Historisch Archief 1877-1940
No. 1835
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De rroif ii let Fiucke Parlement.
In Nineteenth Centwy Echryft miaa Bdith
Beller:
De gemiddelde viouw in Finland ia be
gaafder dan hare aexe-genoot in andere landen,
zij !? intellectueel meer ontwikkeld, heeft
grooter bekwaamheid ex meer originaliteit."
Bat schijnt haar echter niet te vrijwaren
voor een steeds verminderende belangstelling
in den meer directen stembnsstrjjd, wat blijkt
uit de volgende opera:
Het vorig jaar stonden op de kiezerslijsten
1.350.068 namen, waarvan 707.247 namen van
vrouwen. Pas in 1906 trad in Finland het
algemeen kiesrecht in werking, en sinds dien
hadden er vijf algemeen e verkiezingen plaats.
By de eerste, in 1907, namen 899.347
personen aan de stemming deel, maar het
is niet bekend, hoeveel mannen en hoeveel
vrouwen gestemd hebben. Büde tweede
verkiezing stemden 416,373 mannen en
401,194 vrouwen; bij de derde 439,847 mannen
en 412,280 vrouwen; bij de vierde 409,880
mannen en 386,683 vrouwen en bij de vijfde
419,491 mannen en 887.603 vrouwen. In 1908
stemden van de kiesgerechtigde mannen en
vrouwen respectievelijk 68 9 en 60.3 percent,
in 1911 slechts 65.3 en 54.8 percent. Ofschoon
gedurende dece jaren, van 1907?1911, het
aantal mannelijke kiezers toenam met 77,185,
stemden er in 1911 slechts 318 mannen mér
dan in 1907, terwijl de vrouwen in 1911 zelfs
18,591 stemmen minder uitbrachten dan in
1907. In de plattelands-districten werd bij
elke verkiezing het aantal stemmende vrouwen
geringer; in de steden deed zich dat ver
schijnsel echter niet voor,"
Over de uitwerking van het vrouwenkies
recht zegt miss Beller:
Dat er in verschillende vrouwen zekere
veranderingen hebben pjaats gegrepen, zal
wel niemand ontkennen: veel vrouwen zijn
nu belangrijk actiever dan vór 1906, ook
strijdlustiger, en er meer op gesteld om in
alles vooraan te staan. De meerderheid der
Finsche dienstmeisjes, bijvoorbeeld, is ge
heel anders dan zoo als ik vroeger, 10 jaar
geleden, sommigen van haar kende. De wijze,
waarop de Finsehe dienstboden haar voeten
neerzetten is veranderd, en ze dragen het
haar losser. De klank harer stemmen is,
merkwaardig genoeg, niet dezelfde geble
ven, evenmin als de uitdrukking van haar
gezichten. Zy zijn personen van gewicht ge
worden, nu zij door haar stem in 't parlement
invloed hebben op de nationale zaken
en dat weten ze drommels goed. Zjj laten
vaak merken, dat zij het goed weten, wat
zeer natuurlijk is, maar niet altijd verstandig.
Er ia mij in allen ernst verzekerd, dat
de mevrouwen niet voor haar eigen gemak
overleg moeten plegen in zake de rege
ling van de hnishending, maar alleenlijk
voor dat harer dienstboden. Wanneer een
socialistisch spreker aankondigt, dat hjj een
rede zul houden op het nar, waarop de
meeste families dineeren, moet in de meeste
gezinnen het etensuur verzet worden of...
geheel uitgeschakeld, als de dienstboden lust
hebben, den spreker te gaan hooren. En
mevrouw wordt zonder gewetensbezwaar een
geheelen dag alleen gelaten, wanneer er
in het parlement een debat te verwachten
is, dat den meisjes bijzonder interesseert.
Ofschoon velen vrouwen van.iets minder
ontwikkeling door het in werking treden van
het vrouwenkiesrecht het hoofd wat op hol
gebracht is, voeren de meeste mannen en
vrouwen den parlementairen en socialen
strijd zeer ernstig."
iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiini
UED DB NATUUR
CDXCI. Lijmen.
Er zy'n van die dingen in .de natuur, die
je heel nuchter kunt verklaren, maar die je
evengoed tot de wonderlijkst e en soms meest
tegenstrijdige natuur verschijnselen kunt bren
gen. Zoo met die lijmstok j es. De menechen, de
slimme menschen, die niet vlug genoeg zijn,
om een vogel met de hand te vangen, had
den al heel vroeg gemerkt, dat er buiten
gewoon kleverige en vasthoudende
plantenstofien bestaan, waaraan een niet al te krach
tig schepseltje blijft hangen, als het maar
even de kleefstof heeft aangeraakt.
