Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEEBLAD VOOB NEDERLAND.
No. 1420
H. M. de Koningin door de Hollandsche en
Staats-Spoor aangeboden, bleek hoe de door
iyn firma gemaakte salonwagens aan all»
vernachten van smaak, degelijkheid en
gemakkeiykheid voldeden. Nog sebooner dag
wu het voor J. J. F. Beynes, op welken
H. M. de Koningin, by gelegenheid der
Frans Hals-feesten, n bezoek aan zjjne
fabriek kwam brengen. Groote liefde had
hy voer het huis van Oranje, en den naam
zijner villa, waar hu sedert eenige jaren
woonde, zal aan die liefde wel den naam:
WilheliBina" te danken hebben.
J. J. P. Be vues bleef bij alle» eea^gewesa,
eenvoudig man, een'echt Hafcrlemtner, die
van zijne belangstelling T oor de inwoners
meermalen deed blijken, o. a. door het
schenken van 300 stoelen, om de menschen
die in den Hout naar de muziek kwamen
luisteren, gelegenheid te geren er kosteloos
gebruik Tan te maken; door c\jne liefde
voor de ambachtsschool, waarvan hn be
stuurder was. De Haarlemmers lullen hem,
den man breed van schouder en gebaar,
niet licht vergeten, want hu was een
hunner : stadgenooten, die voor de eer van
Haarlem, en voor hen die hulp behoefden
veel, en voor de ny verheid zeer veel overhad.
Evenmin als de naam J. J. F. Beynes
zal, in niet minder grooten kring, den kring
der letterzetters en -boekdrukker s, te Haar
lem en Amsterdam in het bizonder, de naam
spoedig vergeten worden van
JOHANNES HENDRIK
Jid der firma v/h. Roeloffzen-Hübner en Van
Santen, Kunst- en Boekdrukkerij, te Am
sterdam.
Zetters en drukkers en gieters der firma
Johannes Enschedéen Zonen te Haarlem
houden nog goede herinnering aan J. H.
Hübner. hun voormaligen kameraad, den
voorbeeldigen werkman, evenzeer als aan
de Roeloffzen, vader en zoon beiden reeds
dood die ook tot de hunnen hebben be
hoord. Met G. Roeloffzen, den vader, heeft
J. H.. Hübner de firma gevormd te Amster
dam: Roeloffzen en Hübner. Na den dood
van den ouden Roeloffzen, werd de zoon,
A. Roeloffzen. er in opgenomen, -die zijnen
vader niet vele jaren overleefde.
Hübner is met Roeloffzen gelijk de
Beynessen zeer klein begonnen. Ook als bij de
Beynessen heeft de kennis van het vak en
het slechts goed en degelijk werk willen
leveren hen tot een der eerste firma's op
haar gebied gemaakt, die, zoowel werkend
voor eigen land als het buitenland, steeds
de zaak uitbreidde en verbeterde, en aan
zetfery, gieterij en drukkerij, een plaat
drukkerij, een binderij en een inrichting
van driekleurendruk, voor
photo-chemigraphie, voor photo-litographie, voor stereo
typie, voor gal vanoplastiek, voor vernikkelen,
voor heliogravure, enz. toevoegde.
Hoewel de heer Hübner te Haarlem,
waar hy geboren was, woonde, lag het
eigenlijk terrein zijner werkzaamheden te
Amsterdam. Yan daar uit verbreidde zich
zijn naam.
In 1867 hebben Hübner en Roeloffzen de
zaak der firma Johannes Enschedéen Zonen
verlaten, zelf een firma gevormd, en de
kleine, i» ver van bleeienden toestand
verkeerende drukkerij van den Purmerender,
Arnoldi, op de Rozengracht te Amsterdam,
overgenomen. Al spoedig brachten beiden
door deugdelijk werk en reëele bediening
niéuw leven in de doode zaak. Aanvanke
lijk werkende met slechts tien knechts, drong
het meerdere werk dit aantal uit te breiden
en naar grootere werkplaats om te zien.
