartij in het derde bedrijf met llita's
. lied en het lose molenariiinetje" van den
herbergier Bluts.
Daartegenover zou men in enkele
persoonsmotieven, vooral in dat van Merlijn, meer
karakter gewenscht hebben. Ook zou men
in de instrumentatie hier en daar meer klank
weelde willen ontmoeten; het is echter moge
lijk dat de componist meende, dan aan de
realiteit van zijn stuk te kort te doen.
Zelden heb ik nog sedert de oprichting der
Nederlandsche opera een opvoering bijge
woond, welke in artistiek opzicht'zoo hoog stond
als de première van de Herbergprinses."
Dit mag nu gedeeltelijk te danken zijn aan
de leiding van ,den componist en aan de
sympathie, die hem van de zijde van alle
uitvoerenden ten deel viel zeker is het
ook dat de instudeei ing van den heer J. A.
iViuiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiimimim
Kwast in niet geringe mate het hare hiertoe
zal hebben bijgedragen.
'De regisseur, de heer Coïni, heeft wonderen
verrk-ht ten opzichte van de tooneelschik-king
en aankleeding van het stuk. De
carvavalsscene gaf een kostelijken aanblik te genieten.
Maar ook menig ander 'tooneeltje was uit
muntend verzorgd.
Voorts waren de koren, zoowel de mannen-,
als de vrouwenkoren en het kinderkoor
prachtig van klank en van onfeilbare zeker
heid. Daarnaast gaf het orchest aan de meeste
plaatsen een zeer goed relief. Men bespeurde
het dat allen met hart en ziel medewerkten.
Mevrouw Coïni?Franciscagaf de titelpartij
weer met -al de gaven die wij van haar
kennen. Haar spel was vol leven en vooral
de hooge tonen klonken voortreffelijk.
De heer Pauwels zong en speelde de rol
vau -Merljjn eveneens zeer goed ; ziet men
's heereu Pauwc-ls eigenaardige uitspraak over
h-et hoofd de heer Pauwels zong ii.l.
kenst en kenstenaar in plaats van kunst
en kunstenaar dan mag men hem onbe
perkt loven.
Een prachtige creatie had de heer Orelio
van den smid Kabo gemaakt, lier stond de
man voor ons met ongetemde natuurkracht;
wiens hartstocht door geen beschaving wordt
?in toom gehouden.
Mejuffrouw Ovtreem heeft talent, zij zong
en speelde zeer goed. Toch ligt de rol van
Keinilde nog boven hare physieke krachten.
Als mevr. Dirckx v. d. Weghe niet zoo
erg getremoleerd had, zou men met haar
moeder Katelijn best vrede kunnen hebben.
De heer Koster was onverbeterlijk als Bluts.
Dit was een uitbeelding naast die van Orelio
uit n. stuk. Me dunkt zijn optreden in de
derde acte moet den componist zeker een
hartelijk bravo ontlokt hebben.
De stem des heeren Maal werd gaandeweg
beter; toch moet zij meer volheid, meer
beteekenis verkrijgen. Ook zal de heer Maal
zijn rijzige gestalte tot meer lenigheid moeten
plooien. Zijn Marcus was beslist te stijf.
Ik ben overtuigd, dat de Nieuwe
Nederlandsche Opera met de Herbergprinses" een
reeks van uitverkochte voorstellingen r.al
geven. Zij heeft een goede daad verricht
.mot dit stuk op te voeren; Het was een
eereplicht van ons tooneel, om zulk een werk
te insceneeren. Daarmede alleen bewijst /ij
-haar bestaansrecht oneindig veel meer dun
door. het opvoeren van vreemde werken in
verknoeide vertalingen.
Gaarne vestig ik de aandacht op een serie
Operagidsen van de hand des heeren J. A.
v. d. Broecke, uitgegeven bij Eduard Wisdom
te Amsterdam. De Herbergprinses" is No. 3
in de serie. Het boekske is voorzien van een
negentiental notenvoorbeelden, weergevende
de voornaamste motieven, terwijl de tekst
een beknopte beschrijving bevat van de han
deling. Dergelijke boekjes kunnen veel nut
stichten; de prijs (tien cents) is binnen ieders
bereik.
