Historisch Archief 1877-1940
N°. 1905
Zondag 28 December
A°. 1913
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L. WIESSINO
Abonnement per 3 maanden ? 1.65
Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail , 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.125
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1 5 regels /
Advertentiën op de
finantieele
1.25, elke regel meer . .
en kunstpagina, per regel
. . ?0.25
. . ,0.30
040
INHOUD
Blz. l: 1913 en de Sociale Hervor
mingen. Kroniek: De nieuwe Effecten
beurs. Chicago II.?2: Feuilleton naar
E.N. Tsjirikoff. Karel van de Woestijne
over Felix Rutten. Hessel Jongsma:
Kinderboeken. 4: Vredesprijsvraag voor
Kinderen. Allegra. 5: E. Heimans:
Praehistorische teekeningen. 6: J. D.
? C. van Dokkum: Van den Os en het
Ezelken. T. B. Roorda over
OostAzische Kunst en Henri Borel. 7:
Honoréde la Baignoire over Hedda
Gabler bij Die Haghespelers. Dr. P.
van Olst over het nuttig effect van arbeid.
8: Portret notaris Wertheim.?Chari varius:
Nieuwjaarsklacht. Charivari. 9: Fin.
Kroniek door v. d. M. 10: Jubil
statistiek door v. d. S. A. P. Prins
over de assisten in Deli. //:
Schaakspel door R. J. Loman. Damspel door
J. de Haas. Teekening Joh.
Braakensiek 1913-1914.
Bijvoegsel van Johan Braakensiek:
De Verzoenings-Staatscommissie voor
Onderwijs.
N VERRE EN VAN NA
WAT WIJKT EN BLIJFT
Vór het jaar ten einde liep
hieldminister Treub zijn sociale rede, die, op
het oogenblik dat wij schrijven, nog
slechts uit onvolledige verslagen gekend
kan worden. Gelukkig schijnt hiermee,
'in vergelijking tenminste met Talma's
wet en plannen, een beweging te. worden
gemaakt, die iets of wat afleidt van het
bureaucratische. Zelfs geeft een eerste
indruk alle aanleiding tegelooven, dat in
de ziekenfondsen de arbeiders zelf een
overwegende rol zullen spelen, hetgeen
voor die volksklasse een opvoedend
element beteekenen kan.
intusschen zitten, onder de woorden
van Treub, de socialisten met gespannen
aandacht te luisteren, en de heer Troelstra
applaudisseert.
Het is voor hen, die sociale hervor
mingen wenschen, slechts in 't algemeen
gesproken natuurlijk: een goede dag
geweest. En de aanblik van een rooden
partijleider, die straks bij de
oorlogsbegrooting den voorzittershamer zal
voeren, en die nu genoegelijk in zijn
handen wrijft gevoegd bij al het nieuws,
dat men in de kranten vindt over socia
listische burgemeesters en socialistische
wethouders en socialistische
salarisverhoogingen (Zaandam!), doet de vage
idee geboren worden, dat het
'Lucullusbanket der socia'le hervormingen nabij
zal zijn, indien niet reeds het festijn der
sociale ommekeer zelf....
Zal dit niet misschien in later jaren
't belangrijkste genoemd worden van
het' een in 1913 het maatschappelijk leven
kenmerkte: deze toenadering der roode
elementen tot het staatsbestier? Want
wij zien het allerwegen : het is, na en
ondanks Zwolle, niet te ontkennen, dat
de wind blaast in de zeilen der socia
listische hervormingsgezinden en dat het
gesnor van de motoren der socialistische
revolutionairen niet meer zoo luide ge
hoord wordt. Het schijnt wel, nu men
van den wijn proeft der directe
machtsoefening in eenige steden en der bijna
directe machtsoefening in het parlement,
of in de aanstekelijke opwinding, die er
het gevolg van is, eenige tegenstellingen
reeds gemakkelijker opgelost werden.
