Historisch Archief 1877-1940
N*. 8076
Zaterdag 7 April
A°. 1917
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBÏO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERLK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
Prijs per No. f 0.15. Per 3 mnd. f 1.90. Abonn. loopen per jaar | | UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF, AMSTERDAM | j Advertentiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regel |
EEN NIEUWE LENTE,
EEN NIEUW GELUID!
Voor onze lezers is dat nieuwe geluid
ditmaal het R ondel van den dichter
J. H. Leopold, speciaal voor de Amster
dammer" op muziek gezet door
Bernard Zweers.
Aan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening, te houden met den
voor het Weekblad meestgeschikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1600 woorden, en, die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
van *De Amsterdammer', Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Eventueele vragen over drukproeven,
overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d.
eveneens en uitsluitend te richten tot het
Secretariaat.
imliiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiii
INHOUD: Bladz. 1: Brief naar aan
leiding-van een verkiezing, door v. H.
Tentoonstelling van Volkslectuur, door
prof. H. Brugmans. Zaait en Plant,
door D-D. 2: Uit het Diensthuis van
de Koningin der Aarde: dr. A. Kuyper,
door A. Roodhuyzen. Krekelzang,
door J. H. Speenhoff. Ontwikkeling
en Ontspanning der gemobiliseerde troe
pen, door G. van Dijk. 3: Feuilleton,
door Ratu Langie. 5: Voor Vrouwen,
door Elis. M. Rogge. Uit de Natuur,
door Jac. P. Thijsse. 7: Raphael
Petrucci, door Henri Borel. Muziek
in de Hoofdstad, door H. M. van Leeu
wen. De Stem der Klokken, teekening
van George van Raemdonck. Nieuwe
Duitsche Boeken, door Herman Wolf.
9. Het grafmonument voor Paus Pius X,
door G. J. Hoogewerff. Prof. Pirenne.
The Bonnie Song, door H. M.
van Leeuwen. Tentoonstellingen, door
Plasschaert. Colenbrander Aardewerk
in het 'Haagsche Museum, door Corn.
v. d. Sluis. 11. Suriname's Toekomst,
door Mr. P. Hofstede Crull. Spaart
en Bewaart, teekening van Joan
Colette.Op den goeden weg, door J. J. Puister.
Het van Eedenfonds, door dr. J.
Dekker..?12. Van Vlaanderen, door
Paul Kenis. Financ. Kroniek, door
J. D. Santilhano. De Schaduw van
den Moejik, teekening van Jordaan.
Spreekzaal. 14. Een vleugje Haagsche
wind, door Ari. Leekenspiegel.
Uit het Kladschrift van Jantje.
Kantteekeningen van een landstormplichtige,
door Melis Stoke, met teekeningen van
Is. van Mens. 15. De Eerste Klasse
bij de Duitsche Spoorwegen afgeschaft,
teekening van Joh. Braakensiek.
Schaakrubriek, red. Dr. A. G. Olland.
Damrubriek, red. A. C. de Jonge.
Bijvoegsels: Paschen 1917, teekening
van Joh. Braakensiek. Rondel, gedicht
van J. H. Leopold, voor de Amster
dammer" op muziek gezet door Bernard
Zweers.
Naar Aanleiding van eene
Verkiezing
(Brief aan een Vriend)
Gij vraagt mij, waarde vriend, wat ik
thans verder van mijne verkiezing tot
lid der Kamer verwacht. Het antwoord
daarop is niet gemakkelijk te geven.
Vooral omdat het niet reeds wel mogelijk
is te zeggen, welke krachten men daar
ontmoeten zal. Krachten, waarmede men
samen , andere, waar men tegenop
moet werken. Ik gevoel mij eenigszins
als de jonge Disraëli, si parva Heet
componere magnis, van onbescheidenheid
is deze vergelijking vrij, die, de eerste
maal in het parlement verkozen, in zijn
dagboek schreef: ik ben als iemand,
die een zekere ligplaats verlaat voor een
onbekende zee. Wat zullen de aanstaande
twaalf maanden brengen?"
