Historisch Archief 1877-1940
. 1544
DE AMSTERDAMMER
A°. 1907.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
O n d. e r redactie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
v a. xi J". IDE IKI O O.
Uitgevers: VAN HOtKEMA & WARENDOBF, Heerengracht 457, .Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni IE 81 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden . . « . . . ? 1.50, fr. P- post f 1.05
Voor Indiëper jaar » mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/»
Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Caputines tegenover tet Graad Café, te Parijs.
Zondag 27 Januari.
Advertcnliën van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.-J5
Reclames per regel . 0.4-0
Annonces uit DuitschlanJ, Oostenrijk en Zw'tserhmd worden uitsluitend aangenomen door <le fiiina,
ljF MÜSöE te Keulen ea door alle filialen de/er (Irma. De prijs per rcttel is #5 Picntiia;.
INHOUD:
VAN VEERE EN VAN NABIJ : Openbare
aanbestedingen door E. van Gendt.
Technische Hooaeschool.door W. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Het verzoek van
den Bond De Post", door B. O. FEUIL
LETON : De Spion. Naar het Engelsch. van
Joseph Conrad, V, (slot). KUNST EN
LETTEREN*: Muziek in de Hoofdstad, door
Ant. Averkamp. Geschiedenis der Neder).
Letterkunde, door dr. W. van Schothorst,
beoordeeld door J. L. C. H. Meijer. Silhou
etten, door L. E., beoordeeld door C. M.
Vissering. Loki, door Marcellus Emants,
beoordeeld door J. B. Schepers. VOOR
DAMES: Een onbeantwoorde viaag, door
ElUe A. Haighton. Een nabetrachting,
door Eï. van de Moer. INGEZONDEN.
ALLEKLEI, door Caprice. UIT DE NA
TUUR, door E. Heimans. Eccles Art" te
Haarlem, met portret en afb. Pulchri.
<ïroep II. Leden, door Plasschaert. Een
aecijnszaak in drie bedrijven, II, door
GonstMorris. INGEZONDEN. De leegte van
het slagveld, door K., met afb.
FINANCIEELE ENT OECONOMISCHE KRONIEK,
?door Alex, J. Hendrix en V. d S. Julius
Pruttelman Brommeyer.?DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. ADVERTENTIEN.
Openbare Aanbestedingen.
Onder de hier te lande zich voordoende
maatschappelijke misstanden, behooren,
naar onze ineening, mede in de eerste
plaats de, openbare aanbestedingen voor
leveringen en werken, te a dienste van
rijks-, provinciale-, gemeentelijke en an
dere instellingen.
En daar ons meermalen gebleken is,
dat omtrent dit gewichtig onderwerp
onwetendheid of verkeerde begrippen
bestaan, komt het ons niet ongewenscht
voor daaromtrent eenige mededeelingen
te doen en beschouwingen te leveren.
Bij de rijks-, provinciale-,
gemeentelijkeen andere openbare instellingen dan wordt,
voor het uitvoeren van werken, het doen
van leverantiën, e.a. over het algemeen
het stelsel van openbare aanbesteding
gehuldigd.
Aanleiding daartoe wordt gevonden in
de volgende omstandigheden :
Eerstens omdat men zich daardoor ge
dekt acht tegen een mogelijk verwijt van
bevoorrechting van deze of' gene persoon
of onderneming, tweedens omdat bet niet
meer dan rechtvaardig wordt geacht, dat
ieder"Nederlander in de gelegenheid wordt
gesteld mede te dingen en derden* omdat
in Nederland nog altijd de meening in
gang vindt, dat, door toepassing van de
openbare aanbesteding, de meeste zeker
heid wordt verkregen, dat, uit een
finantiëel oogpunt, voordeel wordt behaald.
Wat het eerste punt aangaat, valt het
voorzeker te betreuren, dat de bestuurders
van bedoelde instellingen het middel van
openbare aanbesteding te baat moeten
nemen om den schijn van bevoorrechting
te vermijden.