En zy hebben van oudsher van die kennis
gebruik gemaakt, om vogels te verschalken.
Rondom een voederplaats worden in de
struiken stokjes vastgezet, gedrenkt in
vogellijm van de mistletoe afkomstig, of meteen
andere taaie, niet spoedig opdrogende
gomstof besmeerd, 't Is voldoende, dat een mees,
een vink of een andere vogel van die grootte
en zelfs een merel of zanglijster met den
vleugel een lijmstok j e aanraakt, om hem in
de macht te doen vallen van den vogelaar.
Immers, ia het een zwak vogeltje, dan
bly'ft het met den vleugel kleven aan het
stokje; is het een sterkere, een wielewaal
of merel, dan rukt hy meestal wel het stokje
los, maar dit bljjft toch aan den vleugel
vastgekleefd en het dier kan niet meer
vliegen, het valt op den grond en spartelt
allertrenrigst om weg te komen, maar het
valt ten slotte hijgend neer.
Onlangs ben ik, door leergierigheid en ook
wel door een beetje nieuwsgierigheid
gedr e vet, tegen belooning, met een paar
vogelaars mee uit lymen geweest; ook de
wetenschap dat hun ruk spoedig uit zon zijn,
deed my verlangen, er eens iets van gewaar
te worden.
Behalve allerlei lekker voer, meelwormen,
lijstervoer en gekneusd hennepzaad vooral,
droeg een van de slampampers nog een
levende uil in zijn zakdoek; het was een
steenuiltje, een diertje niet veel grooter dan
een mans vuist. Dat uiltje werd op een
afgebroken tak van. een spar gezet, waarom
heen ook het fijne kettinkje van het broekje
geslagen werd, dat den vogel wel het ver
plaatsen en klapwieken toestond, maar hem
belette op te vliegen.
't Is ongelooflijk, hoe dom allerlei vogeltjes
worden, als zjj by dag een levenden uil be
merken. De vink of mees, die hem het eerst
in het oog krijgt, valt haast van zy'n stokje;
maar begint, na bekomen te zy'n, een geweldig
kabaal te maken. Als een dolle vliegt hy
om den uil heen en piept en schreeuwt en
zingt of fluit zoo luid en druk, dat al spoedig
een roodborstje komt kijken, wat er te doen
is. Ook een paar pimpels zy'n er dadelijk by
die ontbreken nooit als ergens in de vogel
wijk ruzie is. Alle vogels die op het rumoer
afkomen, zetten dadelyk een keel op en
maken mee rumoer. Zoo la er In een kwartier
tijds een heele bende vogels op de been, die
Een ander getuigenis geeft mr. V.
PalenKordes in de Contemporary Review:
.Sinds den aanvang van het vorig jaar
dienden de vrouwen 29 wetsontwerpen in,
van welke het parlement de volgende W*IF""»:
Wetten om het kind te beschermen tegen
slechte behandeling.
Volkomen vrijmaking der vrouw van het
wettelijk voogdyschap van haar man.
De leeftijd om te mogen trouwen van 15
op 18 jaar gebracht.
De organisatie van kolonies voor jengdige
misdadigers.
Het recht voor de vrouw om de zittingen
van het departement van openbare genees
kunde bq te wonen.
Afschaffing van politie-toezlcht op
prostitnée's.
De voornaamste vrouwelijke afgevaardigde
is, volgens de algemeene opinie, de
sociaaldemocrate Mina Silanpee, redactrice van een
courant. Haar geschiedenis is heel interessant.
Na de lagere school bezocht t e hebben, werd
ze fabrieks-arbeidster en later dienstbode te
Helsingfors.Ieder verloren oogenblikjebenntte
ze om zich zelf te ontwikkelen en door hard
werken ia ze een der meest ontwikkelde
en populaire vrouwen in Finland geworden. Za
werd zonder buitengewone inspanning steeds
gekozen, lederen keer met een groot
sternmental. Mina Silanpee is een schitterende
redenaarster en organisatrice; zy heeft een
groot aandeel gehad in het organise sren van
dienstboden. In combinatie met Cfa. Persinen
redigeert zy een courant, die geheel aan den
strjjd der vrouwen gewijd is".
