Historisch Archief 1877-1940
No. 1613
DE AMSTERDAMMER \VEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
pagnejaren achter den rug heeft. Of nu
?echter, met zoodanige voorbeelden voor oo^en
«migratie van Hollandsche gezinnen naar
Suriname, die zich speciaal aan het land
bouwbedrijf wijden, voor eene meer blij vende
vestiging kan worden aanbevolen, zou ik,
ook met het oog op de vroeger mislukte
'proefneming, niet gaarne bevestigend
beantwoorHen. Dat er echter voor jongelieden,
die degelijk theoretisch en practigch onder
richt in land- en tuinbouw hebben genoten,
in Suriname nog een mooie toekomst open
ligt, meen ik in bepaald bevestigenden zin
?te mogen beantwoorden. Vooral ook in ver
band met de bacoven-cultuur en het contract
met den West-Indischen maildienst tot export
<van vruchten naar N.-Amerika komt het mij
voor, dat het van groot belang zou kunnen
?zijn, zoo meerdere jongelieden tot eene ves
tiging in Suriname zouden kunnen besluiten.
"Ten ai n de dit aan te moedigen, zal
hoogstwaarschünlijk geldelijke hulp en voorlichting
?van gouvernementswege gedurende een be
paalden tijd nood;g zijn. De hieraan ver
bonden koeten zullen zeker niet groot be
hoeven te zijn, en wanneer met de noodige
voorzorgen betreffende leefwijie en
acclimatisatie zoodanige op kleine schaal begonnen
proefneming mocht blijken geheel of voor
een groot deel te slagen, zou hiermede de
grond kunnen worden gelegd tot vestiging
van enkele centraal-punten, van waaruit zich
langzamerheid door emigratie als anderzins
grootere groepen van menechen zonden
Kunnen vormen. Het zou my te ver van
mijn oogmerk n 1. de vestiging va a blanke
menschen in tropische gewesten met be
trekking tot hunne gezondheid verwijderen,
zoo ik het door mij geopperde plan van
emigratie op kleine schaal hier ter plaatse
nog verder zou uitwerken, en ik laat dit
gaarne aan meer bevoegden, en met plaatselijke
toestanden bekenden over. Het oeconomisch
belang, dat aan de vestiging van een veel
grooter aantal dan tot dusverre, degelijke
Nederlandsche jorgelieden verbonden is, zal allicht
wel door niemand worden betwist. Suriname is
een vry groot land, en o nge 'eer 5 maal zoo groot
als Nederland, en door slechts ongeveer 80,000
menschen bewoond, waarvan circa 1000 tot
h-»t blanke ras worden gerekend. Er is dus
ruimte voor menschen in overvloed, terwijl
bovendien volgens my door verschillende
personen verstrekte inlichtingen Suriname een
zeer vruchtbaar land is. Er zullen natuurlijk
ook wel minder vruchtbare en onvruchtbare
1. Mevr. Jacqueline Royaards ah Gierigheit" in Warenaf."
Moniop Tan Warenar" in den loop
der jaren.
Den 2den September 1773 is te Rotterdam
in deu schouwburg van Jan Punt", tot groot
genoegen van velen, vertoond Warenar",
blijspel vau P. C. Hooft, van 't welk in de
laatste helft der 17de eeuw ook te Rotterdam
«ene uitgave verschenen was. Het bericht
der vertooning te Rotterdam in 1773, doet
?de gevolgtrekking van Prof. Dr. Matthys de
Vries te niet, dat de uitgave van 1729
werd door hem als de laatste vermeld
omstreeks het midden der achttiende eeuw
de Warenar" opgehouden heeft ten tooneele
te verschijnen", omdat de veranderde tijden,
zeden en behoeften daarvoor genoegzaam
reden opleverden." _
Of Warenal" tus^chen 1773 en 1881 nog
te Rotterdam, Amsterdam of elders vertoond
zij, is tot dusver onbekend. Wel weet men
daarentegen, dat Warenar" meer uitga
ven h- eft beleefd dan de veertien door
Prof. M. de Vries vermeld. Dr. P. Leendertz
toont in zijn aanbevelen» waai de uitgave van
Warenar" in de altijd belangrijke Zwolsche
herdrukken" een grooter aantal op dan het
alphabpt letters heeft.
Al z m het ruim honderd jaar gtduurd
hebben, eer Warenar", na de voorstelling te
Rotterdam in 1773, weer gespeeld was, de
-heugenis aan dit geestige werk is levend
gebleven.