Pablo Casals is een violoncellist zooals er
slechts sporadisch n aan den muzikalen
horizon verschijnt. Verleden jaar reeds heeft
hij, in gezelschap met Bauer, zijn toehoorders
in extase gebracht door zijn echt artistiek
spel, dat beantwoordt aan de hoogste tech
nische eischen, doch waarbij nooit de techniek
doel is. Thans had de Directie van het
Concertgebouw zich van hem meester ge
maakt en zoo hadden wij ditmaal gelegen
heid hem te hooren in werken van grooten
stijl. Daar ik de uitvoering van Donderdag
bijwoonde, trof ik het concert van Haydn
en Kol Nidrei van Bruch.
In het concert van Haydn deed de
voortreffeïjke kunstenaar al zijn gratie en distinctie
bewonderen, waarmede hij de bevallige
melodiën van Haydn weergaf. Dat de grooto moei
lijkheden overwonnen werden op een wijze,
die heelemaal niet aan moeilijkheden deed
denken is te begrijpen; dat ook de toon van
Casals, hoewel niet groot, van ongemeene
schoonheid was, zal eveneens ieder duidelijk
zjjn; maar het geheim vaj}..Casals' kunst ligt
toch in zijn heerlijke opvattingvan alles wat
hij speelt. Deze Spanjaard vertolkt b.v. Baeh
op een wijze, die men gewoonweg meesterlijk
van stjjl kan noemen en die aan iederen
cellist als voorbeeld gesteld kan worden. Da-t
hem uitbundige toejuichingen ten deel vielen
spreekt van zelf.
Het orchest speelde Sclmb.ert's onvoltooide
symphonie met prachtvollen klank. De tweede
Satz werd echter ditmaal zóó langzaam ge
speeld, als ik hem vroeger zelfs onder leiding
van den heer Mengel berg nog niet heb ge
hoord. Het slot van den avond vormde Riehard
Strauss, Tondichtung.?Macbeth."
NahetBuchtoegift -van Casals pitste dit stuk niet zoo
bijzonder in den stijl van het programma.
Maar het was mij anders een groot genot
dit werk weder eens .te hooren. Het heeft
niet de diepte en rijkdom van 's meesters
latere werken; doch wol heeft liet die ver
rassende kleurenpracht reeds. Kr bestaat .al
veel meer verwantschap tusschen dit werk
en de chronologisch daarop volgende don
Juan-" en Tod umi Vcrklarung-"
Tondielitungen, dan tusscheu Macbeth en de daar
aan voorafgaande symphonie .,Aus Italiën."
Hoewel Strauss in al zijn thema's niet even
gelukkig is geweest, komen er toch ook weer
zeer sprekende motieven in voor; en 'de
bewerking is geheel van den lateren Strauss.
Bijzonder glansrijk was de uitvoering van 'dit
werk door Mengelberg en zijn orchest.
Door de Oratoriumvereeniging werd in de
afgeloopen week Haydn's Jahreszeiten uit
gevoerd met medewerking van mevrouw
Oldenboom en de heeren Renaud en Denys.
Daar ik mij vroeger reeds kon overtuigen
hoe uitstekend het koor der Oratorium
vereeniging onder leiding van den heer Tierie
dit frissche werk uitvoert, moge voor ditmaal
deze korte mededeeling volstaan.
AST. AVERKAJIP.
iiimmiimimi
UllllttlllllUIMIIIIUlnlHIIIIIIIIMIUtll
Bij Ml,
Die nu op zijn Kalverstraatwandeling eens
bij Bufr'a binnenstapt met het verzoek een
kijkje te mogen nemen in de schilderij zaal,
zal daar wellicht langer blijven hangen dan
hij gedacht had. Zoo althans is het mij
gegaan. Ik had er een verrassende ontmoe
ting met een vrij groot doek van Israëls
'k geloof de Zandkruiers" dat slechts
korten tijd geleden uit het atelier gekomen
was. Een voortbrengsel van jongen datum
in ieder geval en als verschijning zoo frap
pant, wijl daaruit blijkt dat de hoogbejaarde
meester nog steeds in staat is zijn werk te
doen leven door de .kracht van zijn over
tuiging. Te hooger is de verrassing, daar
hier de keu;;e van het onderwerp geheel
vreemd bleef aan de tendouz het werk op
het thema van eenige aandoening te bouwen.
