Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1573
Een Derde Kamer.
De politieke toestand van ons vaderland
is op een punt aangekomen, dat noodlottig
dreigt te worden.
Een Eerste Kamer met een kleine con
servatieve meerderheid; een Tweede Kamer
met een kleine liberale meerderheid; een
ministerie, dat voorgesteld kan worden door
een man, die schrijdelings op de as van een
bewegende wip staat en alleen door
knieknikken zich in evenwicht kan houden;
een Koningin, die behalve door de consti
tutie ook als vrouw verhinderd is, een
invloed van den troon te doen uitgaan, die
den doorslag zou kunnen geren. Want het
is zonder twijfel, dat een krachtig man op
den troon, ook zonder in strijd met Je grond
wet te komen, door zijn persoonlijke
meeningen, daden en invloed, richting en stijl
aan 's lands politiek zou kunnen geven en
zoo ons staatkundig leven van onvrucht
baar onderling gekibbel tot vruchtbare
?wederzijdsche samenwerking zou kunnen
verheffen.
De groote Frederik, die wenschte, dat elk
in zijn vaderland op zijn manier zalig zou
worden, sprak een woord uit, dat Oranje
sedert lang in praktijk had gebracht. De
OraDJe's waren christelijk, maar nooit
dogmatici. De groote verwarring in den lande
is ontstaan, doordat men Kuyperiaaasch
identiek met Christelijk is gaan beschou
wen. Een Christelijke natie wil de. Neder
landsche zijn, maar dan ook in den waar
achtig Christelüken zin en het is Christus
zelf, die in het Geef den keizer wat des
keizers en Gode wat des Godes is' scherp
de scheiding getrokken heeft tusschen de
administratie van een land en de zedelijke
'.opvoeding van een natie. Niet anders als
het beheer van dagblad, waarbij de admi
nistratie en de redactie samenwerkend, toch
geheel andere werkzaamheden hebben, gaat
het met het beheer van een land. De
staatsregeering is hoofdzakelijk een admi
nistratief beheer, als zoodanig zuiver mate
rialistisch; de godsdienstige opvoeding
echter is een zedelijke bezigheid, die te
hooger staat en te zuiverder is, naarmate
zij alleen met zedelijke en geestelijke mid
delen werkt.
Wie het Christendom tot een oeconomiseli
stelsel wil verlagen, het Christendom welks
Verkondiger toch duidelijk gezegd heeft:
Mijn koninkrijk is niet van deze wereld"
en welks eerste en zuiverste adepten in
gemeenschap van goederen leefden, ontneemt
aan het Christendom zijn vrijen groei. Dit
is geen libeiale of atheïstische opvatting,
doch een geloovige. Wanneer het Christen
dom zegevieren zal, dan behoeft het niet
den steun van buiten naar binnen, die
staatsmacht en staatsdwang verleent, maar
het zal als krachtige, gezonde boom zonder
stut bloeien en groeien. Hing de kracht
van het Christendom af van zijn
wereldgcten invloed, dan zoude immers de kracht
der katholieke kerk gebroken zijn, toen de
Paus van zijn wereldsche macht werd ont
bloot. Het tegenovergestelde is het geval
geweest en het zijn niet de ware vrienden
van de katholieke kerk, die den Paus weder
wereldsche macht zouden willen verleenen,
want men stelle zich een Paus voor, die
thans als wereldsch vorst, mee zou moeten
doen aan den feilen, zuiver materiëelen,
strijd der natiën. Een Paus, die voor ver
hooging van 't oorlogsbudget hadde fe
pleiten tot aanschaffing van mitrailleurs;
die in de tarieven-haspelarij mede zou
moeten vechten ; kort >m een Paus, die rechts
aan de menschheid, de broederschap en
naastenliefde had te prediken en links b.v.
door verhoogde invoerrechten, de katholieke
fabrikanten van kerk-utensiliën in den
kerkelijken staat zou beschermen tegen de
katholieke fabrikanten van kerk-utensiliön
in de landen daaraan grenzend!