In 1841 schreef de letterkundige Faculteit
aan de Hoogeschool te Leiden een prijsvraag
nit, waarbij eene taal- en oudheidkundige
verklaring van den Warenar" van P. C.
Hooft en eene vergelijking van dat blijspel
met de Aulularia" van Plantus en den
Avare" van Molière verlangd werd.
De student Matthijs de Vries de latere
Hoogleeraar beantwoordde deze prijsvraag.
De faculteit bekroonde het werk met de
gou 1 en medaille. In 1843 gaf Matthys de Vries
de beantwoording, nu in het Hollandsen,
verbeterd en vermeerderd in het licht, voor
zien van een opdracht aan Dr. M. Siegenbeek,
Hoogleeraar te Leiden.
Deze uitgave heeft aanleiding gegeven tot
frisch leven, tot juistere opvatting van het
oud-Hollandsche kluchtspel. De inleiding,
welke aan M. de Vries' uitgave voorafgaat,
spreekt over den ,,Warenar" een ongunstig
oordeel uit. Vooral in betrekking tot de
kieschheid, doemde bij dien tot. vergetelheid,
en toonde er alleen waarde in te vinden voor
taal- en volkskunde.
Hiertegen kwam R. C. Bakhuizen v. d.
Brink in verzet. Hij verklawde het tegendeel.
Voor ons" zei hij is Hooft, de blij
speldichter, voor ons zijn Bredero en zijne
navolgers niet gestorven. Zij behooren tot
onze letterkundige geschiedenis, en maken
een lid uit van het lichaam, dat misschien
in zijnen groei gestuit, misschien niet vol
wassen, echter nog steeds de verschijnselen
van ziekte <-n herstel en daarmede van leven,
openbaart. Die letterkunde was de uitwendige
vorm van de gevoelens en gezindheden eens
gronden zijn, doch het geheel is zoo uitge
strekt, dat eene doelmatige keuze van land
streek en grond zeer waarschijnlijk weinig
of geen moeilijkheden zal opleveren. Suriname
staat bij velen nog in een minder gunstig
blaadje en schijnt nog bij velen de meening
te heersenen, dat het daar niet bijster gezond
is, en ook de bronnen van bestaan te
wenschen overlaten, daar successievelijk eenaan
tal plantages geheel verlaten en zoo goed als
waardeloos zijn geworden. Nu echter, mede
door de verbetering in de middelen van ver
keer de toestand van depressie, die zoovele
jaren in Suriname heeft geheerscht, langza
merhand schijnt te wijken, is zeker de kans
groot, dat een vry groot aantal Nederlanders
aldaar niet alleen een voldoend middel van
bestaan zullen kunnen vinden, doch ook
tot welvaart kunnen geraken. Een blijvend
bezwaar is natuurlijk het tropisch klimaat
waartegen niet iedereen op den duur bestand
is, en hetgeen, zooals ik hierboven betoogde,
door menschen van Semitischen oorsprong
het best verdragen wordt Epidemische
ziekten, die in andere tropische landen soms
vrij sterk heerschen, zooa's b v. cholera, pest
en gele koorts, komen in Suritame in het
geheel nier, of slechts zelden voor, en dus
IIIIIIIIIHIIIIIIIIMIIM1II1MIIMII
4. Straattooneel tusschen Reym, de meid. en moeder Geertruvd
in Warenar." (Deze en reproductie 1. 2 en 3 naar fotografiën
van Bersent/russe te Rotterdam).
2. Lecker (dejongen) in Warenar".(Travesti).
volks, dat eene verhevene toekomst te gemoet
rijpte; eens volks, waarvan het bloed nog
in onze aderen vloe;t, en hetwelk, wij ocrecht
zouden doen, indien wij ons zijnen roem
zouden aanmatigen, en ons over onze ver
wantschap met zijne gemeene afkomst
schamen.
Voor ons, nog eens, leeft dat blijspel, zoo
lang onze oudj stadhuizen met hunne dood
eenvoudige regentenstukken prijken ; zoolang
van de torentjens onzer Doelens het smalle
vergulde vaantje wappert; zoo lang Amster
damsen Oude zijde overeind staat, om ons
door hare karakteristieke kleur te boeien:
zoo lang in onze kunstverzamelingen de
Jan Steen's en Ostade's, ondanks al onze
pruderie, eene taal tot ons spreken, waarvoor
onze ooren nog niet ten eenenmale zy n ver
doof d; zoo lang in Hooft's onsterfelijke
Historiën de gedenkwaardige plaats te lezen
staat, die bij ons volk ten eeuwigen dage
alle adelzucht, zoo zij ooit opkwam, in de
geboorte moest smoren.