Naar onze meening zouden zij zich
boven zoodanige verdachtmaking ver
heven moeten achten, wanneer tinantieele
of andere algemeene belangen daarbij op
het spel staan. Maar, werd een geval van
bevoorrechting bewezen geacht, dan zou
eene ernstige bestraffing van den schul
dige niet mogen uitblijven.
Door zoodanigen maatregel zou spoedig
een einde worden gemaakt aan het
heerschende begrip van bevoorrechting uit
eigen belang. Een begrip, dat niet tot
eere van de Nederlandsche bestuurders
van openbare instellingen kan strekken.
Het tweede punt beooging om ieder
Nederlander in de gelegenheid te stellen
tot mededingen is vrijwel illusoir.
In verreweg de meeste gevallen van
openbare aanbestedingen, die voor be
paalde artikelen, op gezette tijdstippen,
plaats vinden, toch doen zich, zooals de
ondervinding overtuigend leert, zoo goed
als altijd dezelfde en in den regel be
trekkelijk weinig mededingers voor. Dit
is een gevolg daarvan, dat zekere per
sonen, welke eenige malen met eene
levering of werkzaamheden belast zijn
geworden, een geduchten voorsprong
hebben verkregen. Zij hebben om
het zoo maar eens uit te drukken de
détours tot in bijzonderheden leeren
kennen. Dat wil zeggen: zij weten welke
eischen, strenge, middelmatige oP geringe,
door de personen, met de keuring of het
toezicht belast, ten opzichte van de soort
en hoedanigheid der artikelen of van den
aard der werken, worden gesteld.
Zij weten waar op toegevendheid valt
te rekenen aangaande de vastgestelde
tijdstippen van afwerking en oplevering
en waar niet.
Zij weten waar streng de hand wordt
gehouden aan het steeds aanwezig zijn
van in de contracten vastgestelde voor
raden.
Zij weten waar geen bezwaar gemaakt
wordt om artikelen aan eene voorloopige
keuring te ontwerpen.
Zij weten waar de boetebepalingen
in het contract vermeld streng, min
der streng of in het geheel niet worden
toegepast.
Zij weten waar zij te doen hebben
met degelijke en ervaren keurmeesters
en waar ter zake weinig deskundige
worden aangetroffen.
In n woord, zij weten wat zij noodig
hebben voor het vaststellen van de
inschrijvingsprijzen.
Om van een en ander op de hoogte
te komen zijn langdurige proefnemingen
noodig, welke in den regel veel geld
kosten en veel beslommeringen en onaan
genaamheden na zich slepen. Zij, die
echter met kracht doorzetten, worden
meester van het "terrein. De geleden
schade wordt ingehaald, voortdurend
worden met de leveringen belang
rijke winsten behaald, terwijl risico
voor hen, in den regel, is uitgesloten.
Is de geschetste toestand op zichzelf
reeds een kwaad verschijnsel, hij wordt
nog verergerd door het gebruik, dat
nitkoopen" wordt genoemd. Hieronder
wordt verstaan, dat gegadigden aan con
currenten bij deze of gene openbare aan
besteding eene zekere KODI nilkeeren- voor
het niet of tegen zulke hooge prijzen
inschrijven, dat ze niet de laagste
inschrijvers zijn. Het gebeurt zelfs dik
wijls, dat gegadigden voor de levering
van bepaalde artikelen in verschillende
plaatsen, vóór den dag waarop de inschrij
ving wordt vastgesteld, vergaderen om
de vereischte afspraken te maken
omtrent de plaatsen waarvoor en de prijzen
waartegen zij zullen mededingen. Hen,
die dan niet voor eene levering in eene
bepaalde plaats in aanmerking komen,
wordt een zeker bedrag voor uitkoop
toegezegd. De uitgekochten nemen daarbij
echter de verplichting op zich wM mede
te dingen, doch tegen zulke hooge prijzen,
dat er van gunning geen sprake kan zijn.