Weldra zullen wij hier, om het toch
nog bitter weinige dat gebeurt, het
aanzicht der politiek zelve wel iets zien
veranderen
* *
#
En intusschen... rolt het leven zijn
weg. Het is in de straten, waar nu
de kerstboomen worden gedragen, de
familiefeesten tegemoet, en waar de
winkels over een weelde van uitgestalde
lekkernijen hun vroege lichten aan
steken, dezelfde beweging met dezelfde
verhoudingen van heer en knecht, en
heerenklassen en knechtenklassen, en
macht en dulden en onderworpen zijn.
Achter de café-ruiten op de groote
pleinen zitten de menschen naar het
natte buiten, te kijken, zooals zij het
tien jaren terug deden, en over tien jaren
zullen doet. Over 't trottoir schuifelt,
kijkend naar de aanmerende auto's, de
nooddruft in alle vormen: Op dat
armoekleed zal hier en daar een lap worden
gezet, en wij zullen ons gelukkig rekenen
dat tenminste te zien plaats hebben.
De armoe en de nood zal hier of daar
blijvend worden gelenigd. ?
Dat zal dan tenminste gebeuren dank
zij de Stem van 1913.
Dat moge gebeuren zonder voldaan
heid" te wekken, waar kleinere vol
doening hoogstens gevolg mag wezen....
Maar zie dien stoet: een veertig man
nen in lang wit kleed en met op de inge
vallen slapen potsierlijke hooge hoeden
waarop met groote roode letters een
zeepsoort staat aangeprezen: 't is een lange
stoet van menschelijke vernedering, als
zoodanig niet gevoeld: noch door de drin
kers achter de caféruiten, hun vrouwen
en hun vriendinnen, noch door den
chauffeur en zijn heer, noch door de
Overheid God betere het, wellicht
niet eens door al die mishandelden zelf. In
de week van Kerstmis zulk een voorstel
ling op het nafte asfalt in de Hoofdstad
des lands, die dozijnen kerken en vele
predikanten en hondderdduizenden belij
ders telt, in de Hoofdstad van het land,
dat op een toppunt staat van de be
schaving", waar de vrijzinnigen" en
vooruitstrevenden" (zoo noemen zij
zich) van oudsr het heft in handen
hadden, en wij denk'en terug aan dien
dergelijken stoet, op den Parijschen boule
vard gezien : een dozijn potsierlijken als
dezen, in gelid vór 't cafézich stellend,
met hun armoed-gezichten naar de be
zoekers: buigend, het hoofd ontblootend,
op welks kalen schedel een advertentie
stond: - wanneer wordt déze nog
volkomener negatie van menschelijke waar
digheid ook in ns stadsleven ingevoerd,
deze spotlach van den duivel der waar
heid met onze Kerstgezangen?
En de Kerstboomen hebben gebrand
en de heer Treub heeft zijn plannen ont
vouwd, en er was salarisverhooging in
Zaandam maar de scheur die in 't
weefsel van den tijd is," is morgen nog
niet gehecht!
Dat heeft trouwens 't applaus van den
heer Troelstra ook niet beteekend!
En dat moge niemands vreugde betee
kenen, als hij blijkbaar terecht meent,
dat er weer eens iets gebeuren gaat....
nu in 1914.
KRONIEK
VAN DE NIEUWE EFFECTENBEURS
De nieuwe Effectenbeurs werd met eenige
plechtigheid" geopend, naar de couranten
vermelden. Men kan gerust zeggen met veel
plechtigheid. Er werd toch bij deze gele
genheid gewaagd van den Tempel van
Mercurius," dewelke Mercurius een
EffectenMakelaar der Oudheid geweest schijnt te zijn.