Deze Behryver eindigt aldus:
Toen de vrouwen voor 't eerst zitting
namen in het parlement, ontmoetten ze aan
alle zyden twijfel en wantrouwen. Menige
man en menige vrouw voorspelde den on der
gang van Finland. Nu, na vyf jaren, moet
ieder overtuigd zy'n, dat de vrouwen in het
parlement zitting namen met den ernstigen
wensch, den toestand van het land te ver
beteren, en, wat van nog meer beteekenis
is, dat zy tevens wisten, hoe te handelen,
en dat zy betrekkelijk een schitterend resul
taat bereikt hebben."
Tutti Mti.
Dr. Thekla Hnltin, een der meest bekende
figuren in de Internationale vrouwenbeweging,
ia het slachtoffer geworden van de reactionaire
EuasiBch-geninde elementen, die in het Par
lement van Finland zitting hebben.
Het Russische keizerrijk is bezig eenige
kerspela in Finland te annexeeren en, daar
Thekla Hultin lid is van het Parlement en
zitting heeft voor het district, waar deze
wederrechtelijke daad geschiedt, heeft zy in
de Manchester Guardian" daarover een
artikel geschreven, in de hoop dat dit protest
da aandacht van Europa zal vestigen op
het feit.
Het resultaat ia voor het oogenblik dit,
dat dr. Hnltin, die reeis elf jaar archivaris
is van het Centraal Bureau voor Statistiek
en in die hoedanigheid het hoofd dier in
richting meermalen ver rangen heeft, is voor
bijgegaan, toen zy aan de beurt was om
promotie te maken. Alsof dit nog niet vol
doende was, heeft de Begeering, om haar
voor bovengenoemd artikel te straffen, thans
voorgesteld haar 6 maanden in haar betrek
king te schorsen.
De gouverneur-generaal heeft het voorstel
nog niet bekrachtigd, doch het is weer het
oude, beproefde middel van het
gonverneden uil de oorea doof piepen, en hem op
allerlei manieren trachten te plagen; zonder
dat ze evenwel binnen zy'n bereik komt n.
De uil, die bij dag niets liever begeert dan
stilte en slaap, wordt door dat rumoer onrus
tig; en van tijd tot tijd strekt hij eenkUuw
uit naar de brutaal opdringende vogeltjes, of
hij gaapt zenuwachtig en klept met den snavel.
Dat maakt de kleine pietjes letterlijk dol.
Wat zy' weten van den uil, is waarschijnlijk
niet veel goeds; maar veel kwaads kan het toch
ook niet zijn, daar de uilen 's nachts in stilte
rooven. De meening, dat zy' by den dag den
nestroover herkennen en achtervolgen, gaat
niet op. Immers zij zien bij dag wel eksters
en Vlaamsche gaaien eieren en levende jongen
weghalen; en toch vliegen de vogels nooit
een van deze nestroovers n», of plagen zij
hem als hij in een kooi wordt gezet.
Ook een papegaai, die uit een kooi is ont
vlucht, wordt nagezet door de kleine zang
vogels. Vermoeden zij een roofdier in hem?
Ik geloof het niet. In elk geval, elke vreemde
vogel, elke vreemde eend in de bijt wordt
aangevallen, althans lastig gevallen; dat
zien wij ook als een ontsnapt kanarievogeltje
onder de musschen geraakt. Mogelijk blijft
de nachtnil voor de dagvogels altijd een
zeer vreemd gevormde vogel en is het
alleen het ongewone, dat hen
emotioneert en iriteert en zoo angstig maakt, dat
«Üvan vrees, als er veel by elkaar zy'n,
moedig, ja heldhaftig worden.
Deze eigenaardigheid wordt hun vaak
noodlottig, dat ia buiten kijf; de vogelaar,
die rondom den uil, in de struiken en
boomen zijn lijmstokken heeft gezet, maakt
er heel wat buit. Hy ontdoet de arme angstige
dieren voorzichtig van de stokjes, waarbij
alty'd nog wel een veertje wordt gelaten, en
stopt de diertjes eerst even in een dunne
katoenen kous, zoodat ze niet spartelen
kunnen, maar toch nog wel iets zien, denk ik.
Als ze uit de kous in de kooi komen, zy'n
ze al veel kalmer. Enkele vogela besterven
het echter van angst; de meest beweeglijke,
zooals pimpels, houden zich nog het best;
een nachtegaal overleeft het geval bijna
altijd, roodborstjes ook, evenals vinken en
groenvinken; maar een grasmnsch of een
braamt luiper is een onzekere vangst.