Deze truc heeft bovendien ten gevolge,
dat het den schijn heeft alsof er veel
concurrenten zijn en dat den uitbesteder,
ook aangaande de inschrijvingsprijzen,
een rad voor de oogen wordt gedraaid.
Bij het vaststellen der prijzen worden
ook allerlei trucs aangewend om den
uitbesteder daaromtrent in het onzekere
te brengen.
Al zeer duidelijk komt dit uit in onder
staande opgave van bij openbare aanbe
steding verkregen prijzen, waartegen
het voeder voor de legerpuarden in ons
land van l November l!)!)(> tot 31
October 1907, wordt geleverd.
Prijzen per 10 Kg.
Amersfoort
Arasterdam
Arnhem
Bergen op Zoom
Breda
Deventer
's Gravenhage
Haarlem
's Hertogenbosch
Leiden
Roermond
l'trecht
Venlo
Zutphen
Het verschil in
bij het hooi van 52
atroo 35.7
de haver 80
K.G.
"We geven het zelfs aan den meest
bekwamen handelaar in paarden voeder
te doen, bij zoodanige inschrijving eene
beslissing te nemen, iraarbij nevens
reclitvactrdiylie,id - - de belangen ruin di:
schatkist in iiet ooi/ worden gehouden,
Aan voormelde euvelen is het tevens
te wijten, dat niettegenstaande de
grooteconcurentieop elk handelsgebied
zeer velen met openbare aanbestedingen
niet te doen willen hebben. Uit een
moraliteitsbeginsel valt dit voorzeker
toe te juichen.
Voor menigeen bestaat echter daartoe
nog een andere reden, n.l. het borgstellen,
want bij iedere openbare aanbesteding
worden twee borgen geëischt.
Ook op dit belangrijk punt wordt
dikwijls niet zoo nauw toegezien, hetgeen
niet wegneemt, dat menigeen het als een
onoverkomelijk beletsel beschouwt.
We vermeenen niet te veel gezegd te
hebben, toen we beweerden, dat de
meening, dat ieder Nederlander met
kans op goed gevolg naar leveringen
aan het rijk, de provinciën, de gemeenten,
e.a. kan mededingen, vrijwel illusoir kan
worden genoemd.
Nu doet zich somtijds het geval voor,
dat er een vr°emde eend in de bijt komt,
d.w.z., dat zich een inschrijver opdoet,
die met al dat gescharrel niet te maken
wil hebben. Wordt deze, bij toeval met
eene levering belast, dan wordt van
zekere zijde voor niets teruggedeinsd om
hem de levering moeielijk of onmogelijk
te maken en hem zooveel mogelijk schade
te bezorgen.
Jammer genoeg is bewezen geworden,
dat dit doel maar al te goed bereikt kan
worden, en het terrein dan ook weer
spoedig vrij komt.
Onwillekeurig vraagt men zich af,
neemt de uitbesteder tegen zulke onge
oorloofde praktijken dan geen maat
regelen ? Zeker doet hij dat wel. Hij
slaat daartoe menigmaal den eenigen
openstaanden weg in, n.l. het uitschrijven
van eene herbesteding. Maar dan wordt
door gegadigden bijna altijd gehandeld
als boven is vermeld en komt die maat
regel den uitbesteder dikwijls duur te
staan, doordien voor nog hooger prijs
wordt ingeschreven. Een natuurlijk ge
volg daarvan, dat ook de nadere uitkoop
sommen in den herbestedingsprijs worden
begrepen. Volgens persberichten onder
vond do minister van oorlog nog kortelings
geleden de kwade gevolgen van het uit
schrijven van eene herlp . 'oding voor de
levering van paarden voeder in eene
garnizoensplaats. Die maatregel zou het
rijk op enkele duizenden te staan komen,
zoo wordt medegedeeld.