Maar toch is het juist door 't gevoel,
dat deze aanstaande twaalf maanden ook
voor de geheele wereld, en evenzeer
voor ons eigen land, zoo onzekere en
dringende lotgevallen in haren schopt
bergen, dat ik zonder aarzelen mijn
deel in de gezamenlijke taak aanvaard.
Wanneer ik U dus moeilijk kan zeg
gen, wat ik verwacht, zeer wel kan
ik U verklaren, hoe ik deze verkiezing
opvat. Geheel los natuurlijk, dit begrijpt
ge alreeds, van den persoon.
Op de avondbijeenkomst na den
stembusstrijd wees een der aanwezigen op
de beteekenis, welke tusschentijdsche ver
kiezingen soms hebben als proefneming
op de publieke opinie over het algemeen
gevolgde beleid. In Engeland heeft de
test-election" als zoodanig zelfs eene
klassieke beteekenis; zoo lazen wij
nog dezer dagen van eene
tusschenlijdsche verkiezing daar te lande, waarbij
de candidaat, die tegen de weigering van
het Duitsche vredesaanbod opgekomen
was, tegenover zijnen tegenstander abso
luut in de, minderheid gelaten werd.
Met spanning wordt daarom de uitslag
van zulke tusschentijdsche verkiezingen
vaak verwacht.
Ik durf niet zeggen, of ons land in
deze school der verkiezingen reeds met
bewustheid daartoe is gekomen, al kunnen
ook wij op historische tusschentijdsche
verkiezingen wijzen, zooals in 1912 die
te Ommen.
En evenmin durf ik zonder beneficie
het op dien avond uitgesproken oordeel
aanvaarden, als zoude met déze
candidaatstellingen in Vooruitgang" Amster
dam IV en met den daarop gevolgden
gunstigen uitslag, uit de kiezerswereld
een uitspraak zijn gegeven voor: mannen
van de daad en voor oorspronkelijke, zelf
standige gedachten in de politiek."
Eén ding echter weet ik: dat door mij
in deze verkiezingscampagne van begin
tot het eind drie punten zijn vooropge
steld, punten, waarvoor ik trouwens in
de laatste jaren reeds bij herhaling op
gekomen ben.
En dat voor deze punten in de kiezers
vergaderingen, waar ik ze voordroeg,
een steeds duidelijker weerklank bleek te
bestaan.
Ik heb zeer nadrukkelijk de behoefte
aan nationale geestkracht op den voor
grond geplaatst, en ieders belang onder
streept bij de zorg niet alleen voor 't behoud
van den vrede, maar ook voor de duur
zame Nederlandsche zelfstandigheid.
Wakker geroepen tegen de binnenslui
pende onverschilligheid, kortzichtigheid,
of erger nog jegens de haar bedreigende
gevaren, waarvoor niemand de oogen
mag sluiten, en waarvoor de oogen open
te houden nooit anti dit of dat, of onneu
traal mag worden genoemd.
In de tweede plaats: vooropgesteld
dat wat in de staatkunde van den ko
menden tijd als algemeen belang een
eerste eischis: het bevorderen van wel
vaart, van onderneming en bedrijvighei d,
ook in de koloniën, het ondervangen
van de economische crisis voor ons volk,
en het voorzien in de verwrikte sociale
verhoudingen.
De oude programmapunten uit den
gemoedelijken vredestijd die achter ons
ligt, mogen niet meer het leeuwendeel
van ons staatkundig leven, in beslag
nemen. Het was immers ook deze
zelfde gedachte, die mij over het on
bevredigende der grondwetsherziening
had doen heenstappen, nadat door.de
besluiten van kamer en partijen verdere
verbetering uitgesloten en de totstand
koming practisch beslist was. Van weers
zijden hierom aangevallen, blijf ik over
tuigd dat, wil men nu de nadeelen der
herziening nog zoo gering mogelijk maken
en tevens de lichtzijden zooveel mogelijk
bevorderen, mijne houding de eenige
juiste is geweest en is.
