Historisch Archief 1877-1940
No. 1753
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een Markt-tooneel, door Matthy's Maris. Schilderij uit zün jongen tqd. Kunstveiling J. J. Biesing, 'g-Gravenhage.
STEEN.
Zelfportret van Jan Steen, op jeugdigen leeftyd. Schilderij, af komBtig uit de
collectie Dr. Seymour Mayoard te Londen. Thans met meerdere schilderyen van
gioote meesters ter kunstveiling van J. J. Biesing te 'a Gravenhage.
van onzen kleeken ingenieur. Dwong hij niet
Latham op een dag te Bonen, toen weer
zooveel anderen zich schuil hielden, te zeggen:
ja, alg jij gaat moet ik ook wel" en wat
schreven de dagbladen .toen Latham bleek
«m akelig omlaag kwam en Kuiler kalm bleef
vliegen als 't ware spelende met den orkaan:
Kuiler est nn second Latham!
Maar misschien is er een lezer die vraagt
waarom ik een vlieger zoo durf prijsen, die
noch in Fau, noch in zoovele andere plaatsen
op de lijst der overwinnaars prijkte, die in
Bordeaux slechts een tweeden prys haalde,
in Tours slechts een eersten Prix de' Vitesse
kreeg, de volgende dagen zelfs niet meer
geclasseerd werd?
Vraag hem zelf, indien gy' rekenschap
verlangt en gij zult een verslag van tegen
spoeden en rampen hooren, die n in stille
bewondering zullen doen zwijgen; of liever
spreek een der ingewijden over Kuiler, een
onbevooroordeelde en ge znlt vernemen wie
«w landgenoot is en hoe weinig zjjn land
hem de eer geeft die hem toekomt.
En als ware het niet genoeg dat telkens
de motor stopte en hij omlaag moest wan
neer hjj een mooie kans op de baan maakte,
men liet niet na hem, den «oedgeloovigen,
al te eerlyken Hollander te fnuiken. Buiten
chicanes met contracten vertelde hij het
volgende, dat zeker een eigenaardigen kijk
geeft op het sportleven der aviatenrs. Ik
weet niet op welke vliegweek, had n zijmer
collega's hem ter tafel genoodigd. Men sprak
over de kansen, men dronk er op Frankrijk
en op Holland, men wengchte elkaar een
schitterende vlucht voor den volgenden dag.
Wat bleek ? Dat men, al te beducht voor
?den koenen Hollander, onder het middag
maal heimelijk: getracht had den motor on
klaar te maken en het toestel te yerprntsen.
Gaea wonder dat in Frankrijk aviateur geen
epitheton ornans is en dat men in behoorlijk
gezelschap dit maar liever verzwijgt
Zoo was Kuiler dan bij zijn collega's ge
vreesd, bij allen die niet tot 't soort aviatenr
behoorden, die vroeger op motor langs de
rijwiel baan een bedenkelijk bestaan vonden en
die de lucht in gingen als laatste wanhoopsdaad
voor zichzelf en kunne crediteuren, ik zeg
bij allen, die gentleman waren onder de
mannen der lucht, was Kuiler bekend, ge
waardeerd en bemind. In 'c vaderland echter
wist men van hem schier niets.
Meester nn ten volle over zijn toestel,
«eester van zichzelf in de hachelykste
momenten die men in 't zwakke tuig hoog
in de lacht beleeft, belust op spannende
momenten, genietende voor zichzelf alleen,
wanneer büde kracht van 't toestel probeerde,
wanneer büsneller dan een vogel door de
luchten schoot en bü't .draaien en zwenken
?de maximum helling met de vleugels trachtte
te bereiken, dan plotseling door het verbroken
evenwicht zijdelings een dertig meter omlaag
gleed tot verbazing van den vakman en tot
schrik van den leek, in staat alles te doen
met de machine wat tot nu toe de techniek
toeliet, zoo kwam hij uit zijn gehate Frankrijk,
waar bijna lederen dag een bron van teleur
stelling was of een vermindering van zijn ver
mogen meebracht, zoo kwam hij in Schotland.