R. C. Bakhuizen van den Brink was vooral
schitterend in de weerlegging van de
onkieschheid onzer voorouders. Zijn betoog
heeft bewerkt, dat men, dat zelfs Dr. Matthijs
de Vries tot ander oordeel over de
oudHollandsche blijspelen kwam. Bakhuizen'?
studie is ten voorbeeld geworden voor
ruimer behandeling der letterkunde in het
algemeen.
De preutschheid voor het oud-Hollandsch
blijspel was in 1881, bij de driehonderd
jarige herdenking van P. C. Hooft's geboorte
nog niet volkomen verstorven. Men wilde
toen Warenar" opvoeren, onveranderd Doch
tegenstanders doken op, die met J. A.
Alberdingk Thijm aan het hoofd, slechts eene
Warenaropvoering konden goedkeuren, als het blij
spel gezuiverd werd van wat men meende, dat
de 19de eeuwsche ooren kon kwetsen. Naar die
opvatting betuttelde J. A. Alberdingk Thijm
den Warenar" en deed dien, verdeugdzaamd.
vertoone/i in den Amsterdamsche schouwburg,
met J. Veltman in de titelrol. Dienzelfden
avond las profeasor dr. Matthijs de Vries
den geheelen Warenar" onveranderd voor
in Felix Meritis, tot groot behagen der
saam-gekomenen. Wat de student M. de Viies
had veroordeeld, juichte de professor M. de
Vries toe.
De averechtsche opvattingen van kiesch
en onkiesch bleven niet lang meer van kracht.
Weinig jaren later bij de Brederofeesten
werd Bredero';) Moortje" vertoond, zonder
eenige wijziging.
Zeer velen zullen zich nog het uitbundig
succes herinneren en ook, dat geen der aan
wezigen, zelfs geen der vele voorname vrou
wen en juffrou ven aanstoot hebben gevonden
in de vrijheid van het oud-Hollandsche
blijspel.
De vertooning van Het Moortje" aan
welker voorbereiding o. a. Frans van Goes
levendig aandeel nam heeft bijzondere
beteekenis, om lat zij juist samenviel met de
nieuwe literaire beweging, met de geboorte
van De Nieuwe Gids".
De Warenar" bleef echter van het
beroepstooneel, tot, nu vóór luttel jaren, de
Nederlandgche ooneelvereeniging" het op
haar repertoire bracht en voor het eerst
vertoonde te Rotterdam voor leden van den
Kunstkring aldaar. Toen volgden de vertoo*
ningen van dit blijspel elkander in vele
plaatsen van ons land op, en, waar ook, tot
groote voldoening.
En thans... Hooft's Warenar" opnieuw
ten tooneele l Nu door oud leerlingen der
Hoogere Burgerschool te Rotterdam, een
ondernemen, dat hun tot eer strekt en niet
genoeg te roemen valt.
Niemand minder dan Willem Royaards
heeft hun leider, hun hoofd en heer willen
zijn bij de instudeering. De jongelui onder
welke ook Rotterdamsche juffers hebben
kan in dit opzicht van Suriname gezegd wor
den, dat het tot de gezonde landstreken be
hoort. Volgens den heer Oudschans Dentz
is de gemiddelde temperatuur, over het jaar
berekend 27°C (= 80.6» FjCfirenheit) en in
den warmsten tijd 31.9» C (= 89.4
Fahrenheit). 's Morgens en 's avonds waait er een
heerlijke frissche koelte.
Meer in het bijzonder heb ik in boven
staande van Suriname gewag gemaakt, riet
alleen omdat deze kolonie van onze ver
schillende bezittingen in de" .tropische ge
westen in flnantieel opzicht zulke goede
kansen belooft te bieden, doch ook omdat
de gezondheidstoestand aldaar zeer voldoende
moet worden geacht. Bovendien is er nog
het voordeel aan verbonden, dat de afstand
van Nederland zoo betrekkelijk gering en de
reis met een der booten van den zoo goed
ingerichtenW.I. maildienst niet zeei kostbaar
ig.Mogelijk zullen bij den allengs weder oplevenden
bloei der kolonie, op initiatief of aanvrage van
particuliere zijde zich allicht meerdere Neder
landers daarheen begeven, doch zoo dit niet
bet geval mocht zijn, zal aanmoediging en
flnantieele steun van Gouvernementswege
allicht een nuttig gevolg kunnen hebben.