En ten derde werd gewezen pp het
gevaar, dat zoo velen in dezen tijd voor
ons staatkundig leven voelen dreigen:
het gevaar voor regeering en volksver
tegenwoordiging, om los te raken van de
levende publieke opinie; van partijen om
zich te verliezen in slechts aan onmiddellijk
eigenbelang gehechte partijschappen; en
van de democratie, om te verdoiren tot
schijn-democratie, in waarheid de
krachtelooze heerschappij van enkele groepen
politieken.
Gekozen te worden, meer nog: be- en
omstreden te worden in eene verkiezings
campagne, wekt eigenaardige gewaar
wordingen. Men gevoelt zich daardoor in
waarheid vertegenwoordiger worden, dra
ger van een veelheid van gedachten, in
zichten en verwachtingen, die boven het
persoonlijke uitgaan. Er wordt iets geboren
van collectieve mystiek, dat de eigen
overtuiging versterkt. Natuurlijk komen u
daarnaast tal van bijzondere en onver
wachte drijf veeren tegemoet, die aan de
zaak vreemd .zijn; en wordt ge ver
rast door tal van onverwachte en on
verdiende aanvallen of misverstanden,
die met richting noch beginsel iets te
maken 'hebben. Mij althans zijn deze
ruimschoots ten deel gevallen.
Maar juist wanneer ge dan desondanks
de hoofdzaken ziet winnen, wordt hare
waarde des te duidelijker.
En zoo vat ik de verkiezing, waar
over ik U schrijf, mede op als eene be
vestiging van de denkbeelden, die ik U
zoo even noemde.
Bevestiging tevens van de onvoldaan
heid, die in deze opzichten thans reden
van bestaan heeft. Het eigenaardige van
't geval was immers ook, dat ditmaal
mijn tegen-candidaat, de socialist, eigen
lijk meer werd aangediend als volkomen
regeeringscandidaat, dan ik. De kritiek
had gelegen aan mijn kant. De kritiek,
dat ook in den kring der gestelde mach
ten niet alles is gedaan juist om den
volksgeest te versterken, om in de toe
komst te voorzien, en om de politieke
sfeer te vervullen van vruchtbare energie.
Zonder ook maar eenigszins te kort te
schieten in waardeering voor wat wél ge
daan is, en voor de moeilijkheden, welke de
taak hebben verzwaard; zonder ook mij
te laten dringen in den hoek van
malconte,nt of oppositioneelen enkeling;
zonder" iets anders te begeeren, dan den
juist in deze tijden dubbel noodigen
geest van samenwerking, meen ik, dat
in die richting meer moet worden gewerkt.
En wat voor mij deze verkiezing ten
slotte eveneens heeft betuigd, is dat
zulks kan, ik zou bijna zeggen: moet
geschieden vanaf den grondslag der
liberale beginselen en der liberale
partij. Ook in dit opzicht is door de
verkiezing mijn gevoelen versterkt, dat
voor deze partij groot werk te doen is
weggelegd, mits zij zich ook in de groote
lijn bewege.
Er ligt gevaar in de neiging tot schik
ken en pacteeren, zooals o.a. nog bij de
grondwetsherziening en met name bij de
kwestie van de openbare school, aan
den dag gekomen is.
Het resultaat hiervan zal steeds zijn,
dat aan de uitersten, de ultra's der
wederpartijen, toegegeven wordt. Terwijl
de kracht der liberale partij daaren
tegen juist moet blijven : door het
volgen van een zelfstandige, vrijzinnige
en vooruitstrevende gedragslijn, de ge
middelden te verbinden en tusschen de
scherpe programma's en dogma's in, de
richting te blijven aangeven.