Was het de traditie onzer natie die hy
meebracht, was het zijn gulle persoonlijkheid
of was het bewondering voor zijn talenten,
dat eindelijk daar de sympathie hem tegemoet
stroomde ? Toen vertoonde zich ook even het
geluk voor hem en ook de Nederlandsche
bladen vertaalden met welgevallen de enthou
siaste artikelen over de flying, the real flying
Dutchman. En zeker had de vlieg «reek van
Edinburg niet durven hopen büde felle
Z.W.-stormen zulk een kamp van mensch
tegen elementen te aanschouwen. En toen
telkens de kranten moesten schrijven over
the illuck of, Kuiler, toen hij tot tweemaal
toe viel, tweemaal de schroef brak, toen
kwam alle enthousiasme los o ver den jongen,
?dapperen kerel en het zullen hem groote
momenten geweest zyn, büalle rampspoeden
?die oprechte ovaties te ontvangen van een
volk', dat zq'n genie begreep en dat büintu
tie de ellende van die korte, maar zoo dapper
volgehouden carrière besefte. Maar al juichte
gansch Schothuid en al werd hy de lieveling
?der menschen, de goden hadden nog anders
beschikt. Zelfs Themis, omgepraat door
Fortuna, keerde zich tegen hem. Want toen op
de terugreis hem in den trein een toestel
verbrandde en een proces het eenige red
middel voor een verlies van duizenden bleek,
toen bleef het recht of het onrecht, hoe men
wil ,door een nootlottige verdeeling der be
wijslast aan de zijde der spoorwegmaatschappij
«n zag hij zq'n vermogen verminderd met de
waarde van een Antoinette en bezwaard met
een kostensom van 5000 frs. Zoo werd de
geringe glorie in Schotland, de waardeeiing
die hq zoo ook in 't vaderland verkreeg, zoo
werd de naam van flying Dutchman weer
al te dunr gekocht. Is het daarom, dat zy'n
leerlingen hem zoo aanhankelijk waren? Want,
wie hem kent, moet zyn wil bewonderen en
moet zijn zachte, gevoelige natuur beminnen
tegelyk. Hu is een van die menschen die
onbekend blijven in vreedzame tijden, te
bescheiden om, op welke wijze ook, een naam
te willen maken, een schat voor het land in
nood en een leeuw voor Holland als het er
op aankomt. Daarom dacht ik, alvorens te
spreken over hem, aan ons land vooreerst
en mijn oog viel op zoovele ellendelingen
die het verguizen, maar indien Holland er
weinigen heeft zooals hij, dan heeft Holland
een groote toekomet. Want dergelijke naturen,
geboren om in te grijpen in 't juiste
oogenblik op de j ais t e {plaats en die als by
Goddelijke ingeving de juiste handeling ver
richten, dat zün de mannen die in tijden van
nood het hoofd uit de menigte steken en
wier naam van mond tot mond gaat en bluft
leven in alle geslachten, wier wil onverzettelijk
is, Maar die zichzelf en alles geven aan het
doel, dat zij voor oogen hebben.
Zoo heef c ook Italiëhem begrepen en on
omwonden het verklaard.
Vloog te Milaan en te Verona. Het tweede
land waar hij werd toegejuicht, waar hu
vloog alleen in een wind, een storm van
18?23 Meter en te zeggen dat in dezen tyd
de bevolking van Rotterdam zich als bezeten
aanstelde en het goud deed stroomen in de
handen van een Belg die vasten voet bleef
houden, wanneer er slechts een matig
Hollandsch koeltje woei. De echo van diens
roem is dagelijks nog te hooren, wie spreekt
echter over Kuiler en diens heldendaden?
Op ieder die uit 't Noorden komt, heeft
het klimaat van Italiëeen eigenaardigen
invloed en ook hu kreeg die koorts waarvan
de naam mij is ontgaan, maar die bijna eiken
man uit 't Noorden bekend is, die in de zoele
landen aan gene zyde der Alpen komt. Maar
allerminst zon een koorts, hoe moordend
ook, hem kunnen weerhouden zijn contracten
na te komen en hy vloog dus. Vloog dus
schitterend, en iympathiek is de toon waarop
de Italiaansche pers met haar vlotgesc dreven
stukken, haar scherpe analyse, haar natuurlijk
enthousiasme, hem recht doet wedervaren.