Bij de vermelding van dat feit werd
tevens aangeteekend, dat het hier gold
eene plaats, waar do levering van het
paarden voeder voor het garnizoen sedert
onheugelijke jaren aan eene zelfde familie
is opgedragen geworden.
Na kennisneming van het vorenstaande.
zal het wel geen betoog behoeven, dat
we niet instemmen met hen, dio de
meening zijn toegedaan, dat door openbare
aanbesteding, in den regel voordeelige
inschrijvingsprijzen worden verkregen. In
zeer veel gevallen wordt het tegendeel
bereikt, van hetgeen beoogd wordt, omdat
de uitbesteder meestal machteloos staat
tegenover yeroutim'erde inschrijvers.
Onberekenbaar zijn de nadoden, welke
door don gcsehetsten toestand, dag in
dag uit, o. a. aan de schatkist worden
berokkend en het is dan ook, inedr uit
i'i'H iHord/ileitxoof/jiiDif, hoog tijd, dat de
Noderlundsche regeering dit vraagstuk
eens goed onder de oogen gaat zien.
E. VAX (tKNhl.
Technische Hoogeschool.
Toen ongeveer anderhalf jaar geleden dt>
Polytechnische School in Technische
Hpogeschool vvurd herschapen, deed dat, bij een
nog immer uitblijven van een regeling voor
het lager en middelbaar vakonderwijs wel
ecnigszin-; zonderling aan.
Ons blijft dan ook slechts de hoop, dat
dit ministerie, een voorbeeld nemend aan
het vorige?hetwelk zoo weergaloos heeft
gezorgd voor 't goddelijk, misschien juister,
kerkelijk vakonderricht het reikhalzende
Nederlandsche volk zal verrassen niet eene
keurige regeling van het rnateriëele, maat
schappelijke vakonderwijs.
Laten we in 't midden welke beweeg
redenen, partijbelangen, titelzucht,
onderwijsbelangen o i' schatkistwelvaart,
de leiders der toenmalige regeering er toe
hebben doen overgaan, dan kunnen we
oordeelon, dat die transformatie gewettigd was,
aangezien aan do l'. S. hooger onderwijs
werd gedoceerd. liet is dan ook wel geoor
loofd aan te nemen, dat bovengenoemde
beweegredenen slechts de bijkomende om
standigheden uitmaakten, welke alleen nader
het tijdstip bepaalden waarop een eens nood
zakelijke evolutie moest optreden.
liet de transformatie van P. S. in T. II.
ging evenwel een vermeerdering van uit
gaven gepaard, maar tegenover dit bezwaar
staat het voordeel, dat nu ook in Delft een
doctorstitel 1) kan worden verkregen.
Daar vooral in den laatsten tijd meer en
meer ingenieurs worden aangesteld door de
regeeringslichameii en door naamlooze ven
nootschappen, waar die benoemingen dus
afhangen van personen welke groptendeels
op titels zullen afgaan, noopte die leemte
meerderen in 't buitenland te studeeren en
hunne diploma's te behalen.
Dat het in Delft evenwel nog lang niet
naar wensch ging, bewees de algemeene
vergadering van ingeschrevenen op den
14en l'ebr. l'.'Oö, waar ruim 100 van het
geheele aantal (pi. m. 1100) aan deelnamen
en besloten werd de behartiging der
studiebelangen namens de ingeschrevenen op te
dragen aan de verschillende besturen der
studenten-vakvereenigingen in samenwer
king met een centrale commissie, welke de
algemeene leiding op zich zou nemen. De «e
actie is de aandacht van 't grpote publiek
vrijwel ontgaan, hoogstwaarschijnlijk omdat
de pers, het voorval op zichzelf staand be
schouwend, de beteekenis ervan niet begreep.
Bovendien droeg en draagt die actie een
vooruitstrevend, ja zelfs een eenigszins
revolutionnair karakter, wat in 't conser
vatieve Holland als uit den booze, tenminste
als erg lastig wordt beschouwd.
