Historisch Archief 1877-1940
No. 1430
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOB NEDERLAND.
MAGGr AROMA
OIH t6 krUld.611 is een eenig beproefd middel
om gerechten, groenten, vleezen, soepen, sausen, ragouts, oogenblikkelijk een krachtigen aangenamen
geur en smaak te geven. Een kleine hoeveelheid is voldoende.
Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en comestibleshandelaren.
MAGGI's onderscheidingen: 5 groote Prijzen, 30 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 7 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOEN, Amsterdam.
?iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiHimiitimiiiimmiiiiiMniiiiimiiiiimiui iiiiiiiiiiiiiiiirtiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiittiiiiiiitiiiiiiiiiMiiiiiiiniiiiiHiiiiiiMiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiii
Loüise Micbel.
Loüise Michel op het tooneeltje.
Schets van C. Scharten.
In de straat, die naar den woesten Danton
heet, dreigend staat zijn bronzen stand
beeld aan het eind, op den Boulevard
St.-Germain in die straat is het gebouw
der Sociétés Savantes".
Ben vredes-meeting, een feestbanket ter
eere van Verhaeren woonden wij er een bij
ze zijn er niet uitgesloten, maar toch, thuis
zjjn er eerst de felle politieke vergade
ringen, die de agenten voor de deur bren
gen, de belendende straten doen afzetten
met gehelmd n geharnast paardevolk, om
by het ? uitgaan opstootjes te voorkomen;
want de tegenstanders, in schreeuwende en
partjj-liederen joelende troepen, wachten
drommend op den woeligen nacht-boulevard.
Voor eenige maanden trad er op,
verwonderhjk-snel hersteld van een zóó ernstige
ziekte, dat reeds haar doodsbericht de ronde
deed, de revolutionnaire, wier wassen-beeld
ik als kind eens zag in de gruwelkamer van
een Panopticum, de Pétroleuse", de
Vierge Rouge", Loüise Michel.
Dien lauwen, neveligen zomeravond, in
het late schemergrijs, waarin de rosse geel
heid der lantarens als zieke plekken weekte,
was het voor de halfduistere poort van het
vergadergebouw 't doffe rumoer van enkel
publiek te voet, en daar door heen het gedempte
venten van brochures: tusschen de don
kere, schuifelende menschen het flappen van
een wit blad, Le Libertaire, het vlekken van
dun-bladige, roode boekjes, bij 't eentonig
afraffelen van: Travailleur tu ne voteras
point! Soldat, tu ne tireras pas! dix cen
times I
* #
*
Een holle zaal met schaarsche menschen;
een klein galerijtje, goedkoop, al stampvol.
Maar langzaam vullen zich de stoelenrijen.
Achter en opzy schikken zich: een socialis
tisch student met zijn meisje, een blank en
teringroze gezichtje zonder trekken, en waarin
alleen de ree-ronde, vochte fonkels der
dweepoogen; een oud heertje, die over zijn brilletje
in zjjn Petit Journal leest, en die zich dit
sensationeele'nu eens betalen wil: Loüise Michel,
in een lezing: Aux Portes de la Mort"; een
leelijke, bejaarde juffrouw met hardblonden,
gefriseerden krullebol, een karmijn-roze blouse
en rood-beveerden gelen stroohoed; en zoo
komen er meer geëmancipeerde" dames,
Parijs-modezuchtig en ijdel gebleven, van de
wjjs door verkeerd-begrepen
tractaatjes-lectuur, en ook vooral burgermadammen, met
moderne, nobele en muurvaste overtuigin
gen. Een eindje weg in de volstroomende
zaal zit, bleek, met kortgeknipt haar om een
jongensgezicht, een Russische studente; zoo
een moderne Russin vindt het noodig, raad
selachtig te hjken; vreemd en stug sluit ze
zich in het somber masker van haar ge
zichtje ; ze lacht even opgewonden, k\jkt dan
verbitterd; ze zou zóó gek kunnen worden.
Op 't tooneeltje is ook leven gekomen.
Langs den zolder zjjn drie rijen
gasvlammetjes aangesprongen, en er komen te zitten
in 't helle licht: vrije vrouwen ook, maar
vrijer nog en ingewijder; de welige, gulle
madame Savary, zangeres, componiste, fameuse
feministe; madame Huy, een wonderlijk oud
dametje, die zeer vrij en modern meent te
zijn met altijd te durven dragen een
middeleeuwsch costuum van zwarte zijde en kant,
twee grijze krullen uit een zwart zij kapje;
een kordate juffrouw zonder oogharen, een
naakt matelootje op, een kouden neus voor
uit; een vrouw in wier kleurige opdirking
de schorre en hettige geluiden te snorken
schijnen van het draaiorgel, waarnaast ze
wel gaan moet, maar niet gaat: de oude
vriendin van Loüise Michel....
