Historisch Archief 1877-1940
No. 1836
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
TASCKEDB AVQDME,
de nieuwe president van de Neger
republiek Haiti.
ItuiiiiimuiiiiitHiiiiiiiiiiiMiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiii
houdingen te kunnen rechtvaardigen. Ze z|n,
«Is de Teekenlngen, celfa voor den Tegen
stander van Vincent onmiddellijk de moeite
waftrd. Ze kannen lederen niet moedwillig
blinde (er zfln «alken) doen inden, dat de
Mensen Vincent, geteisterd en hoop-vol,
rallend en rasend, vut-besloten en weinig
aarielend, een der rijke Katuren van zijn
periode geweest is. Ze kannen a, als
mg, opnieuw leeren dat we in deze
verschilling bezaten en bezitten niet den
Koninklijken Kunstenaar, maar een van die
btkrtstochtvolle Tasters, wien veel, wat ons
deert en bezeert, gemeensaam was. En als
ge, als ik, dit vondt en hervondt en weer
inzaagt, dan krijgt iedere tentoonstelling haar
belangrijkheid, want elk werk is niet een flauw
voornemen bij hem, maar telkens een felle,
dikwijls niet volledlg-uitgevoerde daad. Te
midden van deze pogingen zijn de Teekeningen
Tin de volledigste, der rustigste, en der meest
bezonnen dingen. Een tentoonstelling van
teekeningen is dan ook een te verwerkelijken
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII
EUNSCriAPPEÜJKE
LXV.
Een zesie ztolnii voor zeelui.
11 Naar aanleiding der Titanic-ramp is een
stortvloed van nieuwe reddingsmethoden over
onze hoofden uitgestort vanaf nesten" van
reddingbooten, die als toovereieren in elkaar
passen, tot drijvende dekken, die op 't be
slissende oogenblik vermoedelijk niet loslaten
sullen. Maar men zag tegelijkertijd in dat
voorkomen beter is dan genezen, en dat men
meer had aan toestellen die aanvaringen
voorkomen, dan aan reddingmidde'ennazoo'n
aanvaring. Naast de voorzorgsmaatregelen
die in de officieele rapporten genoemd zyn,
sijn er ook vele 'niet-officieele aangegeven
door belangstellende stuurlui aan wal. We
hebben gehoord van geweldige zoeklichten
die voorop den boeg geplaatst, ver vooruit
voorwerpen konden zichtbaar maken voor
den uitkijk, zonder dat men hierbij erg veel
lette op de twee groote bezwaren, n.l, het
verblinden van den uitkijk van een
tegemoetvarend schip, en, wat nog belangrijker is,
het onbruikbare van een zoeklicht bij mist,
cooals gewoonlijk een ijsberg omgeeft. In dit
geval dient het licht alleen om den nevel
zichtbaar te maken waarin men reeds vaart,
en daardoor alle voorwerpen die in den nevel
zyn heelemaal onzichtbaar te maken, zoodat
zelfs bij betrekkelijk lichte mist het toestel
nog eerder schadelijk dan alleen onbruikbaar
is. Het geven van verrekijkers aan den uitkijk
is ook geen praetisch middel onder alle om
standigheden, omdat het gezichtsveld van een
kijker zeer klein is vergeleken met dat van
het ongewapend oog, zoodat een voorwerp,
bij het komen binnen den afstand voor zicht
baar worden, volstrekt nog niet in het ge
zichtsveld van den kijker valt, terwijl boven
dien de lichtsterkte van het voorwerp zwakker
wordt, waardoor iets dat nog wel voldoende
licht is om door het ongewapend oog waarge
nomen te worden, te lichtzwak is om in een j
kijker gezien te worden.
Men heeft voorgesteld telkens aan boord
van het schip een geweldig sterk geluid te
veroorzaken, een oorverdoovende gil, en dan
te luisteren naar eventueele echo's daarvan.