Zy kochten eenige onaanzienlijke huisjes
aan de Nieuwe Zyds Voorburgwal, toen nog
een der schilderachtigste grachten van Am
sterdam, en legden daar den grondslag van
de zaak, die het huidig reusachtig gebouw
noodzakelijk maakte om thans aan een vijf
honderd menschen ruimte en gelegenheid
te geven te werken, waaronder een
honderdvijftig, alleen voo_r het dagblad: Het Nieuws
van oen Dag, directie, redactie en al het
personeel inbegrepen. De jonge firma had
ruimschoots werk door het drukken van
bijbels voor het Britsch Bijbelgenootschap,
het Paleis van Justitie, het Effectenblad het
Adresboek, de Werken van Multatuli, enz.
In 1871 bedroeg het aantal hunner werk
lieden reeds vijftig. Aan die vijftig werden
in hetzelfde jaar tien man en twee jongens
toegevoegd om het nieuw opgerichte dag
blad: Het Nieuws van den Dag te zetten
en te drukken. Eenigen tijd was dit ge
drukt by de firma Binger. De voortvarende
en ondernemende Q-. L. Funke en P. van
Santen zagen meerder heil als het blad
gezet en gedrukt werd bij even voortvarende
en ondernemende lieden als Hübner en
Roeloffzen zich betoonden.
Den eersten April 1875 scheen voor de
zaak van hen even als voor Het Nieuws
noodlottig te worden. Een groote brand
legde alle werkplaatsen in de asch. Toen
bleek de energie van Hübner en zijn com
pagnon op het duidelijkst. Binnen twee
maanden ty'ds ging alles alsof er niets ge
beurd was. Niets heeft eenige vertraging
ondervonden; de particuliere zetterij en
drukkerij "vond herberg in pakhuizen op de
Keizersgracht, naast den Apothekerswinkel,
waar de gouden ketting uithing; Het Nieuws
werd gezet op de zetterüvan De Standaard,
bij De Hoog, op den Nieuwendijk bij de
Hasselaarssteeg. Er was -daar zoo weinig
ruimte, dat de zetters van Het Nieuws op
de trap stonden te zetten.
J. H. Hübner heeft tot in 1879 zelf mede
gewerkt, vooral by de stereotypie. Velen
neeft hy in de geheimen van het vak inge
wijd. In alles was hy de voorste, 's Mor
gens vóór zes uur stond hij al, in blauwe
kiel, het werkvolk op te wachten. De zaak
breidde zich echter zóó geweldig uit, dat
hy het medewerken moest nalaten om tijd
te hebben om, met zynen firmant, de zaak
naar behooren te besturen. De dood van den
mede-oprichter der zaak, van den ouden
Hübner, weinig jaren later van diens zoon,
welke zyn vader als firmant was opgevolgd,
waren zware slagen voor hem. Gelukkig ver
mocht hy de leemte aan te vullen door den
heer M. J. P. van Santen, zoon van den
mede-oprichter van Het Nieuws van den Dag
in de firma op te nemen.
Aan J. H. Hübner's.beleid en
goedmenschzijn is het voor een groot deel te danken,
dat de werkstaking aan zyne zaak, in 1900,
een gunstig verloop nam.
Met zyn dood is de laatste stichter der
zaak Roeloffzen-Hübner en Van Santen
verscheiden.
Gelijk Beynes goed voor zijn werkvolk,
gevoelde dit by het bericht van z^jn dood
net verlies, dat zy in den welwillenden
patroon leden. De stemming op alle werk
plaatsen getuigde er van. Hübner was dan
ook voor alles: mensen, en een goed mensch.
Wij verliezen een vriend in hem" scheen
aller gedachte. Zelf werkman geweest, wist
hij wat den werkman toekwam.
liet vele oude kameraden heeft hij het
vorig jaar het 200-jarig feest van het be
drijf der Enschedé's medegevierd. Bij hen
in de klassieke werkplaats op het Klokhuis
plein te Haarlem heeft hy gewerkt, als
zyn vader en grootvader. In eene openbare,
in den Schouwburg uitgesproken redevoe
ring is de lof van J.H. Hübner's grootvader
en vader verkondigd.
