Historisch Archief 1877-1940
No. 1829
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Dr, Scteepmn niet wietn, *>
Ia de rubriek Aanteekeningen en Berichten
van het B. K. tijdschrift Van Omen Tijd
(XII, no. 37) wordt er my een zacht verwijt
van gemaakt, dat ik in mijn openingstoe
spraak te* Jaarvergadering van de Maat
schappij der Nederlandache Letterkunde zon
hebben vergeten dr. Bchaepman te noemen
onder de Nederlandeche letterkundigen.
De gansche figuur van den stoeren doctor",
van Schaep", zooals zijn leerlingen hem in
de wandeling noemden, is mjj te sympathiek
om dit verwijt op mjj te laten zitten. Nu
dan. Het werk der Boomachen te onzent
op de velden van wetenschap en kunst wordt
in Protestantsche kringen niet altijd gewaar
deerd zooals het verdient. Vandaar bij de
Koomschen zekere kitteloorigheid op dit
punt, die niet onbegrijpelijk is, maar er hen
wel eens toe verleidt zich geraakt te toonen,
al heeft niemand een vinger naar hen uit
gestoken. Dat is hier het geval.
Een medewerker" aan Fan Onzen Tijd
acht het onverklaarbaar" dat ik tegenover
Noord-Nederlandsche predikant-auteurs der
19a eeuw «Is Baetsenzjjn tydgenooten, als de
Génestet, Pierson en hun tijdgenooteu, geen
enkel B. K. ambtgenoot noem, die naast hen
kan staan en in Zaid-Nederland slechts n
die tegen velen opweegt :QuidoGezelle;
onVerklaarbaar" ook, hoe ik een man kon ver
geten, die met het volste recht naast de
hier genoemden een eereplaats verdient:
dr. Schaepman." Het onveiklaarbare" komt
hier voort louter uit gemis aan begrijpen
bij den medewerker van het B. K. tijdschrift.
Had hij het verslag in da N. Rolt. Courant,
waarop hij zich beroept, nauwkeurig gelezen,
dan zou hij gezien hebben, dat ik in myn
Toespraak da Nederlandsche auteurs der
19de eeuw in Noord- en Zuid-Nederland
heb verdeeld in vier geslachten; een ver
deeling, uitvoeriger toegelicht in Deel VII
mijner Qesch. der Ned. Letterkunde, door den
medewerker aangehaald en hem dus bekend.
Tegenover de predikant-auteurs onder de
beide .eerste geslachten in Noord-Nederland
kon ik slechts den Zuid-Nederlander Gazelle
plaatsen (een tijdgenoot van Da Gênestet,
Pierson, Huet e. a) Aangaande de auteurs,
, behoorend tot het 3de geslacht (Emants,
Eeser Sr., Penning en hun tjjigenooten)
en tot ? het 4de geslacht (de
genera. tie van '80), heb ik alleen gezegd: dat de
predikanten er nauwelijks te zien zijn". Tot
dat 3de gealacht behoort dr. Schaepman
(geboren in 1844). Hem heb ik niet genoemd,
neen; maar ook niet de enkele
Protestantsche auteurs van eenige beteekenis, die pre
dikant zjjn geweest of'gebleven: den
yoortreffelyken journalist en verdienstelijken
blyspelschry ver De Koo, de noyellisten Hooijer
. en Hëering. Waarom heb ik nu gezwegen
over deze mannen? Omdat dit had de
medewerker aan Fan Onzen Tijd ook al
kannen leeren uit het verslag van de N. Rott.
Courant?ik het niet als mij n taak beschou wde
het geduld mijner hoorders uittepntten."
De medewerker aan en de redactie van Fan
Onzin Tijd moten dus gerust zijn; gerust ook
de bezoeker der Vergadering" die de redac
tie verzekerde dat inderdaad de naam van
den Doctor niet genoemd werd " Uw Boomsch
hart, m\jne heeren, kan weer de maat slaan
geljjk voorheen":
Neen, onze Roomeche doctor" is niet vergeten;
Kal ff heeft den mooid ven Schaep niet op zijn
geweten;
Een medewerker aan Fan Omen Tijd mag wel
eens dwalen,
Een bezoeker van Letterkunde" wel eens falen;
Maar kan het u, o medewerker, in den vervolge
behagen,
Piep dan niet weer, vórdat gij wordt geslagen;
Neem een voorbeeld aan.Schaep, eer eenleeuw
dan een lam,
' Die niet hield van het kleine, maar het groote
voor zijn rekening nam.