Thans staat de Paus als zuiver geestelijk
haofd van een zuiver geestelijken staat op
een onaantastbaar voetstuk. En niemand,
die beweren kan, dan door het inboeten
van de wereldlijke macht het internationale
katholicisme is achteruitgegaan. Integen
deel ook zmder staatkundige drijf- en
dreigkracht is het katholicisme in kracht
toegenomen en juist in die landen waar
het door zijd wereldlijke macht zichzelf
slechts schade had kunnen berokkenen (b.v.
in Duitschland) daar het tegen een te groote
wapen-overmacht zou zijn gesteld. Hoogst
waarschijnlijk dankt men aan het
zuivergeestelijke van 's Pausen macht, dat de
anti-katholieke beweging in Frankrijk niet
op een oorlog met wapengeweld tusschen
den kerkelijken staat en het nationalistische
Frankrijk eenerzij Is en het radicale Frank
rijk anderzijds, is uitgeloopen. En boet tij
delijk het katholicisme daardoor in Frankrijk
ook aan stotfelijken invloed in, de finaliteit
der trouwe zonen van de katholieke kerk
in Frankrijk zullen den Paus over de ver
minderde quantiteit kunnen troosten. Ook
voor de kerk gaat gehalte boven getal.
Ons vaderland nu wordt inwendig ver
scheurd door het doorzetten van de verlee
ning der wereldlijke macht aan een geeste
lijke strooming. Te goeder trouw meent
schier de helft van de kiesgerech
tigde natie, dat door het brengen van een
christelijken geest in 's lands beheer, een
christelijke natie zal kunnen ontstaan en
bestaan. Maar zoo ooit, dan kan het hier
van dr. Kuyper heeten: on u'est trahi
que par les siens." De zaak van het chris
tendom zal op den duur groote schade lei
den door het drijven dergenen, die den
staat volgens een geestelijk en zedelijk
dogma willen regeeren. Immers, door het
scherp trekken van de grens tusschen chris
telijk en niet-christelijk wordt de brug op
gehaald, voor dat de geheele bezetting de
veste binnen is getrokken. Kr was vr >e»'er
een scheiding thans is er afscheiding.
En het onmiddellijk gevolg is, dat altpos
een doel der natie zich als verongelijkt,
teruggezet, afgesloten en afgesneden zal
moeten beschouwen. In het
antirevolutionnaire kamp is geen plaats voor den
barmhartigen Samaritaan en het aantal der
laatsten is ontzaggelijk groot. Niet hij is
Christen, die door woorden de belijdenis
doet, maar hij, die door daden van
menschenliefde, naastenliefde, deemoed, een levens
wandel volgt, d'.e Christus lief zou ge
weest zijn.
Hier prelikt geen vos de passie want
ik ben allerminst belust op ganzen. Maar
hier protestqgrt een buitengeslotene; een die
zijn vaderland innig lief heeft; die in zijn
jeugd, hoewel als Jood geboren, het onver
getelijke voorrecht heeft gehad op een school
met den Bijbel de geestelijke kracht en de
groots, alles overtreffende schoonheid van
het Christendom te leeren kennen en waar
deeren. En dit Christendom, zoo schoon als
geestelijke drijfkracht der natie, zoolang het
uit zichzelf, van binnen naar buiten werkt,
ziet bij bedreigd door de verbastering, ver
oorzaakt door het veroeconomiseeren van
een zedelijk beginsel.
Het Christendom kan niet ah actief staat
kundig stelsel optreden; het Christendom
kent niet de macht van den aanval, maar
slechts die van het lijdelijk verzet. Chriitus
zelf heelde het oor, dat de ovei ijverige dis
cipel Zijn belager afhiew. Het streven
van allen, die den keizer wenschen te geven
wat des keizers is. behoort er op gericht
te zijn, de macht des keizers te eerbiedigen.
Die macht is in de tegenwoordige maat
schappij zuiver administratief. Hoe langer
hoe meer wordt de staatsregeering een
zuiver materiëele macht, een macht die
geen wetten geefr, maar zorgt voor het
houden van gegeven wetten. Do staat
worde zuiver adn iaistratief.
- Hoe nu is het mogelijk, dat ons volk
weder tot een gezond en harmonisch en
eensgezind staatkundig leven worde
terugfebracht ? Niet door het bestendigen van
en tegen woord igen toestand ; niet door
het met afwisselend geluk strijden van de
twee helften om de hegemonie. Op een
bascule, die steeds schommelend blijft, is
het afwegen onmogelijk en de bascule met
de twee schalen van Eerste en Tweede
kamer worde verworpen als een ondeugde
lijk instrument.