B.v. qok wat het vooropstellen van
een goede, openbare nheidsschool voor
ons volk betreft, heb ik in deze ver
kiezing geen onduidelijke taal vernomen !
Zoo zal wellicht ook het beste 't doel
kunnen bereikt worden, dat velen voor
staat: de vorming eer, beweging voor
eene nationale, economische en demo
cratische staatkunde.
Ziehier, wat ik u toezeide: eenige slot
sommen, welke ik voor mij uit deze
verkiezing getrokken heb.
Gij behoeft mij waarlijk de woorden
van den melancholieken Jacques niet in
herinnering te brengen : indien doen even
gemakkelijk ware, als te weten wat ge
daan behoorde te worden, zouden alle
kapellen kathedralen zijn, en alle
armelui's hutten vorstelijke paleizen.
Daarom laat ik het er ditmaal bij,
want niet op woorden, maar op feiten
komt het verder aan." v. H.
Tentoonstelling v.Volkslectuur
De Nutscommissle voor volkslectuur orga
niseert de volgende week een tentoonstelling,'
zooals et in ons land nog niet weid gehou
den. Deze expositie, die den naam draagt
Boek en tijdschrift voor de geestelijke ont
wikkeling, zal Donderdagmiddag 12 April
in de School voor maatschappelijk werk,
Pieter de Hoochstraat 7/8, worden geopend.
Zij wil den bezoeker een beeld, een verge
lijkend overzicht geven van het voornaamste,
dat in ons land en in het buitenland, met
name in de met ons in beschaving verwante
landen, wordt gedaan voor de ontwikkeling
van groote kringen des volks. Het
goedkoope boek en het goedkoope tijdschrift,
de echte volkslecluur, de lectuur, waarmede
kan worden doorgedrongen in breede lagen
der maatschappij, zal men op deze expositie
kunnen vinden.
Dat op het gebied van het goede en goed
koope boek nog zeer veel te doen is in ons
land, is duidelijk. Dat op dat gebied de
oude Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
een nieuw arbeidsveld hoopt te vinden, ligt
evenzeer voor de hand.
Het brengen van beschaving en ontwik
keling in den breeden volkskring is van de
dagen van Jan Nieuwenhuyzen af haar doel
en haar ideaal geweest. En terwijl de zorg
voor goed volksonderwijs in de laatste eeuw
meer en meer door de overheid en door tal
van particuliere vereenigingen van allerlei
kleur werd overgenomen, bleef de zorg voor
volkslectuur altijd op het programma staan.
Aan de zorg voor het kind sloot zich de
behartiging van de belangen der ouderen, ook
der volwassenen geleidelijk aan. Dat hier
reeds allerlei is gedaan, is bekend;,dat er
meer kan en dus moet worden verricht,
ligt voor de hand.
Deze werkzaamheid van het Nut vult een
leemte aan, die in onze volksontwikkeling
bestaat, maar iracht ook eerst die leemte
te vergrootên. De taak toch der Maatschappij
ware veel eenvoudiger, zoo zij stond voor
een onbezaaiden akker. Zij zou dan kunnen
volstaan met het goede zaad uit te strooien
en het opkomende gewas zorgvuldig te
hoeden. Zoo eenvoudig staat de zaak even
wel niet. Er is zeker heel wat goed en gezond
zaad over den volksakker uitgestrooid, dat
ook een goeden oogst belooft. Maar er zijn
in dezen akker ook valsche tuinlieden aan
den arbeid geweest, die met volle handen
het onkruid tusschen de tarwe hebben uit
gezaaid. En overal kiemt het onkruid welig
op; het bedreigt zelfs het goede graan in
zijn groei en zijn vrucht. Wij denken aan
de prikkellecluur, aan de uitgebreide schan
daalromans, waarmede behendige uitgevers
den weg tot onze volksklasse weten te
vinden. Wij kennen ze allen, de eindelooze
romans van misdadige graven en deugdzame
gravinnen, van eenzame kasteelen en ver
vallen burchten, van geheime torentrappen
en bedekte valluiken, van bedrogen moeders
en verlaten kinderen, van edele stalknechten
en verdorven stiefmoeders.