G. KALFF.
') Een uitstedigheid van drie weken ia
oorzaak dat ik eerst nu antwoord.
G. K.
HET VIERVOETIG GESCHENK
DOOR
OTTO ERNST.
Vertaald door FBEE HART.
Zij bezit al een healen dierentuin, onze
jongste; dieren van hout, steen, leder, papier
machéen metaal, kortom van elk mogelijk
materiaal en van elk denkbaar maaksel;
maar eindelijk is de drang naar het levende
niet meer te bedwingen en Kerstmis aan
staande wil zij een echten hond hebben.
Boswitha, welk een wenschl
Ik mag honden graag, voor zoover ze vier
paoten hebben; en voor zoover ze vier
pooten hebben, schijnen ze die genegenheid
ook te beantwoorden; die dieren voelen,
evenals kleine kinderen, instinctmatig of men
het goed met ze meent maar een hond
als huisgenoot! myn vrouw en ik voeren
de ernstigste reinheids- en
gezondheidsbedenkingen aan.
Wij putten onze fantasie uit in bet be
denken van geweldige onaangenaamheden
en gevaren, die een hond kan veroorzaken.
Roswitha ziet dat alles ook in, zooals dat
een gehoorzaam kind past, en als wij haar
dan vragen, wat zij in plaats van een hond
zon willen hebben, zegt zy: ,,'n hond." Wy
probeeren het anders: wy' stallen voor haar
verbeelding de wonderbaarlijkste dingen uit:
heele poppenhuizen met waterleidingen, cen
trale verwarming, prachtige parken met fon
teinen en wandelende paren, die men uit
n doos te voorschijn kan tooveren; vol
ledige spoorwegen met allerlei moderne ver
keersmoeilijkheden, kortom: alles wat een
kinderhart genoegen kan doen, en lief en
gehoorzaam verklaart Boswitha dan ook
eindelijk: ja, zy zou dat allemaal wel graag
willen hebben, en 'bovendien natuurlijk een
hond.
* *
Hy is er. De verkooper van hondenzielen
heeft het Jndaa-loon in zijn zak gestoken en
ia vertrokken. Hij is een taks; hy' staat
daar en kijkt radeloos den kring rond, als
een gymnasiast op de eerste dansles. Roswitha
is er niet by'. Wy laten haar onder 't een
of ander onbeduidend voorwendsel roepen.
Amsterdam, Juli 1912.
Geachte Heer Redacteur.
Zoudt U my' bet genoegen willen doen
bijgaand, aan mij gericht, schrijven van Dr.
Frederik van Eeden in het eerstvolgend
nummer van uw Weekblad te publiceeren?
U zult daarmee niet alleen my, als
tooneelspeler, maar ook den Dichter zelf een ge
waardeerde gelegenheid schenken een woord
van protest (en, wat mij betreft, van af
doende weerlegging) te doen hooren naar
aanleiding van. de leugenachtige verslagen
en de moedwillig afbrekende critiek", waar
door sommige persorganen hebben gepoogd
het succes der eerste Lioba-opvoering op
30 Juni 1.1. verdacht te maken.
Ik durf vertrouwen, dat dit protest met
instemming zal worden vernomen door de
vele honderden, die, meer nog door hun
stille, voelbare aanc acht dan door hun luiden
bijval, dit Encces op ondubbelzinnige wy'ze
hebben bekrachtigd.
U vriendelyk dankzeggend, blijf ik, met
de meeste hoogachting
Uw dw.,
Louis LANDKY.
xleer Louis Landry,
Amsterdam.
Waarde Landt y,
Laat mij je nog eens schriftelij k my n waar
deering betuigen voor je creatie van de rol
van Koning Harald in de oopenlncht uit
voering van Lioba op 30 Juni.
Ik doe dit des te eer omdat je waarschijn
lijk terecht geërgerd bent door de ignobele
en schandelijke wy'ze waarop de
dagbladrecensenten je werk hebban miskend, eeven
als dat van den regisseur en de ooverige
meedewerkers.
Ik verzoeker je, en ik voel daar recht toe,
dat er niet de minste aanleiding was om van
rethoriek te spreeken. Je sprak mijn verzen
goed en volkomen naar mijn bedoeling.