Een nieuwe, een derde kamer be
hoort aan onze twee kaners te worden
toegevoegd.
II.
Wie deze Derde Kamer als leden zou
moeten opnemen ? Welke bevoegdheden
deze Derde Kamer Zou moeten bezitten:'
Daarover ware van meening te wisselen.
Voorloopig wil ik slechts vaststellen, dat
het stekel der twee kamers ondeugdelijk
is geworden ; dat het noodig is de staats
macht mér te verdeelen dan tot nu toe
het geval is, ten einde overmacht en almacht
te. voorkomen van n groep of zelfs n
man, hij zij dan minister-president of
dagbladscrrijver of professor in de philosophie.
Deze Derde kamer zou gericht zijn tegen
de Kuypers, zoo goed als tegen de Hollands
of Troelstras.
Met de jaren hebben zich in het
Nederlandsche volk nieuwe elementen ontwik
keld. Het volk is wel niet mondig gewor
den, maar 't is toch al reeds de kinder
schoenen ontwassen en beweegt zich on
handig, uitgegroeid uit de kleeren, die den
jongeling in de vlegeljaren spoedig alweer
te klein werden. Nevens den derden en den
vierden stand met zijn rijkdom van
schakeeringen, zouden wij in die Derde Kamer
afgevaardigden wenschen van een anderen
stand, nog sterker geschakeerd, maar die
alreeds overtuigend zijn recht op meespre
ken over 't eigen wel 'ijn heeft gemanifes
teerd met moeielijk verworven bullen
van de universiteiten. Ik bedoel de vrou
wen. Wij zouden kunnen beginnen een
proefneming met \rouwen-kiesrecht te
nemen do >r aan de Nederlandsche vrouwen
toe te staan, afgevaardigden (mannen zoo
wel als vrouwen) te zenden naar de Derde
kamer. Hier dan kon allemans- en
allevrouwskiesrecht aan de praktijk getoetst
worden. Hier dan kon aan al de standen,
bij welke, over welke en zonder welke tot
nu toe beraadslaagd werd, een tribune ge
boden worden, waar zij, door hunne werk
zaamheid, hun recht op mede-regeeren
zouden kunnen betoogen en bewijzen.
Er ligt hier niets vernederends in voor
de vrouwen gelijkgesteld te worden met
de mannen, die tot i;u toe van kiesrecht
verstoken waren. Zij waren tot heden beiden
n in do miskenning en onderdrukking
en het zou aan haarzelve overgelaten kun
nen worden, door hare houding denzelt'den
weg naar hooger te betreden, die vóór haar
ook de dorpers, de poorters, ja zelfs de
edelen en de priesters hebben afgelegd.
Alleenlijk voor haar ware de we« meer
geëffend en haar gang naar hooger zou
waarschijnlijk zooveel decennia duren als
die der anderen eeuwen heeft geeischt.
Men zou deze Derde kamer voorloopig
uitsluitend het karakter van een Kamer
van Initiatief kunnen verleenen. Alles wat
daar benoden woelt en zookt en ontwerpt,
vaak nog mot zichzelf in strijd, heel deze
storm- en draigtijd van den jongelings-en
jongedochtersleeftijd, zou gelegenheid heb
ben hier zich te uiten.
De vrouwelijke advocaat zou er kunnen
pleiten voor vrouwelijke rechters bij speciaal
vrouwelijke rechtzaken (b.v. kindermoord
door de moeder, overspel door de vrouw,
diefstal door vrouwen); de landlooper zou
er kunnen spreken over de mogeliikbcden
van herplaatsing in de maatschappij ;
vóórbestraften, (bij mon je van een lid der Derde
kamer) over de noodzakelijkheid vun de
geheimhouding van namen van veroordeel
den en de hervorming van het strafstelsel;
de dien^-t'oode, O'er de verbetering der
arbeidsvoorwaarden en haar mevrouw over
de verbetering van de controle over te huren
dienstboden; do losse werkman, over de
mogelijkheid van vast eten; de anarchist,
over de propaganda van de daad; He
Tolstoïaan, de Theosoof, de Spiritist, de Natuur
arts, over zijn idealen; de Vegetariër,
over de bevordering der ooftteelt, b.v. door
het beplanten van 's Ilijks wegon met
vruchtboomen; de anti-vivisectie-man, over het
strafbaar-stellen van noodeloozo proeven
op levende dieren door onbevoegden.. ..
hier worden slechts enkele van de vele
geestelijke en oeconomisehe stroomingen
genoemd, die daar zij in 't vaderland be
staan, ook recht hebben op uiting langs
anderen weg, dan die van officieuse
vergaderinar, boek, brochure of courant.