Huiverig is 't, al die vreemde, besloten
individualiteiten om zich heen, bizonder alle,
en zoo dof toch en onharmonisch de meeste.
En nu ineens een stokoud zieltje, de kern
der aandacht; ze is er voor je 't weet; dat
is ze nu, Louise Michel; de overgang is erg,
een groote persoonlijkheid niet te kennen,
en dan ineens ze te zien, vlak b\j.
Duizelt ze van het volk, haar liefde, daar
weer vóór haar na doodelijke krankte? Ze
struikelt.... God! ze breekt haar been! 't is
een verschrikkelijk en onnoozel oogenblik;
ze krabbelt weer op; Ce nèriên l" snauwt
ze de zaal in; en ze staat achter de tafel,
bibberend op de beenen in 'r sluike rokken;
te rammelen lijkt het mager lijf binnen het
wollen doekje; het hoofd schokt aan de
slappe strot-vellen er uit op, het smalle ge
deukte hoofd met den langen neus, den
mummelmond, het haar in plukken naast de
ingeputte, strakke slapen en kort
neerpiekend om het groezelig halsje; een zwarte
strooien hoed staat, ver vooruit, hard en los
op 't skelettig hoofd; 't lijkt eerst ordinair,
schaapachtig-valsch, dat gezicht; doch zie
het oogje; naakt ondereen haarloos,
hooggetrokken wenkbrauw-streepje van rood vleesch,
is 't als van een varken; maar zie het zélf!
zie, het is een warm-glanzend oogje, 't zwak
oogje van oud menschje, 't vurig diep-in
gloeiende oogje van een mooie, hoog wil
lende ziel.
Een vent, die haar op tournee begeleidt,
een schreeuwerige meneer, heeft Louise" het
woord gegeven, en een neuzige, scherpe stem
klinkt beverig: Citoyins ! citoyinnes!"... de
lippen smakken, ze schijnt even na te denken;
dan uit het sidderende lichaam trilt weer de
stem, als met vlagen schraal en doordrin
gend, of hokkerig, zwak en wankelend.
Er is iets hards in haar toon, en iets
onverschilligs; maar die onverschilligheid is
haar wijze van te ontloopen allen schijn van
persoonlijk effectbejag; die hardheid, het is
of ze er mee wil doödbijten eerst de weeke
vereeringen, de oppervlakkige
aandoenlijkheden, waarvan ze weet, wat ze waard zijn.
Dan, als ze meent zuiverheid te hebben in
de atmosfeer, eenvoud, waarheid, dan, lang
zamerhand, gaat in de scherpte van het ge
luid een felle warmte blaken.
Simpel is het verhaal van haar ziekte. Te
dun gekleed had ze gewaadeld uren lang
door een woud bij sneeuw ? c'était fort
beau I" ? maar ze had kou gevat en de
ziekte streed in haar. Eerst had zij zich
niet gewonnen gegeven, lezingen gehouden
tegen de koorts in, gedacht door wil de
krankte te bezweren; maar het kwaad had
haar verslagen in het end, en ze was aan
den rand van het sterven geweest. Het
sterven... wat een schoonheid ook dat weer
voor de volksprofetes met haar dichterlijken
geest, diep-in mystiek, al zou ze het zelf
niet willen bekennen, en als mystiek gevoeld
ook door haar materialistische medestanders,
die haar soms wantrouwen daarom....
Het sterven!
En mourant, tout doucement, on se sent
devenir de plus en plus simple et toutes
les choses apparaissent comme d'une grande
simplicité...."
En men voelt zich wegslinken, men voelt
zijn ik verzwinden in de algemeenheid, in
een wijd en teer aarde-gevoel.
Het heerly ke sterven! Voor het eerst en
voor het laatst voelt men niet meer dat
ellendige individu, hebzuchtig en
verraderlijk, voor het eerst en voor het laatst wordt
men los, heerlijk los en vrij en zonder zorg!
Vereenvoudigt het veel-werktuigig
organisme niet zóó, dat de zintuigen te
vervloeien schijnen ? dat de brieven en
telegrammen, die mijn oogen niet meer konden
zien, ik meende te lezen met mijn voelende
handen ?