Ik ben sér gevoelig voor valsch pathos,
maar ik heb dat in geen schouwburg minder
gehoord dan bjj de voorstelling van 30 Juni.
En ik verzoeker je dat ik spreeken kan uit
naam van de oovergroote meerderheid van
't publiek. Men vondt het mooi, echt, treffend.
Vanwaar dan die af breek er y in de dag
bladen? zul je vragen. Daarvoor moet je de
psychologie kennen van wat de Nederlandache
dagblad-kritiek heet. By hen ontbreekt nog
geheel het respect voor myn dramatisch
werk. Mijn prestige ala drama ?schrijver be
staat in Holland niet. De door Kloos en zyn
kliek in zwang gebrachte meening, als zon
Lioba week en zoet zyn, alleen reedelyk in
den aanhef, die leeft onbewust nog omder
hen voort. Het nu aan 't licht gekoomen feit
dat Lioba een sterk drama ia, met
dramatischkrachtige en tot aan 'c eind in kracht winnende
taal, geschikt een groot publiek van begin
tot eind te boeien en een diepen indruk
teweeg te brengen, dat feit ia voor onze
kritiek, die het stuk vy'Men jaren lang mis
kende en negeerde, pynlyk en verneederend.
Daaiom wordt het onder allerlei onzinnig
en volstrekt onreedelijk gevit weggemoffeld,
daarom wordt een schitterend succes be
knabbeld en beduimeld.
Dat dit zoo ia, ook bij hen die 't zich
niet bewust zijn, kun je opmaken uit het
verschijnsel dat se allemaal wat anders
bevitten. De een vond prachtig wat de ander
juist leelyk vond. De een vond de plek niet
liefelijk, de ander juist wel, de een vond
Hemming de eenige slechte, de ander vond
hem de eenige goede. En zoo voort. Het
eenige waarin ze allen overeenstemmen is
gemis aan eerbied. Ze gelooren het niet. Ze
kwamen met ongeloof en waren beslooten
ongeloovig te blijven. Laat het stuk
geschreeven zyn door een erkende grootheid,
en ze bidden elk woord aan zooala nu
b.v. by Vondel.
Dit is de gewichtige waarheid, die ook
nu weer bly'kt en veel raadselen in ons
geestelyk leeven verklaart, dat byna alle
mecachen zich aan 't gezag van anderen
onderwerpen. En waar, zooala in ons land,
geen groot, diep kritisch talent gezaghebbend
llllllllll.llllllllllllllllllllllllllnlIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII
Zy komt, en nu gebeurt er een wonder.
Het dier springt met luid juichend geblaf
tegen haar op en wil haar het gezicht likken.
Boswitha ia innig gelukkig en vraagt: Waar
komt die vandaan? Van wie hoort die?"
Die hoort van jon."
De rest is niet te beschrijven. Er is een
vreugde, waarbij de toeschouwer de tranen
in de oogen kry'gt. Menachen vreugde is al
even aangrijpend als menschenleed.
* *
*
Het ly'dt geen twijfel, of Boswitha en Minne
zyn door een gril van het noodlot voor elkaar
bestemd geweest. Hij speelt ook graag met
de andere kinderen ; hij behandelt my met
onderscheiding, wanneer hy, onder mijn schrijf
tafel duttend, met vleiende vertrouwelijkheid
op myn voeten gaat liggen, welker dierlijke
warmte hem tamelijk geschikt voorkomt ;
mijn vrouw schat hy nog hooger ; want zy,
alleen zy, geeft hem geregeld zyn voedsel,
en ala hy zyn schotel leeg gelikt heeft, geeft
zy hem een pracht-been ; wanneer de heer
lijkste keukengenren aan haar kleeren hangen,
volgt hij baar waarheen zy wil, en ook anders
gehoorzaamt hy haar bijna altijd (voor een
taks een enorme prestatie) en toch : wan
neer zy ook maar in schyn haar hand tegen
Boswitha opheft, alsof zij haar wilde slaan,
blaft hij haar woedend aan en hapt naar haar
hand l De edele grondstelling : Wiens brood
ik eet, diens lied ik zing," geldt bij honden
niet. Ik zou wel eens willen weten, wie op de
dwaze gedachte gekomen is het woord hond"
als scheldwoord te gebruiken. Ik zal het
stellig niet weer doen.