Ook hield de heer W. G. Wendelaar,
voorzitter der Vereeniging voor den Effecten
handel, een plechtige historische rede, waarin
hij sprak van de geschiedboeken der
Amsterdamsche Beurs"; hoeveel roemrijke,
hoeveel grootsche daden vinden wij daar
aangeteekend!"riep hij geestdriftig uit en daar
hij die geschiedboeken" voormeld blijkbaar
gelezen had, mag men er niet aan twijfelen. Het
schijnt verder, dat in deze beurs de hartslag
van ons economisch volksleven" gevoeld
zal worden en dat er een praehistorisch
tijdvak was, dat het volksleven nog geen
hartslag had. Een barbaarschesteenperiode,
enfin, zonder effecten en zonder makelaars,
toen het nog reëele dingen waren, die men
verkocht en koffie koffie was en geen papier.
Sedert echter, in de 18e eeuw, steeg de
beteekenis der Amsterdamsche beurs steeds
hooger", en thans is het dan zoover, dat
alle draden van het economisch leven van
ons vaderland (daar) samenkomen," en dat
hare handelingen tot in de verste hoeken des
lands gevoeld (worden), hetzij zij gevoelens
van gedruktheid of van geestdrift verwekken."
De geachte spreker doelde hier ontwijfel
baar op hausse en baisse. Beide plegen nl.
gelijkelijk gedruktheid en geestdrift" te
verwekken. Het hangt enkel van de specu
latie af. Voor wie echter niet a la hausse
of baisse speculeert dat komt zelden meer
voor, vernam ik verwekt"' zulk een nieuwe
beurs en haar bevolking en haar
openingsplechtigheid en zelfs de feestrede van haar
voorzitter enkel gedruktheid", ja, zekeren
griezel, gelijk den mensch doorhui vert, die, een
grooten steen oplichtend, daaronder plots een
weerzinwekkend geknoei van oorwormen en
duizendpooten aanschouwt. Hij weet wel: wat
('s, moet zijn. Dat geldt ook van oorwormen
bedden en duizendpooten, en van effecten
beurzen en beurspeculanten, zooals het van
onze riolen geldt. Maar hij zou toch liever zien,
als de maatschappij deze zaken niet zoo
openlijk tentoonstelde, nog minder uitbundig
aanprees. Dat doet men met de rioleering
ook niet, behalve dan in vakbladen. Een
effectenbeurs is nu eenmaal minder een
tempel", dan wel een huis van on ... zui
verheid, waar niet de allerverhevenste im
pulsen der mensoiien die vaak niets dan
zulke impulsen zijn elkaar rendez-vous
geven. Roemrijke en grootsche daden," en
zoo meer, plegen in zulk een rendez-vous
werkelijk niet te geschieden, maar wachten
eerder een andere gelegenheid en een an
dere sfeer.
Indien wij, leeken, ons tenminste niet
hierin vergissen . . .
De heer W. Westerman, vertegenwoordiger
der Rotterdamsche vereeniging van effecten
handelaren en dus een autoriteit, sprak er
van, dat het publiek nog al eens meent,
dat de effectenbeurs uitsluitend bestaat om
gelegenheid te geven tot speculaties''. Niets
was echter minder waar dan dat, zeide hij,
en het is niet onmogelijk, dat hij 't meende.
Menschen zijn soms zoo.
En de feestredenaar zelf deed nadrukkelijk
de populaire meening te niet, als zou het
beursvolk grootendeels een grove, cynische
bende zijn, even belust op gokken", .als
op schuine moppen". Om van de biHer nog
te zwijgen. De Feestredenaar sprak H H. ban
kiers, 'makelaars en speculanten aldus toe:
Misschien hebt gij, M. H., Uwe oude
plaats van samenkomst verlatende, waar
gij zooveel strijd zaagt, waar gij
deelnaamt aan veel succes, maar wellicht,
vooral in den laatsten tijd, aan nog meer
teleurstellingen, een plaats die vreugde
maar ook smart in herinnering brengt,
misschien hebt gij het gevoel van wee
moed en pijn, nu wij die plaats vaarwel
zeggen, die plaats waar wij hebben ge
wenkt, maar ook geleden !