Dit lijmen van vogels schijnt ons zoo iets
gerafnneerds toe, zoo echt valsch-menschelijk,
zoo hinderlaag- en krygslist-achtig, dat wij
raar staan te kijken, wanneer wij in de
natuur en nog wel in de plantenwereld,
door een mooie bloemplant, als de zonne
dauw, de lijmstok-methode zien toepassen.
Inderdaad, hier is ook een lekkernij in
werkelijkheid of schijnbaar aanwezig. De
roode knopjes tooveren den insecten ook
by volkomen droog weer honig of dauw of
althans vocht voor oogen. Maar nauwelijks
heeft het diertje, belust op honing of water
de valsche droppels aangeraakt of het is
gelijmd. De vlieg of het vlindertje kan
lange taaie draden uit de verraderlijke
honirgdroppels trekken, los komt het diertje
maar zelden weer. Het is evengoed gevangen
ment, om de Finiche onderdanen nogjmeer
te knechten.
Dr. Hnltin heeft thans het bevel ontvangen
een rapport in te dienen, om de zaak toe te
lichten.
Daar zij in dat rapport op duidelijke wijze
uiteengezet beeft, wat de constitutionele
rechten van een burger en bewindsman in
Finland zijn, wacht men met spanning, of
nu voor deze bewindsvrouw een andere maat
staf van recht zal gebruikt worden.
N. MJLHBBBLDT?DÏ Wrrr HCBBKTS.
miiiimiiiiiumiMMmiiiMiimilMumiliii
tteidenplaag.
Een oud Hollandsch spreekwoord zegt:
Hebt gij n meid, dan wordt uw werk
gedaan, hebt gij er twee, dan wordt het half
gedaan, hebt gij er drie, dan wordt het in
't geheel niet gedaan. Dat spreuk j e is zeker
uitgevonden door een huismoeder, die veel
geleden had onder de dienstbodenplaag...
en zoo zijn er niet weinigen. Edoch de meest
geplaagde huisvrouw van de wereld ia dan
wellicht de Keizerin van Rusland, die niet
minder dan dertig duizend dienstboden onder
haar bevelen heeft. Om het lijden der keizer
lijke huismoeder te verzachten heeft men
dit geweldige dienstboden-leger op militaire
leest geschoeid. Er zijn allerlei officieren in
dit leger, die over verschillende groepen
bevel voeren. Het is natuurlijk een prikkel
voor de eerzucht, om deze hooge rangen
te bereiken, en wie goed oppast, kan het
tot een fraaie positie brengen. Maar de luie
en brutale dienstboden blijven achter en
worden een afschrikwekkend voorbeeld voor
hare collega's. En zoo komt het dan ook,
dat, ondanks de tienduizend maal drie dienst
boden, in de keizerlijke paleizen van Hare
Majesteit de Czaritsa het werk wel gedaan
wordt.
* *
Tweelingen.
Men vertelt vele wonderlijke gevallen
van sympathie tusschen tweelingen; maar 't
volgende is wel een der wonderlijkste, die ik
ooit hoorde. Te Lyon wonen de tweeling
zusters Grandjean, die innig aan elkaar ver
knocht zijn. Ze zijn thans drie en twintig
jaar, en leden in den laatsten tijd nogal aan
kiespijn. Ze hadden die kiespijn uit louter
sympathie steeda gelijktijdig, en 't maakte op
de gasten, die in 't huis harer oudera kwa
men, ondanka het tragische van 't geval een
komischen indruk, wanneer ze de beide
meiekens dicht naast elkander in een hoek
van de kamer zagen zitten, ieder met een
reuaachtigen kiespyndoek om. Wonderlijker
echter was nog de ontknooping van 't geval.
Ze stapten, de kwelling moede, eindelijk
samen naar den tandarts, en haar werd daar
op den zelfden morgen... precies deselfde
kies getrokken. Toeval wellicht, maar toch
zeer merkwaardig.
***
Sport.
In Engeland wordt door de hooge aristo
cratie de spoit soms wel heel ver gedreven.
Onder de hertoginnen en graven is het thans
de mode om tot uitspanning zich te ver
mommen als reizende kooplui, en van huis
tot huis in de dorpen hun waren aan te
bieden. Lady Arthnr Grosvenor en de hertog
van New-Castle vermomden xich onlangs als
zigeuners, en maakten in deze vermomming
een bedelreieje, em mandjes te verkoopen.