* *
Zoodra het dienstmeisje 's morgens zijn
kamer opengemaakt heeft, holt hij wijs
mij een menech, die met zulke kromme
beenen zoo geweldig loopen kan l de
trap op naar Boswitha's slaapkamer. Ik
weet niet hoe ik dit rennen beschrijven zal
het is z«o iets als het aanstrijken van
een lucifer: rrt! hu is al boven en jankt
voor haar deur. Wanneer het meisje hem
de deur geopend heeft, loopt hij naar Boswitha's
bed en ky'kt erin; slaapt zy, dan gaat
hij stil op het bedkleedje liggen en wacht.
Zcodra zy wakker wordt en zich even be
weegt, springt hij tegen haar bed op, spert
zyn bek open tot aan zyn ooren en lacht.
By' het aankleeden en het ontbijt wijkt
hy niet van haar zyde, en wanneer zy naar
school gaat, begeleidt hy haar tot aan het
is, daar ziet men een toestand van verwar
ring en anarchie, die de zonderlingste
tegenstrydigheeden en flaters moogely'k maakt.
Laat je daardoor niet van de wijs brengen.
Je werk was uitmuntend en ik ben. er je
oprecht dankbaar voor.
Met hartelijken groet,
FRBDKRIK VAN EEDEN.
Ik geef je vrijheid dit schrijven te publi
ceeren waar je wilt
Zaat-HoenliDïiiolilir,
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mjj nog even met een enkel woord
terug te komen op de Zaak-Raerdinkholder.
Mij wordt medegedeeld door mr. Van
Stipriaan Lmaciua, advocaat van de
Haagsche Trammaatschappij, dat aan R., toen hy
na herhaalde waarschuwing ontslag kreeg
als portier van de H. T. M., een betrekking
als rytuigmeester by de H. T. M. is aange
boden op een loon van veertien gulden per
week.
Dit feit waa my bil bat schrijven van het
artikel niet bekend. Nu het mij echter bekend
is, vervalt daarmede de aan het slot van
mijn artikel gemaakte opmerking aan het
adres van de H.T.M.
Met dank voor de plaatsing,
UEd. dw. dn.,
A MOBESCO.
Comieide,
In Vaderl. Historie" XIV staat, dat het
halfslachtig liberalisme van 1830 aan de
zachtzinnigheid was ontgroeid. Dit ia te
erg. Wij schreven: rechtzinnigheid. Voorts,
in de laatste alinea, om nu eerst te gaan
werken" lees: om nu ernst te gaan maken."
L. K.
In het artikel de Nieuwe Botterdamsche
Courant" stond: Nu kon men wel eisenen."
Dit ia een zetfout. Wij schreven: Nu kon
men wel lachen."
Berichten,
ROUSSEAU?JAARBOEK, 't Achtste jaarboek
der SociétéJ. J. B. zal dezen keer twee
deelen omvatten, met bijdragen van G.
Laneon, D. Moinet, P. Seippel, e.a?en de
gewone rubrieken (bibliographie en kroniek).
SOCIÉTÉDU DIX HUIT1È5IE SIÈCLE. Tot de
oprichting eener vereeniging onder dien naam
is dezer dagen te Parijs besloten (jaarlyksche
bydrage 12 fr.; secretaris: D. Mornet, Avenue
de Saint-Mandé, Paris).
Wijl wy in onzen tyd met duizenden ban
den aan de 18a eeuw verbonden zy'n, heeft
deze nieuwe vereeniging zich ten doel gesteld
de geschiedenis van dien tyd te bestudeeren,
alle politieke of maatschappelijke hartstoch
ten ter zyde schuivende, elke polemiek
werende. Zy' zal geen geleerde" verhande
lingen uitgeven, van tecnniechen of specialen
aard, maar artikelen van algemeene strekking.
Haar eerste werk zal zyn de uitgave van
een Bevue. Op de lijst der 12 eerste leden
vindt men allerlei bekende namen, ook uit
Duitschland, Engeland en de Vereenigde
Staten. Uit Nederland .... geen.
ALFRED DE VIONY. De Revue de Paris pu
bliceert het eerste gedeelte van den onlangs
ontdekten, onuitgegeven roman Daphnèvan
Alfred de Vigny. Vooraf gaat een korte be
spreking van het werk, dat de levensloop
van Julianus de Afvallige behandelt, door
Fernacd G-regh.
HERMANN SUDERMANN. Uit Italië komt het
bericht, dat Sudermann te Milaan vertoeft
om daar het toezicht te houden op de muzi
kale bewerking van zijn drama Johannlsfeuer.