Een belangrijk aandeel in den bloei der
lettergieterij getuigde o.a. mr. Johannes
Enschedékomt toe aan Johan Heinrich
Hübner, den bekwamen meesterknecht, die
sedert 1799 aan de gieterij verbonden, in
1813 tot die betrekking was aangesteld
geworden, en aan diens zoon Martinus
Hübner, die in 1816 bij ons in dienst
was gekomen, zijn vader bij diens over
lijden in 1842 als meesterknecht opvolgde,
en die betrekking waargenomen heeft tot
kort voor zijn dood in 1869. Beiden hoogst
bekwame technici, muntte de laatste vooral
uit als stempelsnijder, waardig navolger van
den grooten Fleischman. Aan Hübner's talent
danken wij tal van fraaie schriften, waar
onder in de eerste plaats genoemd dienen
de vier Javaansche schriften, die achtereen
volgens in opdracht van het Gouvernement
door ons tot stand zijn gebracht. De naam
van Hübner is eervol aan de geschiedenis
onzer gieterij verbonden!"
De thans verscheiden J. H. Hübner heeft
bij de Enschedé's aan de zoogenaamde
aangroeierij van platen", de galvanoplastiek,
en als hoofd der geheime gieterij, de stereo
typie, een even waardige plaats vervuld.
Bij de oudere werklieden der Enschedé's
werd zijn verscheiden met groote deelne
ming gehoord. De Redactie van Het Nieuws
van den Dag heeft hartelijke woorden aan
hem als vriend en mensch gewijd, woorden
door ieder te onderschrijven, die den knap
pen werkman, den goeden patroon en het
waardig lid der firma Roeloffzen-Hübner
en Van Santen gekend hebben.
Haarlem heeft in J. H. Hübner en J. J. F.
Beynes twee burgers van meer dan gewone
beteekenis verloren..
SooUijL
Eene historische schets, door J. H. v. DODEWEEHD.
(Slot.) ?
Bij Soestdijk stond een detachement van
het regiment Hessen?Darmstadt onder den
luitenant-kolonel Erpel en den majoor
Seiffardt, om het lustslot en de voordeelige
stelling aldaar, waar vier wegen elkander
ontmoetten, te bewaken.
In den laten avond van den 26en Juli
1787 trok eene bende gewapende patriotten
uit Utrecht om een aanval op Soestdyk te
wagen. Reeds twee buitenposten hadden zij
overrompeld, toen men stuitte bij de brug
over de Praamgracht, waar de jeugdige
grenadier Christoffel Pulman op wacht stond.
Men wilde ook hem noodzaken zich over te
geven, doch zijn eed van getrouwheid was
hem liever dan het leven. Onder den uit
roep : Ich bin ein ehrlicher Kerl l" schiet
hu zijn geweer af, waarschuwt daardoor zijn
wapenbroeders en betaalt zijn trouw met
den dood.
Het Utrechtsen historisch genootschap
heeft daar ter plaatse een armzalig monu
ment opgericht, dat naar wij hopen, eens
vervangen zal worden door een waardiger.
Het eenvoudige opschrift luidt:
CHRISTOFFEL PULMAN
Grenadier
van de lijf Kompagnie
in het regiment Infanterie
van den Prins van Hessen?Darmstadt
oud 28 jaren.
Verkiezende liever het leven te verliezen
dan zijn wapens over te geven
in den nacht
van den 27 July 1787.
Moge dit monument hier staan ook als
waarschuwing voor onze dagen, wat partij haat
en onderling misverstand kunnen uitwerken.
