Historisch Archief 1877-1940
31 Maart '17. No. 2075
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Ti
VORSTENZORGEN
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
Oorlogsgeheim (Punch)
^
i
Lente (Punch)
Ex-Tsaar N l c o l a a s tot Keizer Wilhelm: Zou je je zaken ook niet aan kant doen, buurman ?
't Is zóó een veel beter leventje!
"N
IIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIH
DeTurf graverty moet aangemoedigd
M. de Redacteur,
't Is mij opgevallen, dat ook u niet in
«Zelf zien", hebt gewezen op de leemte, die
er was in de rede van minister Posthtfma.
Met een ietwat eigenaardig gebaar zegt de
minister: De turfgraverij? Is niks in verge
lijking met de steenkooldel ving t In
NoordBrabant kon ik nog wat poldwjongens aan
't werk zetten, maar overigens, lieve
menschen, is er niets te verbeteren.
Maar de minister heeft niet de toezegging
gedaan, l. dat de steenkoolproductie met
alle mogelijke hulpmiddelen zoo hoog moge
lijk zal worden opgevoerd,
2. dat de turfproductie toch, in overleg
met organisaties van werkgevers en werk
nemers in het veenbedrijf, zoo groot moge
lijk zal worden gemaakt.
Voorts heeft de minister met geen wo«rd
gerept over de laagveenturf. In deze branche
is met behulp van beschikbare machines
toch nog wel wat te doen, speciaal voor
huisbrand.
Ons land heeft per jaar 100 millioen H.L.
steenkool noodig en produceert tot heden
37VS millioen H.L. De turfproductie zal mis
schien (volgens den minister) nog blijven
onder het normale. Maar van enkele
verveners is het bekend, dat zij huiverig zijn
hun veen aan te steken, met het oog op de
groote risico, als er eens spoedig vrede kwam.
Is er nu niet alles voor te zeggen, dat de
minister, die aan de zandboeren voor hun
rogge het drievoudige van den normalen
prijs garandeert, ook de risico van de brand
stofproductie voor 's lands rekening neemt.
Voedsel moet er zijn, maar brandstof om
het te bereiden evenzeer.
Moet dan ook in dezen niet .alle hens
aan dek"?
Met de meeste hoogachting,
H. T. D.
lltttllllllftmiimillltmillllllimil lllllimillllllllIlllllllliiiiiiHIHIIIIIIIII
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
Alle berichten.deze rubriek betreff ende.gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 60
Wit: Kb3, pionnen f5 en g5.
Zwart: Ke5, pionnen a6, b6, c6, e7 en g6.
iitmiiiiiiiiMiimmiiiimiiiiiimiiiiiimiiiiitmitiiiiii
1. f5Xg6, Ke5-e6, 2. Kb3?b4! b6-b5
(op 2... a5 of 2... b5 wint wit direct door
3. Ka4, resp. Kc4) 3. Kb4-b3, a6-a5 (of
3... c5, 4.Kc3enz.) 4.Kb3-a3, a5-a4A,B,
5. Ka3-b4, c6-c5f 6. Kb4-a3, c5-c4, 7.
Ka3?b4 en wint.
A 4... b5-b4f 5. Ka3-a4 (niet 5. Kb3
bijv. 5... c5, 6. Ka4, c4! enz.) c6?c5, 6.
Ka4?b3 en wint.
B 4... c6?c5, 5. Ka3?b2! (nu is de oor
spronkelijke stelling bereikt, doch zwart aan
den zet) b5-b4 (5... a4, dan 6. Ka3, c4,
7. Kb4 enz., of 5... c4 dan 6. Kc3 enz.) 6.
Kb2?b3, a5?a4f 7. Kb3Xa4 en wit ver
overt de zwarte pionnen, waarna zwart ge
dwongen is met den koning te spelen en
pion g6 tot koningin wordt.
Een zeer belangwekkende studie, het
naspelen wel waard.
Goede oplossing ontvingen we van J. S.
te Zeist (die aantoonde, dat oek 2. Kb2 tot
verovering der pionnen leidt), Cowboy" te
Utrecht, J. Rietman te Dieren en C. J. Riet
man te Nunspeet.
E1NDSPELSTUD1E No. 61
VAN HENRI RINCK
(British Chess Magazine, 1917)
ZWART
iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiMiiiiiiiiHiimimii
g
a b c d e
WIT
Wit: Kh3, Lc8, Pc4, pionnen c7 en h4.
Zwart: Kg6, Dg7, pionnen f3 en h6.
Wit speelt en maakt remise.
Oplossing over 14 dagen.
MATCH PER TELEGRAAF
De dagbladen Dagens Nyheter te Stock
holm en Politiken te Kopenhagen hebben
in het vorige jaar een match van twee
partijen gearrangeerd tusschen bovenge
noemde steden, waarbij de zetten telegra
fisch werden overgebracht. De eerste partij
won Stockholm, de tweede Kopenhagen.
Het speelcomitéte Stockholm bestond uit
de heeren: O. Löwenborg en B. Rask; te
Kopenhagen voor de eerste partij uit de
heeren J. Giersing en J. Juhl, en voor de
tweede partij uit de heeren: J. Möller en
J. Juhl. De eerste partij ontleenen we met
de noten in den tekst (verkort) aan
Tidskrift för Schack.