Het is werkelijk waar dat een drijvend voor
werp, genoeg boven water uitstekend, het
geluid terug zal kaatsen zoodat men aan
boord een echo hooren kan, waarbij het
tijdsverschil tnsschen oorspronkelijk geluid
en de echo 'ervan, het middel is om de af
stand van het echo-gevend voorwerp te meten.
Immers het geluid vliegt voort met een snel
heid van 330 Meter per seconde. Hoort men
men de echo na 6 seconden, dan is in dien
tijd het geluid heen en terug geloopen,
dus de voorwerp-afstand is 3 X 330 Meter
ongeveer een Kilometer. Maar in theorie
is dit plan beter dan in de praktijk, daar
het oorverdoovende geluid dat de echo moet
opwekken allerhinderlOkst is voor slapende
passagiers, terwijl, en dat is het grootste
bezwaar, de verdooving der ooren" zoo groot
noodzakelijkheid. En deze tentoonstelling
worde met beetren opzet uitgevoerd dan tot
nu toe geschiedde. Het beste, het meest straffe,
het meest dramatische, worde gekozen en voor
oogen gesteld. Wat het meest in dezen harts
tochtvolle tot kunst wierd, worde uitgezocht.
Er wordt, tot nu toe, te veel op verkeerde wijze
gehandeld. Vincent is een der schilders, die
het meest last ondervinden van hun aanbid
ders. De haters van dit werken, zij leven
rustig. De aanbidders roeren zich. Maar ze
zoeken, als bij veel modernen, van den aan
gebedene niet het waardevolle, maar het
tastende alleen. Het is het eigenaardige van
den tyd die achter ons gaat liggen, het
onvolledige in de werken het liefst te laten
zien, en dit als bewijs van grootheid te laten
gelden. Het is te begrijpen en te verklaren
uit een cultuur, die onvast wierd of nog niet
bestaat, maar het dost schae. En ook deze
tentoonstelling büArte en de Bois doet naar
de nieuwe tentoonstelling verlangen, die defi
nitief voor een tijdperk moge zijn. Teekenin
gen als de Tuin met Distels (No. 2), Grasveld
met Struik (No. 3), Gezicht op Mont Majoor
(No. 7), Landschap met telegraafpalen (No. 17);
La chairette bleue (No. 21) en de Cyprea
met het Korenveld" (No. 31), zonden daar ver
zameld kunnen worden onder anderen; van de
overigen konden er een aantal worden gemist.
En wie der uitgevers cal dan den durf be
zitten om zoo'n serie werken zuiver gerepro
duceerd, nit te geven, met scherp scheidenden
text en niet oordeelloozen eerbied in n te
saam gekomen?
2. Jan Manke». Mankes is een schilder
wien iedre zwaarte gehaat is. Hij is niet
een der onstnimigen, maar een der stillen.
Hij wil de bleemen en de stillevens die hij
in zorg-volle eenzaamheid schildert, liet
op zyn voorstellingen als louter dampend
licht geven, er is nog een ander verlangen
in hem; allerzacbtst posphoresceeren, maar
bleek, de dingen die hij zich kiest om zy'n
wesen en om zijn verlangen uit te drukken.
Hij ziet zijn dieren, zijn bloemen, roerloos
haast, en waar-om verwonderd? Voor een
achtergrond van vloeiend zich vereenen,
staan en zijgen de kleuren die het
hoofdvoorwerp in eenzaamheid en in het zachte
phosphoresceeren trachten te bepalen. Hij tracht
te bepalen. Zijn kracht, die het vlottende
zoekt, is niet altijd en zelden, groot genoeg
en gansch en geheel te doen leven, wat hij
wenecht dat leven mocht. Sommige vervloei
ingen zijn vervloeiingen voor dat hj] den vorm,
dien hij moest kennen, weer in droomery'en
won vergeten. Dat is wat soms bij het be-zien
dezer stilte doet aarzelen en doet
vragenwaar-heen?
Sommige menschen, als hij, doen een
plotseling gillen verwachten....