Na de herstelling van de stadhouderlijke
waardigheid ging op Soestdijk alles weer zijn
ouden gang, of liever ouden sleur, en toen
Willem V in 1795 met zyn gezin het vader
land had verlaten, werden de goederen van
den Stadhouder, alsook het domein Soestdijk,
eigendom van den Staat. Zooals het destijds
met nationale eigendommen ging, werd er
geplukt, wat er van te halen was; op Soest
dijk werd hout gekapt en geveild, het domein
werd productief gemaakt, ja het paleis werd
zelfs een tijdlang.... logement.
In 1806 kwam een der dienaren van koning
Lodewijk en nam Soestdijk en
onderhoorigheden eenvoudig ten behoeve van zijn meester
in bezit.
Deze oorkonde luidt aldus :
L'Au mille huit cent six, Ie 11 Decembre
avant midi. Nous Jean, Louis, Simon den
Tengnagel, Intendant du Chdteau Koyal de
Loo, chargépar son Excellence Ie
GrandMaitre de la maison du Boy de prendre
possession pour Ie compte de Sa MajestéIe
Boy de Hollande du chateau de Soestdijk et
de ses dependances, se sont réunis dansune
des salles du dit Chateau Boyal:
Ie. Sr. S. F. Simond, Beceveur des
Domaines de Soestdgk.)
2e. B. Kittelaar, Garde des Bois.
3e. W. van Doorn, '
4e. W. van Lier, Inspecteur des Ouvriers, et
5e. Gerrit Piaster, charpentier des
Batiments, aux quels nous avons declaréen
présence du Sienr Franciscus Pen,'Sécrétaire
de la muhicipalitéde Baarn, sous Ia
jurisdiction de la quelle est Soestdijk et en pr
sence des sieurs J. Goris et Aris vanLeersum,
membres de la municipalitéde Baarn, qu'en
vertu des ordres dont Nous sommes porteur
et que nous avous exhibés, Nous prenons
possession au nom et pour Ie compte de sa
MajestéIe Boy de Hollande, notre gracieux
Souverain, du Chateau Boyal de Soestdijk et
de toutes ses dependances, enjoignons en
eonséquence au sieur Simond, Beceveur des
Domaines Boy aux de Soestdijk, que dés eet
instant il doit tenir instruit Son Excellence
Ie Grand- Maitre de la Maison du Boy de
tout ce qui se passera dans ce Domaine, lui
faire pare des améliorations, dont ils
pourroient tre susceptibles et lui adresser enfin
Extrait ou copie de tons les Baux qui ont
tépassés afin de mettre Son Excellence au
fait de la nature des Bevenus; il joindra 4
eet envoi, une observation détaillée- sur les
Fermiers; en un mot il devra par tous les
moyens qui sont en sont pouvoir mettre
8on Excellence & méme de veiller aux in
terets du Boy. De quoi nous avons rédig
ce Proces-Verbal que toutes les personnes y
dénominées et qualifiées ont signéavec nous
au Chateau Boyal de Soestdijk, ce jour, mois
et an, indiqués cy-dessus.
(L. S.) J. L. F. den Tengnagel,
Intendant du Chateau Boyal de Loo.
C. T. Simond,
Beceveur des Domaines de Soestdijk.
Jan Gooris. B. Kittelaar.
Aris van Leersum. Wilm van Doorn.
(L. S.) F. Pen, Willem van Lier.
Sécrétaire. Gerrit Piaster.
Lodewijk Napoleon, de rustelooze zwerver,
kwam zelfs een paar weken op So.estdijk
doorbrengen, zeer tot verveling van zijne
hovelingen, die het lustslot volstrekt geen
maison de plaisance" noemden, en blij wa
ren, dat het hof naar het Loo vertrok. Het
domein moet er toen en ook later als kei
zerlijk domein treurig hebben uitgezien, doch
aan den horizont gloorde reeds de dageraad
der vrijheid en toen in 1813 het Fransche
juk werd afgeschud, braken er ook voor
Soestdijk gelukkiger dagen aan. Bij de her
stelling onzer onafhankelijkheid werd bij een
wet van den 8en Juli 1815 Soestdijk opge
dragen aan den Prins van Oranje. Het jachtslot
moest ten koste van den lande in
bewoonbaren staat gebracht en gemeubileerd worden.
