Historisch Archief 1877-1940
7 Juni '14. No. 1928
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
A JK Wfe ?? Ufr 1M[ A flVHI Zomer Kuuroord aan de Gotthard
| op RIJWIEL., RIJTUIG, «n AUTOBANDEN
waarborgt tolidltetU >
Fabriek Hevea. Hoogezand (Groningen.)
Groot llotel Maillot h
(Zwitserland.) 1450 M. b/d Z. 2 uur
v. Luzern. Appartem. en Kamers m.
stroomend warm en koud water.
Verkrijgbaar bij:
N.V. Manufacturen Magazijn
u HET ANKER",
IL uitsluitend gevestigd:
49 Veenestraat en Heulstraat 27,
DEN HAAG.
SPECIALITEIT IN UITZETTEN EN UITRUSTINGEN.
KANDS.VINS DE CHAMPAGNE
Rerrier-Jouet
."? * Epërnay.
Con,ccfsionn;iii;es,
l
r.nQnNTItlEOERSlUKüATKRIMPI
UHHHIl IIC WORDT TtRUGütflOMEN
Monsters, geïllustreerde prijscou
ranten en attesten zenden gaarne
N. V. Ned. Tricotfabriek VALTON
ZONEN, Amsterdam.
BOUWT Tf NÜNSPEET
Mooie boschnjke terreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. inlichtingen
M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
MMMHMMHHMVHM^H
Perzische Tapijten.l
in diverse]
maten.
IAF6HANISTAN
Zeldzame keuze. Voordeelige prijzen.
VArt Uécoi-Atlf
dr.Gebouw KIRSCH &CieJ
a/d TACMUS,
1913, 55 Artsen ter plaatse, 35000
Kurgasten, 480.000 Baden. Seizoen:
15 April tot 15 Oct. Gedurende het
gen. jaar drinkkurenen baden.Prosp.
: GeschaftszimmerKurhausen Intern.
Verk.bur. Amst, Raadh.str. 16, Den
'. Haag, Papestr.5.Beroemd door heilz.
result. bij hartziekten, rheumatiek,
jicht, rucfgemerg, zenuw en
rroawenz.,langz.her8t.,8crophnl«ce,enz.
Zie Advertentie op pag. 8
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts ? 1.65 per kwartaal
N.7.EEBSTE NED. f IBM YAK 4SBBSTCEISNTPLITEE
Martinit".
MABTINITPLATEN z^n:
brand-, trek- en
krimp vr$j.
Vraagft, pjr||xen en monsters.
ADRES:
C'rnqlnawe^ 113, Amsterdam.
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland :
J. LEONARD LANG,
114
AMSTERDAM.
CHI-.MK.NAF-'ISl'lll-' KUNSTINRlCHTINr,
VH DIRK SCHNABEL
CLICHE'S
- I;N KU-.IIRUNDRUK
ONS N l HUW PROCKDH IS
KOPERDIEPDRUK
SCHIKT VOoR I-.I.K
Ongelukken O C E f\ M
Aansprakelijkheid
EOKIN 151 - AMSTERDAM
Ziekten
Automobiel
iiimtinmtiiim
leiiiiiiieiiiiHiMiiiiiiiiiiieniiiMeiiiiiiiiiiiiiiiMeiiiiimiiiMieiiiiiiiniiMiiiiiiim
O, Arti, Arti! Wie Jupiter in 't ver
derf wil storten, verdwaast hij eerst!
Amsterdam, 3 Juni 1914
FRANS VERMEULEN
1) Wij zochten de hier bestreden uitdruk
king in Handelsbl., N. Rott. Ct., Maasbode,
N. v. d. D., Het Volk, Architecture et
Amicitia, enz., enz. te vergeefs. Slechts in de
Telegraaf vonden wij eindelijk een passus,
die bijna letterlijk bevat wat Arti" hindert.
's Heeren Dake's dagblad is dus bij Arti"
reeds de dagbladen." Corr.
2) In verba«d met de voorlaatste alinea
juister: tot de orde der eeuwen. Corr.