Desniettegenstaande valt het ten zeerste
toe te juichen, dat de prikkel
vanheteigen?elang de studeerende gemeente eindelijk
heeft doen ontwaken. Als ze nu maar niet
weer indommelt!
Dat een regeling van het onderwijs eener
Hoogeschool, groote en kleine fouten, dikwijls
hinderlijke, zullen aankleven, ligt voor de
hand. I loogleeraren zijn geen onder wijs
specialiteiten, althans, die combinatie zal
zich wel uiterst zelden voordoen. Daarbij
komt nog, dat het hooger onderwijs aan
nagenoeg geen critiek bloot staat; de gevolgen
blijven dan ook niet uit. Aan de universi
teiten, broeinesten van vooruitgang en be
schaving, blijven verouderde gebruiken het
langst stand houden. N.og steeds gaat bij
plechtige gebeurtenissen de zot aan de
wijsheid vooraf. Vrij tragisch contrast!
Met de transformatie in T. H. moesten die
verouderde opvattingen worden ingevoerd,
wat zeer natuurlijk tot een botsing leidde.
Met het zwaarwichtig gedoe bij ofh'cieele
gelegenheden werd vrij algemeen den draak
gestoken; enkele professoren verkozen zelfs
niet in toga te verschijnen. 2)
Het Corps" der Delïtsehe studenten is nu
officieel door hen zelf genualificeerd als een
zuivere gezelligheidsvereeniging en de steeds
sterker wordende tegenkanting, welke het
groenloopen in Delft, zoowel als in de andere
universiteitssteden van de nieuw
aangfkomenen, ondervindt,wijst er op,dat vrij spoedig
traditioneele gebruiken door nieuwe zullen
moeten worden vervangen.
Dat hervormingen het eerst aan de Tech
nische Hoogeschool te wachten zyn, is dui
delijk. De technische wetenschap is de voor
uitstrevendste, de revolutionnairste van alle.
De beweging onder de Delftsche studenten
houdt niets anders in, dan een critiek uit te
oefenen van hunne zijde. 3) ISij het lager
en middelbaar onderwijs wordt namens de
onderwezenen door de ouders den gang van
zaken beoordeeld. Moet het hooger onderwijs
dan ook niet van de zijde der leerlingen
getoetst worden? Ouders en voogden kunnen
daarop nagenoeg geen invloed meer uit
oefenen. Zelfstandigheid wordt van de
studenten geëischt. '/A] zijn dus ze lelijk
verplicht en door hunne belangen n die
van hunne familie, welke hunne studie be
kostigt, genoopt mee te spreken.
Vooropgesteld, dat een onderwijsinrichting
er bestaat voor de leerlingen, wat bij het
hooger onderwijs wel eens vergeten dreigt te
worden. De belangen der studeerenden zijn
niet alleen de hunne, maar ook die
der maatschappij, die van de gehecle
burgerij, welke voor een groot deel, zoo
niet voor 't grootste, hun studie bekostigt.
Een verzuim is het dus als de studenten
ook van hunne zijde niet waken voor bloei,
vooruitgang en ontwikkeling van 't onder
wijs, en het moet als en ernstige aanbe
veling aangemerkt worden, wanneer zij
gedurende hun studietijd blijken hebben
gegeven van ijver en goeden wil waar 't
de belangen van hun onderricht gold.