In groote trekken aangeduid, is hot aldus
van uitzien : Op den voorgrond een schuit,
waaruit twee kerels zand aan wal kruien;
't is de wal van een breede rivier, overlangs
gezien, met een verre overzijde, waar een
stadsbuurtje met zijn huizen en kerldorentje
den horizon dekt; daarboven een niet breede
strook lucht, maar een element op zieh zelf
in dit, werk ; een woeling van lichte wolkjes ,
aan den met buien bevrachten hemel op
een namiddag, 't Geval is heel gewoon dus,
zooals hi-t in tallooze varianten door de;
modernen zoo vaak uit. de natuur gelicht
wordt, 't Komt er. zooals we nu allen weten,
maar op aan, hoe hevig het zijn indruk op
den met schilder-oogen rondwarenden wan
delaar vermag te makou, en ook . . . hoe het
du sensatie van ee:i persoonlijkheid in roering
brengt. De schilder, die het geheele stuk
tot zoo volkomen kleur-rijpheid wist op te
voeren, gaf daarin de stemming van het
tafereel onder een gegeven dag en weer
moment. Want toch niet alleen doorhetzui-v
ver treffen der toonwaarden, op het thema Tan
grijs, geeft het werk zoo sterk de gewaar
wording van de atmosfeer in. een met
-waterdampen doortrokken ruimte, de gurigheid
opkomend uit de in zwalpende klotsgolfjes'
zich verbreedende rivier, en weer de vochtig
heid die de gedaanten van huisjes daarachter
versluiert. Dit is wel de stemming van een
hollandsche rivier bij hollandsch weer.
Behalve dit zijn er nog eenige kleinere
Isralsen, deze meer gemeenzame stalen van zijn
kunst. Eerst een schaapherder, rustend tegen
den glooiing van een weg, zijn hond aan de
voeten in -waakzaam toezicht. Dit als voor
plan in toon gehouden, gedeeltelijk overhuifd
door schaarsch takkengewar van een boompje.
En van uit dit toonige voorgrondplan een
uitkijk op het opene van een in effen licht
gehouden heideveld, waar de schaapjes gra
zen., Dit geheel het lyrische in Israël's kunst.
Dan een kopje van een vissch^rsmeisje in
profiel, even voorover neigend boven het
mooie, blauwe halsdoekje, dat op de borst
afvalt. Van een techniek weer niets om aan
vast te houden; geen omschijvende lijnen,
geen bepalende kleurzetten, maar treffend' in
dat kopje de uitdrukking van blanke arge
loosheid. Volgt een meisje, bezig met haar
naaiwerk, .gezeten in een visschersvertrek
aan het raam; het raam in het midden, uit
zicht gevend op het armelijk groenend land
in di;uilend licht. Dit sujet komt in Is
raëls' beurze dikwijls voor, 't is zoo; maar
de bekoring van dit schilderijtje is toch
weer een eigene.- Met nog een aquarel vor
men deze Israëleen wel de hoofdattractie in
Buffa's kunstzaaltje.
Daar .is echter nog meer. 1k Zag er een .
zeer vroege Jaap 'Maris, een prachtige en
verdoorgevoerde studie van een slachtkelder.
't Geval is zeer onbeduidend, maar men moet
tot de besten der oude hollanders teruggaan
om zoo een besliste en bloeiende factuur te
vinden. Tot in de meest verscholen détails,
b.v. eentoonig hoekje vau den steeueii vloer, is
dit stukje een kosteüjkheid van schildering.
Duid ik uu nog even aan een paar stads
gezichtjes van Maris, een krachtige Sloot met
eenden van Willem Maris. een studie van
Mauve, dan kan met het genoemde de nieuws
gierigheid vau belangstellenden toch reeds
gaande zijn gemaakt.
W. S.
iHiiiimiiiMiimn
Voordeelen
van den alom gereitommeerdeii
ARORIA
aan groenten, vleezen, sauzen en so.'pen. Hierin eenig en onove:
troffen.
Tlilarcl TTAArrïanliff ? wees vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke
UllCI bl VUUl UvCllg ? smaak der gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen
Fijnste Aroma
om te kruiden.
ondersoherdipgen:' 4 groote pilzen, 25 gouden medailles, 4 efrediplou'a'e, 4 ecrepijjz.en, zesn-fial t-mt<n nededirgirg o.a. U69 en iCCO Wcreldteitoccfciellirg 1e
moet worden.
3. in tegenstelling met de vaste extracten.