Die brieven en telegrammen, ziyn zij niet
tot inij gekomen als wils-stroomingen, die
mij terugtrokken tot het leven.
Tot het leven ... waartoe ? Omdat die
brieven en telegrammen aan een oud wijf (une
vieille loque) dat krepeerde en nooit meer
wat terug zou kunnen geven, mij hebben
gebracht de nieuwe, en zoo oude, waarheid,
welke ik u nu terug wil brengen van de
Portes de la Mort"! Den dwazen waan van
de liefde hebben zij voor het eerst tot een
nooit vermoede, tot een tastbare
werkelijkheid voor mij [gemaakt. Ik weet nu, dat
er is de zuivere en niets terug begeerende
liefde.
Ga ik nu dood, peu m'importe ik
heb het geleerd: de menschheid is niet
slecht; ze is niet zoo slecht, dat ze alleen
maar waard is het dynamiet. Ze heeft de
liefde; slecht is ze niet in haar aard I maar
opgevoed is zij slecht, opgevoed is zij...
misdadig l"
Zoo, in rauwe, maar bezielde taal, sprak
en zong het oude wjjf en de dichteres Louise
Michel. .
Het was een fel-gestookt leven, dat zijn
denkingen gloeiend goot om de grijze
stervens-herinneringen. Gloeide nu ook niet dat
leelijk gelaat diep van binnen uit, bij het
verloren-er-in-op-staren ?
Tot ineens wij het zagen: was er niet iets
in dat gezicht, dat aan de gelaatstrekken
herinnerde van haar versten antagonist? leek
niet een ander zeer-levend gelaat vaag op
dit bleek oud-vrouwehoofd? leefde er niet
iets in dat oog, in dien mond, die in het
geluk van de vaste en schoone wijsheid, ge
vonden aan de poorten des doods, wijd en
zalig te glimlachen begon iets van Leo
den dertiende ?
Het was minder edel, het was minder
fijnverstandig, maar het was dichterlijker.
Waar gene, uit zijn scherp intellect, ge
dachten kristallizeerde en afmat in de strakke
maten zijner Latijnsche verzen, vloot uit deze,
na de vroegere, wilde stroomen van hartstoch
telijke willingen, de golvende, levende ge
dachte, als een wijde zee, waar diep-in de
klaarheden blonken als groote volumen van
vloeibaren edelsteen.
Kinderen van eenzelfde eeuwigheid geleken
ze, elkaar gelijkend, maar de vertegenwoor
digers van tegenovergestelde machten, gene
het gave en schoone, bealepene dogma, deze
het bewogene, ongebreidelde leven!
En voor het vervagend en verstervend
beeld van Leo den dertiende, leefde het ge
havend hoofd van Louise Michel, min heilig,
maar menschelijker.
M. SCHAHTEN?ANTINK.
Parijs, 20 October 1904.
Modes. Chrysanthen. Egyptische prin
sessen te Biarritz.
Wie zullen de meerderheid vormen ? De
modellen van de grands couturiers" der
rue de la Paix, of die der mode-koningen
van den Boulevard Haussmann ? De toiletten
door de eerste vervaardigd, kenmerken zich
door wijde bo venmouwen ; en, o schrikbeeld !
om de mouwen toch vooral forsch en breed te
laten uitstaan, met baleinen geschoven tus
schen voering en bovenstof. Helaas! nu zullen
wij niet meer vlug en lenig, zonder hulp, in
onze mantels kunnen glijden. Wij zullen moe
ten uitkijken naar een welwillende hand,
die de wijde, boelige mouwen omzichtig
neerdrukt, om ze zoo min mogelijk onder
den druk der mantelmouwen te kneuteren.
De confectiemagazijnen van den Boulevard
Haussmann huldigen nog de slooping
shoulder" uit het Victoria-tijdperk; zij
vertoonen den langen op den bovenarm afdalenden
schoudernaad en... zér nauwe mouwen.
Dus, zoowel met het een, als met het ander,
is men gekleed naar de allerlaatste mode.
De costuumrokken zijn zér wijd; óók wijd
en woelig om de heupen. Het gemouleerde,
het weinig of in 't geheel geen heupen, is
ouderwetsch. Een voorrecht voor de dikkertjes!