Mede zou in het domein Soestdijk een
gedenkzuil worden opgericht ter bijzondere
vereering van den moed en de hardnekkige
verdediging der positie bij Les Quatre Bras
zoo luisterrijk ten toon gespreid.
Door de architecten de Greef en Keyers
werd het 17e eeuwsche jachtslot geheel naar
de eischeu des tij ds gerestaureerd, terwijl de
aanleg van park en tuinen werd opgedragen
aan den weibekenden Zocher te Haarlem.
De obelisk aan het einde der Koningslaan
geplaatst en door den architect Van der Hart
ontworpen, bevat in het Nederlandsen, Latijn,
Fransch en Engelsch het volgende opschrift :
Ter eere
van
Willem, Frederik, George, Lodewijk
Prins van Oranje
die)
aan het Hoofd der Nederlandsche legerbenden
door zijn moed en beleid
op den 16en Juny 1815
aan den Viersprong
boven Brussel
het eerst den aanval der Franschen
wederstond
de overwinning bij Waterloo behaald
voorbereidde
en
Neerlands Onafhankelijkheid
behield.
Het dankbare Vaderland.
De beide stukken veldgeschut, om het
monument geplaatst zijn veroverde Belgische
kanonnen, die den Prins tot aandenken zijn
geschonken voor de uitmuntende krijgsbe
drijven in 1830 en 31.
't Was feest op Soestdijk, toen in 1818 de
held van Waterloo aan de zijde der fiere
Czarendochter Anna Pauwlowna zijn intocht
deed op het geheel gerestaureerde lustslot
en door de bevolking van Baarn en Soest
met gejuich werd ontvangen. En men had
reden tot juichen ; de Prins van Oranje, later
Koning Willem II was een goed heer, terwijl
de gedachte aan Anna Pauwlowna en hare
vele goede werken nog onder de bevolking
dezer streken voortleven.
Cominissiën van weldadigheid werden in
beide plaatsen benoemd om in de behoefte
van de noodlijdenden te voorzien, levensbe
hoeften werden uitgereikt, voor kranken
werd zorg gedragen, het schoolbezoek krachtig
bevorderd, werk werd verschaft en nog meer
instellingen van weldadigheid in het leven
geroepen, die tot heden voortduren. Zij
hebben Anna Pauwlowna een onvergankelijke
plaats gegrift in de harten der minder be
deelden van Baarn en Soest, 't Waren recht
gelukkige dagen voor Soestdijk toen de kroon
prins en kroonprinses der Nederlanden daar
de zomermaanden kwamen doorbrengen om
geven door een viertal onzer vorstenkinderen
in hun vroolijke jonkheid.
In de nabijheid van het paleis treffen wij
vier landelijke stichtingen uit dien tijd aan:
de boerderij van prinses Sophie het prins
Willems, prins Alexanders en prins Hen
driks jachthuisje. Dit laatste werd naderhand
door de Koningin-Moeder als plaats van
Godsvereering naar den Griekschen geloofs
vorm ingericht. Inmiddels waren de kroon
prins en kroonprinses Koning en Koningin
der Nederlanden geworden en werd Soestdijk
niet zoo dikwijls meer bezocht, daar de
Koning zich ook vaak te Tilburg ophield.
De mare van 's Konings plotselingen dood
bracht verslagenheid teweeg in de harten
van alle Nederlanders, niet het minst in de
streek onzer beschouwing. In 1850 werd Soest
dijk opgedragen aan 'H. M. Anna Pauwlowna,
nu Koningin-Weduwe der Nederlanden.
Gaarne vertoefde de diepgeschokte Vorstin
op dit lustslot, waar twee harer zonen waren
geboren en waaraan voor haar zulke blijde
herinneringen verbonden waren uit gelukkige
tijden, toen zij als prinses met haar
ridderlijkeu gemaal dit landgoed voor het eerst
betrad.