* * *
Ingezonden
Betooging voor Vrouwenkiesrecht
Zondag 14 Juni a.s. zullen door de
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht tegelijk in
het land zes Openluchtmeetings gehouden
worden, op elke waarvan zes of zeven
spreeksters het woord zullen voeren. Er zal
daar gesproken worden over de
Vrouwenkiesrechtkwestie, vooral in verband met het
Volkspetitionnement voor grondwettelijke
gelijkstelling van Man en Vrouw.
llllllflIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIMIII
FEUILLETON
uiillillllllluiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu
Een souper in tegenwoordigheid
van Jan Steen
Naar het Italiaansch van
Rosso DI SAN SECUNDO
Daar, allerliefste mevrouw, Maryke me
verlaten heeft om te gaan babbelen met een
paar van haar vriendinnen, die ze sinds lang
niet zag, verzoek ik u mij eenige inlichtingen
te geven over de genoodigden, die rondom
den disch gaan om een plaats te vinden.
In een zoo vochtigen en kouden nacht is
inderdaad deze goed verwarmde zaal, die
schittert van electrische lampen en
allerfijnst kristal, het beste, dat men zou kunnen
vragen van onzen Lieven Heer. De aange
name warmte, die de kachels aan de om
geving meedeelen, bezorgt aan alle ledematen
een ongekend gevoel van welbehagen, dat
den eetlust noodigt. Het vizioen van de
modderige straten, waarop het licht der
lantaarns vaal weerkaatst, verdwijnt uit onzen
geest en de ontsteltenis, die we gevoeld
hebben bij het komen naar hier dwars door
het onder den druk van het onverzoenlijke
winterlot verlaten Amsterdam, hebben we
rillend van ons geschud bij het binnentreden
van deze schitterende zaal, we herinneren
ze ons niet meer. Of, als we ze ons
nog herinneren, is het om uw goudleeren
schoentjes en uw zoo rijk gewaad te be
wonderen, die het slechte weer hebben
kunnen trotseeren zonder bezoedeld te wor
den. Ik spreek niet van uw gelaat, mevrouw,
dat zeker vandaag glanst als gister, als altijd,
gelijkelijk, onder regen, sneeuw of zon. Gij
hebt voor de bijzondere gelegenheid van
vanavond u niet geblanket, zooals ge dat
nooit doet, zooals geen van uw lieve
landgenooten het doet.
Uw blanketsel is uw bloeiend vleesch, en
iederen morgen dankt aan 't kundig aan
brengen daarvan het snelstroomend bloed,
dat met vreugde door uw aderen, door uw
blijde leden vloeit. lederen morgen verheft
ge uw schoonen, vollen boezem uit het bed,
dat niet zacht is door te weeke veeren, opent
uw groote oogen, die zegevierend recht tegen
het daglicht in kijken en keert zonder pijnlijk
rekken, zonder angstige krampen, op eens,
teiier B. van Mantpm
SINGEL 562 hoek Vüzelstr.
LIBERTY
JAPONNEN
NIEUWE MODELLEII
JAPONNEN
BLOUSES EN
KIHDERKLEEDIHC
JAPON VAM
OMVERSCHIETBARE
KATOEN MET BEDRUKTE
VQJLE*HAr1DBORDUUR5CL
Fl.
CATALOGUS
FRAMCO
METZ&C2
AMSTERDAM
sCRAVENHACE
? IMIWlV GARANTIE
KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S. VUUGELSisHETADRES
BP-KESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG
VRAAGT CATALOGUS - OOK TERMWBETAIIHG
Invoering van vrouwenkiesrecht is thans,
nu de economische positie der vrouw zoo
zeer gewijzigd is, een eenvoudige eisen van
sociale doelmatigheid zoowel als van recht.