S. Breitner. De kritikus van de
negentiende-eenwsche schilderkunst is nog niet
aan het einde van zijn dagtaak. Hem blijven
nog veel werkingen en wisselwerkingen te
bepalen. En dit is moeilijk. Het locale Ijjkt
meer en meer te worden overwonnen;
verlandschen invloed zal de kritikus hebben na
te gaan, en de bepalingen, en de perken waar-in
ieder zich bewoog, zijn nog niet vastgesteld
van vele schilders. Er cal een gemeenzaam
heid blijken te bestaan die door weinigen nog
gezien wordt, en er zullen afzonderlijkheden
rijzen die nu nog te sluimeren liggen. De
kriükus zal de kracht der persoonlijkheden
hebben te meten, en de stoutmoedigheid
soms onder zijn oogen tot een gewaande zien
worden. HU zal bespeuren, dat er in sommige
stillen dnrender macht zich borg, dan in
hen, die als uitventers van hun Wezen, op
de markt van den Boem nu staan. Hij cal
achter gesloten oogleden hebben te ky'ken, en
wel eens, verrukt, bespeuren, dat achter die
deuren dei oogen statige kamers van kennis
en mildheid liggen. De kritikus cal nog aan
vele brieven als aan vele monden en stem
men, te luisteren hebben, en wie twijfelt
onder ons die uitzien en bezien en inzien,
en hooren, er aan, dat strenge modulaties
rustige liefdevolheden in zich blijken zullen
te hebben. De kritikus moet meer nog dan
na worden tot een, gevoelens en vermogens
bindend en scheidend, psycholoog, en hy moet
op het tooneel der schilderkunst staren tot
iedre figuur hem klaar zal zijn in ieder ver
band. Maar dit is over den kritikns en
Biet over Breitner.
Het wezen van Breitner heeft een gekende
gemeenzaamheid met dat van Jacob Maris.
Hun klenr-samenstellingen naast elkaar ge
hangen, vertoonen geen onderbreking, maar
doorloopendheid. Het werk van Breitner
toont verband met Verster en met Suze
Kobertaon. Hier is reeds een der splitsingen
die nauwkeuriger te constateeren zullen zijn.
Het weik vam Breitner toont verband met
Bommig van de Zwart. Ik zag dit nu in
den Haag, bij Schmller. Dit is een nieuwe
waarheid die zich opdoet. En om dit alles
begon ik over den kritikns te schrijven, toen
ik Breitner boven dit deel mijner beschouwing
zette. Hier was een concreet voorbeeld van
wat in abstracto *»y' duidelijk was. Hier was
een rij te zien Jacob Maris?Breitner?Ver
ster?Suze Bobertson?de Zwart, die voor
kritikns velerlei deflnieeren moet wekken.
En bier is eenvoudig voor ons, die
ty'dgenooten zijn, te begrijpen, dat de kritikus een
psycholoog moet wezen, willig voor observatie,
willig voor ar beid, willig voor't nagaan, maar
stoutmoedig daarna in synthesis of ragfijn
in deducties.
PLABSCHAEBT.
On»geheugenslreepje.
Eerst dun wordt uitgeleverd, wan
neer een zoodanig bewijs van* straf baar
heid is geleverd, dat er voldoende grond
is om, indien daar ter plaatse het
misdry f gepleegd ware men tot veroor
deeling zou overgaan." (Tel.)
Hij liet de huizen omsingelen met
het uitdrukkelijk verbod om niet
anders dan op zijn last te schieten."
(U. D.)
Zondag kocht ik voor mjjn
echtgenoote een flets, die er op naar huis
reed." (Ing. in de O. H. Ct.)
Nog meer scherpe tegenstellingen.
De gewonde ging de brug over, waar
hij ontwapend werd, evenals twee man
nen." (O. D.)
Dan zal het materieel zijn vermeer
derd door de aanvulling van
torpedaen onderzeebooten, zoo mede door de
aanschaffing van nog 2 onderzeebooten
en nog een 4-tal torpedobooten." (U. D.)
*
HERHAALDE WAAKBCHUWINQEN.
Tegen roekelooze beeldspraak.
Langzaam gaat het Westen, op de
basis voort werkende van het sedert
gemimen tijd bereikte, hooge standpunt
voort." (N. R. Ct.)