Ook zonder wetgevende be voegiheil zou
deze Derde Kamer het mogelijk maken een
zuiveren blik te krijgen op de samen
stelling van het Nederlandsche volk, op de
stroomingen in de <je,ltet>,le Nederlandsche
natie, die niet christelijk en niet
antichristelijk is, noch half- jm-half, doch een
veelkleurig amalgama, dat als geheel, een
in het oog weldadig aandoend mozaïek kan
vormen.
Van christelijke zijde is uit de getal
sterkte der kiezers in tegenstelling met de
richting der gekozenen een argument tegen
de huidige regeeringsmeerderheïd gevon
den. Wellicht zou de Derde Kamer ons het
het mogelijk maken tot zuiverder cijfers
te komen. En voor velen zou niet meer de
Gemeenteraad, maar de Derde Kamer de
school kunnen wezen, waar de oefening in
't parlementarisme verkregen wordt en zoo
zouden meteen de Gemeenteraden bevrijd
worden van politiek en politici, die er niet
thuis behooren.
BERNARD CANTER.
Charlottenburg, Juli.
De Eedactie van 't Weekblad plaatst dit
s'uk, omdat zij niet gaarne des'eai van iemand
smoort, die iets oorspronkelyks en iets goeds
meent te verkondigen, al ware het ook de
stem van een, die flaïsli'rt in de woestijn.
HELTSJES
Zaza.
Naar het Duitsck, van RODA RODA.
Zaza danst de eerste quadrille met haar
aanbidder, den jongen Dr. Stefan Weeg.
Stefan: Wat ben je vandaag vreemd,
Zaza.
Z a z a: Ik ?
Stefan: Ja. jij. Ik geloof, dat je
coquetteert rnet dien aap.
Zaza (stijf): Wien beloel je eigenlijk?
Stefan: Hou i je maar niet onnoozel.
Ik bedoel natuurlijk dien aap Bethlen.
Zaza: Ik begrijp niet, waarom je hem
een aap noemt.
S t e f a D : Om een heel begrijpelijke reien:
omdat hij een aap is. Maar jullie meisjes
wordt dadelijk heelemaal dol, wanneer er
een man komt opduiken, van wien gezegd
wordt, dat hij een mil ioen bezit. Ka dan
kan het jullie heelemaal niets schelen, dat
zijn grootvader nog in een blauwe boerenkiel
rondliep.
Zaza: Wat wil je toch eigenlijk van mij ?
Ik kan er heusch niets aan doen, dat de
grootvader van mijnheer von Bethlen een
blav we kiel droeg.
Stefat: Ik verbaas me over je, Zazc.
Die ... die ... groote-stadstoon heb ik je nog
nooit hooren aannemen.
Zaza: Wat bedoel je ?
Stefan (zenuwachtig): Bethlen i's natuur
lijk alleen maar hier gekomen, OOQ te trouwen.
Dat weet jij net zo) goed als ik. Hij is van
plan met liet modernste, elegantste meisje
van het seizoen te trouwen, dat heeft hij
op de sociëteit gezeg 1.
Zaza (met een vrienielijken glinlacl'):
Die woorden van mijnheer von Bethlen
vraren mij niet bekend. Je kunt daaruit zijn
geheele karakter afleiden.
Stefan (heftig): Wat kan zijn karakter
jou schelen !
Zaza: U niet», heelemaal Diets.
Stefan (Irukt haar hartstochtelijk de
hand): Je weet toch wel, Zaza lieve
Zaza....
Zaza: Dat ik je uitverkorene op de
dansclub was.
Stefan (met heesche s'em): En ik?
En ik?
Zaza: Jij ? God, Stefan ! Als wij niet
allebei zulke arme duivels waren -??!