NlETJWE FRANSCHE QESCllISDWÏÏEKEN. Bij
Hachette & Go. zal verscnynen: Le prince
impérial. Souvenirs et documents 1856?1879,
door Augustin Filon, onderwijzer van den
prins; en Jules Favre, 1809?1880, door
Maurlce Baclus. Emile Paul zal uitgeven
Souvenirs de la marquise de Nadaillac,
duchetse d'Escars 1789?1812, door den Markies
de Nadaillac, en La cour des Stuarts a
Saintfii
niimmmiiii
station. Als bij de middelen er voor had,
zoa hy haar iederen morgen een ruiker
viooltjes in de coupébrengen.. In 'c begin
wilde hij mee; maar al spoedig heeft hy
ingezien, dat het onmogelijk is, en hij heeft
er in berust. Zulk een taks kan berusten
als een wijsgeer. Alleen ky'kt hy den trein
weemoedig na, tot hij het station verlaten
heeft. Roawitba wuift met haar zakdoek,
en beweert gemerkt te hebben, dat hy met
zyn oorlappen terugwuift. Daarna blijft hij
een oogenblik diep in gedachten staan, de
kop gebogen, en met een blik - - een blik!
ik moet altijd denken aan den eersten
violist van een zigeunerkapel, die met ge
negen hoofd de zwaarmoedig-vervloeiende
tonen van zijn viool beluistert.
Het leven heeft voor hem nu voorloopig
geen andere beteekenis en geen ander doel
dan verslapen te worden. Op eiken tyd, dat
hij er lust in heeft, krabbelt hy aan myn deur,
of ik zit te dichten of niet, en ik of iemand
anders maakt hem open, want ik heb de
order gegeven:
.?Deie ridder worde voortaan onaange
diend toegelaten."
Hy gaat regelrecht naar mijn schrijftafel,
legt zich met droefgeestige onbeschaamd
heid dwars over mijn voeten en slaapt.
Slaapt en snorkt als een ijverig
kamervoorzitter. Uur na uur. Maar wanneer hij te
hevig bij mijn verzen snorkt, geef ik hem
uit gekwetste schrijvers-ijdelheid een stomp
en roep: Maanel bedaar dan toch!" Dan
houdt het snorken voor an minuut op, om
dan mat nieuwe kracht te beginnen. Zoo
te kunnen slapen! Den tyd ervoor te heb
ben ! De deurbel kan rinkelen en de huis
deur kan slaan, zoo vaak ze wil hy slaapt
en snorkt. Dwaas, om zoo iets een
hondenleven" te noemen l
Maar Münne zon als de man uit de bal
lade van Seidel en Löwe kunnen zingen:
Ik draag, waar ik ook ga,
Altijd een klok by mij.
Tegen twee uur wordt zijn slaap onrustig.
Van tyd tot tyd trillen zyn ooren het
weerlicbt in zyn trekken", zooals een behoor
lijk romanschrijver zeggen zou plotseling
heft hy zyn kop op, holt rrt! naar
de deur, krabbelt en jankt: maak open,
maak open l' rrt! naar de volgende,
eveneens gesloten deur en huilt: maak
open, vlugger, vlugger l" rrt! naar de
Germain en Laye 1689?1718, door G. Du Bosq
de Beanmont en M. Bernos. Faequelle heeft
ter perse Le roi Joseph Bonaparte. Lettres
d'exil icédites. Amériqne-AD gieterre-Italië.
1825?1844, met inleiding, aanteekeningen
en verklaringen, door H. Fleischmann.
Ollendorfi kondigt aan Ce que je tiens a dire,
l, 1862?1872, door Maurice Dreyfus.
WIE HELFT ER MEE? Onder dit opschrift
vraagt de afd. Amat. I van het Centraal
Genootschap voor Kinder-Herstellinga- en
Vacantiekolonies geld, om te voldoen aan de
zeer talrijke aanvragen van ly'dende
AmsterdamEche kinderen, die gedurende eenige
weken naar buiten moeten. Wie daartoe mee
wil werken, belaste zich met den verkoop
van...«ekonden,verkrijgbaar inminntenboekjes
u ? 15, by den heer J. C. van Rietschoten,
Frans van Mierisstraat 110, Amsterdam. ?