Het is de romantiek op haar slechtst, die
ons volk bij gebrek aan beter aanvaardt,
soms met wellust verslindt.
Bij gebrek aan beter; want het is moeilijk
aan te nemen, dat een verstandig mensch
schadelijk voedsel zou nemen, wanneer en
zoodra gezonde spijs beschikbaar wordt
gesteld. Die gezonde spijs wordt reeds thans
door enkele vereenigingen gereikt, maar de
rantsoenen zijn nog klein en een centrale
keuken ontbreekt. Zulk een centrale keuken
van geestelijk voedsel hoopt het Nut tot
stand te brengen of liever het is daarmede
reeds bezig. Het wil goedkoope boeken
brengen tot wie ze behoeft in ruimen kring.
Namens de Maatschappij heeft de
Nutscommissie voor volkslectuur deze veel om
vattende taak ter hand genomen. Zij wil
drieërlei geven onder verschillenden naam.
Zij geeft vooreerst uit een serie Volksboekerij,
waarin goede lectuur voor lagen prijs zal
worden geboden, vooral novellen en korte
verhalen van goede auteurs en degelijken
en aantrekkelijken inhoud; als eerste nummer
zal verschijnen Peter Rosegger's De
geldhater. Vervolgens zal de commissie In haar
Kleine Boekerij verschillende geschriften uit
geven over onderwerpen van natuurweten
schap, techniek, opvoeding, geschiedenis,
staathuishoudkunde enz. Bindelijk zijn reeds
in de serie Nutsboekerij verschillende hand
leidingen over Nutswerk verschenen, zoo
van den heer J. W. Gerhard over boek en
tijdschrift voor de geestelijke ontwikkeling
in Nederland en in het buitenland, van den
heer W. C. van de Volkere, die een raad
gever uitgaf bij keuze en gebruik van
tooverlantaarn, cinematograaf en andere
projecteertoestellen.
Het genoemde geschrift van den heer
Gerhard vormt tevens zoowel den grondslag
als den commentaar van de ontworpen ten
toonstelling, voor welker totstandkoming
de heer Gerhard ook de drijvende kracht
is geweest. Zij zal bestaan uit acht
afdeelingen. In de eerste zal men aantreffen uit
gaven van vereenigingen, in de eerste plaats
voor het Nut zelven, dan van de vereeniging
Schoonheid in opvoeding en onderwijs en van
de Nederlandsche Groene-Kruis- Vereeniging.
Als aanvulling en ter vergelijking kan men
dan in oogenschouw nemen de zeer belang
rijke publicatiën van verschillende vereeni
gingen in Zwitserland en Duitschland. Wij
leggen daarop dea nadruk, omdat uit deze
geschriften voor ons nog heel wat leering
is te trekken; met name kan Zwitserland,
dat in grootte, politieke beteekenis en sociale
geleding veel overkomst heeft met Nederland,
ons in deze dingen ten voorbeeld zijn.
De tweede afdeeling wordt gevormd door
de Nederlandsche tijdschriften' voor ontwik
keling en ontspanning, niet minder dan 132
nummers. De derde afdeeling geeft de
Zwitsersche tijdschriften te zien, waarvan de
heer Gerhard een verzameling van 33 num
mers wist bijeen te brengen; daartoe behoort
ook het mooie anti-oorlogsboek La guerre
infernale van G. Dupon. De vierde afdeeling
wordt gevormd door de letterkundige volks
tijdschriften en zondagsbladen. Hier zijn
een aantal tijdschriften bijeengebracht, die
door den zeer lagen prijs ten doel hebben
in breede volkskringen te worden verspreid,
verder een aantal zondagsbladen, die door
hun groote oplaag een belangrijken invloed
uitoefenen op den letterkundigen smaak van
het volk, ten goede en ten kwade. Wij vinden
hier allereerst Nederlandsche, daarnaast
Zwitsersche, Duitsche, Fransche en Engelsche
geschriften en bladen. Uit Frankrijk b. v.
zijn aanwezig een groot aantal goedkoope
geïllustreerde weekbladen, die teekenend
zijn voor den smaak van een zeer groot
deel, wellicht de meerderheid, van het
Fransche volk.