Een zoolanig subsidie-stelsel zal zeker voor
het budget geene noemenswaarde bezwaren
opleveren. Aan belanghebbenden de taak,
dit denkbeeld nader uit te werken en in
practijk te brengen, daar dit het hoofddoel
van mijn onderwerp Acclimatisatie en kolo
nisatie in tropische gewesten" verre zou over
schrijden.
Van den heer Oudschans Dentz ontving ik
het verslag van de commissie, benoemd by
Gouvernements-resolutie van 3 October 1892,
betreffende het onderzoek of kolonisatie
speciaal van Nederlandsche landbouwers in
Suriname gewenscht is, en welk verslag
eenige mooie afbeeldingen bevat van woningen
en omgeving der Nederlandsche
boerenkolonie in Suriname, en die een duidelijk
beeld geven van den plaatselyken toestand
aldaar. Er zal natuurlijk sedert het jaar 1892
wel een en ander veranderd zy'n, doch achtte
ik het wel de moeite waard, tot betere be
oordeeling van de plaatselijke gesteldheid,
de redactie van dit weekbladj te verzoeken
enkele plaatjes over te nemen.
A m s t, Maart. '08. Dr. V. v. D. PLAATS.
3. Willem Royaards als Warenar" in het stuk van dien naam.
met en door Willem Royaar Is het bijna drie
honderdjarige blijspel doen leven, en de woor
den van Bakhuizen v. d. Brink tot waarheid
gemaakt. Naar de mate van hun talent, en
behoudens de tekortkomingen, niet
beroepsspeleis steeds eigen, hebben zij aan de
teekening van Hooft veel recht gedaan, en soms
tooneeltjes doen toejuichen b.v. dat van
den Hofmeester, den Kok, den Lecker" en
Warenar die herinnerde aan volkstafe
reeltjes uit de oud-Hollandsche schilders
school. »
Willem Rooyaards, de ziel van allen en
alles heefc een Warenar" gecreëerd naar
het leven, uit wiens gezicht de gierigheid als
gesneden was, en het karakter der gierigheid
't6o juist en scherp geteekend, dat het ?.ijn
talent, als karakterspeler bevestigt.
Mevrouw Jacqueline Royaards-Sindbergen's
creatie van de .,Gierigheit" blijft voor immer
bij, om het artistieke. Terwijl Milthen" in
prachtig, breeduit-staand gewaad en door
goed zeigen met haar het stuk en de
beteekenis er van inleidt, ligt zij in
schamele plunje als neergekwakt tegen het
huis van Warenar, krampachtig de handen
om de pot vol goud geslagen. Dat daar zoo
neergekwakt liggen, als arm en berooil,
ondanki het goud in haar bezit, gaf een
indruk van groote armzaligheid.
Willem Royaards heeft, wat htt decoratief
betreft, met goed overleg, de twee plaatsen
der handeling tot n gecomponeerd Zonder
zich aan de realiteit te houden, heeft hij
het begrip niet verwaarloosd.
De kleeding der personen was zooveel
mogelijk zeventiende-eeuwsch. Bijzonder stak
uit Reym, de dienstmeid, met rooden rok,
waarover blauw boezelaar, en een bruinig
geel bovenzieltje. Met haar verder toilet was
zij als weggeloopen van Vermeer's bekende
schilderij.
De malligheid" en de schilderachtigheid
van het Oud-Amsterdamsch hebben ook by
deze vertooning bijzonder behaagd. Telkens'
als er vergetene schilderachtige gezegden
of oude, sprekende woorden werden gespro
ken, bleek het den hoorders genoegen te
doen.
De vele malen, dat de oud-leerlingen der
Hoogere Burgerschool den Warenar" in
Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en dra In
Dordrecht, met steeds grooter waardeering
spelen, bewijst dat Hooft's taal en schepping
nog een zelfde behagen wekt als bij de
eerste vertooning in Augustus 1617 ter inwij
ding van Coster's Academie op de Keizers
gracht te Amsterdam, uit welke de
Amsterdameche Schouwburg zijn oorsprong heeft
genomen.
J. H. R.
5. Warenar, zooals het vertoond werd einde 17de en begin 18de eeuw.
(Prentverzameling R. W. P. de Vries).
Coster's Academie, waar Warenar het eerst vertoond werd, Augustus 1617.