Za vertelden later aan hun vrienden, dat
het buitengewoon amusant was geweest.
* *
(Femina.)
De mode van 1812 tot 1912, in silhouetten.
iiiimiiiiiiiimjiiiimniiiiimiiiiimiiiiii iimiiiimiiiiiimniiimmMiiii
Twaalf ambachten...
Te Toggenbnrg in Zwitserland is de dorps
schoolmeester tevens brandmeester, organist,
smid, lantaarnopsteker, horlogemaker en
landbouwer. In zijn snippernurtjes vindt hu
zonder twijfel ook nog weieens gelegenheid,
om aan de dorpsjeugd het A. B. C. en de
tafel van twee te leeren.
* *
Een huis gezocht.
In een dagblad in de stad Halle kwam
onlangs de volgende advertentie voor: Wordt
gezocht een huis in de nabijheid van Halle.
Grootte, ligging inrichting en huurprijs zul
len geen grond van overweging uitmaken,
mits de ingang breed genoeg zij voor den
nieuwen hoed van m'n vrouw. De deur van
mijn tegenwoordige woning kan zij niet
passeeren, zonder haar hoed af te zetten, wat
ik als een zware ramp beschouw."
??"
Zwegen.
In de onmiddellijke nabijheid van de mon
daine badblaats Biarrltz,waar alles zwierigheid
is en f utiliteit, en waar de roode mondjes
op de boulevards en promenades klapperen
als molenraderen, bevindt zich een van de
merkwaardigste religieuze instellingen, die de
wereld kent, r>.I. het klooster der Stille
Zusters." Al de vrouwen-kloosterlingen die
dit consent bewonen, hebben een gelofte
gedaan, nimmermeer te zullen spreken, en
zoodra ze den drempel overschreden hebben
zijn voor altijd stom. Dit lijkt me werkelijk
de vreeselijkste penitentie, welke ik mij voor
kan stellen: ik praat dolgraag... en gjj m'n
waarde lezeres ?...
* *
Tricycle.
In sommige streken van Dultschland en
in Engeland begint de driewielige flets die
gernimen tijd nagenoeg geheel van de baan
wap, en door den tweewieler verdrongen werd,
weder in eere te worden hersteld.
Voor het snelverkeer heeft de driewieler
ontegenzeggelijk weinig nut, en staat in alle
opzichten bij den tweewieler achter. Voor
een gezellig, gemoedelijk, kalm wandelritje
echter op een rechten weg is het een ideaal
voertuigje. Op de Engelsche renbanen schrijft
men thans ook weder hardryderyen voor
driewielers uit.
ALLEQEA.
De pek-anjer.
door de gomknopjes van de plant, als de vink
door de lijmstok van den vogelaar; en het
insect is er nog minder goed aan toe, het wordt
niet weer bevrijd van den taaien last; het
zonnedanwblaadje beweegt zicb, het kromt
zich om den ongelnkkigen vlinder of libel
heer, en sluit het diertje ie.
N n gaan de schitterende knopjes nog meer
vocht en ook eenandere vloeistof afscheiden,
op de manier van een dierlijke maag; het ge
vangen dier wordt gedood en feitelijk verteerd.
Zulke vleeschetende kleefplanten heeft
iedereen wel eens gezien, ze zijn niet zeldzaam
op de heide en in de veeneo. Minder bekend
is een plant, die een heel enkelen keer by
ons ia gevonden, maar thuis behoort op de
kalk- of gipsheuvela van Midden-Europa.
't Is de plant die de Dnitschers met den naam
van Pech-Nelke, Pek-aojcr bestempelen. Dat
is nu eens een naam die wat zegt, want deze
anjer of eigenlijk is het een soort koe
koeksbloem scheidt inderdaad een kleverig
vocht af, dat taai en donkergekleurd if>, als
koolteer-pek.
Op het ruwe schetsje hierbij, dat ik in den
voorzomer gemaakt heb, op een plaats in
den Eife), waar ze bij tientallen groeiden en
volop bloeider, ziet ge onder de bloem een
donkere plek aan den stengel; dat is de
lijmring. De lijm of gom die daar door de
plant wordt afgescheiden, is bij zonnig weer
zoo taai en werkzaam, dat ge door den
vinger tegen den stengel te honden en
daarna den vinger naar onder terug te trek
ker, de geheele plant kunt ombuigen.