De vijfde afdeeling geeft goedkoope boeke
rijen te zien, in groepen vereenigd. In elke
groep vindt men voorbeelden uit Nederland,
Zwitserland, Duitschland, Frankrijk, Enge
land en Denemarken met Noorwegen. De
zesde afdeeling omvat de kalenders, Neder
landsche, Zwitsersche er. Deensche; bij de
Zwitsersche is gevoegd de eerste jaargang
van den scheurkalender voor 1917 van .den
Zwitserschen Werkbund, een vereeniging
van kunstenaars, fabrikanten en kooplieden,
om de Zwitsersche kunst en kunstindustrie
te bevorderen. De zevende afdeeling
vereenigt letterkundige leesboeken voor school
en huis, Nederlandsche, Duitsche en Zwit
sersche. De achtste of laatste afdeeling einde
lijk geeft de werken in afleveringen, de goede
en goedkoope, wel te verstaan. Juist op dit
gebied is nog veel te doen; want de
prikkellectuur verschijnt liefst in afleveringen,
natuurlijk om de verlokkende goedkoopte.
l )it korte overzicht moge volstaan om op
het belang van deze tentoonstelling de aan
dacht van velen te vestigen. De heer Gerhard
heeft een uitnemend werk verricht door de
zaak van de volkslectuur op deze pakkende
en overtuigende wijze te bepleiten. Men ga
dus Donderdag, Vrijdag, Zaterdag of Zondag
a.s. eens een kijkje nemen in de School voor
maatschappelijk werk.
H. BRUQMANS
Van niet minder belang dan het zaaien is
het planten van vroege gewassen in den
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseerefl aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: .ConftttC'.
Uit een voordracht van prof. Krönlein
(Zürich) bleek, hoe gevaarlijk het vezen
kan kunstgebitten in te slikken.
(Moleschott)
Eerst flink kauwen lijkt ons ongevaarlijk.
*
Tegen S. T. en C. L., die ingeslopen
waren bij een echtpaar op de Nassaukade,
was door het O. M. voor ieder 8 jaar
gevangenisstraf geeischt. (Tel.)
Wormenkoekjes eten l Dan raakt het echt
paar ze wel weer kwijt.
*
Ze snelde zelf naar de trap en trok
'/ touw van de straatdeur open. (Bijdrage
tot de psychologie van Eroos, door
mevr. Adelyde Petitia?Content).
Au, mevrouw, zei het touw. Je psycho
logie haalt me heelemaal open.
moestuin, opdat men reeds in het begin of
in het midden van den zomer op een dank
bare en smakelijke oogst kan rekenen. Wie
over voldoende ruimte beschikt, verzuime
dus niet, een aantal planten van bloemkool,
roode of groene kool, k/opsla en pootulen
in te slaan. In normale jaren wordt dikwijls
reeds in de eerste dagen van Maart met het
planten begonnen, in dit voorjaar is vóór
April zoo goed als niets uitgezet. De strenge
en late winter heeft den tuinbouw leelijke
parten gespeeld en den tuinbouw niet alleen.
Ook de handelaars kunnen niet over een
ruimen voorraad planten beschikken. Het
bestellen mag dus niet langer uitgesteld
worden.