4. OOCüKOOP ' van at 30 cents per flacon.
luiinivriMiiiiiminiiiiimiHHUiuiiiiimiiiiimiiMHiimiiiiiiiiHiiiiHHMMiimimiM
YO'Oïl
G)
KaïtH m Ar&tii
Aan allen, wien het erkiezingsu'erk behoort
ter harte ie gaan.
In .Nederland waren er volgens het verslag
over 1902 den Sisten December van datjaar
vijf-en-zeventig Kamers van Arbeid, die vóór
het verloop van het wettelijk termijn verslag
hadden ingeleverd en dus blijk gaven geheel
naar behooren te he"Bben gewerkt. Dat was
in totaal 5 meer dan het vorige jaar en hoe
veel er sedert zijn bijgekomen, is nog slechts
op de bureaux bekend en hun, die trouw
de fttaatscoiirant lezen.
De Kamers van Arbeid onderscheiden zich
van alle rijks- en gemeentelijke colleges daar
door, dat zij lichamen zijn, althans kunnen
wezen, werkelijk vertegenwoordigende het
N e der land se hèvolk. Bij haar toch
geen uitsluiting van de grootste helft
deinatie. Man en vrouw staan geheel op n
lijn. Zij, als hij, heeft het actieve en passieve
kiesrecht, dit is: ontvangt een stembiljet en
kan zoowel tot patroouslid als tot
arbeiderslid . worden gekozen. Kenschetsend nu is,
dat tot- den 27sten November dezes jaars
van de 750 arbeidskamerleden iedere
Kamer toch heeft 10 leden Of daaromtrent
slechts twee (zegge 2) vrouwen waren.
Dit is bedroevend kenschetsend, want het
wijst op beperktheid van blik en groot ge
brek aan gemeenschapszin bij de vrouwen:
hadden zij anders gewild, het ware anders
geworden. Verblijdend teekenend ig, dat op
genoemden datum de toestand een groote
verbetering heeft ondergaan; het aantal
vrouwelijke leden der Kamers van Arbeid
opeens van 2 tot 5 is gestegen; een feit
verheugeniswekkoud ook daarom, dat het
volbracht werd door krachtige samen werking
van mannen en vrouwen.
De voorstelling van wat- de Kamers van
Arbeid zijn en bedoelen is bij velen, vooral
onder de vrouwen, van welken stand ook,
?vrij nevelachtig. De Kamers van Arbeid zijn
geen rechtbanken: zij doen geen uitspraak;
zij zijn bemiddelingsbureaux. Bij gerezen
geschil tusschen petroon. en arbeider(s) of
verschil in zienswijze betreffende een onder
deel van het vak kan een der partijen
ook beide de zaak in de Kamer van
Arbeid brengen, die haar dan van alle zijden
ernstig onderzoekt en verzoening tracht te
? bewerken, hetgeen haar, de ondervinding
leert het, zeer dikwijls gelukt.
De Kamers van Arbeid zijn dus van niet
minder belang voor de vrouwen patroons
en arbeidsters dan voor de mannen.
In ieder vak kunnen geschillen verrijzen,
maar niet ieder vak kan eeii afzonderlijke
Kamer van Arbeid hebben; zelfs niet in de
grootste gemeenten-van ons land. Er zouden
er veel te veel komen, en zij zouden te weinig
hebben te verrichten. Om dit bezwaar te
ontgaan, heeft de Regeering samenvoegingen
gemaakt; waaronder combinaties, die aller
eerst wel eenige verbazing wekken. Om maar
n voorbeeld te noemen. Er zijn plaatsen,
waar bij de voedings- en genotmiddelen een
ouderdak .vinden; de leerlooierijen, de
parapluindustrie, de boek- en courantendrukkerijen,
^n soms zelfs de gasfitter.
Ie Nijmegen werd als gevolg van gevoelde
en door de Regeering erkende behoefte in
September 1900 een Kamer van Arbeid voor
voedingg- en genotmiddelen opgericht en
daarin nam als lid-patroon een cos
Uminnaaister en als lid-arbeidster een werkster
in de paraplu-industrie plaats, l'it het jaar
verslag blijkt, d;it 'deze Kamer mooi werk
heeft verricht. Zij bracht eeii geschil tusschen
een paraplufabrikant en een zijner arbeidsters
tot een voor beide partijen bevredigend einde,
en zij bezorgde do juffrouwen in de banket
bakkerswinkels, hoeveel moeielijkheden daar
bij te overwinnen vielen, den vrijen Zondag
namiddag. Niemand, dus ook guen vrouw,
zal beweren, dat dit gunstige gevolg is ver
kregen doordien er vrouwen in de Kamer
zitting hebben en zonder haar niet zou zijn
bereikt, maar stellig mag er wel uit worden
afgeleid het bewijs, dat liet plaats nemen
van vrouwen daarin allerminst een belem
mering vormt voor mooi en degelijk werken.