.Die weemued, die gehechtheid aan
oude zaken is eigen aan alle verfijnde
zielen, aan oude beschaving.
Men kan hierna alleen opmerken, dat zoo
de H.H. Bankiers, Makelaars en Speculanten
de verfijnde zielen" en de oude bescha
ving" vertegenwoordigen, de Goeie God ons
moge bewaren voor de grove zielen en de
parvenuën.Wat voor afschuwelijks moet dat
dan wel zijn !
Overigens rest ons n troost: het ge
bouw van deze effectenbeurs is even leelijk
en geestloos als het bedrijf, dat er meest
wordt uitgeoefend en de Schoonheid heeft
tenminste niet mee willen doen aan het
Bachanaal ---- van de oude beschaving" en
de verfijnde zielen."
Het Chicagoscbe Tempo
Van ARTHUR Hoi. ITSCHER
Vertaling van L. K.?S.
(Slot)
In Chicago las ik in een krant een artikel
met' het opschrift : Wat kan een veertig
jarig arbeider, die zijn baantje kwijt is,
beginnen ?" Antwoord : hij kan b. v. portier
aan een bioscooptheater worden.
Vandaag verscheur ik het overschot van
mijn aanbevelingsbrieven, die ik de geheele
reis in mijn koffer meegesleept heb, en die
gericht zijfi aan allerlei groote kooplui,
fabrikanten en millionairs in Chicago. Ik
kan immers wel vooruit zeggen hoe elk
bezoek verloopen zal. Ik heb nu al
zestieuniaal precies hetzelfde gesprek gehad met
een van die kooplui, fabrikanten of
millionnairs. Na 5 minuten begon mijn gastheer
op de vakvereenigingen te schimpen, na
10 minuten waren wij aangeland bij de
weldadigheids-vereenigingen, en als hij dan
opsprong, naar het raam liep en mij de
wolkenkrabber aan de overzij wees als een
bewijs voor de wonderbare vooruitgang van
het vaderland, dan wist ik dat het tijd was
om mijn jas van de kapstok te halen. Want
wat daarna nog kwam, waren vier nieuwe
aanbevelingsbrieven aan kooplui, fabrikanten
gn millionnairs, om de vrome wensch te ver
bergen: scheerje naar den duivel, Europeaan.
Maar wat gebeurt nu met de ouden, de
van hun plaats gedrongcnen, de afgedankten
met hen die als ze 40 zijn hun schaapjes
nog niet op het drooge hebben die het
nog niet tot opzichter gebracht hebben ;
met de slachtoffers?
De Amerikaansche arbeider sterft gelukkig
jong. Tot zijn geluk. Tot ongeluk van Amerika
neemt het percentage zelfmoordenaars, krank
zinnigen en misdadigers-uit-nood in huive
ring wekkende mate toe. Werk-, krankzinnigen
en tuchthuizen schieten overal op en komen
plaats te kort. In de industriesteden wordt
na zonsondergang even erg gebedeld als in
Rome en Napels. Wie zich een beeld wil
vormen van de meest hopelooze vernedering
der menschelijke schepselen, moet maar eens
j een kijkje gaan nemen in de volkshotels in
! Kansas City, en in de South Clarkstraat in
Chicago of in de veelgeprezen Milis-hotels
! aan de Oostkant van New-York ; die moet
om n uur 's nachts maar eens gaan kijken
naar de bread-line" de broodlinie voor de
deuren van eenige groote gaarkeukens, van
het heilsleger, die moet de brood- en soep
processies zien staan, stratenlang, twee
duizend, drieduizend krachtige mannen die
sprakeloos en geduldig wachten in de
nacht, werkeloozen, hongerigen,
schuchteren, bedelaars ...