Het handelen van niet-vaklieden moet
miiiiimHlMiiiiiliMitmiiliMniiMiiMiiilillliiiiliiiilMimiMiiiiiiMinnitiuiniimniiitimniiHtMmtmiintmmimm
Fig. 1. VERTICALE DOORSNEDE DOOH EST
TBILLINGVERZENDEND TOESTEL.
Verklaring: zie bijgaand artikel.
Fig. 8. ONTVANOTOESÏEL dat de opgevangen onhoorbare echo-trillingen
verandert in hoorbare geluiden. De bewegingen van het gespannen vlies
sluiten telkens een electrisehe etroom, die een bel in beweging brengt.
is, dat men na een paar seconden nog niet
genoeg bekomen is om zwakke echo's te
hooren. Het echo-idee op zichzelf is echter
zeer bruikbaar en zoo is Sir Hlram Maxim
na korte overwegingen op een zeer
practische toepassing gekomen, waarbij hu gebruik
maakt van voor ona onhoorbare Inclltgol ren.
Geluid bestaat uit trillingen van de lucht;
de hoogte van het geluid hangt af van het
aantal trillingen dat de lucht per seconde
maakt, terwijl ten slot te de sterkte van het
geluid afhangt van de groote der trillingen,
zódat kleine trillingen een zacht geluid
veroorzaken en grootere trillingen een ster
ker geluid.
Nu is ons gehoororgaan alleen gevoelig
voor bepaalde luchttrillingen n.l. voor tril
lingen waarvan het aantal per seconde ligt
tasschen ±16 en ± 16000, (dat zijn zeer
globale getallen I) Diepe orgeltoonen liggen
in de buurt van 16; krekelgel uiden liggen
in de buurt van 16000. De lacht kan echter
ook heel goed minder dan 16 of meer dan
16000 trillingen maken maar dan prikkelen
deze trillingen ons oor niet en wij hooren
niets. Sir Maxim wil met trillingen der lucht
werken, beneden deze hoorbaarheidsgrenp.
Deze trillingen zullen in niets (behalve dan
in hun trillingsgetal) verschillen van hoor
bare trillingen en evenals deze zullen zij de
eigenschap hebben door een wand terugge
kaatst te worden en een echo te vormen,
maar nu een onhoorbare echo. De
voortplantingssnelheid van alle geluiden in de
lucht is even groot, dus de snelheid der
onhoorbare trillingen is ook 330 M. per
seconde. Er zyn ongetwijfeld dieren, die van
deze onhoorbare trillingen gebruik maken,
b.v. vleermuizen. In het halfdonker of
heeldonker vliegend voelen zy de nabijheid van
vliegende insecten doordat zeer zenuw-rijke
uitgroeisels van de vleermuis-kop getroffen
worden door de luchttrillingen die
deinsectenvlengels veroorzaken. En ook van een
echo van onhoorbare trillingen maken de
vleermuizen stellig gebruik. Het is een be
kend feit dat vleermuizen, in een kamer
vliegend waarin draden gespannen zijn, nooit
deze draden aanraken. De verklaring hier
voor is vermoedelijk de volgende: de vleugel
slag der vleermuis zelf ^veroorzaakt
lachttrillingen, die teruggekaatst worden tegen
de draden en andere voorwerpen, om na
de terugkaatsing weer de gevoelige deelen
van het vleermitislichaam te bereiken. Uit
deze echo, die hu voelt, kan de vleermuis de
ligging der draden afleiden; laat de snelheid
waarmede de vleermuis op deze onhoorbare
echo's reageert geen bezwaar zijn, want hoe
gauw trekken wij een gebrande vinger terug
van de kachel l In elk geval, een feit is het
dat onhoorbare trillingen ook teruggekaatst
worden.