De leden van de Kamers van arbeid wor
den gekozen voor den tijd van 5 jaren. Te
'3 Gravenha,ge werden in November 181)8
vier Kamers geconstitueerd; 1. voor bouw
bedrijven (waaronder behalve stoffeerders en
behangers ook vallen: mandenmakers,
kurksnijders, rietwerkers, aardwerkers en straat
makers); voor confectie met inbegrip vau:
wasch- en strijkerijen, ververijen, zadelma
kerijen en nettenfabricage); 3. voor
voedingsen genotmiddelen en 4. voor de
drukkersbedrijven. Om dus bij de wettelijke aftreding
der leden klaar te staan, moest in October
een verkiezing plaats hebben. Ook tot mijn
schande moet ik erkennen, dat dit feit aan
de aandacht ontglipte van hot
afdeelingsbestuur der Vereenigiug voor Vrouwenkies
recht. Het had behooren te onderzoeken of
er ook mandenmaaksters, kurkensuijdsters
en rietwerksters bestaan, en of hier ook
vrouwen in de drukkersbedrijven haar broed
vinden. Zoo ja, /e tot deelneming aan de stem
ming bewogen en ze zelfs overhalen tot het zieh
candidaat stellen; wat de stemuitbrenging be
treft, indien haar namen ten minste voorkwa
men op de kiezerslijsten. Hoe heteldersis, weet
ik niet, maar hier zijn in de verschillende be
drijven etin menigte patroons, die verzuimden
zich zelf en hun werkpersoneel als zoodanig ten
Gemeentehuizo op te geven. Dit getal is op
het huidige oogenblik zoo aanzienlijk, dat,
hoewel de wet op de/e nalatigheid een boete
stelt tot ? 70 toe, van vervolging deze keer
zal worden afgezien.
Bewijst deze zaak niet, hoe weinig, in het
algemeen gesproken, de Nederlanders er van
doordrongen zijn. dat kiesrecht, kiesplicht
is, Ook dit getuigt hiervan, dat in het con
fectiebedrijf van de :!$:> op de lijst voor
komende patroons hiervan zijn 140 vrou
wen aan de eerste stemming slechts 20
personen deelnamen. Voor de andere Kamers
was de opkomst niet-of weinig drukker, en
ook de arbeiders leverden niet het bewijs
iets voor hun kiesrecht te gevoelen. De vol
strekte meerderheid werd niet door 5, slechts
door 4 patroons behaald, waarvan er 2 door
bedanken afvielen, en de herstemming dus
3 open plaatsten gold. De candidaten daar
voor waren n, op wien :> stemmen werden
uitgebracht, en 5 die 2 stemmen verkregen.
Onder deze 5 bevonden zich 2 vrouwen.
Beiden werden, door de ijverige bemoeiing
eener vakvrouw, thans gekozen; maar beiden
bewezen geen genoeg/amen gemeenschapszin
te bezitten om zich de keuze te laten wel
gevallen zij schrokken er eigenlijk van.
Ook de manlijk gekozene bedankte, zoodat
een nieuwe vrije stemming moest plaats
hebben.
Intusschen was het afdeelingsbcstuur der
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht wakker
geworden. Het besefte thans zijn plicht, ook
gevoelende, welken eenigen weg de Kamers
van Arbeid bieden om mannen eu vrouwen
de waarde van het politik kiesrecht te lecren
gevoelen en ze er voor op te leiden; ook,
althans eenigermate, voor het passieve.
De uitslag der stemming was, waaraan
thans ,:>2 patroons deelnamen, dat de twee
vrouwelijke candidaten in herstemming kwa
men voor !j vacaturen en ook der arbeiders
??van de 897 kiezers brachten ÓG een gel
dende stem uit twee vrouwen voor twee
plaatsen.
Het Bestuur zette zijn verkiezingswerk
voort en werd daarbij ijverig door eenige
patroons gesteund, met dit gunstig gevolg,
dat l manlijk en 2 vrouwelijke patroons uit
de stembus kwamen eu voor de twee arbei
dersvacaturen n vrouw. Geen dezer 3
vrouwen xal thans bedanken.