En hij moet in de liefdadigheids-bureaux
van de groote steden maar eens informeeren
naar de achtergeblevenen van de vagebonden,
die met hun laatste weekloon in de zak voor
altijd naar het lokkende veilde Westen ge
trokken zijn !
Een van de moeilijkste Amerikaansche
problemen is dat van de landlooper, de
tramp". De Joodsche land verhuizers leveren
een ontzettend hoog percentage bij deze
beroepskeuze". De arme Joodsche arbeider
die met verslapte zenuwen, zwak en krach
teloos door de vaderlandsche pogroms, in
het land van de vrijheid en de
triomfenvierende energie komt, kan zooals van zelf
spreekt de jacht niet lang volhouden.
Hij heeft dan de keuze tusschen zelfmoord,
hongerdood, krankzinnigheid of misdaad.
Hij kiest de landlooperij. Zonder vaarwel
verlaat hij meest in den ouderdom van 37 tot
40 jaar zijn vrouw en kinderen, wordt land
looper en verdwijnt in het Westen of het
Zuiden.
De Amerikaan is goedhartig: verhongeren
laat hij iemand niet gauw. De arme doet
geen enkele arme kwaad. Alleen de rijke
doet de arme geraffineerd lijden aan. Zelfs
de groote filantroop en vredesapostelCarnegie
blijkt bij nadere beschouwing een der meest
boosaardige, onmeedoogendemenschenvillers
te wezen. In de Pittsburger werken bestaat
nog een 24 uurs-ploeg, de beruchte ploeg
die voor 2 dagen eten mee moet nemen.
Verscheiden rechtskampioenen
vanhetintellectueele Amerika hebben zich het hoofd
stuk geloopen tegen de muur die deze Pitts
burger afschuwelijkheid omgeeft.Maar zoodra
het niet meer gaat om de inruiling van
energie en kracht tegen geld en voedsel,
keeren armen en rijken om zoo te zeggen
hun voelend binnenste weer naar buiten.
Wat riskeert de Joodsche of
andersgeloovige landlooper bij de heele geschiedenis ?
Beroerder dan in zijn zweetkamer of zijn
kazernewoning kan 't hem onder de vrije
hemel of bij de menschen in de uitgestrekte
wildernis ook al niet gaan. Heeft hij maar
eerst de Westkust bereikt, dan is hij lazzarone
of iets dergelijks en uit de zorg. En als het
niet lukt ? Nu, dan ziet hij altijd nog in de
verte als een zachte trooster de dood wenken.
Laten de liefdadigheidsvercenigingen voor
zijn achtergeblevenen" zorgen! Wat kunnen
hem vrouw en kind schelen ? Nu ze verlaten
zijn, zullen ze wel beter door 't leven ge
holpen worden dan hij bij zijn leven" kon
doen. Heeft hij ze soms op 't geweten, zijn
vrouw n kinderen ?
Zonder de fabrieken die ik gezien heb, te
belastereen, kan ik zeggen dat ik me nooit
zulke moorddadige, onhygiënische en
misdadig-verwaarloosde werkplaatsen had kun
nen voorstellen.
Dat ik uit die ruimten, waar drijfriemen
zonder eenige bescherming rondvliegen,
waar de kokende was-massa vrij naar alle
kanten spuit, waar men zonder masker voor
't gezicht aetherstoffen op schoenieder wrijft,
waar men bij elke schrede duizend onge
rechtigheden ziet die het gevoel in opstand
brengen, dat ik uit die ruimten heelhuids
terugkwam, daarvoor breng ik bij dezen
mijn schutsengel, die mij de heele reis ge
trouw vergezelde, openlijk mijn
diepgevoelden dank!
Ongevallenverzekering, ouderdom s verzor
ging, invaliditeitsrente en dergelijke kent
het demokratische land van de vrije concur
rentie niet. Naast de bedelaars die niet
verminkt zijn treft u pijnlijk het groote
aantal invaliden van allerlei soort. Rabelais
zou zich geen grotesker figuren kunnen
wenschen dan deze in het Amerikaansche
fabriekswezen verminkte gestalten, die men
op de straten, in de salons en aan de lift
ontmoet.