Wat moeder natuur in haar wijsheid ons
onthield, kan door slim overleg worden aan
gevuld. Verhullen wat zij schonk, kan óók,
maar is vél moeilijker. De onderrok moet
zér wijd en geknipt zijn, naar het model
van den costunmrok. De Parijzenaars richten
aan alle schouwburg-bezoeksters de dringende
bede, niet in de komedie te verschijnen met
reusachtige win^rhoeden. Zeer begrijpelijk.
Iedereen, die naar een theater gaat, wil niet
alleen hooren, maar ook zien. De echtgenoote
van een bekenden Parijschen tooneelkriticus
geeft tegenwoordig een goed en sierlijk voor
beeld. Op haar weelderige, zwarte lokken
draagt zij een touffe licht-getinte bloemen, die
het effect maken van een snoezig hoedje, dat
door bescheiden omvang aan niemand het
uitzicht verspert.
Het tout blanc" is op 't oogenblik voor
theater-bezoek minder in zwang. Rose, mauve
en vieux rouge wordt meer algsmeen in
schouwburgen gezien.
Het dragen van veel ringen met groote, in
kleuren-wiegelende steenen blijft door de
mode voorgeschreven. Zij verlangt verder van
ons, dat wij ons tooien met armbanden en
halsketting.
Madame Mode lacht in haar beminnelijk
vuistje, om al die druk-doende vrouwtjes,
steeds luider en scheller roepend om haar
lang vertreden rechten en gefnuikte vrijheid.
Vrije vrouwen I zegt zij, ik verlang, dat gij
u zult sieren met de symbolen der onder
werping!
Doucet lanceert voor dezen winter
bezoektoiletten en robes d'intérieur" van zacht
getint laken, gegarneerd met
mousseline-desoie. Heel, heel mooi, dat teere, ijle, luchtige
mousseline-de-soie, sierlijk uitkomend tegen
de correcte strengheid van het fijne laken,
maar zeer onpraktisch om bij winter-tem
peratuur en vochtige lucht buitenshuis te
worden gedragen. Dezelfde Fransche firm*
verwerkt ook beeldige Engelsche kostuums,
het strenge tailor-made, versierd met veel
kleurig borduursel en application.
De taf-zij-garneering is geheel vervangen
door zijden galon, tres en fluweel. De bonten
cape, zoo als die voor eenige jaren werd
gedragen, glad om de schouders en tot aan
het middel reikend, duikt weer op. Onprak
tische kleedingstukken, die den hals boven
matig broeien en de armen laten verkleumen.
De modieuze wijziging aan deze cape, is de
lange stola, reikend tot onder aan den rok.
Fransch avondtoilet, model van gezuster»
Hoegelin: Robe van zwarte mousseline-de-soie,
op licht- blauw taf-zij de onderkleed. Garneering
van chantilly kant, zwart op wit. Rok van
zwarte mousseline-de-soie bovenaan, rondom
gefronst; op kniehoogte zeer wijde volant,
met twee boven elkaar geplaatste schuine
strookjes onder aan den volant. Rondom is
de volant versierd met kant-incrustaties;
wit fond met zwarte motieven doorwerkt.
Corsage schuin gedrapeerd, ingesloten door
zeer hoog, puntig corselet met kant
garneering: zwarte entre-deux. Schouderstuk van
witte kant, doorwerkt met zwarte motieven.
Wijd gedofte bovenmouw; ondermouw van
witte kant, met vijf oploopende
schuingeplaatste zwarte entre-deux. De ondermouw
van elleboog tot aan pols, den arm strak
omspannend.
November is de maand der chrysanthen,
die praeht-bloemen waaraan men nimmer is
uitgekeken. Chrysanthen-tentoonstellingen
allerwege. Achter de vensters der bloemen
winkels glanzen de hel-witte, hard- en
zachtgeele, lila, mauve, rose, bruin-geele en rossige
touffes der onvolprezen Japansche bloemsoort.
Evenals de roos in de chrysanth oneindig in
variëteiten. Deze coquette, grillige, v
l-geliefde modebloem werd tot dusverre nog niet
zooveel door dichters en dichteressen bezon
gen als de roos, het viooltje, de
vergeet-mijniet en de trotsche orchydee. Blijft de hulde
van het rhythmische woord nog te veel aan
de chrysanth onthouden, schilders en voor
namelijk schilderessen reproduceeren de
eigenaardige bloem, losjes wiegelend aan
hoogen stengel in olie- en waterverf. In No
vember versieren schilderessen haar ateliers
met chrysanthen, bestudeeren haar vorm,
haar grootte en tint en wat zij met gretigen
blik en bewonderend oog in zich opnemen,
moet de geoefende hand op 't doek flxeeren.