Wat een overtuiging, en wat voor die
overtuiging werken al vermag!
den Haag, ELISE A. H.UGIITOX.
28 November 190:!.
't Is reeds eenige tijd geleden, dat ik in
ditzelfde blad wees op het groote nut en de
behoefte aan gemeenschappelijke keukens.
Ik meende dat de taak der gehuwde
vrouwen, die een beroep uitoefenen te zwaar
voor haar werd, nu die bestaat uit de drie
dubbele plichten van arbeidster, moeder en
huisvrouw. Ook trachtte ik te bewijzen dat
gemeenschappelijke keukens niet alleen liet
gezinsleven zouden bevorderen, maar tegelijk
een besparing van geld, tijd en moeite zouden
zijn. Reeds toen kon ik wijzen op enkele
zeer goed geslaagde proeven in het buiten
land eu - ook noemde ik het plan van den
heer Otto Fick in Kopenhagen, om een
centraalhuis met gemeenschappelijke keuken
te bouwen.
Nu de voorbereidselen voor dit plan gereed
zijn en er zekerheid bestaat, dat het gebouw
binnen korten tijd voltooid zal worden, acht
ik den tijd gekomen bizonderheden van de
onderneming van den heer Fick te vertellen.
De merkwaardigheid van zijn centraalhuis
bestaat hierin, dat hij een complex van zeer
geriefelijke woningen bouwt, die samen n
keuken in do benedenverdieping zullen
hebben, waarvan alle bewoners het eten
zullen ontvangen.
't Is do heer Otto Mok, hoofd van een
school, gelukt een groot terrein van de
gemeente in Kopenhagen te koopen in een
frissche, mooie stadswijk. De gemeenteraad
die zeer ingenomen is met het plan van den
heer Fick heeft hem daarin -gesteund door
hom den grond tegen billijke voorwaarden
te verkoopen en bovendien een groote
hypotheek op het gebouw te nemen.
Het centraalhuis zal heel groot worden,
daar het woningen zal bevatten voor 25
gezinnen. Elke woning zal bestaan uit vier
kamers, een vrijen ingang, een badkamer
met geleiding voor warm en koud water "en
een balcon om liet huishoudelijk goed uit te
kloppen met afvoeibuis voor het vuil.
Bovendien zal in elke woning nog een ver
trek zijn dat tot keuken kan worden ingericht,
indien tegen alle verpachtingen de gemeen
schappelijke keuken niet voldoet aan de
gestelde eisehen.
Door de telefoon zal ieder gezin verbonden
zijn met de keuken in de benedenverdieping;
terwijl het eten, dat op verschillende tijden
vau den dag en uit eeu groot menu gekozen
kan worden, door een automatischen,
electrischen elevator naar iedere woning wordt
gevoerd.
Op dezelfde wijze zal natuurlijk ook het
gebruikte eetservies weer naar de keuken
worden teruggevoerd om daar schoongemaakt
te worden. Een groot voordeel is het verder
dat iedere woning voorzien is van electrisch
licht, centrale verwarming eu telefoon. De
bedoeling is dat ieder huisgezin geheel op
zichzelf zal kunnen leven. Elke woning heeft
daarom een vrijen ingang, zoodat het bezwaar
vervalt, dat bet geheel op een gesticht zal
lijken of dat de dienstboden te veel tijd zou
den offeren aan gezellige kout.
En nu de prijs voor het verblijf in dit
geriefelijke centraalhuis ? De enorme voor
deden hieraan verbonden in aanmerking
genomen, is die niet hoog te noemen.
Voor twee personen is hij berekend op
2148 kr. dat is circa ? 14fi9 ; voor drie per
sonen voordeeliger u.l. 2772 kr. en voor vier
3390 kr. (? 22(>4j per jaar.
Wanneer men nu weet dat men voor
genoemde prijzen niet alleen een pret
tige woning met licht en verwarming plus
bad krijgt, maar ook volledig pension;
dat men niet genoodzaakt is op een bepaal
den tijd vuil den dag allen tegelijk te eten,
en dat men kan kiezen uit tal van spijzen
voor de meest verschillende smaken, dat
bovendien in die prijzen ook begrepen is het
wasschen der glazen en het poetsen der
schoenen, dan zal men erkennen dat die niet
te hoog is.