D2-D4 OPENING
Zwart
Kopenhagen
d7?d5
c7?c5
Wit
Stockholm
1. d2?d4
2. Pgl?f3
3. c2-c4
De bekende Deensche Schaaktheoretikus,
dr. H. Krause, houdt dezen zet voor minder
goed, op grond van 3... cd4, 4. cd5: Dd5:
5. Pc3, Da5.
3. ...... c5Xd4
4. DdlXd4!
Dit is sterker dan 4. cd5:.
4 ...... . e7-e6
Op 4. . . Pc6 volgt volgens dr. Krause 5.
Dd5: Dd5: 6. cd5: Pb4, 7. Pa3, Pf6, 8. Pe5,
Pfd5: 9. e4 met beter spel voor wit en na
4. . . Pf6 krijgt wit na 5. cd5: Dd5: 6. Dd5:
Pd5: 7. e4 eveneens iets beter spel.
5. c4Xd5 e6xd5
6. Pb l?c3 Pg8-f6
7. e2-e3!
Een nieuwe zet ! Dr. Krause geeft alleen
7. e4 aan met de voortzetting 7. . . Pc6, 8.
Lb5, de4: 9. Dd8:f Kd8: 10. Pg5, Le6, 11.
Lc6: bc6: 12. Pe6:f fe6: 13. Lg5, Lb4, 14.
0-0-Ot Kc7, 15. Lf6; gf6: 16. Pe4: f5 met
goed spel voor zwart. De tekstzet bedoelt den
geï'soleerden zwarten centrum-pion te
blokkeeren, welks zwakte op den duur zich
moet laten gevoelen. Dat de witte looper
op cl voorloopig ingesloten blijft beteekent
niets, daar deze, zooals weldra blijkt, uit
stekend naar b2 ontwikkeld kan worden.
7 ....... Pb8-c6
Sterker was wellicht 7. . . Ld6.
8. Lfl-b5 Lc8?d7
Beter terstond Ld6.
9. Lb5 c6 b7Xd6
Beter is het wellicht met den looper te
slaan, want door den tekstzet wordt wel is
waar d5 beschermd, maar de zwakke c-pion
geeft wit een nieuw aanvalspunt.
(Stelling na 13... Tf8-b8)
ZWART
a b c d e f g h
WIT
De man: Maar beste kerel, is 't heusch
waar dat je dienen moet?"
Het mannetje: Ja. Maar houd het
vooral stil. Het plan is om de Duitschers er
als 't ware mee te overrompelen, in Maart"
Huiselijk tafereel (Punch)
Pro Patria
O temporal (Ruy Bias)
Ze" willen hun handelsschepen be
wapenen om op onderzeeërs te schieten!
Afschuwelijk l Onmenschelijk! Wilde
beesten dat ze zijn!
10. b2?b3! Lf8?d6
11. Lcl-b2 0-0
12. 0-0 Dd8?e7
13. Tal-cl Tf8-b8
Even sterk als origineel l Dreigt Tb4 en
Tg4 met aanval op den witten konings
vleugel, en bereidt zoowel c6?c5?c4 als
a7?a5 voor.
14. Dd4?d3! (Een zeldzaam sterke zet!
Vooreerst verijdelt hij *wart's bovengenoemde
dreiging, bijv. 14... Tb4, 15. Tfel, Tg4, 16.
h3, Tg6, 17. e4! Lh3: 18. Ph4en wint. Verder
is het voortrukken van pion a7 voor altijd
verhinderd en is nu het veld d4 toegankelijk
voor wit's lichte figuren. Bovendien
beheerscht de koningin op d3 de beide diago
nalen tl?a6 en bl?h7), 14... Tb8-b7,
15. Pc3?e2, Pf6-e4, 16. Pe2?g3, Pe4Xg3,
17. h2Vg3, Ta8?c8, 18. Tfl?el, f7?f5,
19. Pf3?d4, Ld6?b4, 20. Tel-e2 (Op Pf5:
zou natuurlijk volgen Lf5: 21. Df5: Tf8 met
winst van de kwaliteit), 20... De7?f7, 21.
Dd3-a6, Tc8-c7, 22. Te2?c2, Tb7-b6,
23. Da6-d3, Tc7-c8, 24. Pd4-f3 (dreigt
Ld4! Tb7, 26. Da6, Le8, 27. Pe5 en 28 Pc6:)
Lb4-d6, 25.Lb2-d4, Tb6-b7, 26.Dd3-a6,
Tb7-c7, 27. Ld4~c5 (Slecht ware 27 Le5
wegens 27... Le5: 28. Pe5: De6, 29. f4, c5
en zwart kan zich verdedigen), 27... Df7?f6,
28. Lc5Vd6, Df6Vd6. 29. PH?d4 (dreigt
Pb5I), Dd6-f6. 30. Tc2 c5 (om c6-c5 te
verhinderen), Df6-g6, 31. b3~b4, f5-f4,
32. g3xf4, h7 h5, 33. Tc5Xd5, c6*d5,
34. Da6Xg6, Tc7Xclf 35. Kgl?h2, h5?h4,
36. Dg6?g5, Tc8?c7, 37. DgSXdSf Kg8-f8,
38. e3-e'. Zwart geeft op.