Sir Maxim wil elk schip voorzien van een
zesde zintuig voor onhoorbareecho's; daarvoor
z|jn drie dingen noodig n.l. het toestel dat de
onhoorbare luchtgolven veroorzaakt, een toe
stel dat de onhoorbare echo hier van voor ons
waarneembaar maakt, en een toestel dat de
kracht der echo-golven aangeeft. Het
toestel dat de luchtgolren veroorzaakt is
afgebeeld in fig. l, terwijl het toestel met
hoorn in doorsnee geteekend is in fig. 2.
Het is eigenlijk een gewone sirene, d.i. een
toestel waarin de lucht regelmatig stooten
krijgt, door een stoomatraal uit e die een
schijf b met gaten na eens wel, dan weer
niet passeeren kan, daar een draaiende schijf a
met evenveel gaten de stilstaande gaten nu
eens openlaat dan weer sluit. De stoom, onder
hooge druk staande kan, als door middel
van de hefboom d de klep c geopend is,
den weg volgen, die de pijltjes in fig. l aan
geven; de lucht die in de hoorn zit, waar
van het eerste gedeelte alleen geteekend is
büf, krijgt, wanneer de schijf ronddraait,
stooten die in aantal toenemen naarmate de
schijf sneller draait. Sir Maxim wil de
draaiingssnelheid zoo kiezen dat de lucht per
seconde niet meer dan 14 of 15 stooten krijgt
zoodat er luchttrillingen ontstaan die voor
de menschelyke ooren onhoorbaar zijn. De
lange hoorn, die in fig. 2 in zyn geheel ge
teekend is, dient, even als de gewone roeper,
om alle trillingekracht in n richting te
concentreeren zoodat men, de hoorn naar
verschillende zijden draaiend, naar elke
gewenschte zijde de luchttrillingen kan uit
zenden.
Het ontvangtoestel dat de onhoorbare echo
voor onze zintuigen waarneembaar moet
maken is op verschillende wijze in te richten.
In fig. 3 ziet men een trommel in doorsnede,
die rechts door een gespannen vlies gesloten
is, dat als een trommelyel in trilling kan
komen. Treffen de echo-trillingen dit gespan
nen vlies dan brengen zy het in
heen-snweergaande beweging. Achter het vlies zit
een inrichting waardoor het bewegende vlies
bij ijr) trilling een electriscbe stroom sluit,
die een eleetrische bel aan den gang brengt.
Door middel van een hier niet nader aan
te duiden inrichting kan men zorgen dat
sterkere trillingen een andere bel doen geluid
geven dan zwakkere trillingen, zoodat men
aan het belgelnld de trillingsterkte kan onder
scheiden. Een tweede ontvangtoestel is af
gebeeld in fig. 4; ook hierbij is een vlies a
gespannen over een trommel; dit vlies draagt
een stift b, die bewegingen van het vlies
MARTIN CHLITEB, R. K. PBIESTEB, f
samensteller van de eerste kuiist"-taal,
het Volapück.
iiiHiiiiiiilitiiiiiiifimiiiiiiiiHiiiiiiiiiiMiiiiiliiiuiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiii
ongetwijfeld te eeniger tijd een kracht
na zich sleepen, waarvan deze menschen
dan de dupe sullen worden." (Bbl.)
«
Het juiste woord op de juiste plaats.
De ware heer se her kent de factoren,
welke onder hem arbeiden, de krachten,
welke deze vertegenwoordigen en de
mogelijkheden, welke hy er mede kan
bereiken." (N. R. Ct.)
Hierdoor ontstonden zware verschijn
selen van vegiftiging." (Pharm. Wbl.)
*
De minister van financiën brengt in
de Staatscourant onder de aandacht van
het publiek:
dat tot l Januari 1923 alsnog de ge
legenheid bestaat om mantbilletten in
te wisselen;
dat van l Januari 1923 af de alsdan
nog niet ingewisselde muntbilletten
waardeloos zullen zijn.
Het bovenstaande geldt alleen voor
meemaakt en aankomt tegen een smalle
papierstrook, die, evenals bij een
telegraphietoestel, regelmatig afloopt langs de stift.