(Zij doet vijf schreden voorwaarts bui
ging naar rechts glimlach vijf
schreden achteruit.)
Stefan: Je schijnt vast besloten te zijn,
Zaza ... ?
Zaza (eenvoud!;,): Och, wat wou je dan
eigenlijk ? Ik heb nu een goede kans.
Een onverstaanbaar commando-woord wordt
uitgeroepen. Zara reikt beurtelings de liukf r
en de rechterhand en win it zich langzaam
door de bjnte rij dansers. Haar hand beeft
als zij die van Bethlen vastgrijpt.
Bethlen: U schijnt erg veel pleizier te
hebben.
Zaza: Weeg heeft mij zijn laatste liefdes
avontuur verteld.
Zij glijdt verder en landt eindelijk weer
bij Stefan aan, die haar in de enkele voor
geschreven walsmaten vast tegen zich aan
drukt.
Stefan: Za«i, ik heb je lief. Sinds drie
jaar. En ik heb altijd vast geloofd, dat wij
samen gelukkig zouden worden.
Zaza: Sinds drie jaar. .i.n je ouders?
W'aarom hebben die hun toestemming nog
niet gegeven ? Ik ben hun niet rijk genoeg.
Stefan: Zaza !
Zaza: O, heb je soms gedacht, dat ik
dat niet wist ?
Stefan: Zaza jij en die boerenkleinzoon?
Zaza: Die boerenkleinzoon kan met mij
t-ouwen. Wij beiden zijn voor elkaar een
herinneiing aan onze jeugd. A's de volle
maan schijnt en de nachtegaal zingt, zullen
onze zielen elkaar in zalige gedacl tenis ont
moeten Ieder mensen moet iets hebben,
waaraan hij op zulke avonden denkt.
Stefan: Als je wilde wachten...?
Zaza (op zachten toon): Ik heb drie
jaar gewacht. En ik beu nu tweeëntwintig.
Ka de angst, om een onde vrijster te worden,
heett zich van mij meester gemaakt. Jij
bent niet geschapen ooi tegenstand te over
winnen. Dat is nu weer zoo'n streek van
het noodlot. Dat had jou een ander tempe
rament moeten geven, of mij honderdduizend
gulden.
Stefan (wanhopig): Zaza, ik zal er nog
eens met mijn moeder over spreken, Ziza,
lieve kleine Zaza.. ..
Buiging naar links buiging naar rechts
eind van de quadrille.
Zaza: Het ia je goed, Stefan.
Stefan (Jrukt baar heftig de hand, doch
durft niets zeggen, daar zij in de nabijheid
van zijn moeder zijn gekomen).
Na middernacht op het kleine talcon van
de zaal.
Zaza: Hier is bet beter dan in de zaal.
Koel en rustig. Het is eigenlijk al veel te
laat in den tijd om te dansen.
Bethlen: Zeker, zeker. Maar dat ie
riiet de reden, waarom ik je gevraagd heb
mee hierheen te gaan. Maar . ..
Zaza ziet hem n. et haar kalme oogen aan.
Bethlen: Houdt u van lange voor
reden ?
Zaza: Neen.
Bethlen: Gewoonlijk eisenen de meis-jrs,
dat elke man tenminste voor dit eene uur
van zijn leven in een dichter zal veranderen.
Ik weet wel, dat jonge meisjes droomen over
dit uur en ,,hoe hij het zeggen zal !" Maar
de muzen zijn me» eeu grooten omweg langs
mijn wieg voorbij gegaan. Ik weet geen
enkele romantische zinsnede te bedenken.
Zaza: Eenvoudige, ttiiuiaiijke woorden
stel ik veel meer op prijs,
Bethlen: Goddank! Met u zal het
prettig reizen zyn door dit tranendal. In
uw knapzak zijn geen traeen, geen flauwten
te vinden. Kn geen hysteiiïch gesnik. U
bent jong en buigzaam als een wilg..
Zaza (peinzend): De reis door het leven
is lang.
Bethlen: Och, lieve Zaza, de reis zal
ons riet veel inspanning kosten. Wij hebben
een rijtuig met vier paarden, deze komt op
onzen trouwdag voor de deur.
Hij steekt haar de hand toe en drukt de
hare hartelijk.