Keuige weken geleden heeft de
vereeniging ter behartiging der studiebelangen"
haar lijvig, maar zeer belangwekkend rap
port het licht doen zien. Met veel beleid
heeft het bestuur zich van zijne moeielijke
en omvangrijke taak gekweten. Na aan
de formaliteiten van kennisgeving aan 't
college van curatoren en den senaat der
T. 11. voldaan te hebben, heeft de Centr.
Comm. een uitgebreide enquête ingesteld
onder de ingeschrevenen. Daartoe werd
een schrijven aan alle studenten gericht,
waarin een achttal vragen ter beantwoor
ding werden voorgelegd. Meer dan 250
studenten zonden Jiunrie, voor't meerendee]
van groüten ernst getuigende antwoorden
in. Ken groot gedeelte der enquête liep
over de examenkwestie,aangezien de nieuwe
regeling in verband met de transformatie
in een hoogeschool onrustbarend lang onbe
kend bleef. Ook thans is alles nog niet
vastgesteld. Kon blijvende regeling zal wel
op zich doen wachten tot de ervaring heeft
geleerd, wat de meest geschikte wijze van
exarnineeren is. /eer sterk wordt het
verlingen uitgedrukt, dat de examens aan do
T. H. op denzelfden voet zullen worden
ingericht als aan de andere universiteiten.
Kvenwel eischt zulk een regeling,gebaseerd
op een gedurende den studie-tijd verkregen
inzicht van de kundigheden der examinandi,
een veel grooter aantal hoogleeraren, zoodat
het invoeren van dat stelsel in al zijne
consequentiën thans nog verre van
wenschelijk moet worden geacht, als komende
ten nadeelo van 't onderwijs en de
teekeuoefeningen.
Ken meerdere uitbreiding van de tech
nische vakken wordt vrij algemeen
gewenscht. Vele bezwaren worden te berde
gebracht tegen het dikwerf onnopdig uit
gebreide wiskundig gedeelte van 't onder
richt, waarvan men facultatief-stelling van
eenige onderwerpen verlangde. Onder de
werktuigkundigen in sterke mate treedt de
?wensch op den voorgrond naar een
algeheele inkrimping van het wiskunde-gedeelte.
Bovendien heerscht onder hen een gevoel
van lusteloosheid.
Plaatsruimte laat hier niet toe het rap
port verder te bespreken. Ken ieder, die
belang stelt in de technische hoogeschool
en het technisch onderwijs meer in 't alge
meen zij het rapport, dat ook de met cura
toren en hoogleeraren gevoerde correspon
dentie bevat, ten zeerste aanbevolen. 4i
Die lusteloosheid, in 't rapport
gequalificeerd als een verschijnsel dat de laatste
zes jaren onrustbarend is toegenomen,"
moet toch een oorzaak hebben. Zou een
drietal zelfmoorden eenige jaren geleden
gepleegd daarmee in verband staan P Kr
hapert wat in Delft. Gaan we dan ook eens
na, hoevelen in de laatste jaren zich aan de
P. S. lieten inschrijven, in verband met het
daarbij vergeleken geringe aantal dat een
einddiploma bekwam en de vele afgestu
deerden welke overal, behalve in de tech
niek hun brood verdienen, dan is het geen
wonder dat er onder de Delftsche studenten
mismoedigheid heerscht. Met den
toenemenden bloei van de P S., ieder jaar een
paar honderd nieuw-ingeschrevenen, beant
woordde deze onderwijs-inrichting hoe lan
ger hoe minder aan baardoel. Delft is toch
geen kweekplaats voor leeraren, levensver
zekering-employé's enz.!
Toch waren deze toestanden te verwach
ten. De Delftsche ingenieur was niet
practisch ontwikkeld en werd alleen maar ter
stond geplaatst bij het Rijk. Toen met de
studie-rage, die ging heerschen, omdat het
aardig was student te wezen, het aantal van
diegenen, welke na volbrachte studie ter
stond naar een baantje moesten omzien,
steeds grooter en grooter werd, nam de
menigte, uit een technisch oogpunt misluk
ten, sterk toe, zoodat minder dan de helft
van het aantal nieu\v-aanBekomenen later
werkelijk als afgestudeerd ingenieur in de
techniek terecht kwam. Geen wonder dat
de goede naam van ingenieur hierdoor leed.