Verreweg het grootste deel van de
voorjaarsplanten is afkomstig uit Zwijndrecht
en door de adressen van zaadhandelaars daar
ter plaatse op te zoeken, desnoods in den
telefoongids vindt men nog wel wat men
zoekt. Vraag aan verschillende handelaars,
of ze tot leveren bereid zijn; eventueele ver
traging wordt dan zooveel mogelijk verme
den. Misschien kan ook uw zaadleverancier
u helpen of kan een of andere tuinman nog
leveren. Maar in elk geval, behandel deze
zaak met spoed.
De planten, die wij nu ontvangen zijn vrij
oud: in den herfst reeds werd het zaad in
bakken of kassen uitgestrooid en nu zijn
de planten zoover, dat ze in den vollen
grond kunnen worden overgebracht. Derge
lijke overgehouden planten worden door de
vaklieden met den naam weeuwen" betiteld.
Om te Beginnen dient voor bloemkool
gezorgd; de prijs der planten bedraagt op
'toogenblik IVs ^ 2 cents per stuk, wel
is waar hoog, doch ook de bloemkool zal
dezen zomer niet goedkoop zijn!
Zijn de planten bij de ontvangst slap
geworden, plaats ze darr tot half weg de
bladeren in een emmer water. Zoo spoedig
mogelijk moeten ze in den tuin overgebracht
worden.
Bloemkool stelt hooge eischen aan den
bodem en op schralen, niet rijk bemesten
grond doet men verstandig den verbouw
achterwege te laten. De planten worden op
regels gezet, 50 cM. uit elkaar; in den regel
weer op denzelfden afstand. Tracht niet op
die maten te beknibbelen; elke kool moet
voldoende ruimte hebben, wil zij zich goed
kunnen ontwikkelen. De planten worden in
verband" gezet, d. w. z., de planten van de
tweede rij komen tegenover het midden van
de open vakken in de eerste rij te staan;
de eerste en derde rij komen dus geheel
met elkaar overeen, de tweede met de
vierde enz. Maak het plantgat niet te
klein, de wanden niet te vast en breng
er wat oude koemest in. De plant moet
ongeveer even diep komen te staan als oor
spronkelijk. Bij gevaar van nachtvorst kan
men den eersten tijd de planten onder een
bloempot beschutten. Strooi e.en geringe
hoeveelheid zwavelzure ammoniak tusschen
de regels; deze meststof werkt wel zeer
langzaam, maar de bloemkool kan er nog
voldoende profijt van trekken. Deze bemes
ting heeft ons uitmuntend voldaan.
Verdunde gier (l op 10), of een nog
zwakkere oplossing van kippenmest bewijzen
ook goede diensten. Geef de eene plant
vaker dan de andere, opdat niet alles tege
lijk gesneden moet worden.
Zoodra de kool zich gaat vertoonen (ge
woonlijk in Juni) moet deze gedekt worden
door er enkele bladeren over te buigen,
opdat de witte kleur behouden blijft. Is de
kool groot genoeg, dan zonder uitstel weg
snijden, vooral bij warm weer, om door
schieten te voorkomen.
Bij droogte veel gieten, waarbij geen water
op de kool mag komen.
Roode en groene kool voor vroeg gebruik
kunnen ook geplant worden; beide soorten
worden ten naastenbij behandeld als bloem
kool; alleen de ruimte tusschen de planten
moet op 60 cM. gesteld worden. Beide ge
wassen eischen alweer goed bemesten grond;
het verstrekken van extra-bemesting (zie
bloemkool) verdient alle aanbeveling. In 't
laatst van Juli kan men beginnen met te
oogsten, doch zonder bezwaar mogen de
kooien nog geruimen tijd blijven staan. Wij
gebruiken de vroege" kool nog in December.
Slootaarde (modder of bagger), tenminste
indien ze uit zoetwaterslooten afkomstig is, is
een goede meststof voor alle koolsoorten.
Ook dan mag men de zwavelzure ammoniak
niet weglaten. Op gescheurd of ondergesplt
grasland wordt stuifkalk zoo intensief mo
gelijk met den grond vermengd; het best doet
men door deze stof reeds bij het spitten te