Hebben ze elkaar gekust? Mevrouw von
Ambrus beweert, dat zij het gezien heeft,
doch Zaza heeft het altijd lachend ontkend.
Zeker is het, dat Zaza zich dadelijk naar
haar moeder begaf en met haar de balzaal
verliet.
Mama (in het rijtuig): Heb je hoofdpijn,
Zaza ?
Zaza: In het geheel i iet.
Mama: Waarom wou je dan ineens zoo
naar huis l
Zaza: Hoor eens, mama, bij dat geratel
kunnm wij elkaar toch iiiet verstaan. Thu s
zal het veel beier gaan.
Zaza's kamertje is gevuld met allerlei
prullen : fotografieën, linten, waaiers, vaasjes
en kussens, zooals de kamers van meisjes
zonder geld, gewoonlijk zijn.
Zaza staat voor de toilettafel en legt haar
sieraden netjes in een kistje. Ook de gele
hairspelden, die er precies uitzien alsof ze
van echt schildpad zijn Met een lichten
zucht doet zij het kistje dicht en wendt zich
om naar haar moeder.
Mama (rnet de angstige uitdrukking op
het ge aat, eigen aan menbchen, wien al veel
in het leven is tegengeloopei,): Ij er iets
gebeurd, Zaza ?
Zaza (lacht): Ja, eris wat gebeurd. Maar
niets ergs. Tenminste, daar beeft het niet
den sciijn van. Ik heb mij een kwartier ge
leden met Beth!en verloofd.
Mama: Met Bethlen ? Jij ?
Zaza: Ja atker Ik, met Bethlen. Bent
u riet blij, mama ?
M a in a : Zasa ? met Bethlen?
Zaza (zenuwachtig): Hoe dikwijls moet
ik het zeggen ? Wees dan toch blij. E ke
moe.ier zou blij zijn. Ten minste e.ke moeder,
die de onaangename taak heeft, een arm
meisje aan den man te brengen.
Mama: God, kind, wat is dat voor een
manier van spreken.
Zaza: Nu ja, het dot t er niet toe, ik heb
mijzelf een oogenblik vergeten.
Mama: En Slefan ?
Zaza: Met Siefan heb ik natuuilijk van
te voren gesproken. Ik houd van
inlelijkheid. Maar zeg dan toch eindelijk eens:
Bent u er nit-t trotsch op, dat ik de beste
partij van het heele seizoeu doe ?
M a ma : Neen, daar ben ik niet trotsch op.
In hei geheel niet, Zaza. Ik zou je zoo graag
gelukkig gezien hebben.
Zaza (met een diepen blos, alsof zij zich
schaaa^le vo;r haar moeder): Gelukkig? Nu,
dat is maar, wat je onder gelukkig verstaat.
Voor mij is dit een geluk.
Mama: Neen, Zaza, dat ia voor jou geen
geluk. Dat moet ik je zeggen. Toen je lieve
vader stierf, waren zijn laatste woorden :
Zorg voor het geluk van mijn Zaza. En
nu voel ik mij verplicht je te waarschuwen.
Je hebt Bethlen niet lief. Je zondigt tegen
ja zelf. Je hebt Stefan lief, dat weet ik
heel goed.
Zaza (zwijgt en droo-nt): Als de maan
schijnt, aJs de rozen bloeien en de nachte
gaal zingt. . ."
Mama: Toen ik mij met papa verloofd
had, ben ik 's avonds naar bed gedaan, he'D
ik zoo heerlijk geslapen, alsof de engelen
mij wiegden. Jij zult van nacht niet kunnen
slapen.
Zaza: Misschien niet. Maar later, mama,
hebt u vele nachten niet kunnen slapen,
omdat u zorgen had. Ik geef de voorkeur
aan de omjekeerde volgorde.
Mama (eigenzinnig): Maar ik was toch
gelukkig, want ik had je vader lief.
Zaza: Kijk eens mama, ieder kiest zich
het kruis uir, dat hem het gemakkelijkst te
dragen toeschijnt. I," hebt u in uw huwelijk
altijd met het allereenvoudigste moeten te
vreden stellen. Jaren laug hebt u moeten
sparen en uitKuinigea. Ik weet nog heel goed
wat uw eenige uitspanningen waren. Midden
in den zomer, al? (ie stad een bakoven was,
reden wij 'sZondagsmiddag3 met den tram
naar buiten. Dan gingen wij in het bosch
wandelen u beiden achter mij aan, arm
in arm. Mama, ik geloof heusch, dat u beiden
dan cog altijd over uw liefde sprak...