14e Jaargang 31 Maart 1917
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 1122, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 139
VAN DEN AUTEUR P. VISSER, UTRECHT
Stand. Zwart: 2, 8, 9, 13, 19, 24, 29, 35,
dam op 16.
Stand. Wit: 17, 22, 28, 32, 33, 37/39, 43,
49, 50.
Wit: 17-11, 39-34. 49-44,50-44.28-23. 32:1]
Zwart: 16:7, 29:40, 40:49, 49.40, 40:28 ~'
Een Turkschen slag." De dam op 16 kan
evengoed een schijf zijn, maar dan zijn de
verhoudingen van het aantal schijven te
groot. De dam moet er dus zijn om dit
eenigszins te reduceeren en bij den »et
28-23 de oplossers een oogenblik in den
waan te brengen, dat met den dam op 7
moet geslagen worden in plaats van met
den dam op 40.
H u i s h e e r (schrijft aan zijn loodgieter):
Er is een lekje in een van onze
leidingbuizen. Wees zoo goed mij op de lijst
der candidaten voor uwe hooggewaar
deerde diensten te plaatsen"
IIIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIIIHIIIIIIIImilllllllllllMltlllllllllllllllllllllllllllllllll
P A R T IJ
gespeeld tusschen de heeren J. Waaker,
A'dam, met wit en A. Becker, Utrecht,
met zwart.
ONREGELMATIGE OPENING
34-30 1. 19-23
Op deze zet zou wit 33-28 moeten laten
volgen, om zwart te forceeren met zijn
langen vleugel te werken en op zijn korten
vleugel een opeenhboping van schijven te
krijgen.
30-25 2.
Wit wenscht, nu zwart van de theorie is
afgeweken.de partij in andere banen te leiden.
2. 14-19
25:14 3. 9:20
Door dezen afruil denkt zwart meester
van het centrum te zijn. De volgende zetten
loeren dit anders.
40-34 4. 4-9
34-30 5. 20-24
32-28! 6. 28:32
37:28 7.
Wit ontneemt ,zwart het centrum, evenwel
voor korten tijd. De praktijk heeft geleerd
dat wit niet zal kunnen beletten dat zwart
op 23 komt, tenzij wit zijn langen vleugel
geheel wil verzwakken en dan nog zal niet
belet kunnen worden dat zwart wederom
bet centrum inneemt.
7. 10-14
41-37 8. 5-10?
Nu wit een schijf op 30 heeft, is deze
voortzetting niet goed. Wit kan immers op
25 komen en dan dreigt er na eenige zetten
van zwart een damzet.
37-32 9
Zie de bemerking bij den 7en zet.
9. 18-23!
10.
beide vleugels in werking
46-41
Wit heeft nu
gesteld.
10.
11.
12.
12-18
7-12
41-37
30-251
Zeer juist! De lange vleugel is in staat
van verdediging gebracht en nu dus ruit
25 bezet.
12. 17-21
31-27 13. 21-26
Vervolgen met 15-20, 10-13 om een
eventucele damzet te keeren is beter.
45-40 14.
Zwart (18 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (18 schijven)
Zou zwart nu 12-17 spelen, dan volgt de
navolgende damzet:
W. 25-20. 35---0. 27-21. 32-12. 12:5. 33-^8.5:461
Z. 14:25, Z5:45, 1O.27, 23:41,41-40, 46:19
Wit kon ook dam nemen door:
W^25-20, 35-30,44-40, 39:30,33-29,28-22,32:51
Z. 14:25, 25:45, 45:34, 24:35, 23:34, 17:28
Dit zou evenwel niet goed geweest zijn,
daar zwart zou gespeeld hebben:
Wit: , 5:45, 45:12
Zwart: 13-19, 2-7, 7:18
met een schijfwinst voor zwart l
14. 15-20!
40-34 15. 10-15
34-29! 16. 23 34
39:30 17. 18-23
44-39 18. 12-18
39-34 19.
Een lokzetl van een bekende type, die
aan zwart gelegenheid geeft een schijf te
winnen. Wordt deze even we l, genomen dan
maakt wit dam, waarna de stand daar
zwart de dam kan afnemen van dien aard
wordt, dat wit n schijf wint.
19. 24-29
De heer Becker deelde ons mede de schijf
op 27 over het hoofd gezien te hebben. Kan
het ook zijn dat de heer B. met deze be
kende stelling niet bekend was. Hij kon toch
wel nagaan dat een speler als de heer
J. Waaker zoo maar niet een schijfwinst
presenteert!
33:24 20. 2040
35:44 21. 14-20
25:14 22. 19.10
28:19 23. 13:35
37-31! 24. 26:28
27-21 25. 16:27
38-32 26. 28:37
42:4 27. 11-17!
4-31! 28. 3-9
Nu of nooit denkt zwart.
(Wordt vervolgd)