Maar al te zeer heeft de vrouw leeren be
seffen, hoe haar strijd om het beslaan ver
zwaard wordt door het gemis van het
kiesbiljet, dat haar mede stem geeft in wat
niet weinig ook haar Publieke Zaak is, en
de groote actie, door de vrouwen dit jaar
gevoerd, toont wel hoezeer duizenden en
duizenden tot zelfbewustzijn ontwaakte
vrouwen haar politieke rechten op prijs zijn
gaan stellen.
Zij beseffen het duidelijk, dat deze grond
wetsherziening hun het kiesrecht moet bren
gen, of het gunstig oogenblik gaat weer
voorbij en dezelfde bittere strijd zal nog
jaren worden verlengd.
Indien echter de vrouwen van Nederland
het ernstig willen, dan zal dit niet zoo zijn,
dan zal men niet opnieuw een grondwet
durven voorstellen met ongelijke rechten
voor mannen en vrouwen, doch het alge
meen kiesrecht voor vrouwen met dat voor
den man tegelijk worden doorgevoerd, het
Algemeen Kiesrecht, dat zij niet beknibbeld
en beknabbeld moet aapvaarden, maar onge
schonden gelijk men het den mannen be
loofd heeft.
met een sprong, van den vrede des slaaps
tot de vreugde des levens terug; en ge
aarzelt niet de dekens naar een kant weg
werpend, u naakt op te richten in de koude
lucht vau uw kamer, onder de stekende
bries, die van uit den morgenhemel door
het venster, dat den geheelen nacht open
gebleven is, het leven komt wekken tot in
de laatste cel van uw bloeiende gestalte;
maar naar alle kanten op den ronden hals
het mooie blonde hoofd draaiend en het als
een slang wendend naar al u w leden, totdat
gij u met liefde heelemaal bewonderen kunt,
juicht ge ziende hoe de blonde bleekheid,
waarin rustend uw ziel geademd heeft,
zich kleurt met een rozengloed als van
morgenstond. Ik verwonder me dus niet over
uw weelderigen bloei, die het blanketsel
versmaadt: ik weet, dat ge behoort tot een
sterk ras van zeelieden, gewend aan den
strijd met den Oceaan, aan de verovering van
barbaarsche landen; maar wel verwonder ik
mij over uw vergulde schoentjes, uw overrijk
gewaad, waarvan de te elegante snit niet de
beste figuur maakt op de vaste, besliste
welvingen van uw lichaam. Het zou wer
kelijk beter staan om de gestalte van een
mager vrouwelijk wezen, dat haar leven er
aan wijdt ziel en lichaam te gewennen aan
gehoorzaamheid tegenover haar zieken wil.
Misschien weet ge het niet, misschien meent
ge, dat het uw rijkdom waardig is, of een
eisch van sociale conventie een kleed aan
te trekken als het uwe, vol van kanten en
strooken, ge zijt u niet bewust, dat men
niet gemakkelijk van het eenvoudig pak,
waarin ge 's morgens de huiselijke bezig
heden verricht of van het vrij kostuum, dat
nauw als een foedraal uw forsche gestalte
omsluit, wanneer ge snel schaatsen rijdt op
het ijs, overgaat op het zwaar neervallend
weelderig gewaad, dat gemaakt is om te
verschijnen niet in het klare licht der weiden,
in wind, sneeuw, zon, waarvan gij gezond
geniet, maar in het valsche licht van een
Parijsche of Italiaansche schouwburgloge,
in de ontzenuwde geparmufeerde atmosfeer
van een aristocratische zaal waar men blik
ken van koortsachtige wellust begeerte en
bittere glimlachjes wisselt. Gij weet dat
niet, mevrouw, en trekt een kleed aan, dat
een ellendig contrast vormt met uw bloeiende
burgerlijke schoonheid. Ge meendet u mooier
te maken, ge hebt da?irentegen Uw aanblik
onaangenaam gemaakt.
Mogen dan de vrouwen toonen ernstig te
willen en de gelegenheid gebruiken die thans
gegeven wordt. Mogen de bezoeksters der
openluchtmeetings bij duizenden geteld wor
den, n in geestdrift en vastheid van wil
om eindelijk te verkrijgen wat haar zoolang
al toekomt en wat voor velen harer niet
meer te ontberen is.