's avonds gingen wy weer naar huis terug,
gedubd en gestooten in het gtdranp. U
bracht een paar groene takken mee, en papa
sjouwde niet overbodige jassen en mantels.
En dan zette u de takken in het water en
verzorgde ze, tot het laatste blaadje er af
gevallen wss.
Mama (met vochtige ooger): Och, Zaza,
wat was dat etn heerlijke tijd."
Zaza: Het is wel ruogelijk voor iemand,
die werkelijk zoo'n diepe liefde-kan voelen.
Dat zou ik iiiet kunnen. Liefde is ook een
gave. De een heeft talent voor muaiek, de
ander voor lief Ie. Eu mij duukt, dat ik het
ware taUnt niet bezit.
Mama (drngencl): En zul j s dan ge
lukkig zijn met Bethlen ?
Zaza: Dat weet ik niet. Misschien zal
ik alle zorgen van mijn j -ugd vergeten en
heel gauw ail eren mij ovrtr mijn rijkdom te
verheugen, misschien zal ik meaelf dan wel
gaan beklagen, zooals rijke jonge vrou.ven
dat zoo dikwijls doen.
Mama: Ik wou dat Bethlen zijn mond
maar had gehouJen.
Zara (lacht i : Integendeel, mama, ik ben
ra:end blij, dat hij hem eindelijk heeft open
gedaan. Daar hoO ik al sinJs weken, op
gewacht.
Zij btazn tegelijkertijd op. Zaza duwt haar
moeder vriendelijk naar de deur. En nu
goedennacht, moedertje, anders btntu morgen
niet uitgeslapen." Bij de deur geeft zij haar
moeder een km en kijkt haar vriendelijk aan.
Zaza: Ik zal u eens wat zeggen, moedertje,
een beetje zelfopoffering komt er ook bij te
pa^. Als ik eens een dochter heb, dan zal
die kunnen trouwen met dengene, dien
zij het liefst wil hebben.
Zaza loopt een poosje in de kamer heen
en weer. Dan gaat zij voor het raam zitten
en staart naar buiten.
En plotseling komen bij de verstandige,
kalme Zaza de trar.en voor den dag en die
zijn preiies even warm, als de tranen van
blonde doininee's-dochtertjes die haar eersten
litfdedroom begraven.
4e Jaargang. 18 Augustus 1907.
Bed.: C. H. BBOKEKAHP, Damrak 59, Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Voortzetting van probleem No. 92 van C.
H. Broekkamp. (Zie de jubriek van 11 Aug.ll.).
Door weglating van het slot, wegens plaats
gebrek, is het geheel eenigs ins uit zija
verband gebracht en door de amateurs minder
goed begrepen kunnen worden. Wij vertrou
wen echter dat zij, «He gerfgeld de rubriek
volgen, ons liero?c-r wel willen excuseeren
en met e?enveel belangs'elling het onder
staande weder in verband bretgen met htt
reeds geplaatste in de lubtiekvanll A.ug. 11.
Stand na den 35en-zet van zwart.
Zwart (13 schijven\
Wit (13 .
Zou er EU al een probleem ontpopt zijn?
Mij dunkt dat de stelling van zwart zulks
wel doet vermoeder. Wij moesten dns hier
gezamenlijk het zaakje etns nauwkeurig gaaru
onderzoeken, wellicht dat het toeval or.s
gunstig is geweekt.
Voor zoover mijn niet prp.ctische kennis-'
dit toelaat, meen ik te mogen veronderstellen
dat de beste inleidings zet is... halo!...
Pardon, daar wordt ik juist opgebeld aan den.
telephoon. Nu, dit is minier, begint alvast,
ik kom spoedig terug om te vernemen of gij
iets gevonden hebt. Blijf ik soms wat
langweg, zendt dan uwe oplost-ing maar aan
bovenstaand adres, doch vooral vóór 31
Augustus a s.
*) Een dergelijke voorgift komt meermalen
voor in Fransche pa? tijen en geschitdt, naar
wij meenen, ook wel in het schaakt pel.