Treffen de echo-trillingen het vlies, dan
wordt de stift door elke vlies-trilling dwars
langs de papierstrook bewogen, terwijl, als
er geen trillingen in de buurt zijn de stift
recht en onbewogen langs het papier een
streep zet. De papierstrook loopt juist 2.5 cM.
verder in den tyd dat het geluid een seemyl
(1.7 K.M.) aflegt.
Stel dat men met de sirene sterke trillingen
opwekt, dan gebeurt het volgende: eerst
schrijft het ontvangtoestel de trillingen zelf
op, die afgezonden worden van het schip,
en als de echo een tijd later terugkeert schrijft
het toestel ook deze trillingen op. Uit de
papierstrooklengte tasschen de twee
opgeteekende trillinggroepen kan de afstand van
het echogevend voorwerp dadelijk afgelezen
worden, terwijl de trillingsterkte op te maken
is uit de grootte der stiftbeweging, dwars op
het papier. Niet alleen vaste voorwerpen
geven dergelijke echo's maar ook ontstaat
een echo wanneer de lucht plotseling dichter
wordt, b.v. door afkoeling van een ijsberg.
Op deze wijze ontstaan zeer typische
echofiguren op de papierstrook. Natuurlijk zullen
de golven eok wel echo's teragkaatsen die
de stift opteekent, vandaar dat dfe lijn tasschen
de opgeteekende trillingen niet altijd recht
is maar ook wel zwak of sterker gegolfd.
In fig. 5 vindt men voorbeelden van deze
papierstrooken met opgeteekende trillingen.
B|j a is de linksche trilling door de sirene
veroorzaakt, terwijl rechts de echo-trilling
opgeteekend is; er is blijkbaar een groot
voorwerp op l zeemijl afstand; büb dito op
3 zeemijlen afstand, bij c dito op 6 zeemijlen.
Bij d is een voorwerp op tien zeemijl af
stand aanwezig, terwijl de zee glad is; bij e
is anderhalve zeemijl weg een ijsberg aan
wezig omgeven door een luchtverdichting;
in dit geval is het zwakker worden der echo
trillingen zeer kenmerkend. BÜ? is een klein
voorwerp gesignaleerd op 10 zeemijl afstand,
terwijl de golfslag sterk is; t>U g een grooter
voorwerp, 3 zeemijl weg; büh vier voorwer
pen op verschillende afstand (ieder een eigen
echo gevend, waarbij de echo van het verste
voorwerp natuurlijk den langsten tijd noodig
had om terug te keer en); bij i zien we de
echo's die ontstaan op een heeten
wolkeloozen dag doordat dan in den dampkring op
gaande heete (dus verdunde) lucht stroomen
zijn, en koude, dichtere, dalende stroomen,
die allen trillingen terngkaatsen. Bjj j staan
de echo's die veroorzaakt zijn door een lage,
oploopende kust op twee mijl afstand met een
bergachtig terrein op den achtergrond. Een
schip dat dwars ligt geeft de echo k, en met
de kop naar ons toe de echo l, terwijl m
ook weer verschillend groote voorwerpen
signaleert op ongelijke afstanden. Door tel
kens herhaalde waarnemingen met dezelfde
toestellen, kan men elke gewenschte zeker
heid krijgen.
P. VAN OLST.
l
kf
.
"<
9
~K~
-t.
t
*/
1
L )
Fig. 2. HET COMPLET»VIRIENDIKQSTOISTEL.
De hoorn kan naar elke gewenschte tijde gericht worden. Het toestel dat de trillingen
eigenlijk maakt tit links op het voetstuk, en dit deel is afgebeeld in fig. l.
Fig. 4. ONTVANGTOESTEL dat dt trillingen
opteekent op papier. Het trillende vlies a
6eweegt de schrijfstift b langs een papierstrook,
die gtlijkmatig afltopt van de trommel c.
Fig, 5. VOORBEELDEN VAN ONHOORBARE ECHO'S OPÖETEEKEND DOOR H»T TOKSTEL VA»Fia. 4.
Verklaring: tis bijgaand artikel. De verdeeling, die de rechtopstaande streef en
op de papiertlrooken aangeven, stellen telkens een tesmijl voor.