De Fransche bloemenschilderes mevrouw
Faux Froidure (afschuwelijke naam voor een
kunstenares) geeft in dezen tijd een cursus
uitsluitend gewijd aan het
chrysanthe-schilderen. De dochter van den bloemenschilder
Eugene Carrière, mevrouw Devolvé-Carrière
heeft zich in korten tijd naam gemaakt als
talentvol bloemenschilderes. Van haar, even
als van Louise Abbéma en Madeleine
Lemaire zijn de geschilderde chrysanthen her
haaldelijk op tentoonstellingen bewonderd
en bekroond.
Ook onze Nederlandsche bloemenschil
deres, mevrouw Marie Barchman-Wuytiers,
vatte groote liefde op voor chrysanthen. De
aquarellen die zij maakte, van deze bloemen
harer speciale belangstelling en bewondering
waren zóó echt van vorm, zoo warm van
tint zoo sprekend als de natuur zelve. Haar
werk werd herhaaldelijk in 't buitenland met
goud gekroond.
Ook dezen zomer werden de drie
beeldschoone Egyptische prinsesjes Semika, Kadria
en Bediha zeer bewonderd door logeergasten
en reizigers langerenof korteren tijd toevend,
in het heerlijke zeeplaatsje Biarritz. De drie
zusjes, wier leeftijd wisselt tusschen twintig
en vijftien lentes, zijn dochters van prins
Hussein en kleindochters van Ismaïl, khedive
van Egypte. De prinsesjes zijn naar
Europeeschen trant opgevoed; zij spreken vlot
eenige moderne talen, musiceeren, schilde
ren, doen aan sport en aan handwerken,
precies als onze jonge meisjes van goeden
huize. De zusjes wekken waar zij zich
vertoonen sensatie, door haar klassieke schoon
heid, beminnelijkheid en eenvoud. De vrij
heid die zij te Biarritz genieten, wordt door
het bekoorlijke drietal op hoogen prijs ge
steld. In Egypte gaan zij nooit anders uit,
dan per rijtuig, de lieve gezichtjes gedekt
door den yasmah, niet anders vertoonend
dan de geheimzinnige diepte en den glans
harer donkere oogen. Voor haar karos r\jdt
de in bonte kleederdracht gestoken koerier
Sai's. CAPKICE.
^Macarons. Benoodigdheden: 250 gram sui
ker, 280 gram zoete amandelen, de geraspte
schil van een citroen, het wit van 4 eieren,
of l dL. eiwit. 4 bladen ouwel. Bereiding:
De amandelen in kokend water zetten,
van de schil ontdoen, fijn malen en vermen
gen met de suiker, de geraspte citroenschil,
het laatst met het zér stijf geklopte eiwit.
Van deze massa een theelepel vol plaatsen
op vierkante stukjes ouwel, die op een
bakblik leggen en de macarons lichtbruin laten
bakken in den oven.
iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiHiHiiiriiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiilillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiitllli
Vrouwenkiesrecht.
In het nummer der vorige week doet mevr.
Haighton een beroep op Wyoming, om te
bewijzen, hoe door vrouwenkiesrecht (actief
en passief) het algemeen belang kan worden
gebaat.
Het zij mij dus vergund, uit een pas ver
schenen artikel in de Nineteenth Century ~:f)
over het vrouwenkiesrecht in Amerika, te
citeeren, wat daarin over den Staat van dien
naam met betrekking tot het vrouwenkies
recht wordt gezegd.
Wyoming, for example, after thirty years
of woman suffrage, kept on its statute books,
until recently, a law licensing gambling
houses and collecting a revenue from them
for the public treasury".
Uit datzelfde artikel blijkt ook, dat de
vrouwenkiezers in Utah meer dan eens
bekende Polygamisten tot afgevaardigden
hielpen kiezen, ofschoon de veel weverij in
Utah reeds lang wettelijk verboden is en dat
de gekozenen, onder den invloed der nationale
verontwaardiging, door het congres zelf
werden uitgestooten.
Waar blijft dus nu de goede invloed van
het vrouwenkiesrecht op het zedelijk gehalte
der wetten ? En toch is die invloed het
grootste argument.
Amerika in 't algemeen is, wat het vrou
wenkiesrecht betreft, een leerzaam voorbeeld.
Want nergens heeft de vrouw zulk eene
bevoorrechte positie.