Bekijkt ge de lijm met een loupe, dan ziet
ge dat de geheele met lijm bezette ring, be
halve met een enkele mier, vol zit met
heel kleine vliegjep, mug j es, met bladluizen
met thripa; deze laatste insecten zy'n zeer
schadelijk voor het leven van de plant,
vooral van 4e bloemen. De plant heeft er dus
voordeel van, als de kleine thrips wordt
tegengehondep. tuü"i
Deze pek-anjer is nota bene een plant,
die, wat zijn voortbestaan betreft, geheel af
hankelijk ia van levende insecten; de
bestnivingE-mekaniek is er op ingericht.
Het leven van elke bloem van deze plant
heeft drie perioden; bij het openen zjjn vijf
van de tien meeldraden rijp, z\j steken bun
helmknopjes ver uit de bloembuis; de in
secten die den honing willen bereiken, moeten
hun slurf tusschen een koker van vijf schubjea
op de bloemkroon doorsteken; daarbij zullen
zij noodzakelijk, met kop of rug, de
nieeldraden aanraken. Den volgenden dag zijn de
volgende rijf meeldraden aan de bemrt; de
eerste vijf zijn leeg, en de draden krommen
zich naar buiten uit de bloem; zij hebben '
afgedaan en kunnen vergaan.
Den derden dag komen weer vijf draden
te voorschijn; nu echter dragen de toppen
geen helmknopjes, maar stempels; deze zachte
vochtige einden van de stijlen zijn geschikt
om stuifmeelkorrels vast te houden en den
bevrnchtenden inhoud daarvan door den stijl
naar de eitjes te laten gaan. Dat is het derde,
het vrouwelijk stadium van de bloem.
Het stuifmeel, dat de stempels bereikt, kan
dus niet uit de eigen bloem afkomstig zijn,
er heeft noodwendig kruisbestuiving plaats;
maar die kan alleen door insecten geschieden,
want de wind heeft geen vat op het vochtige
meestal eenigszins kleverig stuifmeel.
De plant die de kleine insecten lijmt en
doodt, lokt de grootere met kleur en geur
en honing, om zijn voortplanting te bevor
deren. De verklaring? Die kleinere diertjes
konden niets bijbrengen voor de heatniving;
ze zouden door het beknagen van de helm
knoppen en de vrnchtbeginaela schade kunnen
doen, en in elk geval den'honing verbruiken,
zonder er ieta nuttigs voor in ruil te geven.
Het zniverate egoïsme dus; wat van een
redeloos wezen dan ook niet anders te ver
wachten is.
Ge kunt de zaak echter ook wel van een
minder poëtisch en kant bekijken. De heele,
zoo mooie kruisbestnivings-inrichting is met
eenig vernuft wel uit te leggen, als een nut
teloos en daardoor doelloos en toevallig ver
siersel.
En die ly'mstokjes? Och er zijn zoovele
planten die gom, lijm of hars afscheiden,
allemaal kleverig goedje. En heet het geheel
geslacht der Silenen niet van onda Lijmkruid?
Als nu een soort Silene eens wat meer gom
afscheidt en dat doet, meer speciaal vlak
onder den bloeitros, dan is dat toch niet
zooveel bizonders, waar je allerlei
wonderlykheden en doelmatigheden by vertellen moet.
Merkwaardig kan men het ook noemen,
dat onder de insecten, welke deze lymplant
bestuiven, er n voorkomt, die zich niet
op de bloemen zet, maar in zwevende vlucht,
stilstaand met trillende vleugels, op de wijze
van de onrusten of pjjlstaartvlinders, honing
puurt en zoo de bloemen bestuift. Dat is de
wolvlieg, een merkwaardig diertje met een
langen stijf rechtuit staanden znigsnnit.
Raakte de vlieg maar even den stengel aan,
dan was hij verloren, want de lijm kreeg
hy nooit van zijn snuit of zijn pooten af,
al zon hy zijn lichaam weten los te rukken.
Maar als het ne, de lijm, volgens de
zienswys van velen, geheel doelloos is, kan het
andere, het vermijden ervan door de
bestnivers n.l. niets dan toeval zijn. Of men moet
weer iets anders onaannemelyks aannemen;
en wel dat alle andere legitieme bestnivers, in
den loop der ontwikkeling gelijmd en uitge
storven zijn. Dat de hommels, bijen en vliegen
voorzichtig, bewust van het gevaar, de ge
vaarlijke lijmring vermijden, dat ia voor ieder
waarnemer ongelooflijk.
E. HBIMANB.