Het kon ook niet anders. De Italiaan, wars
van Fransche snoeverjj, moest zich aange
trokken gevoelen tot den fairen, eenvoudigen
maar eminenten Holland ar ea wellicht is
Italië, wellicht ook Spanje, het eenige land
in Europa waar de menigte, het publiek
door zijn Latynsche beschaving critiek heeft
en juist ziet.
yn figuur was favoriet, totdat op een
dag onder een der schoonste vluchten de
oude déreine bem trof.
Sedert de tijden dat de arena van Verona
daverde van de toejuiching*n eener opgewon
den menigte, was zekerfgeen schouwspel met
meer spanning gevolgd dan die strijd
deraeroplanes. Zün naam by ieder goed bekend, zyn
roem gevestigd sedert de machtige praestatie's
der vorige dagen, zag men welgevallig van af
de tribune hem hooger en hooger stijgen.
Plotseling schittert iets in de lucht, het valt
uit zijn toestel, het plompt omlaag, men ziet
het toestel omhoog schieten, er gebeurt iets
vreesely ks, de vleugels staan schier loodrecht
in de lucht, de reuzenvogel zal vallen, achter
waarts komt het met een bocht, sneller en
sneller en wankelend omlaag, snel eu vast
beraden gooit hu het toestel om, men gilt,
men snelt toe, paaiden hebben van schrik
zich losgemaakt en rennen over 't veld, hu
ploft, kraakt tegen den grond. Dan een
angstige stilte. Een vormelooze massa ligt
in 't zand, maar Kuiler stapt ongedeerd uit
een warboel van draden, gescheurd doek en
gebroken latwerk.
Kuiler is niet gewond, schrijft men, naar
wanhopig staat hij er naast, beachonwt zün
toestel en gaat weg, alleen, zonder een woord
te zegge» en byna huilende. Zya vrienden
snellen toe, maar hy wil geen troost of com
plimenten om zün schitterende landing, een
landing in een razenden val, maar bedrukt
loopt hy heen en weer, met de handen in
de zakken en den kop naar den grond,
misschien met de gedachte of het niet beter
ware dat hij ook verpletterd ware, nu met
zy'n laatste machine ook hij schier geru
neerd is.
Zoo speelde de Fortuin met hem en stelde
hem zulke beproevingen, dat hy terecht mag
zeggen: vallen kan ik op alle manieren,
maar wat het voornaamste is, zy liet hem
het leven.
Ook toen ter tyde zag men het beruchte
blazen, waarvan de resultaten maar al te
zeer bekend zyn. Men strijkt over iemand
heen, verheft zich boven hem, wanneer men
hem juist zal passeeren, de geweldige
windstroom der schroef slaat met de gansche
kracht op de vleugels van de lageren en het
onvermijdelijke is de verschenring van zyn
evenwicht en een doodelyken smak. Ook
onze man zou een slachtoffer van dit spel"
geweest zyn, indien hy zich niet tijdig voor
deze aanslagen gewaarborgd had en men
vraagt zich af of het misplaatst zou zijn, inlien
de strafrechter zich in deze gevallen mengde,
althans dat dergelijke individuen ter
disqnalificatie werden voorgedragen. Of is de mo
raal op 100 M. boven het aardvlak een andere?
Zyn tegenslag te Ede en Soesterberg zyn
den lezer volkomen bekend en niet in het
minst werd zyn roem geëclipseerd door de
meer eclatante verrichtingen van den jongeren
Wy maaien, die meer geschikt zyn het hart
van den landgenoot te doen kloppen, dan de
rampspoeden van den anderen. De eerste,
leerling, nog toen de andere meester was,
werd het troetelkind van het geluk en heeft
nimmer de moeilyke tijden der veteranen
gekend, toen de lucht nog ten volle veroverd
moest worden. Voorzien met de ervaring van
zoovele anderen, die het met den dood be
kochten, beschikkende over motoren die een
maximum zekerheid waarborgden, was een
bloote durf en een grenzeloos geluk het
vereigchte om een wereldnaam te krijgen. Wie
echter de handigste is, wie het meest ge
trotseerd heeft, wie naar objectieven maat
staf het meest heeft volbracht, laat ik ter
beoordeeling aan de artisten zelf, zoo niet
aan het onpartijdig oordeel van den lezer.