Volledig kiesrecht hebben de
Amerikaansche vrouwen slechts in 4 Staten van de 45 :
Wyoming, Colorado, Idaho en Utah, maar
de geheele bevolking dier 4 Staten te zamen
is nauwelijks een derde van de bevolking
van New-York alleen. Twintig andere Staten
sluiten de vrouwen van elk kiesrecht uit.
Weer 20 andere geven haar slechts kiesrecht
in schoolzaken en ook voor het geval de
belastingbetalers, door een soort referendum,
worden geraadpleegd, en n Staat (Kansas)
geeft alleen kiesrecht voor gemeentezaken.
Sedert lang bovendien is de beweging
voor vrouwenkiesrecht in Amerika tot staan
gekomen, omdat het overtuigend is gebleken,
dat de vrouwen, die het vragen, slechts
eene zeer kleine minderheid vormen. De
overgroote massa is onverschillig of beslist
vijandig en in meer dan n Staat heeft
men vrouwenverenigingen met duizenden
en tienduizenden leden, om de verdere uit
breiding van het vrouwenkiesrecht tegen te
werken. Zij gaan daarbij van het standpunt
uit, dat de vrouw aan het intieme familie
leven en niet aan het openbare staatsleven
behoort en dat vrouwenkiesrecht dus aller
minst aan de vrouwen zelf voordeel bren
gen kan.
In Massachusets is in 1895 een referendum
over vrouwenkiesrecht, voorloopig alleen in
gemeenteraadszaken, gehouden, waaraan men
ook de vrouwen heeft laten deelnemen,
maar van de 575.010 vrouwen, die stemmen
mochten, namen er slechts 22.000 aan de
stemming deel en daaronder waren nog bijna
900 besliste tegenstemsters. In 47 steden gaf
niet ne vrouw zich de moeite om op te komen.
Terecht hebben de Amerikanen sedert
begrepen, dat vrouwenkiesrecht geen reden
van bestaan heeft. Sedert 1896 heeft de
zaak van het vrouwenkiesrecht in Amerika
dan ook niet ne overwinning van belang
meer behaald en nog in 1903 hebben de
wetgevende lichamen van 13 Staten het
stemrecht in eiken vorm aan de vrouwen
geweigerd.
Nu is het mogelijk, dat de toestand in
Nederland anders is, dan in Amerika, maar
waarschijnlijk is dat niet en het wil er bij
mij niet in, dat het gros der vrouwen in
Nederland minder gezond verstand en inzicht
heeft, dan het gros der vrouwen in Amerika.
Aan verbetering haier rechtspositie op het
gebied van het burgerlijk recht, heeft de
vrouw hier zeer zeker behoefte en steeds
ben ik bereid geweest op dat punt, naar
vermogen, mee te werken, maar met een
stembiljet zal, noch de vrouw, noch de
gemeenschap zijn gebaat.
Waar juist eene nieuwe drankwet is aan
genomen, die zoo scherp ^ogelijk is en er
van de zijde der voorstandsters van vrouwen
kiesrecht geen stap is gedaan, om de aan
neming dier wet te bevorderen, is vrouwen
kiesrecht, om tot een nog strengere wet te
komen, niet meer noodig en vermoedelijk
ook niet het ware middel.
Wil de vrouw aan de drankbestrijding
meedoen, dan kan zij dat ook wel, zonder
stembiljet en in de eerste plaats door te
te zorgen, dat de man niet uit wanhoop
naar de kroeg loopt, omdat zijn huishouden
niet in orde is.
Ik meen dus tegenover mevr. Haighton
mijn standpunt te mogen handhaven, maar
tevens, bij veel verschil van meening, n
groot punt van overeenkomst te mogen vast
stellen. Wij schijnen het eens te zijn, dat
vrouwenkiesrecht niet is een kwestie van
recht, maar van belang. Van belang niet
voor de vrouw, maar voor de gemeenschap.
Wie voor vrouwenkiesrecht ijvert, zal het
aannemelijk moeten maken, dat niet de
vrouw, maar de gemeenschap daar beter bij
varen zal en waar tot nu toe bijna altijd
het belang der vrouw op den voorgrond is
gebracht, verheug ik mij, dat het vraagstuk
thans eindelijk zuiver is gesteld.
Mr. H. VERKOUTEREN.
?14 November 1904.
*) De volledige titel is: The check to
woman suffrage in the United States. 19th
Century van November 1904, p. 833 vlg.