Daar ons damreglemei t zegt: hij die voor
gift krijgt speelt eerst", is wit verplicht dert
ien zet te doen.
ERRATA:
Bij den 2en zet staat w 34 39, dit m. zijn 34-29
23en 4Ten42, 46en47
Oplossing van pr. No. 91. van den auteur
W. J. A. Maila, Faarlem: w 24-19, 29 24, 27-22,
22 : 4, 25 : 25!
BELANGRIJKE
PROBLEMENWED3TRIJDAA.NT DE I'ROBLKMlïTEN.
Wij makfn degenen, die wenschen mede
te dingen naar den mefsUr-titel, waarbij een
fraai verguld-zilveren medaille met diploma
wordt aangtbolen, nog eens opmerkzaam,
dat na l September a.t3., de termijn van
inzenden verstreken is. Na dien datum ont
vangen composities, kurnen dus hiervoor niet
meer in aanmerking komen. Zij behouden
echter wel het recht van mededingen in onze
gewone jaarlijksche premie wedstrijd. (Zie
hiero7er de rubriek van 26 Mi i 11.).
De namen der deelnemende problemisten,
worden eerst bij het einde van dea wedstrijd
bt-kend gemaakt, dus niet bij het plaatsen van
de oplossing» n, zooals dit gewoonlijk in otza
rubriek geschied;.
AAN DE OPLOSSERS.
Hoewel de problemist, volgens de bepalin
gen van het reeds vroegf r vastgesteld regle
ment, tevens een v icstpu^t ontvangt als
oplosser, tenzij zijn oplossing wordt afgebro
ken, zal in boven genoemden wedstrijd zijn
naam niet als inzender van de oplossing
genoemd worden. De oplossers mogen er dus
wel aandenken, dat, bij het niet \inden van
de ontleding, de problemist, tevens een gere
geld oplosser zijnde, ook voor hen een k wade
concurrent kan worden. liet is dus in hun
eigen belang, te trachten elke oplost-ing te.
vinden.
KORTE BIOGRAPHIE.
Van enkele meesters in het damsptl.
VIII.
Nog iets: Er zijn reeds duizende partijen
gespeeld, terwijl ik niet geloof, dat van riit
reusachtig aantal, er twee aan elkaar gflij'k
zijn. Indien nu het midden- en ^ indspel
theoretisch kon aangegeven worien, zou de
aangegeven voortzetting, de eenige goede
moeten genoemd worden, en elke afwiJMng
hiervan, moest beslist ter navolging ontraden
wor ien. Ge.-te!d nu, dat er et n gn.-ie opstond,
meenende in staat te zijn, den juisten weg
te kunnen aangeven, dan zouii.-^t alleen het
damspel ophouden SI-EI, te zijn, maar all a
gespeel ie partijen, welke afwtkeu van dezo
theorie, zou Ien als ondeugdelijk moeten
verworpen worden. De mogelijkheid hiervan
verorderstell^n, is m i. reeds een dwaasheid.
Nu wil ik gaarne aattemen, dat Van
Embden, bij het scheppen zijner n mise-partij,
niet zoover heeft doorgedacht en dat zijn
doel mi-er was, te bewijzen dat bij goed spel
de partij op remise moet uitloopen, terwijl
het aangeven van het te volgen spel, meer
als bijzaak moest beschouwd worden; dit
neemt echter niet weg, Hat zijn doorgevoerde
theorie beslist een mislukking kan heeten.
Trouwens, vóór- noch i a dien tijd heeft
iemand het gewaagd ie:s dergelijks aan te
bieden.
Ook wil ik rog even bespreken, het streven
van Van Embden om dam rust" in te votren.
Dam rust" wil zeggen: Een schijf,
vairmede b.v. vier stukken moeteu geslagm
worden, doch dat niet kan geschieden, dan
met het passeeren van den damlijn, mag
volgens Van Embden niet ge-chitd«n. De
schijf moet, op den damlijn komende, daarop
blijven rusten (staan\ tot dam gekroond
worden en, nadat de tegenspeler weder een
zet of slag heeft gedaan, veider slaan indien
dit mogelijk is, en thans in kwaliteit van dam."
Wordt vervolgd.