Ea indien ik er in geslaagd ben by den
Hollandschen lezer eenige nieuwsgierigheid,
eenigen eerbied misschien te wekken voor
onzen onvergely'kely'ken vlieger, indien men
inziet dat ons land trotsch moet zyn op zulke
kinderen, die een voorbeeld, een ideaal zyn
voor wat jong is in ons midden, en zjjn be
wondering onbewimpeld durft uiten, indien
ik erin slaagde by velen de overtuiging te
wekken en by velen ook de overtuiging te
versterken, dat Holland een toekomst heeft
en dat een man als Kuiler een pionier is
voor een nieuwen opbloei van onze nationale
krachten, wat zou ik meerder wenschen ?
Nn gaat hy naar Indië. Hoe zal dat land
hem ontvangen ? Zal het enthousiaster zyn
dan eigen grond, zal het hem geven wat
hem toekomt: roem, en zal het hem het
vermogen weergeven, dat hij zelf zonder
aarzeien heeft geofferd, daar hy oog armoede
liever had, dan een weelderig maar doelloos
bestaan?
Het is onzeker, maar laten wy hopen dat
ook zyn ster schitterend zal ryzen en dat
weldra het lot ook hem terecht beloont: een
onsterfly'ken naam, en een bronzen stand
beeld in zy'n geboorteplaats, wat Athene hem
zelfs by zyn leven niet zon hebben geweigerd l
Leiden, Jan. 1911. C. TOELBY DUWBL.
Tentoonstelling Lizzy Ansingb en H. M. Sarry
in de Larenscne Kunsthandel".
Twee exposanten met zeer ongelijke hoe
danigheden; de schilderyen en teekeningen
van Lizzy Ansingh zetten aan deze tentoon
stelling in 't Dijsonder een behagely'ken kant
by. Haar werk
heeft de aantrek
kelijkheid van
een vloeiende en
luchtige schilder
wijze, doet ken
nen een delicaat
geaard vrouwe
lijk talent, met
een wat dartelen
geest, zweemend
naar het
coquette. Zy schildert
veel portret, ver
dienstelijk, maar
onderscheidene proeven van hare bekwaam
heid, in deze lijn, hier nu bijeen, doen
toch gewaar worden wat nog een tekort
is aan hare kunst. De elasticiteit van haar
vermogens zou men dikwyls minder beperkt
willen zien. De spanning bepaalt zich over
't algemeen tot het vaststellen in eersten
aanslag van een typeering met geestige zet
jes, rake punctuatie's in de vormdniding, en
in een veelal behagelyk kleuraspect. Het
kleurwezen heeft te weinig volumen en de
teekenmacht reikt niet veel verder dan tot
ean op bevallige wij ze aangeduid schema van
het vormenstel. Toch is Lizzy Ansingh een
onzer begaafdste schilderessen, en ik weet er
zelfs geene, die een aangenamer portretje,
wel geslaagd zelfs treffend aan gelijkenis
maakt. In haar spontaniteit is zy' pétillanter
dan mevr. v. Duyl-Schwartze, hoewel het
talent van deze breeder geproportionneerd
is. Dit kan blijken bij het werk van langer
adem, hier aanwezig, dat meer aangehouden
inspanning eischte. Tot de beste portretjes
op deze tentoonstelling met de kantige
gebouwde schilderetndie van een vrouw uit
het volk behooren die van de schiideies
Coba Ritsema en van mevr. v. E. v. VI. Het
laatste heeft als kleurgeheel een zeer exquis
aspect; in de algemeene lichte klenrwerking,
waaruit de donkere oogen hun treffende wer
king doen, vertoont zich een fijn inzicht van
compositie. Het is een der meest gave werken.