EEN MAN
? * *
Utrecht, 3 Juni 1914
Den WeledelGestrengen Heer
Hoofdredacteur van de Amsterdammer
Geachte Collega,
Niet om een discussie uit te lokken over
goede incollegialiteit" en slechte collegia
liteit" onder behoorlijke" dan wel boos
aardige" journalisten, maar alleen om te
voorkomen dat ten opzichte van het
Utrechtsche Dagblad", met name ge
noemd in het ingezonden stuk van den Heer
E. Wichmann een onjuiste stemming zou
worden gewekt, zij het mij vergund er U
mijn leedwezen over uit te spreken, dat
Uwe Redactie gemeend heeft het artikel van
den Heer Wichmann te moeten publiceeren
en van een bijschrift te voorzien, zonder
vooraf kennis genomen te hebben en van
de in het U. D. gepubliceerde beschouwing
Of zijt ge u bewust van dat alles en is
in u een vaag verlangen te verleiden ? O,
word niet purperrood! Ik spreek niet van u
alleen, ik spreek van al uw vriendinnen, van
heel uw ;,wereld", die in stevige ledematen
en stevige ziel besluit. Ik zag in de straten
van de rookerige stad, de dierlijke menigte
van het lagere volk lachend en schreeuwend
onder liedjes en omhelzingen van krachtige
leden springend in het slijk: in dat rhytmisch
hossen van een volk was een dierlijke
vleeschlijkheid, die walgen deed, maar er was ook
een nog oorspronkelijke gezondheid, waarop
men goed de toekomst van een natie kan
bouwen.
Haal, als 't u blieft, niet uw neus op,
mevrouw; dezelfde oorspronkelijke substantie
is in u, maar u hebt de overschuimende
levenskracht van uw ras tot matiging ge
disciplineerd. Welnu, waarom dit gewaad
een hysterica waardig, aandoen, terwijl ge
het blanketsel verwerpt ? Of wilt ge, in een
verlangen naar verfijning, u er aan gewennen
uw rondingen buigzamer te maken, uw ge
baar verleidelijker, de Junonische macht van
uw heup minder gemarkeerd ? Zijt ge gezond
en wilt ge ziek worden? Ge zoekt geen
verfijnden wellust: uw ijzeren burgerlijk ge
weten zou u niet veroorloven uw echtgenoot
te verraden; ge hebt geen onmogelijke ver
langens, zwakheden, oogenblikken van wan
hoop, geestelijke buitensporigheden, onver
wachte exaltaties. En dus ? Heeft men
misschien te doen met een naieve poging
een vernisje van corruptie aan te brengen
op het fond van uw fatsoen, om meer ver
fijnd te schijnen ? En waarom, mevrouw,
waarom? Is dat niet een echte doodzonde?
Maar 't is beter te gaan zitten, mevrouw,
de dischgenooten hebben bijna allen hun
plaatsen ingenomen: de bedienden geven op
zilveren schalen de oesters rond, die glanzen
in hun parelmoeren weerschijn: in de bekers
vonkelt reeds de witte, scherpe en wrange
Rijnwijn; we zullen tot aan het einde van
den maaltijd een gevarieerd veelvuldige op
eenvolging van Bacchisch vocht hebben, want
de heer des huizes verbouwt niet alleen koffie
en tabak in de koloniën, maar handelt ook,
uit liefhebberij, in wijnen, hier in Holland.
Kijk, daar zit hij: dik, mollig, in volkomen
zaligheid om de pracht van zijn disch, naast
zijn geliefde, niet minder poezelige ega; hij
wenkt, buigt, glimlicht, bewaakt, roept een
bediende, geeft orders. Goede hemel, wat
IIIHIII1IIIIIIIIIIMIH IIIMIIIIIMItlllllllllMIIIIIIIIIIIIMIIItlHIIIIIIMIIIMIIHIMMHIIIIIIIIIIIHHIIMIIIIIIIHI
en van het geweigerd verweer. Ware dat
wel het geval geweest, dan zou Uwe Redac
tie waarschijnlijk mijne overtuiging hebben
gedeeld, dat de aanval" van onzen ver
slaggever niet schunnig" was, doch het
verweer van den heer Wichmann de beta
melijke grenzen van vorm" verre overschreed.