liet is wel treurig, dat het eenige tech
nische onderwijs van Staatswege zoo slecht
aan haar doel beantwoordde, dat zoovele
jonge menschen tot onverbeterlijke pessi
misten zijn gemaakt, zoovele 'iiillioeuen zijn
verknoeid ! Kn nog steeds blijft een goede
regeling voor 't vakonderwijs, zoo dringend
noodig, achterwege! 5)
Met de transformatie van P. S. in T. H.,
waarbij tegelijk meer nadruk werd gelegd
op de technische vakken, is daarin gelukkig
eenige verbetering gekomen. Van 1905 op
11)06 was een vermindering van 't aantal
ingeschrevenen merkbaar, daar, waar een
vermeerdering te wachten was.
Het huidige systeem van verdeeling der
leerstof aan de T. 11. gevolgd; gedurende
de studiemaanden een overgroot aantal
urencollege, teekenoefeningen en
labpratoriumarbeid (evenwel hoogst noodzakelijk wat
de laatstgenoemden betreft 6), afgewisseld
door een zomervacantie op fabriek, werk
plaats of bouwwerk doorgebracht kan geens
zins liefde voor de techniek inboezemen. 7)
Het gerucht loopt nu dan ook, dat er
voorstellen zijn gedaan de studie met nog
twee jaar te verlengen en die voornamelijk
te benutten voor practischo ontwikkeling.
Dat eischt kostbare werkplaatsen; de vak
scholen zullen ze ook eischen, wat op die
wijze een dure geschiedenis wordt. Wanneer
nu voor de ingenieurs-op! iding eerst het
atloopen van een middelbare vakschool werd
verlangd, waar praktijk hoofdschotel zou
wezen, kunnen daarmede dure werkplaatsen
aan de T. II. uitgespaard blijven. Het
practisch gedeelte van het technisch onder
wijs zou dus afgeloopen zijn vóór de studie
1) Gewone doctoraten zijn bedoeld. Aan
de T. H. zijn op 't oopenhlik twee gewone
en zes eere-doctoraten toegekend. Buiten kijf
een eer- ol begin .'oor die jonge
hoogeronder wijs-inrichting.
'21 Bij de jongste officiëele gelegenheid is
gebleken dat conventie en traditie wederom
eene overwinning hebben behaald.
3) Van professorale jijde is ook op critiek,
hoewel minder intensief, aangedrongen. Vlen
zie de: Vota Academica. Overwegingen en
wenschen op het gebied vin het Hooger
Onderwijs, door dr. Is van Dijk. Onlangs
bij het ingaan van een nieuw academiejaar
door prof. A. G. van Hamel neer waardeerend
beoordeeld, wat vorm zoowel als iuhoud
betreft. September-nuuimer Gids.
4) Hoogstwaarschijnlijk zijn nog wel exem
plaren Jerkrijibaar bij J. Waltman Jr. te Delft.
Prijs / 1.?.
5) Zou de lakschheid, het weifelen en uit
stellen der regeering voortspruiten uit een
zich niet berekend voelen voor die taak ?
H) In de toelichting van het programma
der lessen" aan de T. H. komt het volgende
voor: Het verdient aanbeveling zooveel
mogelijk van de zomer 'acantie partij te trek
ken tot practisehe oefeningen, alsanmisbaar
voor den technicus en bevorderlijk aan eene
vruchtbare studie [terwijl het voor den aan
staanden werktuigkundig ingenieur van be
lang is, een jaar in eene fabriek als oefentijd
door te brengen."] Het deel tusscben haakjes
kwam in 't programma der I'. S. niet vo >r.
ledere afgestudeerde, welke eene particu
liere betrekking zoekt, heeft ruimschoots
gelegenheid op te merken, dat een dergelijke
bekendheid met de praktijk alleszins onvol
doende moet worden geacht.
7) De handteekenoefeningen en
laboriatoruinarbeid, wat betreft den algerneenen
cursus ontaard meestentijds respectievelijk in
gepruts en geknoei.