Het komt me voor, dat het charmante talent
van deze schilderes met haar tekortkomingen,
het voordeeligst zich aanwendt bühet door
haar geliefkoosd genre van poppentaferaelen.
Waar zy by het schilderen van het
levendwezen met haar aanlokkelijke eigenschappen
toch te zeer nog aan de oppervlakte blijft, is zy
bühet karakteriseeren van dezen levensschyn,
ja, by het typeeren van deze grappige
caricatunr op de werkelijkheid, in baar element.
De dartele geest verzint hier, uit wat voor
een ander slechts tot motief een nuchter stil
leven zon zyn, schalksche pantomines; zet de
travestie in den fleurigen dos van een coulant
ea teeder toetsend, kittig schilderwerk. Ik ge
loof, dat in deze lij n 't meest, ons nog ver
rassingen te wachten zyn. Een zeer merk
waardige en afzonderlijke plaats heeft Lizzy
Ansingh daarmee by ons reeds ingenomen.
De landschappen van H. M. Savry duiden
op het oprechtely'k streven van een, die
gaarne zün ontroeringen koestert, onder vonden
bij een dolen door de duinen of het lange
stillestaan op het strand, tegenover de zee.
In de teekeningen 't meest, hier te
schaarsch aanwezig laat zich een roman
tische gezindheid raden, niet sterk ran
zenuwen evenwel. Het schilderwerk is in
technisch streven niet zonder soliditeit. Er
is getracht, by het geven van een stemming,
de kleur kern te doea hebben en de
teekening vastheid.
Het bleef wat te zwaar in de kleur echter
dikwijls en te verstijfd van vorm. In enkele
landschappen van lichter toonaard, zyn pittiger
klenrgedeelten; ze breken wel de
eentoonigheid in de serie dningezichten. In 't geheel
doet dit werk, om de schuchtere uiting
van een, wat loome melancholische
gestemdheid en om de ernstige inspanning van een
niet onverdienstelijk schilder, wel sympa
thiek aan.
W. STEBNHOFF.
Inleiding. Iedereen weet tegenwoordig dat
de kunst der schildering" nooit meer dan
tegenwoordig zich richtte naar de objectieve
weergave van het Jicht. Onder allerlei naam
en benaming zien we dit, stijgend, gaan. Het
komt langs de Engelschen, de Barbizon school,
onze impressionisten, door de fransche im
pressionisten en de neo- impressionisten. Ge
tracht wordt het licht van de natuur te
stelen", en wat als transparante pluimen
van den hemel soms zy'gt, ziet ge dwalend
op menig schilderij. De schilder schildert meer
en meer den objectieveren schyn. Een
poiatilléduistert, met den avend mé, zooals het
landschap. Het oog wordt tot subtiele scherp
ten ontwikkeld, zooals vroeger waarschijnlijk
de Keest meer de ragfijne schakeeringen zoo
noodig, vond. ledere nuance mocht ge zeggen,
wordt nu gejaagd door den snel s ten hond.
Het tremolo" van het licht is nooit
sidderender gegeven. Met den fijnst en y ver wordt
gedifferentieerd, en gecombineerd.
Verfriseching ontstaat daardoor zeker voor het oog;
zooals iemand schreef: het is of de oogen
gewasschen wierden." Het zuiver
observeerende van den schilder is nooit zooals nu in
de kunst aanwezig geweest. Dat dit er is,
bewy'st de noodzakelijkheid ervan, maar alle
noodzakelijkheden zy'n geen goede. Zulke
noodzakelijkheid bewijst dat er een verzadi
ging by de kunstenaars optrad, jegens een
vorig wezen van uiting. Ze rebelleeren.
Ten slotte ontstaat weer de oude afstatd,
die alty'd nieuwe verwijdering van de
Florentynen en van de Venetiërs: meer
coniiitiiiMimiiiiiiiiimiiiiillliiil
?$>
Teekening van Ko Donciter.