NEDEKLANDSCB SANATOBIUM TE DAVOS. Om
een zeer gewenschte uitbreiding van deze
nuttige inrichting mogely'k te maken, waar
voor ?35.000.?vereischt wordt, heeft een
vermogend landgenoot aangeboden 40 pCt.
van het gestorte bedrag toe te voegen aan
elke gift, die anderen zullen doen, zoodra
het gezamenlijk aantal giften minstens f 10.COO
bedraagt. De 40 pCt. zullen geschonken
worden op een maximum bedrag van f 30.000.
O.a. neemt giften in ontvangst de heer J.
Kerkhoven, Heerengracht 115, Amsterdam.
Mom Tan TliiscliriM
De Nieuwe Gids, Juli '12: Hein Boeken,
Rousseau. Herman Heyermans, Duczika.
Corn. Veth, De Vierjawlijkflche. F. V.
Tonasaint van Boelaere, Tommy's Uitvaart.
Dr. C. J. Wünaendts Francken, Spinoza's
Oordeel over de Wilsvrijheid, enz.
De Ploeg, Juli '12: Jast Havelaar, Florence
als middelpunt van Beschaving. Dr. Edward
B. Koster, Over Milton, I. W. J.
Steenhoff, De Vierjaarlijksche," enz.
Schoonheid en Opvoeding, No. 4: G. J. de
Vos, Hat Schoonheidsbeginsel by het ge
schied eniaonder wij s in de Lagere School, I
H. Ramaer, Handteekenen als leervak aan
de a.s. Landbouwhoogegchool. Mej. S. A.
Bnrstall, De plaats der Wiskunde en de
Opoedinj van Msisjas, I, eus.
De Hollandsche Revue, No. 6 ; Frontispiece:
Prof. Gnstave Cohen. Nieuws uit de Vrou
wenbeweging.?Iets over Ernemann-Optiek.
Boeping van Holland als koloniale mogend
heid ten aanzien der Vredesbeweging.
Karakterschets: 3. van Hasselt, enz.
De Vrawa en haar Huil, Juli '12 : M. F. C.,
My'n Vogeltje. Tentoonstelling De Vrouw
1813?1913." Ida C. E. Peelen, Neeltje
Lettinga. De schoonheid in ons tehuis, III,
Naar Ellen Key. Henriette G. Veth, De
strafrechtelijke Kinderwet. A. Bienfait,
Het Huis te Lande." Martine Wittop
Koning, Jams en Geleien. Eva, Practische
Reisbenoodigdheden. De Nieuwe
Kleedervorm, enz. enz.
niiMiiinimiiiiumMnniiMimiiiiMHiiimiiniiiiimmMMiiiiiiHMiiimiiiiii
40 cents per regel.
BOUWT TE NUNSPEET.
Inlichtingen by het bonwbnrean DE
VELUWE", aldaar.
pÊWK STIrK'DAf KRIMPT
IRKr ÏÉRtlöi&EIÏOMEn
Verkrijgbaar te Amsterdam by':
AU BON MARCHE
J. G. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSON & MANÜ8, Kalverstraat.
H. MEYER, hofl., Koningsplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk.
NED. I N D IE:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Winkel-My EIGEN HULP", Batavia.
W. SAVELKOUL, Soerabaja.
Verdere adressen verstrekken wy gaarne.
huisdeur, en hij blaft: die vervelend deuren!''
vliegt als een pijl uit den boog door den tuin en
in de armen van zyn vergode meesteres.
Hy heeft haar gehoord, gevoeld, met een
tweede gezicht gezien, voor wy ook maar
het geringste hoorden. Zooals zy elkaar
bagroeten, zooals zy met elkaar door den tuin
rollen ja, dat is lief de l
Hij lacht tranen van gelukzaligheid, en
zyn staart, dat verlengstuk van zyn hart,
maakt zeven wentelingen in de seconde.
Wanneer zy haar schoolwerk maakt, wan
neer zij met haar poppen speelt hij ligt
zalig knipoogend aan haar voeten. Wee,
als een ander de kamer binnentreedt I
Wie waagt het, de sfeer van myn meesteres
te betreden!" vliegt hy grommend op en
hy wordt langzamerhand weer kalm, wan
neer het een huisgenoot of een vriend
des huizes h. Hij veroorlooft ons, met
Roswitha vertrouwelijk om te gaan, maar hy
laat toch merken, dat die vertrouwelijkheid
hem in den grond van zyn hart niet be
paald aangenaam is.