Hier in deze schoone streken herinnerde
haar alles aan de dagen van weleer en leefde
zq te midden van een baar lief geworden
bevolking al weldoende voort. En werd deze
landelijke eenvoud al eens afgebroken door
een hoog bezoek, zooals dat van den Keizer
van Rusland of Le Comte du Nord (Russische
kroonprins) die hunne hooge bloedverwante
kwamen opzoeken, Anna Pauwlowna beminde
de stilte en geheimzinnigheid der natuur;
zij leefde hier rustig voort, totdat ook haar
levensavond begon te vallen en de grafge
welven te Delft zich ook voor haar ontsloten.
Het domein verviel bij testamentaire be
schikking aan den alom geëerden Prins
Hendrik die den 19en Juni aan de zijde van
zijne beminnelijke gemalin Amalia van
SaxenWeimar op luisterrijke wijze zijn feestelijken
intocht hield op hét oude lustslot zijner
voorvaderen.
Eenige dagen te voren hadden de oud
strijders met Prins Frederik aan het hoofd
een bezoek gebracht aan het landgoed, waar
hunne opperbevelhebber zulke gelukkige
dagen had gesleten.
Veel is door Prins Hendrik in het belang
van Soestdijk verricht; de ontginningen onder
Anna Pauwlowna begonnen werden kracht
dadig voortgezet, het paleis in- en uitwendig
verbeterd en verfraaid. Was door Anna
Pauwl«wna de grond gelegd tot eene his
torische verzameling, Prins Hendrik bracht
de bouwstoffen verder aan en voltooide het.
Hier zien wij onze helden ter zee en te land,
met vermelding hunner groote daden dan
eens op het doek dan in zeldzame uitgaven
vertegenwoordigd.
Een stil vertrek in het paleis was gewijd
aan hen, die zijn heengegaan. Hier zag men
het veldbed, waarop Koning Willem II te
Tilburg den laatsten adem uitblies met meer
andere meubelen uit die sterf kamer. Talrijke
meubelstukken uit de kamer van den vroeg
op Madera gestorven Prins Alexander; het
veldbed, waarop de Prins van Oranje van
Quatre Bras naar Brussel werd vervoerd en
meer voorwerpen zoo nauw verbonden aan
het lief en leed der Oranje's.
(Al deze gedenkstukken zijn thans door
H. M. de Koningin overgebracht naar het
museum yan het Huis van Oranje te 's
Gravenhage).
Slechts zes zomers mocht het prinses Amalia
gegeven zijn aan de zijde van Prins Hendrik
op Soestdijk door te brengen; de onverbid
delijke dood rukte op het onverwachts de
dochter van den dapperen Hertog van
SaxenWeimar weg uit den kring van allen, die
haar liefhadden. Als een stille vereering
leeft de gedachtenis van deze vroeg gestorven
Vorstin te Baarn in verschillende benamin
gen voort; wij denken slechts aan
Amaliapark, Amaliaoord, Amaliaschool enz.
Een Prins Hendrik ? Wat konden wij veel
van dezen geachten Vorst neerschrijven; zijn
naam is een lofrede. Welk Nederlander is
niet ten volle overtuigd van het vele, dat
deze Prins in het belang van handel en
nijverheid voor ons volk heeft gedaan? En
heeft Prins Hendrik niet den grond gelegd
tot den tegenwoordigen bloei van Baarn
door gronden op zeer billijke voorwaarden
in erfpacht af te staan en mede te werker»
tot het tot standkomen van den Ooster
spoorweg, waardoor de bevolking der machtige
hoofdstad in korten tijd deze schoone streek
kon bereiken? De liefde en gehechtheid
openbaarden zich dan ook op sprekende wijze,
toen Prins Hendrik in 1878 met z^jne tweede
gemalin Marie van Pruisen zijn feestelijken
intocht deed op het landgved Soestdijk.
Schitterend werd het vorstelijk echtpaar te
Baarn en Soest ontvangen door een dankbare
bevolking, met innige liefde gehecht aan
dezen telg uit het ond» Hato van. Oranje.