Te meer daar de huisvrouwen zoo veel
werk uit de handen wordt genomen, dat eeu
dienstbode in vele gevallen overbodig wordt
en de hulp vau een werkvrouw in de
niorgenuren voor de meeste gezinnen voldoende
zal zijn.
Toch blijkt uit bovengenoemde prijzen en
beschrijving genoeg dat de heer Fick bij zijn
onderneming niet gedacht heeft een inrichting
in het leven te roepen voor arbeidersgezinnen.
Ofschoon ik niet zal beweren dat de ruimte
der woningen en het uitgebreide menu voor
werklieden te goed is, zijn de prijzen voor
bescheiden beurzen veel te hoog, Als voor
woninghuur, voeding, bediening, warmte,
licht, koud en warm water eu telefoon voor
2 personen ? 1400, en voor 4 personen ? 22(10
per jaar betaald moet worden, dan moeten
de huisgezinnen welke gebruik willen maken
van deze modeliurichting toch over een
minimum inkomen kunnen beschikken van
? 2500 tot ? 3500.
Immers kleeding, wasch, belasting, opvoe
ding der kinderen, doktersrekening en nog
zoo veel meer andere noodwendige uitgaven
zijn in de prijzen niet begrepen.
De heer Fick heeft echter bij zijn plan in
de eerste plaats gedacht aan burgergezinnen
«aar man en vrouw beiden eeu beroep uit
oefenen en de vrouw dus onmogelijk goed
voor haar huishouding kan zorgen ; en in de
twec'de plaats aan huisvrouwen wier gezond
heid te zwak is om de lasten der huishouding
te dragen. Door zijn stichting zal haar taak
belangrijk verlicht worden.
En dat zijn plan met sympathie begroet
wordt, het bewijs daarvoor is geleverd. Tal
van gezinnen hebben zich reeds aangegeven
als huurders van de -woningen.
We moeten echter niet vergeten dat 'deze
eerste verwezenlijking van een mooi denk
beeld slechts een proefneming is, die waar
schijnlijk navolging zal vinden op groote
schaal, niet alleen in Kopenhagen maar ook
in het buitenland, omdat ze voldoet aan du
eischen van den tegenwoordigcn tijd, en de
huishouding in overeenstemming brengt met
de veranderingen in de productie.
Men behoeft geen grooten stap in zijn ver
beelding te doen, wanneer men zich deze
centrale gebouwen denkt voor gezinnen met
kleine inkomens, eu arbeidersgezinnen in
groote steden en fabrieksdistricten, waar de
\rouw door de industrie uit haar huishouding
wordt gehaald.
De woningen zouden geriefelijk en hygi
nisch, maar kleiner kunnen worden, het voed
sel krachtig en eenvoudig, Ook zou er in elk
centraal gebouw een frissche vroolijke zaal
ingericht kunnen worden waar de kleintjes
der bewoners, die nog niet naar school gaan,
een veilige bewaarplaats onder goede
oppassiug zonden vinden.
Men zou op deze fundamenten nog veel
verder kunnen voortbouwen.
Maar misschien woont er ook in Neder
land een ondernemende en volhardende man
of vrouw die het mooie plan van den heer
Kek in ons land wil navolgen.
B. Nour.
IIIIIIIIIIIMItlllllttHllllllllllllllllnlIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIlltllllllllllll
De Jïriteclte Icroninr/syewaden. ? Allee van
Alliimy tn de prins rem Teek. Uct
schetsboek der Czitrlna.
lu den Tower te Londen zullen tentoon
gesteld worden, de kroningsgewaden van
Eduard VII en Alexandra. Deze wonderen
van kunstnaaldwerk zijn een kijkje waard
en zullen ongetwijfeld een groot aantal be
zoekers en bewonderaars lokken. Nog drukker
dan gewoonlijk zal het verkeer zijn over den
Towerbridge. Een onafgebroken, haastig voor
bijtrekken van geaffaireerde nienschen, een
nimmer verbroken ketting van bussen",
karren en hansoms. Alles in zóó voorbeel
dige orde, dat l'arijzenaars er een lesje
aan kunnen nemen. De meest schrikachtige
vrouw behoeft in dit gewirwar van men
sehen, dieren en voertuigen, niet bevreesd
te zijn, onder den voet te -geraten. De
Londenaars zijn er van hun prille jeugd op
getraind' links-aan te houden. Keep to