Wanneer Uwe Redactie, geachte Collega,
alvorens het artikel van den heer Wichmann
te publiceeren, mij daarvan inzage had ver
strekt, dan had ik ongetwijfeld gaarne van
die goede collegialiteit" gebruik gemaakt
om Uwe Redactie te verzoeken tegelijk met
het ingezonden stuk mijn antwoord daarop
bekend te maken.
Met collegiale groeten
W. GRAADT VAN ROGGEN
Hoofdredacteur van het
Utrechtsche Dagblad.
De klacht, die de heer Wichman ons zond,
was hem een aanleiding tot de vraag of
perswetten, als in 't buitenland bestaan, niet
ook bij ons dienden te worden ingevoerd.
Hierover hebben wij zeer in 't algemeen
onze meening geuit, die zelfs niet den schijn
had van tegen het Utr. Dagblad te zijn ge
richt. Bovendien hadden wij de voorzorg
genomen ons bijschrift te openen met de
verklaring, dat ons noch het artikel van het
zijn rokken een last voor deze menschen!
Ze voelen zich ongezellig, kunnen zich niet
bewegen! Maar waarom dan, in Godsnaam,
ze aangetrokken? Wat zou het veel aange
namer zijn als allen het morgenjasje droegen,
waarmee ze per auto, per rijtuig of, een
voudig weg, met de tram, dwars door de
treinweg kruisende drukte der tallooze voer
tuigen, gehaast op de Beurs komen om de
voortreffelijkheid van hun waren te verheer
lijken.
Marijke, die ver weg is, keert zich om en
glimlacht tegen mij, omstraald van het von
kelen van zilver en kristal: haar glimlach is
onveranderlijk, gelijk aan die, welke zij mij
kwistig toedeelde op het wilde duin. Ik
daarentegen voel in mijn hart een ironische
vroolijkheid.
Laten we gaan zitten, mevrouw. Allen
ademen nu den zeegeur in en genieten van
den scherpen citroensmaak der oesters, die
ze begeerig inslurpen, alsof ze daaraan be
hoefte hadden om den eetlust op te wekken.
Roept daar aan den wand, achter den rug
van de gastheeren, die midden aan de
hoefijzervormige tafel zitten, dat groote
schilderstuk niet met wonderbaarlijke kunst
de herinnering aan menschelijke heldendaden
wakker. Gij, mevrouw, kent de roemrijke
traditie van de kunst van uw land; ge zegt
me, dat dat een zeer kostbare Jan Steen is.
De heer des huizes is door aangeboren
rasinstinct een fijnproever in schilderijen.
Kijk: terwijl de dischgenooten en wij zelf
ook, mevrouw, beginnen te smullen van de
sappige gerechten, die de bedienden ons
brengen uit een onuitputtelijke keuken, en
ze vroolijk besproeien, langzamerhand de
maat uit het oog verliezend, eet en drinkt
op het schilderij ook het dorpsvolk naar
hartelust. Die, wel is waar, gaan vrijmoedig
languit op den grond liggen en heffen wijd
beens zittend een loflied op de onmatigheid
aan, terwijl gij om u voor zulke buiten
sporigheden te bewaren een Parijsche japon
hebt aangetrokken; maar, als ge goed toe
kijkt, bemerkt ge, dat de heele slikkende
vergadering, naarmate de wijn haar verwarmt,
een beetje de last van den rok vergeet en
zich meer op haar gemak voelt. Hebt ook
gij, lieve dame, niet uw intenties van ver
fijning vergeten?