't Was dan ook een droeve mare, die de
telegraaf uit Luxemburg tot Ons bracht, n.l.
dat de Prins jop het kasteel te Walferdingen
het tijdige met bet eeuwige had verwisseld.
De naam en nagedachtenis van Prins Hendrik
zal dan ook niet licht by de bevolking van
Baarn en Soest in vergetelheid raken. Nadat
de weduwe van Prins Hendrik, Marie van
Pruisen, nog een korten tijd het paleis be
woond had, vervielen paleis en domein aan
Koning Willem III en hiermede gaat het
landgoed een nieuwe periode en schoone
toekomst tegemoet
Onder beheer van Z. M. architect, den
heer Eberson, werden de onoogeljjke stallen
aan de overzijde van den wég vervangen door
doelmatige nieuwe; de vroegere hertenkamp
werd herschapen in Koningin Emmapark,
de tuinen vorstelijk ingericht.
Den Ie Juli 1886 deden de Koning, de
Koningin en het lieftallig Prinsesje hunnen
intocht op ? Soestdijk, waaraan ook voor
Willem III zulke liefelijke herinneringen uit
een lang vervlogen jeugd verbonden waren.
Wel mocht de bevolking juichen. Ook Willem
III stond mat groote vrijgevigheid de wande
ling in de bosBchen van het domein toe; de
werken van weldadigheid, dóór de vorstelijke
voorzaten in het leven geroepen, werden
door den Koning gehandhaafd.
Soestdijk deelde nu met het Loo het voor
recht de zomerresidentie van de koninklijke
familie te zijn.
Het mocht aan Koning Willem III slechts
gegeven zijn drie zomers op Soestdijk door
te brengen, toen de laatste mannelijke telg
uit het huis van Oranje na eene langdurige
ziekte het tijdige met het eeuwige verwisselde
en Soestdijk het eigendom werd der
KoninginMoeder. Koningin Emma heeft ook eene
bijzondere voorliefde voor Soestdijk. Tot
tweemaal toe is het paleis geheel gerestau
reerd ; de brandbluschmiddelen zijn verbeterd,
badkamers bijgebouwd en het onoogelijke
houten hek voor het paleis vervangen door
een fraai ijzeren.
En hiermede willen wij deze schets ein
digen ; de geschiedenis spreekt niet dan zeer
spaarzaam over de levenden. Van het een
voudige jachthuis van stadhouder Willem UI
hebben wij Soestdijk zien worden het prachtige
landgoed, thans eigendom en bewoond door
de Koningin-Moeder. Het lustslot kan in-en
uitwendig gerust wedijveren met de fraaiste
vorstelijke verblijven van Europa.
Moge Soestdijk dan nog lang tot zomer?
residentie strekken van onze vorstelijke familie.
Tot hiertoe is het altijd tot zegen geweest
voor de omgeving; want evenals de vroegere
Hooge Eigenaars is ook onze
KoninginMoeder de eerste, waar het de uitoefening
geldt der werken van liefde en weldadigheid.
Utrecht, Augustus 1904.
J. J. BLESING,
'8-GRA.VENHAGE,
Molenstraat 65, 65A en 61.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravure*.
MEUBEL-BAZAR,
Singel 263 283,
b(J de FaleUwtraat.
Kantoor-Meubelen»:.
PRIJS ?7
J. MEIJERINK MEIJER.
Telefo«a 89S».
FAIENCE
EN TEGEL
FABRIEK
MOLLAND
NAAMLVENN-CEV-TE
UTRECHT
AmSTERPAffl
AARDEWERK
EM
12 Etsen van
WILM STEELINK.
Hit Tekst van J. F. VAN SOMEREN,
Bibliothecaris te Utrecht
Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst
in rood kader met vele vignetten en
handteekeningen, kost dit prachtwerk
(groot folio fonn.) gebonden slechts
fi2.ua.
i BINNEN-:
INRICHTINGTOT
MEUBELEERING
EN -VERSIERING
^DER- WONING^
I2O ? ROKIN ? 12O