Maar de lichamelijk-verminkten zijn niet
de meest beklagenswaardige!!. Veel erger is
het, wat de tegenwoordige productiewijze
de ziel der arbeiders aandoet.
De schijf die de jankende varkens naar
de kleine vierkante kerel in de
Armourwerken toevoert, wordt in beweging gebracht
door het gebod van de jaag-opzichter; en
als ze zich vandaag ronddraait met een
snelheid van 25 varkens in de minuut, dan
is n wending van de kruk voldoende om
haar morgen met een snelheid van 30 dieren
in de minuut te laten ronddraaien.
Als dat armzalige wezentje ginds in de
pakzaal dagelijks 15,000 blikken in
papierwikkelt haar handen bewegen zich z
vlug dat men de vingers haast niet onder
scheiden kan dan is er maar n ver
stoorde blik van de opzichteres noodig en
l morgen zal ze met het dreigend ontslag
l boven haar hoofd, 16,000 a 17,000 doozen
inwikkelen. En zoo voort.
l Beneden in de slachthal staan de slagers
| op een rij. Vór hen trekken de aan een
; ketting hangende dieren voorbij, zóuit
het loogbad of het dampende lichaam nog
bloedend, leder van die Slagers heeft maar
n beweging te maken. De een scheert
met een vlijmscherp mes het achtergedeelte
om de staart; no. 2 in de rij scheert het
onderste deel; de volgende scheidt met n
snee de staart van de rug; de daarop vol
gende rukt de ingewanden uit de buikholte;
die dan volgt werpt die ingewanden op een
kar, die zich mechanisch voortbeweegt; de
volgende haalt de lever uit de ingewanden
op de kar, enz. enz.
Ieder van deze menschen moet van 's mor
gen 7 tot 's avonds 7 dezelfde kleine, ge
wichtige handgreep uitvoeren ; en hij moet
terdeeg opletten, want de ketting kent geen
| oponthoud! Spreken, zich het voorhoofd
eens afvegen, het bloed dat uit de dieren
spuit van 't gezicht wisschen, daar heeft
zoo'n man geen gelegenheid voor. Hij kauwt
tabak, dat is zijn eenige uitspanning. Wat
kan 't hem schelen waar hij zijn tabakssap
heen spuwt, op welke manier hij zijn
neus schoonmaakt?
Vór hem, aan de eindelooze ketting,
trekken de dieren voorbij, achter hem is
de opzichter. Passeert er ook maar n dier
zonder dat de slager er zijn handgreep op
toegepast heeft, dan is hij ontslagen,
voor goed.
Reken nu eens uit hoe dikwijls een mensch,
dat schepsel met zijn wondervolle mecha
nisme van hart, zenuwen en bloedvatenstelsel,
met de verbazingwekkende spierkracht van
armen, handen en vingers, hoe vaak die
in 10 en 60 maal 60 seconden dezelfde, aldoor
maar dezelfde beweging moet uitvoeren op
dat het geheimzinnige mechanisme niet zal
stokken, opdat het nooddruftig door de
donkere nacht de nieuwe troostelooze morgen
halen zal!
Ginds in de mooie, lichte en blanke zalen
van de beroemde horlogefabriek van Elgin
zitten 3700 menschen, waarvan ieder n
enkele peuterige vingergreep heeft te doen.
Dagelijks worden daar 2500 horloges ge
maakt, en ieder horloge heeft 211
bestanddeelen. Welke blikken treffen u als ge
nieuwsgierig en weetgierig langs de tafels
der arbeiders loopt ? Zouden zulke blikken
Dante in de poelen der verdoemenis getroffen
hebben ? En toch zijn zij die van hun arbeid
op kunnen zien, onder deze slaven nog geluk
kig te prijzen. Voor de meesten sist en slaat
en klopt een machine die ze bedienen moeten.