Kijk, uw vriendin tegenover u, die vór
het eten zich stijf rechtop hield en zelfs niet
durfde praten, gepantserd in de overdreven
Utr. Dagblad noch het geweigerd antwoord
van den heer Wichman bekend was. Ons
dunkt: objectiever kan het niet. Had de heer
Wichman ons de documenten" doen toe
komen of had thans het Utr. Dagblad zulks
gedaan, misschien was er voor ons aanleiding
geweest iets daarover te zeggen. Nu dit
niet geschied is, hebben wij van geen voor
keur doen blijken. Wij hebben het Utr.
Dagblad geen gelegenheid gegeven voor een
direct onderschrift evenmin als wij thans
den heer Wichman een dergelijk aanbod
doen. RED.
V w w
Tentoonstellingen en Veilingen
TE HILVERSUM, MINISTERLAAN 2a, heeft
van 31 Mei tot 21 Juni a.s., een tentoon
stelling plaats van schilderijen, teekeningen
en etsen van Lodewijk Schelfhout,
Bankwerken van Agathe
WegerifGravestein en beeldhouwwerken van
Tjipke Visser.
IN VAN STOCKUMS ANTIQUARIAAT, DEN
HAAG, Prinsegracht 15, worden van 16?29
Juni geveild oude en moderne prenten,
teekeningen, schilderijen, aardewerk, enz.
expositie van 12?15 Juni (10?4 uur).
* « #
ummiiimiitmiiiiimiiimiiuiiiimitmiliiiiitiiillliiiilliiiiiuimiiiimii
ingetogenheid van haar gewaad, laat nu,
vrijmoedig schaterend van het lachen, de
blinkende dubbele rij van haar wondermooie
tanden zien, die al kauwend de spijzen weten
voor te bereiden tot een zeer gelukkige
digestie. Maar haar tafelheer antwoordt haar
slechts met de oogen glimlachend en knik
kend met het hoofd, omdat hij het voor
beter houdt zijn mond t« reserveeren voor
een prachtig vierdepart fazant, zooals je
niet makkelijk iederen dag krijgt, terwijl
vrouwelach iets veel meer voorkomends is.
Let nu eens op, mevrouw, of niet juist is,
wat ik zoo pas u zeide: onder die vrouwen,
waarvan ik u gesproken heb, in die gemaakte
en zieke omgeving, is een souper iets moe's
en kieskauwerigs, dat dient om een eindeloos
web van intriges samengeweven uit klets
praatjes en jacht op liefdesavonturen te
verbergen. Het eten is een voorwendsel: de
tafel verheelt een onvermijdelijk spel van
beenen en voeten: men veinst te eten, men
drinkt weinig, men doet, wat men niet ziet.
Maar hier heerscht oprechtheid: het eten is
werkelijk het doel der samenkomst, het
eenig doel, en hoe doet men het eer aan!
Weg met het blanketsel, dat alleen dient
om de bleekheid van zieke wangen te be
dekken : hier zijn de koonen vlammend rood
onder het blonde golven van de dichte haar
lokken en in de oogen vonkelt oprecht de
voldoening gegeten te hebben.
Maar, mevrouw, waar komt dat aanhoudend
getoeter vandaan, dat in onze ooren galmt
en ons hindert als een piepende lach ? Het
zijn de kinderen van het schilderij, die na
hun buikje te hebben verzadigd, als echte
kwajongens op de doedelzakken blazen.
Terwijl de taveerne onder het prieel van
gasten wemelt, gaat een op de wei gezeten
groep voort zich te verzadigen; maar de
kinderen trekken onrustig rond al maar
blazend op den doedelzak. Een oud man,
die de ingezwolgen hoeveelheid gerstesap
niet heeft kunnen verdragen, wankelt weg
gesteund op twee vrouwen uit het volk, die
zich maar niet troosten kunnen over de on
verwachte ongesteldheid! Maar, kijk! een
varken vlucht midden tusschen de menigte
vandaan, verschrikt door de dwaasheid der
menschen ! De smulpartij der menschen be
angst zelfs het varken! Het is ongelooflijk!
Wat een groot humorist, die Jan Steen!
En als nu, mevrouw, de schilder ook ons
eens uitlachte?