***
Eens echter kwam zy' niet thuis, omdat zy
dadelyk uit school naar haar vriendin was
gegaan, uit logeeren. Oru twee uur liep hy
naar de huisdeur, luisterde en snuffelde en
dacht: Hoe heb ik 't nou71" Hy ging
liggen en wachtte tot drie uur, tot vier uur,
tot vyf uur. Hy at niet, kroop kleintjes ineen
en viel in een onrustige sluimering. Hy' rees
op, zoo dra hij buiten wat hoorde en viel
verdrietig weer terug. Om zeven uur zat hy
nog in de gang,
en zyn aangezicht, het bleeke,
keek naar het venster nog.
Toen begreep hy: zy komt niet; en hy
zocht, zonder gegeten te hebben, meer krui
pend dan gaand, zyn mand op.
'a Nachts begon hy te janken, zoodat wy
wakker werden en niet meer in slaap konden
komen. Ik ging in volmaakt négligéde trap
af naar beneden en vermaande hem rustig
te zyn, schudde zijn nestje wat terecht en
nopdigde hem uit, weer plaats te nemen en prettig
te gaan slapen. Na zulke uitstapjes voelt men
de bedwarmte als uitermate heilzaam aan.
Nauwelijks had ik drie minuten gelegen, of
Manne begon weer te janken als de beste
waakhond. Dezen keer sprong ik vlugger
myn bei uit, holde naar beneden, en mijn
woorden klonken zeer onaangenaam en myn
DELAUNAY BELLEVILLE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONARD LANG,
114 Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Concessionnaires,
Sauter & Polis, Maastricht.
DELILA
CIGARETTES
J. LE MIN JE,
Amsterdam.
OUDE GENEVER
merk Nectar".
?1.38 per D literflesch.
WIJNEN, COGNAC etc.
miiiiiliMiiiuMMitimiiMiniiiiiiiMiiMiiMiiniiiiiiiimiiiiiiiHiiMiiiiiiiiiii
stem uiterst dreigend. Ik keek naar het
voeder en naar de waterkom alles was in
orde, en ik stelde hem het ultimatum: na
stil, of slaag l" en vluchtte klappertandend
weer naar myn bed.
Hè, nu schijnt hy toch "
Stil te worden", wilde myn vrouw zeggen,
maar kwam daar niet toe, omdat meneer
taks het woord weer genomen had.
Misschien wil hy naar buiten," zei myn
vrouw. Dus kleedde ik my aan, ging naar
beneden, ontsloot de beide huisdeuren en
zei: Er uit!"
Rrrrt! hy was buiten.
Ik sloot weer, ging naar boven, kleedde
my uit en kroop diep adem scheppend en
tevreden in bed. Toen begon hy buiten te
huilen en te blaffen, nog erger dan te voren.
Nu maakt hy' de buren ook nog wakker,"
zei myn vrouw.
Ik kleedde my weer aan, maar deze keer
lag er in de manier waarop ik myn broek
optrok ingehouden woede. Ik nam een be
hoorlijken stok, ging naar beneden, sloot weer
tweemaal open, riep den hond met een
welwillenden toon in myn stem naar bin
nen rrt, lag hy weer in zyn mand
en sloot als een voorzichtige beulsknecht de
deur. Toen ging ik naar den hond en hief
den stok op maar het dier zag my met
een paar oogen aan nooit zag ik in
menschenoogen een zoo aangrijpende angst en
droevigheid. Van uit de diepte van zy'n donkere
ziel vreest een dier misschien meer, dan een
mensch vreezen kan. Ik wierp den stok neer,
sprak het dier bedarend toe en ging weer
naar boven. Eindelijk moeeten wy dan maar
besluiten, ook trots het hondengejank in te
slapen, en wanneer men moet en wil, kan
men ook dat.
Toen Roswitha den volgenden dag thuis
kwam, liet Manne een soort blaffend gehuil
hooren, dat men niet nader omachry'ven kan;
het scheen een verward mengsel van blaffen,
schreien, juichen, janken, snikken en
hperaroepen, en iu zyn begeestering rende hy zoo
hard tegen haar aan, dat zy zich of zy wilde
of niet bom l" op het gras liet neervallen.
Deze gelegenheid gebruikte Manne, om haar,
in weerwil van alle verbod, steeds maar af
wisselend langs hals en gezicht te likken.
Zy'n staart maakte ditmaal vijftien wente
lingen in de seconde.