Scherpe naalden zoo dun als een haar boren
gaatjes in kleine koperen platen; schuift de
vinger maar n millimeter te ver vooruit
dan boort de naald zich in het vleesch, in
de nagel, en den broodwinning verdwijnt
tegelijk met het bewustzijn, dat het lichaam
voor enkele oogenblikken van zijn pijnen
verlost.
In vele fabrieken en warenhuizen werden
mij kleine brochures in de hand gestopt
over tennis- en voetbalclubs van het perso
neel; daarin wordt verteld van de sport
prestaties der arbeiders in de vrije uren na
hun werk.
Maar ik heb ook de whisky-rij" gezien
op de grens van de slachthuizen'en de stad,
waar de arbeider 's morgens voor hij aan
't werk gaat zijn opfrisschertje" door de
keel giet dat moet zijn maag geschikt
maken om het voedsel op te nemen waar
mee hij de middagpauze halen moet en
waar hij 's avonds de bevrijdingsdrank naar
beneden spoelt die hem, na de 10 uren die
zijn ziel vergiftigd hebben, verlost van de
afschuw en vertwijfeling over zijn dagwerk.
Meer als dat wat de arbeider na volein
diging van de dagtaak met zijn tijd begint
interesseert het mij te weten: hoe gaat het
hem gedurende de uren van zijn verplichten
arbeid? en de zorg voor het zieleheil
van de arbeider gedurende deze uren schijnt
mij veel gewichter probleem dan alle
voetbal-wedstrijden.
De verdeeling van den arbeid, door de
massa-produktie in het leven geroepen, brengt
de arbeider aldoor meer op het peil van
een levenloos machinedeel, van een precies
en automatisch werkende machine-hefboom
of rad.
De eentonige rhytmus van steeds het
zelfde gebaar en steeds hetzelfde geruisch
doodt de intelligentie, de instinkten van zelf
standig handelen en de drang tot onder
scheiden, waarnemen en samenstellen; de
funktie's van de kleine hersens verzwakken
en het meest volmaakte schepsel der natuur
daalt meer en meer tot de dieren af.
In de wonderbare, grootsche universiteits
stichtingen van Carnegie, Rockefeller en
Morgan, zitten menschen, die de machine
de hoogst denkbare graad van volmaaktheid
trachten te geven om daardoor hun
medemenschen neer te stooten in een toestand
van de diepste slavernij.
Van daag heeft dr. Hermann Schneider,
de deken van de ingenieurs-faculteit aan de
universiteit van Cincinati, in de club van
de Chicager kooplui een voordracht gehou
den. Hij gaf eenige ervaringen ten beste die
in den laatsten tijd gemaakt zijn over het
behoud van de kostbaarste eigenschap, de
quintessence der arbeidskracht: de frischheid
en energie. Daarbij ging het, dit zij dadelijk
opgemerkt, minder om de zielen der arbei
ders als wel om de ziel van de haast, de
spoed.
Over eenige proeven, b.v. het voorlezen
van populaire novellen in de sigarenfabrieken
of het onschuldige gezang in naaisters
ateliers, hebben vriendinnen in New-York
mij sedert nader ingelicht. Maar de proef
waarvan dr. Schneider vertelde is zoo
teekenend, dat ik dit geheele hoofdstuk
ernaar genoemd heb.
In een pianofabriek in Ohio was met de
meisjes die gebruikt werden voor de ver
vaardiging vaneen enkel, opzichzelf tamelijk
onbelangrijk onderdeel, niets te beginnen.
De arme schepseltjes werden bleek, moe,
onverschillig, verloren hun eetlust en bleven
tenslotte heelemaal weg, om niet gek te
worden van de eentonigheid van hun werk.
De opzichter der afdeeling peinsde zich
suf, probeerde nu eens dit en dan weer dat,